Regeling vervallen per 31-12-2020

Subsidieregeling voorschoolmaatschappelijk werk en schoolmaatschappelijk werk Rotterdam 2020

Geldend van 18-06-2019 t/m 30-12-2020 met terugwerkende kracht vanaf 07-06-2019

Intitulé

Subsidieregeling voorschoolmaatschappelijk werk en schoolmaatschappelijk werk Rotterdam 2020

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van de concerndirecteur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van 4 juni 2019, registratienummer 19MO126243:

gelet op de artikelen 3, 4 en 6, vierde lid, van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;

overwegende, dat het met inachtneming van het bepaalde in het beleidskader Jeugd 2015-2020, ‘Rotterdam Groeit’ en de Regeling kwaliteitsafspraken MBO 2019-2022, noodzakelijk is om nadere regels op te stellen ten aanzien van de aanvraag en verdeling van middelen voor voorschoolmaatschappelijk werk op de peuter- en kinderopvang en schoolmaatschappelijk werk op het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en het Middelbaar beroepsonderwijs;

besluit vast te stellen:

Subsidieregeling voorschoolmaatschappelijk werk en schoolmaatschappelijk werk Rotterdam 2020

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    aanbieder: instelling, die vsmw of smw aanbiedt, of schoolbestuur dat zelf smw aanbiedt en deze inzet voor de doelgroep 0-23 jarigen;

  • -

    budget: bedrag dat maximaal beschikbaar is voor de inzet van voorschoolmaatschappelijk werk en schoolmaatschappelijk werk in de gemeente Rotterdam;

  • -

    mbo: middelbaar beroepsonderwijs, praktijkonderwijs;

  • -

    po: primair onderwijs;

  • -

    smw: schoolmaatschappelijk werk op po, vo en mbo in de vorm van kortdurende hulpverlening, toeleiding naar hulp en ondersteuning aan de leerkracht en in de klas;

  • -

    vo: voortgezet onderwijs

  • -

    vsmw: voorschoolmaatschappelijk werk op de peuter- en kinderopvang in de vorm van kortdurende hulpverlening, toeleiding naar hulp en ondersteuning aan de pedagogisch medewerkers en in de groep;

  • -

    vve; voor- en vroegschoolse educatie.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3 Doelgroep en te verrichten activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt aan een aanbieder voor het leveren van uren ten behoeve van activiteiten die bijdragen aan het bieden of regelen van school gebonden zorg- en hulpverlening aan kinderen of verzorgers, alsmede uren voor het ondersteunen van de locatie van de voorschool of school, binnen de zorgstructuur waarvan de functionaris vsmw of smw deel uitmaakt.

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1. Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020, een subsidieplafond van:

    • a.

      € 825.000 ten behoeve van de uitvoering van vsmw op de peuter- en kinderopvang met vve;

    • b.

      € 4.200.000 ten behoeve van de uitvoering van smw in het po en vo;

    • c.

      € 957.187 ten behoeve van de uitvoering van smw op het mbo.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de hoogte van het subsidieplafond binnen het in het eerste lid genoemde jaar wijzigen.

Artikel 5 Wijze van verdeling

  • 1. De aanvragen voor een subsidie op grond van deze regeling worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst.

  • 2. Wanneer de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt de datum waarop de aanvraag is aangevuld als datum van ontvangst van de aanvraag.

Artikel 6 De aanvraag voor vsmw en inzet uren smw

  • 1. De aanbieder dient voor 1 juli 2019 een aanvraag op grond van deze regeling in via het digitale subsidieportaal van de gemeente Rotterdam www.rotterdam.nl/subsidies.

  • 2. In de aanvraag vsmw maakt de aanvrager inzichtelijk voor hoeveel groepen en voor welke periode hij vsmw binnen de in artikel 4, eerste lid, onder a genoemde plafond aanvraagt en hoe hij voldoet aan de in artikel 6 bedoelde verplichtingen.

  • 3. In de aanvraag smw maakt de aanbieder inzichtelijk hoeveel uren smw hij binnen de in artikel 4, eerste lid, onder b of c genoemde plafonds aanvraagt en hoe hij voldoet aan de in artikel 6 bedoelde verplichtingen.

  • 4. Een mbo-aanbieder kan ten hoogste subsidie aanvragen op het niveau van het bedrag dat hij via de gereserveerde rijkssubsidie op grond van de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019-2022, voor schoolmaatschappelijk werk zal ontvangen.

Artikel 7 Verplichtingen en eigen bijdrage

  • 1. Onverminderd artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 12 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

    • a.

      de door de aanbieder in te zetten functionaris vsmw heeft een afgeronde hbo-opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Sociaal Pedagogische Hulpverlening of een andere relevante opleiding, aangevuld met de basiscursus vsmw die minimaal twee keer per jaar wordt aangeboden;

    • b.

      de door de aanbieder in te zetten functionaris smw heeft een HBO-opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Sociaal Pedagogische Hulpverlening of een andere relevante opleiding.

  • 2. Aanbieders van smw in het po, vo en mbo leveren een eigen bijdrage, die een percentage bedraagt van de maximaal verleende subsidie. Deze bedraagt in 2020:

Bijdrage schoolbesturen

Gemeente

Primair Onderwijs

25%

75%

Voortgezet Onderwijs

65%

35%

Middelbaar Beroepsonderwijs

50%

50%

  • 3. Een lagere eigen bijdrage van de aanbieder leidt tot een evenredige vermindering van de subsidie.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na haar bekendmaking en vervalt op 31 december 2020.

  • 2. Deze regeling blijft van toepassing op subsidies verstrekt op grond van deze regeling en op volledige aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor de vervaldatum van deze subsidieregeling.

Artikel 9 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling voorschoolmaatschappelijk werk en schoolmaatschappelijk werk Rotterdam 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 4 juni 2019.

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

B. Wijbenga-van Nieuwenhuizen, l.b.

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 6 juni 2019, nummer 76, en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Toelichting

Algemene toelichting

De jeugd beweegt zich op drie zogenaamde leefdomeinen; thuis, (voor)school (en later: werk) en vrije tijd. Het behalen van een diploma of startkwalificatie biedt een belangrijke basis voor actieve maatschappelijke participatie. Daarom is het belangrijk schooluitval te voorkomen en kinderen en jongeren voor het onderwijs te behouden en te zorgen voor zelfredzaamheid in de maatschappij.

Het Schoolmaatschappelijk Werk is een van de belangrijke kernpartners in het Schoolondersteuningsteam. Samen met collega’s uit de domeinen Onderwijs, Jeugdgezondheidszorg en Veiligheid vormen zij de kernpartners uit het Schoolondersteuningsteam. De inzet van kernpartners in en om de school, is gericht op het ondersteunen van de school in het tijdig signaleren van belemmeringen van leerlingen en hier adequaat op te kunnen interveniëren. Deels door onderwijsprofessionals tools in handen te geven om de leerling te kunnen begeleiden tijdens de schoolloopbaan, deels door zelf kortdurend hulp te verlenen of door te geleiden naar de juiste hulp. Sinds 2017 is op de voorscholen in Rotterdam het voorschoolmaatschappelijk werk ingevoerd met eenzelfde taak als in het onderwijs om zo vroeg mogelijk te ondersteunen bij het signaleren van belemmeringen in de ontwikkeling bij jonge kinderen.

De Subsidieregeling voorschoolmaatschappelijk werk en schoolmaatschappelijk werk 2020 heeft haar grondslag in de artikelen 3, 4 en 6, lid 4, van de Svr 2014. Titel 4.2 van de Awb is eveneens van toepassing.

Het bepaalde in deze regeling is op een beperkt aantal onderdelen aanvullend op c.q. afwijkend van het bepaalde in de Svr. Voor zover er geen andere bepalingen zijn opgenomen, zijn alle bepalingen van de Svr onverkort van toepassing, bijvoorbeeld op het gebied van de vaststelling van de subsidie, de geldende subsidieverplichtingen, et cetera.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel bevat de definities van een aantal begrippen in de nadere regels die voor het begrip van deze regeling van belang zijn.

Artikel 2 Doel nadere subsidieregels vsmw en smw

Het college wil vanuit een integrale blik kinderen en jongeren op voorschoolse voorzieningen en op school adequaat en tijdig laten helpen waar dat nodig is. De voorschoolmaatschappelijk werker c.q. de schoolmaatschappelijk werker is de ‘linking-pin’ naar de wijkteams. Hij of zij bepaalt aan de hand van een risicotaxatie of toeleiding naar andere vormen van hulp nodig is.

Artikel 3 Doelgroep en te verrichten activiteiten

Het is de wens van het college om aanbieders op de peuter- en kinderopvang en in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en Middelbaar beroepsonderwijs, alleen voor aan de voorschool, school of instelling verbonden activiteiten subsidie te verstrekken.

Artikel 4 Subsidieplafond

Tegen de achtergrond van de eindigheid van de voor 2020 beschikbare middelen heeft het college voor respectievelijk vsmw en smw een subsidieplafond vastgesteld. Deze plafonds zijn vermeld in het eerste lid onder a., b. en c.

Artikel 5 De wijze van verdeling

Het derde lid van artikel 4 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 geeft het college de bevoegdheid om verdeelregels vast te stellen. In deze regeling is gekozen voor een systeem van “wie het eerst komt, het eerst maalt”, waarbij aanvragen in volgorde van ontvangst van de volledige aanvraag worden behandeld. Lid 1 van dit artikel regelt dit.

De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld en voor zover de aanvragen aan de voorwaarden en verplichtingen in de regeling voldoen en het budget toereikend is, worden de aanvragen gehonoreerd. Hier kan ook sprake zijn van een gedeeltelijke weigering, omdat bij een volledige honorering van de aanvraag het subsidieplafond zou worden bereikt.

De aanvraag wordt tevens geweigerd voor zover door verstrekking van de aanvraag het subsidieplafond zou worden overschreden. Deze weigeringsgrond is opgenomen in artikel 4:25, tweede lid, van de Awb. Daarom is deze niet als separate weigeringsgrond in deze regeling opgenomen. De aanvrager krijgt op grond van artikel 4:5 Awb, eerste lid, onderdeel c, de gelegenheid om de aanvraag binnen een bepaalde termijn aan te vullen. Lid 2 van dit artikel regelt dat de datum waarop de aanvulling op de aanvraag is ontvangen, vervolgens als datum van ontvangst geldt.

Artikel 6 De aanvraag voor vsmw en smw

Voor vsmw geldt dat de aanvraag het aantal groepen en de periode waarin de taken op de VVE locatie worden verricht inzichtelijk moet maken, inclusief registratie en voorbereiding, doch exclusief bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering.

De scholen voor po en vo die smw-aanbieden, dienen de te verwachte declarabele uren inzichtelijk te maken waarbinnen zij de schoolgebonden taken in 2020 willen verrichten, inclusief registratie en voorbereiding, doch exclusief bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering.

De mbo-instellingen die smw aanbieden, dienen het benodigde aantal fte inzichtelijk te maken dat in 2020 schoolgebonden taken verricht, inclusief registratie en voorbereiding, doch exclusief bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering. Hierbij dienen zij tevens aan te geven hoe zij de 50% co-financieringsmiddelen van het rijk op basis van de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019-2022, inzetten. Een aanvraag voor deze co-financieringsmiddelen van het rijk kan niet bij het college worden ingediend.

Voor de internationale schakelklassen baseert het college de verdeling van de beschikbare subsidie op het aantal geverifieerde schakelklassen, vermenigvuldigd met 30 minuten per klas per week en een uurprijs van € 65,02 op basis van cofinanciering voor maximaal 40 weken per kalenderjaar.

Deze bedragen bestaan uit een bedrag per school (BRIN-nummer volgens DUO) van maximaal 125,6 declarabele uren (€ 8.168,-) per primair onderwijs-school, alsmede een bedrag van € 30,65 per leerling voor reguliere basisscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO). Voor het voortgezet onderwijs geldt een bedrag van maximaal 251 declarabele uren (€ 16.336,-) per locatie met een eigen BRIN-nummer. Bij het voortgezet onderwijs geldt geen bedrag per leerling. Dit zijn maximale bedragen. De daadwerkelijke hoogte van de bijdrage van de gemeente is afhankelijk van de eigen bijdrage van de schoolbesturen. De vergoeding van het SMW is € 65,02 per uur (op basis van een maximale kostprijs van € 87.777,- per fte, 1350 uren x € 65,02).

De vaststelling van de subsidie na afloop van het jaar 2020 zal uiteindelijk plaatsvinden op basis van de verantwoorde en door het college goedgekeurde uren.

Artikel 7 Verplichtingen en eigen bijdrage

Aanbieders op het gebied van smw en vsmw die subsidie aanvragen dienen aan verplichtingen op het gebied van kwaliteit te voldoen. Het leveren van een eigen bijdrage geldt niet voor het vsmw. Deze bijdragen verschillen per schooltype.

Artikel 8 Inwerkingtreding

De inwerkingtreding is op de eerste dag na bekendmaking van deze regeling.

Voor het geval een procedure doorloopt in 2021 is in het tweede lid een bepaling over het overgangsrecht opgenomen.

Artikel 9 Citeertitel

Het college biedt de mogelijkheid om deze regeling voluit of verkort te citeren.