Subsidieregeling Brede Regeling Combinatiefuncties Rotterdam – Sport

Geldend van 08-11-2023 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Brede Regeling Combinatiefuncties Rotterdam – Sport

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van de concerndirecteur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van 3 december 2019, kenmerk 19MO05950;

gelet op de artikelen 3, derde lid, 4, tweede lid, 5, tweede lid, 6, vierde lid en artikel 12a, eerste, tweede en derde lid van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;

overwegende dat:

  • -

    de gemeente middelen ontvangt vanuit het Rijk om uitvoering te geven aan de rijksregeling Brede Regeling Combinatiefuncties;

  • -

    deze rijksregeling met ingang van 1 januari 2019 is gewijzigd;

  • -

    de middelen bestemd zijn voor het bijdragen aan een leven lang inclusief sporten en bewegen, het tot stand brengen en uitbouwen van lokale verbindingen en het duurzaam versterken en innoveren van sport- en beweegaanbieders;

  • -

    middelen beschikbaar worden gesteld voor partijen in de stad om uitvoering te geven aan deze rijksregeling, waarbij sprake is van lokaal maatwerk en aansluiting bij de vernieuwde bestuurlijke prioriteiten binnen Rotterdam;

  • -

    het om die reden gewenst is nadere regels vast te stellen voor het subsidiëren van Rotterdamse organisaties die combinatie-functionarissen aanstellen om Rotterdammers die achterblijven in sport- en beweegdeelname toe te leiden naar sport- en beweegaanbod;

besluit vast te stellen:

Subsidieregeling Brede Regeling Combinatiefuncties Rotterdam – Sport

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

combinatiefunctionaris:

een professional in dienst bij een werkgever en die zijn functie uitvoert in het kader van de bestuurlijke afspraken Brede Regeling Combinatiefuncties van 19 juni 2018;

fte:

fulltime-equivalent, waarbij uitgegaan wordt van een werkbelasting van minimaal 36 uur per week, minimaal 40 weken per jaar;

loonkosten:

de directe loonkosten voor een combinatie-functie zoals salaris, premies en belastingen.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van jaarlijkse subsidies door het college voor de in artikel 3 en 4 bedoelde activiteiten.

Artikel 3 Activiteiten

  • 1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan het duurzaam in beweging krijgen of het duurzaam aan het sporten krijgen van Rotterdammers die achterblijven in sport- en beweegdeelname en in aanvulling hierop het in beweging houden van deze Rotterdammers.

  • 2. De activiteiten zijn in ieder geval gericht op:

    • a.

      kinderen tot en met 6 jaar;

    • b.

      jongeren van 13 tot en met 18 jaar;

    • c.

      ouderen en kwetsbare volwassenen met een afstand tot beweging; of

    • d.

      personen met een motorische, zintuigelijke, of mentale beperking of stoornis of met een chronische aandoening die het algemeen dagelijks functioneren belemmert.

  • 3. De activiteiten zijn aanvullend op het bestaande sport- en beweegaanbod in Rotterdam.

  • 4. Er is sprake van samenwerking met sport- en beweegaanbieders.

  • 5. De activiteiten dragen bij aan duurzame verbindingen en samenwerking tussen sport- en beweegaanbieders, onderwijs, bso/kinderopvang, welzijn, zorg gezondheid, bedrijven en andere partijen in de wijk.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een rechtspersoon met volledige rechtspersoonlijkheid zonder winstoogmerk, die een combinatiefunctionaris in dienst neemt of inhuurt.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de loonkosten van een combinatiefunctionaris die naar het oordeel van het college direct verbonden zijn aan de uitvoering van de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

  • 2. De subsidie is inclusief de eventuele omzetbelasting die de subsidieontvanger over de lasten van de subsidieactiviteiten is verschuldigd.

  • 3. Niet voor subsidiëring in aanmerking komen de loonkosten die door de subsidieontvanger worden gemaakt vóór de indiening van de aanvraag.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

  • 1. Een subsidie bedraagt ten hoogste 40% van de loonkosten per fte per jaar, met een maximum van € 20.000 per fte. De subsidie van de loonkosten voor een deeltijdfunctie bedraagt een naar rato verlaagd percentage per jaar en een naar rato verlaagd maximumbedrag.

  • 2. De overige loonkosten van 60% dekt de subsidieaanvrager door middel van cofinanciering uit eigen inkomsten of cofinanciering van derden.

  • 3. Een subsidie kan ten hoogste voor 4 fte per jaar worden verleend.

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond bedraagt voor de kalenderjaren 2020, 2021, 2022 en 2023 € 506.800 en vanaf het kalenderjaar 2024 en verder € 576.800.

  • 2. Het college kan de hoogte van het subsidieplafond binnen de in het eerste lid genoemde periode wijzigen.

  • 3. Het subsidieplafond bedoeld in het eerste lid is vastgesteld onder het voorbehoud dat er voldoende middelen door de gemeenteraad op de begroting beschikbaar worden gesteld.

Artikel 8 Wijze van verdeling

  • 1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende aspecten tot het daarbij vermelde maximumaantal punten:

    • a.

      de mate waarin de activiteiten bijdragen aan het duurzaam in beweging krijgen of het duurzaam aan het sporten krijgen van Rotterdammers die achterblijven in sport- en beweegdeelname <maximaal 30 punten>;

    • b.

      de mate waarin de activiteiten aansluiten op de behoefte van de Rotterdammers <maximaal 25 punten>;

    • c.

      de mate van samenwerking met sport en beweegaanbieders <maximaal 25 punten>;

    • d.

      de mate waarin de activiteiten aanvullend zijn op het bestaande aanbod <maximaal 10 punten>; en

    • e.

      de mate waarin de activiteiten bijdragen aan duurzame verbindingen en samenwerking tussen verschillende organisaties <maximaal 10 punten>.

  • 3. Na puntentoekenning worden de aanvragen gerangschikt naar puntenaantal waarbij de aanvraag met het hoogste puntenaantal als eerst in de rangschikking wordt opgenomen.

  • 4. Bij deze rangschikking wordt rekening gehouden met evenredige spreiding over doelgroepen als bedoeld in artikel 3, tweede lid en een evenredige spreiding over de stad.

Artikel 9 Advies stichting Rotterdam Sportsupport en Sportbedrijf Rotterdam B.V.

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt voor advies voorgelegd aan de Stichting Rotterdam Sportsupport en Sportbedrijf Rotterdam B.V.

  • 2. De stichting adviseert over de mate waarin de subsidieaanvraag voldoet aan artikel 3 en artikel 8.

Artikel 10 Aanvraag

  • 1. De aanvraag wordt ingediend via het digitale subsidieloket van de gemeente Rotterdam door middel van het voor deze subsidieregeling door of namens het college vastgestelde aanvraagformulier.

  • 2. In aanvulling van de op grond van artikel 5 van de SVR 2014 over te leggen gegevens legt de aanvrager bij zijn aanvraag de volgende gegevens over:

    • a.

      een functiebeschrijving van de combinatiefunctionaris met een eenduidige beschrijving van het takenpakket, waarin minimaal is beschreven welke taken horen bij de functie, het dienstverband, arbeidsvoorwaarden of cao, vereiste opleiding of functieniveau en salaris;

    • b.

      een duidelijke begroting van alle kosten die met de combinatiefunctionaris samenhangen inclusief de cofinanciering;

    • c.

      indien de cofinanciering voortkomt uit een ander gemeentelijk budget, deelt de aanvrager mee vanuit welk budget de kosten zijn gefinancierd en welke prestatieafspraken hierover zijn gemaakt.

  • 3. Alleen volledige en tijdig ingediende aanvragen worden in behandeling genomen.

Artikel 11 Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 6, eerste lid, van de SVR 2014 ingediend uiterlijk op 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. In afwijking van het vorige lid wordt de aanvraag voor de periode van 1 juli 2020 tot en met 31 december 2020 vóór 1 februari 2020 ingediend.

Artikel 12 Verplichtingen

  • 1. Onverminderd artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 12 van de SVR 2014 gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

    • a.

      de subsidieontvanger dient uiterlijk vóór 1 april in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend een overzicht in met hierin de prestatieafspraken en bereikte prestaties;

    • b.

      indien de subsidieontvanger werkt met vrijwilligers, zijn deze vrijwilligers in het bezit van een geldige Verklaring Omtrent Gedrag, die:

      • 1.

        bij de eerste werkzaamheden niet ouder is dan drie maanden; en

      • 2.

        tot vijf jaar na afgifte geldig is.

    • c.

      de subsidieontvanger draagt bij aan de versterking van de competenties van de combinatiefunctionaris;

    • d.

      de activiteiten en inzet van de combinatiefunctionaris dragen bij aan een gezonde leefstijl.

  • 2. De verplichting, genoemd in het eerste lid, onder b, is niet van toepassing op vrijwilligers die eenmalig vrijwillige activiteiten verricht.

Artikel 13 Subsidievaststelling

Subsidies tot € 25.000 worden direct bij verlening vastgesteld.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 15 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Brede Regeling Combinatiefuncties Rotterdam – Sport.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 3 december 2019.

de secretaris,

A.C. Vervooren, l.s.

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Toelichting

Algemene toelichting

De gemeente Rotterdam krijgt vanaf 2008 middelen vanuit het Rijk voor de inzet van combinatiefunctionarissen en buurtsportcoaches. De doelen en afspraken vanuit het Rijk zijn verschillenden keren gewijzigd.

De oorspronkelijke regeling is de Impuls brede scholen, sport en cultuur in 2008. De doelstelling was dat combinatiefunctionarissen moeten bijdragen aan de uitbreiding van de brede scholen met sport- en cultuuraanbod, het versterken van de sportverenigingen, het stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen en/of het vertrouwd raken met en beoefenen van kunst en cultuur door de jeugd. De combinatiefunctionaris is hierbij ten minste werkzaam in twee sectoren (sport, onderwijs en cultuur) en in dienst bij een werkgever van één van deze sectoren.

Vanaf 2012 is deze regeling aangepast naar: Brede Impuls Combinatiefuncties. De regeling is verbreed en uitgebreid en verder voortgezet onder de naam Brede impuls combinatiefuncties. Hiermee wil het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) bereiken dat meer mensen kunnen sporten en bewegen in de buurt, dat sportverenigingen versterkt worden en dat er een verbinding wordt gelegd tussen sport en bewegen en andere sectoren zoals het onderwijs, welzijn, kinderopvang, de zorg en het bedrijfsleven. Hierdoor kan er breder worden ingezet dan de combinatie sport en school, waarbij alleen de jeugd werd bereikt.

Vanaf 1 januari 2019 is de Brede Impuls Combinatiefuncties aangepast naar De Brede Regeling Combinatiefuncties. De afspraken over deze regeling zijn opgenomen in de bestuurlijke afspraken Brede Regeling Combinatiefuncties van 19 juni 2018.

Er zijn verschillende veranderingen:

  • -

    er zijn meer functies per gemeente beschikbaar gekomen. De verdeling van het aantal functies over gemeenten vindt plaats op basis van de verdeelsleutels: 'inwoners' en 'inwoners t/m 17 jaar';

  • -

    de doelen van de rijksregeling zijn verruimd met in het bijzonder aandacht voor een leven lang inclusief sporten, bewegen en beoefenen van culturele activiteiten voor de (talent)ontwikkeling van de jeugd en jongeren op en rond scholen en voor andere groepen die belemmeringen ervaren bij sport en bewegen, het tot stand brengen en uitbouwen van lokale verbindingen en het duurzaam versterken en innoveren van sport- en beweegaanbieders;

  • -

    de regeling gaat uit van een normbedrag van € 50.000,- per fte. Het Rijk financiert 40% van dit normbedrag (€ 20.000). Bij een hoger opleidingsniveau mag de gemeente afwijken van het normbedrag, dit is echter geen verplichting;

  • -

    de looptijd van de bestuurlijke afspraken is van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2022.

De middelen vanuit het Rijk worden beschikbaar gesteld aan gemeentes, zodat voor elke gemeente lokaal maatwerk mogelijk is en het aansluit bij de bestuurlijke prioriteiten van de gemeente.

De aanpassingen van de rijksregeling, nieuwe bestuurlijke prioriteiten en een evaluatie van de inzet van de combinatiefuncties en buurtsportcoaches in Rotterdam hebben geleid tot de een beleidswijziging op het gebied van het subsidiëren van combinatiefunctionarissen en buurtsportcoaches in Rotterdam. Deze aanpassingen houden in:

  • 1.

    het vaststellen van onderhavige subsidieregeling De Brede Regeling Combinatiefuncties Rotterdam – Sport welke de huidige doelstellingen van het Rijk vertaalt naar lokaal (gemeentelijk) niveau. Dit heeft onder andere geleid tot beleidsinhoudelijke wijzigingen op het gebied van de doelgroepen waarop de combinatiefunctionaris zich dient te richten. Op basis van deze regeling kunnen aanvragers die een combinatiefunctionaris in dienst nemen of inhuren in aanmerking komen voor subsidie. De gebruikte werktitels voor deze functie kunnen divers zijn, bijvoorbeeld verenigingsconsulent, sportcoach, buurtsportcoach, sport- en beweegconsulent, etc.;

  • 2.

    een deel van het vanuit het Rijk aan de gemeente beschikbare budget wordt uitsluitend beschikbaar gesteld voor een beperkt aantal grote uitvoeringsorganisaties die combinatiefunctionarissen in dienst nemen, dan wel inhuren. Op deze manier kan de gemeente beter sturen op het behalen van haar ambities, zoals opgenomen in de Sportnota. Naast deze gerichte inzet wordt het overige deel van het budget beschikbaar gesteld voor diverse partners in de stad. Hiervoor is deze subsidieregeling opgesteld.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1: begripsomschrijvingen

Een combinatiefunctionaris is een professional in dienst bij een werkgever en welke zijn functie uitvoert in het kader van de bestuurlijke afspraken Brede Regeling Combinatiefuncties van 19 juni 2018. In deze bestuurlijke afspraken is opgenomen dat de combinatiefuncties worden ingezet voor de volgende doelstellingen:

  • 1.

    Een leven lang inclusief sporten, bewegen en beoefenen van culturele activiteiten mogelijk maken, met inhoudelijke focus (maar niet uitsluitend) op:

    • (Talent)ontwikkeling van jeugd en jongeren stimuleren, waarbij verbetering van motorische vaardigheden een belangrijk aandachtspunt is.

      • Sport-, beweeg- en cultuuronderwijs op en rond scholen versterken.

      • Specifieke aandacht voor kwetsbare, minder kansrijke jongeren die (een risico op) een verminderde actieve leefstijl hebben.

    • Inzetten op groepen mensen die belemmeringen ervaren bij het georganiseerde/formele en niet-georganiseerde/non-formele sporten en bewegen en beoefenen van culturele activiteiten, die te maken hebben met iemands leeftijd of levensfase, gender, fysieke of mentale gezondheid, etnische/sociale achtergrond, seksuele geaardheid, financiële situatie of sociale positie.

    • Bereiken, toeleiden en begeleiden van personen die in armoede leven, zodat zij ondanks hun financiële situatie kunnen sporten/bewegen en meedoen aan culturele activiteiten.

  • 2.

    Lokale verbindingen tot stand brengen en uitbouwen tussen gemeentelijke beleidsdomeinen en voorzieningen, gesubsidieerde/commerciële sport, cultuur, onderwijs, bso/kinderopvang, welzijn, zorg, gezondheid, bedrijven c.a.

  • 3.

    Duurzaam versterken en innoveren van sport-, beweeg- en cultuuraanbieders/vrijwilligersorganisaties op het gebied van o.a. besturen, vrijwilligers, kader, diversiteit, inclusief en vraaggericht handelen. Met aandacht voor het vormgeven van een pedagogisch sportklimaat.

Artikel 3: activiteiten

De gemeente Rotterdam vindt het belangrijk dat iedereen moet kunnen sporten en bewegen op zijn of haar niveau. Dit is niet vanzelfsprekend voor iedere Rotterdammer. Er zijn groepen Rotterdammers die achterblijven in de sport- en beweegdeelname. De combinatiefunctionarissen zetten zich in om deze groepen Rotterdammers in beweging te krijgen. In dit artikel wordt specifiek benoemd om welke groepen Rotterdammers dit gaat en waar de activiteiten van combinatiefunctionaris zich op richten.

Eerste lid

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten, die bijdragen aan het duurzaam in beweging krijgen of het duurzaam aan het sporten krijgen van Rotterdammers die achterblijven in sport- en beweegdeelname en in aanvulling hierop het in beweging houden van deze Rotterdammers.

Deze activiteiten kunnen bijvoorbeeld zijn: het begeleiden van mensen naar sport- en beweegaanbod, het organiseren van activiteiten waarbij mensen kennismaken met het sport- en beweegaanbod en hier duurzaam gaan sporten en bewegen of het opstarten van een nieuwe activiteit die na de opstart door de combinatiefunctionaris blijft bestaan zonder inzet van de combinatiefunctionaris. Het is ook mogelijk innovatieve projecten op te starten om de groepen Rotterdammers naar sport en bewegen toe te leiden.

Het duurzaam sporten of bewegen houdt in dat de Rotterdammer regelmatig sport of beweegt:

minimaal 2 x per maand gedurende 9 maanden of langer.

Het kan voorkomen dat Rotterdammers worden toegeleid en gaan deelnemen aan ongeorganiseerd sporten. Dit wil zeggen dat zij niet lid worden van een vereniging of commerciële sportaanbieder, maar dat zij aansluiten bij een wandelgroep of met een groep een ruimte of sportveld huren om hier wekelijks te sporten en te bewegen. Deze vorm van sporten of bewegen wordt niet georganiseerd door een derde partij. Het in beweging houden van deze Rotterdammers is een aanvulling op het toeleiden van de Rotterdammer naar dit in sport- en beweegaanbod. Bijvoorbeeld het op incidentele basis contact hebben met de groep en hen waar nodig ondersteunen om te blijven bewegen.

Tweede lid, onder c

De groep ouderen en kwetsbare volwassenen met een afstand tot bewegen is een moeilijk te definiëren groep. Het gaat om volwassenen en ouderen (65+) waarvoor het niet vanzelfsprekend is dat zij sporten en bewegen als gevolg van de leeftijd of levensfase, gender, fysieke of mentale gezondheid, etnische/sociale achtergrond, seksuele geaardheid, financiële situatie of sociale positie. Bijvoorbeeld volwassenen met een klein sociaal netwerk of eenzaamheid, het ontbreken van een startkwalificatie (diploma havo, vwo, mbo-niveau 2 of hoger), een laag inkomen, volwassenen in de bijstand of met schulden, statushouders, volwassenen met gezondheidsproblemen, obesitas.

Artikel 4: Doelgroep

Er wordt geen subsidie verstrekt aan een natuurlijk persoon, ZZP’er, eenmanszaak of commerciële organisatie.

Het staat de subsidieaanvrager vrij om de combinatiefunctionaris in dienst te nemen op basis van een contract (al dan niet tijdelijk) of om de combinatiefunctionaris in te huren voor het uitvoeren van de activiteiten.

Artikel 5: Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De subsidie dient uitsluitend ter dekking van de loonkosten van de combinatiefunctionaris. Het is geen bijdrage in de structurele organisatiekosten van de aanvragende organisatie(s). Indirecte kosten zoals reiskosten, huisvestingskosten, kosten van de aanschaf van sportmateriaal en kledingkosten zijn uitgesloten.

De subsidie is niet bestemd voor het bekostigen van reguliere werkzaamheden van een sport- en beweegaanbieder zoals het aanbieden van structureel sport- en beweegaanbod, deelname aan het bestuur van een vereniging, de uitvoering van de functie van een verenigingsmanager, ledenwerving, etc.

Artikel 6: Hoogte van de subsidie

Vanuit de rijksregeling geldt een normbedrag van € 50.000 per fte op jaarbasis. Dit normbedrag wordt aangehouden binnen de gemeente. De gemeente ontvangt middelen van het Rijk om 40% van het normbedrag te financieren. Dit is € 20.000 per fte en wordt beschikbaar gesteld door middel van deze subsidieregeling.

Van de aanvragende organisatie wordt per fte cofinanciering verwacht voor de resterende 60% van het normbedrag. Dit is € 30.000. Deze cofinanciering kan een eigen bijdrage of een externe bijdrage zijn. Dit bedrag dient opgenomen te zijn in de begroting bij de aanvraag.

Als de subsidie van de loonkosten voor een deeltijdfunctie is bestemd, worden de bedragen en daarmee ook de subsidie verlaagd naar rato van de deeltijdfunctie.

Bijvoorbeeld:

In plaats 1 fte wordt er subsidie aangevraagd voor 0,7 fte op jaarbasis. Het normbedrag voor 0,7 fte is € 35.000,- (0,7 x € 50.000,-).

Het maximale subsidiebedrag per 0,7 fte is € 14.000,- (0,7 x € 20.000,-).

De cofinanciering is € 21.000,- (0,7 x € 35.000,-).

Het uitgangspunt is, is dat de combinatiefunctionaris werkzaam is op een uitvoerend niveau. Dit komt overeen met de volgende opleidingsniveaus:

  • -

    Mbo-niveau 1/2: de functionaris op mbo-niveau 1/2 heeft een assisterende rol. Hij/zij ondersteunt bij de praktische uitvoering van de activiteiten in de wijk.

  • -

    Mbo-niveau 3/4: De functionaris op mbo-niveau 3/4 heeft een uitvoerende rol. Hij/zij verzorgt de praktische uitvoering van de activiteiten in de wijk of hij/zij draagt zorg voor een passende inhoud van het uit te voeren project (of projecten), passend bij de sectoren en de mensen waar hij/zij mee en voor werkt.

Indien de subsidieaanvrager een combinatiefunctionaris inzet met een hoger opleidingsniveau en/of hogere loonkosten, dienen deze extra kosten door de aanvrager zelf gefinancierd te worden.

Artikel 7: Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt per jaar een subsidieplafond van € 506.800,-. Dit komt overeen met 25,34 fte.

Artikel 8: Wijze van verdeling

Het uitgangspunt is, is dat bij de verdeling van de subsidie de kwaliteit van de inzet van de combinatiefunctionaris voorop staat. Daarom worden de subsidies beoordeeld op verschillende onderdelen. Per onderdeel is een maximaal puntenaantal te behalen. Hieronder wordt toegelicht waar per onderdeel naar wordt gekeken.

Tweede lid onder a

Bij het beoordelen van de mate waarop de activiteiten bijdragen aan het duurzaam in beweging krijgen of het duurzaam aan het sporten krijgen van Rotterdammers die achterblijven in sport- en beweegdeelname wordt rekening gehouden met de volgende aspecten:

  • -

    het soort activiteit/de soort activiteiten die de combinatiefunctionaris organiseert of uitvoert en de onderbouwing waarom voor deze activiteit is gekozen;

  • -

    de beschrijving en onderbouwing op welke manier de combinatiefunctionaris de personen duurzaam aan het sporten en bewegen krijgt (waarom werkt dit?);

  • -

    als een combinatiefunctionaris nieuw sport- en beweegaanbod opstart: de beschrijving en onderbouwing hoe dit nieuwe aanbod blijft bestaan na de opstartperiode en zonder inzet van de combinatiefunctionaris;

  • -

    hoeveel unieke personen worden bereikt. Als één persoon aan meerdere activiteiten/lessen mee doet, wordt deze unieke persoon maar eenmaal als deelnemer vastgelegd.

  • -

    de wijze van monitoren hoeveel unieke personen er worden en of zij duurzaam sporten en bewegen.

Tweede lid onder b

Bij het beoordelen van de mate waarin de activiteiten aansluiten op de behoefte van de Rotterdammers wordt er rekening gehouden met de volgende aspecten:

  • -

    op welke manier er rekening wordt gehouden met de groep(en) Rotterdammers waarvoor de activiteit is, denk aan het soort activiteit, wijze van communiceren, etc.

  • -

    in welke wijken en/of gebieden de combinatiefunctionaris werkzaam is en in hoeverre de doelgroep hier aanwezig is en of sport- en beweegaanbod aanwezig is voor de doelgroep.

Tweede lid onder c

Bij de beoordeling van de mate van samenwerking met sport en beweegaanbieders wordt er rekening gehouden met:

  • -

    welke sport- en beweegaanbieders wordt samengewerkt;

  • -

    waarom er wordt samengewerkt met deze sport- en beweegaanbieder(s) en;

  • -

    wat houdt de samenwerking inhoud (wie heeft welke rol en verantwoordelijkheid).

Tweede lid onder d

Bij de beoordeling van de mate waarin de activiteiten aanvullend zijn op het bestaande aanbod wordt er rekening gehouden met de huidige aanwezige activiteiten in een wijk of gebied en of de inzet van de combinatie-functionaris anders of aanvullend is. Er dient voorkomen te worden dat de inzet of activiteiten van de combinatiefunctionaris concurrerend zijn met de inzet of activiteiten van andere organisaties in een wijk of gebied.

Tweede lid onder e

De combinatiefunctionaris dient een bijdrage te leveren aan lokale opgaven anders dan het stimuleren van sporten en bewegen. Hierbij wordt sporten en bewegen als middel in gezet voor bijvoorbeeld het bevorderen van de participatie, het versterken van de leefbaarheid in de stad of het verbeteren van welzijn of gezondheid. Om dit te bereiken is samenwerking met en duurzame verbindingen tussen sport- en beweegaanbieders, onderwijs, bso/kinderopvang, welzijn, zorg, gezondheid, bedrijven en andere partijen in de wijk van belang.

Bij de beoordeling hiervan wordt er rekening gehouden met:

  • -

    welke organisaties in uw netwerk zitten;

  • -

    op welke manier er met deze organisaties wordt samengewerkt;

  • -

    op welke manier de combinatiefunctionaris een bijdrage heeft aan de totstandkoming van (nieuwe) verbindingen en samenwerking;

  • -

    of er sprake is van bestaande of nieuwe verbindingen en/of samenwerkingsverbanden.

Lid 4

Bij de rangschikking van de aanvragen wordt eerst gekeken naar de kwaliteit van de aanvraag op basis van het totaal aantal gescoorde punten. Daarnaast wordt er rekening gehouden met evenredige spreiding over doelgroepen als bedoeld in artikel 4, tweede lid onder a (artikel 3, tweede lid) en een evenredige spreiding over de stad.

Om te voorkomen dat het merendeel van de combinatiefunctionarissen worden ingezet op één van de vier doelgroepen of dat de inzet van de combinatiefunctionaris geconcentreerd is in één gebied in Rotterdam, wordt er rekening gehouden met de spreiding over de doelgroepen en over de gebieden. Bijvoorbeeld: er zijn drie subsidieaanvragen ontvangen voor een combinatiefunctionaris die zich inzet voor kinderen tot 6 jaar in Kralingen en één aanvraag voor deze groep in Feijenoord. Eerst worden de aanvragen beoordeeld en gerangschikt naar het puntenaantal. Vervolgens wordt er gekeken naar de spreiding over de gebieden. Hierdoor is het mogelijk dat als er meer fte wordt aangevraagd dan beschikbaar is, de subsidieaanvraag in Feijenoord wordt toegekend, ondanks dat het puntenaantal lager is dan één van de aanvragen in Kralingen en dat één van de aanvragen in Kralingen met de laagste score wordt afgewezen.

Informatie en cijfers over Rotterdam en de inwoners van Rotterdam vindt u bijvoorbeeld op:

  • 1.

    Rotterdam in Cijfers: https://rotterdam.buurtmonitor.nl/. Op deze site staat informatie (feiten en cijfers) over verschillende beleidsthema’s. De informatie is beschikbaar op gemeenteniveau, op gebiedsniveau of op buurtniveau.

  • 2.

    De Wijkprofielen van Rotterdam: https://wijkprofiel.rotterdam.nl/nl/2018/rotterdam. Het Wijkprofiel is de thermometer voor de stad en laat zien hoe de 14 gebieden en 71 wijken ervoor staan op sociaal en fysiek gebied en qua veiligheid.

U kunt ook informatie opvragen bij de sportregisseurs van het Sportbedrijf Rotterdam over de samenstelling van inwoners in een wijk en welk sport- en beweegaanbod in een wijk aanwezig is.

Artikel 10: Beoordeling van de aanvraag

Het college laat zich adviseren door Stichting Rotterdam Sportsupport en Sportbedrijf Rotterdam B.V. over de mate waarin de subsidieaanvraag voldoet aan artikel 4 en artikel 9. Beide partijen hebben kennis over de Rotterdammer, het sport- en beweegaanbod en de ontwikkelingen in Rotterdam met betrekking tot sport en bewegen.

Dit advies wordt meegenomen in de uiteindelijke boordeling van de aanvragen. Het college neemt het besluit over het wel of niet subsidiëren van de aanvrager.

Artikel 11: Aanvraag

Aanvragers maken gebruik van het aanvraagformulier dat op de website van de gemeente beschikbaar is gesteld.

Naast het ingevulde aanvraagformulier levert de aanvrager ook een begroting aan van alle kosten die met de combinatiefunctionaris samenhangen inclusief de cofinanciering en een functiebeschrijving van de combinatiefunctionaris.

Een functieomschrijving is een eenduidige beschrijving van het takenpakket van de medewerker. Hierin is minimaal opgenomen:

  • -

    taken die bij de functie horen;

  • -

    dienstverband (aantal uren, vast of tijdelijk contract, in loondienst of ZZP-er);

  • -

    arbeidsvoorwaarden of cao;

  • -

    vereiste opleiding/functieniveau;

  • -

    salarisschaal en salaris.

Als voor het aantal aangevraagde fte meerdere combinatiefunctionarissen worden ingezet met een andere functie of functieprofiel, levert de subsidieaanvrager voor de verschillende functies de verschillende functieprofielen aan.

Artikel 12: Verplichtingen

Eerste lid onder a

Het budget voor deze subsidieregeling bestaat uit middelen die vanuit het Rijk beschikbaar worden gesteld aan de gemeente. Het Rijk monitort jaarlijks de voortgang en de inzet van de combinatiefunctionarissen met een aantal indicatoren. Het gevraagde overzicht met prestatieafspraken en bereikte prestaties is niet bestemd om de subsidie te verantwoorden, maar voor de verantwoording van de gemeente aan het Rijk.

Eerste lid onder b

Instellingen, die een subsidie van gemeente Rotterdam ontvangen, mogen alleen met vrijwilligers werken die een geldige Verklaring Omtrent Gedrag hebben. Zo'n verklaring (de VOG) wordt afgegeven via de gemeente waarin de vrijwilliger woont.

De regeling is ervoor om jeugdigen en kwetsbare personen te beschermen. Als een subsidieaanvrager vindt dat een VOG niet nodig is kan in de subsidieaanvraag om een ontheffing gevraag worden. Dit moet dan wel met goede redenen zijn. Dit kan bijvoorbeeld als het soort vrijwilligerswerk geen risico's met zich meebrengt. Denk bijvoorbeeld het bezorgen van een wijkkrantje voor een evenement. De accounthouder neemt daarover een beslissing. De accounthouder is degene die boven in de brief van de beschikking staat genoemd.

Eerste lid onder c

De subsidieaanvrager draagt bij aan de versterking van de competenties van de combinatiefunctionaris, bijvoorbeeld door middel van coaching of deelname aan netwerkbijeenkomsten voor de combinatiefunctionarissen.

Eerste lid, onder d

Rotterdam zet zich in voor een gezonde medemens en tracht dit doel onder meer te bereiken door een gezonde omgeving te creëren die bijdraagt aan een gezonde leefstijl.

Door met partijen een gezamenlijke beweging in gang te zetten en onze krachten te bundelen wordt ernaar gestreefd dat zoveel mogelijk Rotterdammers worden gestimuleerd tot een gezonde keuze van eten en drinken.

Binnen de rol van combinatie functionaris is er sprake van een voorbeeldfunctie. Het eigen gedrag en het uitstralen van de juiste boodschap tijdens zijn/haar werkzaamheden zijn van belang bij bewustwording van een gezonde leefstijl bij participanten.

Voor meer informatie verwijzen wij u naar het nationaal Preventieakkoord, het Rotterdams Preventieakkoord, de Alliantie Kindermarketing, richtlijnen gezonde eetomgeving van Jongeren Op Gezond Gewicht en het Voedingscentrum voor informatie over gezonde voeding en een inspiratielijst.

Artikel 16: Inwerkingtreding

Vanuit de rijksregeling zijn er middelen beschikbaar gesteld voor de inzet van combinatiefunctionarissen. Dit is vastgelegd in de bestuurlijke afspraken Brede Regeling Combinatiefuncties van 19 juni 2018. De huidige bestuurlijke afspraken hebben een looptijd van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2022.

Dit gemeenteblad 2019, nummer 170, is uitgegeven op 5 december 2019 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)