Subsidieregeling Impulsregeling Cultuur

Geldend van 28-12-2019 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Impulsregeling Cultuur

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van de wethouder Onderwijs, Cultuur en Toerisme van 17 december 2019; registratienummer 19MO04521;

gelet op de artikelen 3, derde lid, 4, tweede lid, 5, tweede lid en 6, derde lid van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;

overwegende dat:

  • -

    de gemeente Rotterdam de ambitie heeft om zoveel mogelijk Rotterdammers aan cultuur te laten deelnemen, als beoefenaar van kunstzinnige activiteiten en als publiek;

  • -

    de gemeente Rotterdam een vitale cultuursector ambieert die flexibel is en zichzelf steeds vernieuwt;

  • -

    de gemeente de flexibiliteit, innovatie en professionaliteit wil versterken van relatief nieuwe instellingen in de culturele sector en wil bijdragen aan de ontwikkeling van deze organisaties;

besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

Adviescommissie Cultuur:

adviescommissie op het gebied van cultuur ingesteld door het college op grond van artikel 84 van de Gemeentewet;

college:

college van burgemeester en wethouders Rotterdam;

cultuurplan:

vierjarig subsidieprogramma van de gemeente Rotterdam voor cultuurinstellingen in Rotterdam;

ontwikkelactiviteiten:

activiteiten waarmee de aanvrager zich wil professionaliseren op artistiek vlak, op zakelijk vlak of in publieksbereik;

Rotterdamse Culturele Basis:

gezamenlijke cultuurinstellingen die als zodanig door het college zijn aangewezen en daarmee een vierjarige subsidie ontvangen van de gemeente Rotterdam;

tijdvak:

twee achtereenvolgende kalenderjaren, telkens lopende van 1 januari tot en met 31 december van het daaropvolgende jaar.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1. Deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 4 genoemde activiteiten.

  • 2. Deze subsidieregeling is van toepassing op subsidieaanvragen vanaf 1 juli 2020.

Artikel 3 Doel van deze regeling

Deze regeling heeft als doel de dynamiek en de nieuwe instroom en doorstroom in de Rotterdamse kunst- en cultuursector te bevorderen door aan relatief nieuwe kunst- en cultuurorganisaties de mogelijkheid te bieden hun activiteiten verder te ontplooien en zich te ontwikkelen en te professionaliseren op het gebied van bedrijfsvoering, artistieke kwaliteit of in het op vernieuwende wijze bereiken van publiek.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor ontwikkelactiviteiten als bedoeld in het derde lid en voor activiteiten die onlosmakelijk verbonden zijn aan het artistiek-culturele profiel van de aanvrager.

  • 2. De activiteiten van de aanvrager dragen bij aan de beleidsspeerpunten van het college op het gebied van cultuur.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde ontwikkelactiviteiten hebben ten minste twee van de volgende ontwikkeldoelen:

    • a.

      versterking en ontwikkeling van de bedrijfsmatige kwaliteit van de aanvrager;

    • b.

      versterking en ontwikkeling van de artistieke kwaliteit van de aanvrager;

    • c.

      ontwikkeling in het publieksbereik.

  • 4. De beleidsspeerpunten, bedoeld in het tweede lid, zijn voor de jaren 2021 tot en met 2024 inclusiviteit, innovatie en interconnectiviteit.

  • 5. De activiteiten dienen een Rotterdams belang. Dit is het geval indien:

    • a.

      de activiteiten plaatsvinden in Rotterdam en overwegend inwoners uit Rotterdam bereiken; of

    • b.

      de activiteiten bijdragen aan de eigen ontwikkeling van de aanvrager, gevestigd in de gemeente Rotterdam.

Artikel 5 Doelgroep

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk die:

    • a.

      het ontplooien van activiteiten op het gebied van kunst en cultuur als statutaire doelstelling hebben;

    • b.

      blijkens de statuten minimaal twee en minder dan negen jaar bestaan op de datum van indiening van de subsidieaanvraag;

    • c.

      in de periode van twee jaren voorafgaand aan het tijdvak waarvoor de subsidie wordt gevraagd al aantoonbaar actief zijn in de culturele sector; en

    • d.

      blijkens het Handelsregister gevestigd zijn in Rotterdam.

  • 2. Niet voor subsidie in aanmerking komen rechtspersonen die in het tijdvak waarvoor subsidie wordt aangevraagd:

    • a.

      subsidie ontvangen op basis van het Cultuurplan;

    • b.

      onderdeel zijn van de Rotterdamse Culturele Basis; of

    • c.

      subsidie ontvangen op basis van de culturele basisinfrastructuur (Ministerie OCW).

Artikel 6 Subsidiabele kosten

  • 1. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in artikel 4 genoemde activiteiten.

  • 2. Niet voor subsidiëring in aanmerking komen de kosten die door subsidieontvanger zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag.

Artikel 7 Hoogte van de subsidie

De gevraagde subsidie bedraagt ten minste € 25.000 per jaar en ten hoogste 50% van de totale jaarlijkse exploitatiebegroting.

Artikel 8 Subsidieplafond

  • 1. Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt per jaar een subsidieplafond van € 750.000.

  • 2. Het college kan de hoogte van het subsidieplafond wijzigen.

  • 3. Het subsidieplafond, bedoeld in het eerste en tweede lid, is vastgesteld onder voorbehoud dat voldoende middelen door de gemeenteraad op de begroting beschikbaar worden gesteld.

Artikel 9 Wijze van verdeling

Verstrekking van subsidie geschiedt in volgorde van de mate waarin de aanvraag bijdraagt aan het bepaalde in artikel 12, totdat het op de aanvraag van toepassing zijnde subsidieplafond is bereikt.

Artikel 10 Subsidieaanvraag

  • 1. De aanvraag wordt online ingediend via het digitale subsidieloket van de gemeente Rotterdam.

  • 2. Voorafgaande aan het indienen van de subsidieaanvraag heeft een intakegesprek plaatsgevonden met de afdeling cultuur van de gemeente Rotterdam.

  • 3. Een subsidieaanvraag heeft betrekking op één tijdvak.

  • 4. Een aanvrager kan op grond van deze regeling maximaal twee achtereenvolgende tijdvakken een subsidieaanvraag indienen.

  • 5. In aanvulling op artikel 5 van de SVR 2014 legt de aanvrager bij zijn aanvraag de volgende gegevens over:

    • a.

      een businessplan met een uitwerking van de ontwikkeldoelen zoals beschreven in artikel 4 lid 3 en een gedetailleerd activiteitenprogramma;

    • b.

      een beschrijving van de rol en het curriculum vitae van de coach of extern adviseur, bedoeld in artikel 14, tweede lid;

    • c.

      inhoudelijke en financiële jaarverantwoording over het meest recente kalenderjaar, inclusief een samenstellingsverklaring, dan wel een door een gecertificeerde accountant afgegeven beoordelingsverklaring of goedkeurende controleverklaring;

    • d.

      een toelichting in welke mate de activiteiten een aantoonbare bijdrage leveren aan de beleidsspeerpunten op het gebied van cultuur van de gemeente Rotterdam;

    • e.

      een sluitende en gespecificeerde begroting voor het tijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft; en

    • f.

      een uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en de statuten van de rechtspersoon.

  • 6. Per aanvrager kan ten hoogste één aanvraag worden ingediend per tijdvak.

  • 7. Alleen volledige en tijdig ingediende aanvragen worden in behandeling genomen.

  • 8. Uit de aanvraag blijkt op welke wijze de Fair Practice Code, de Code Cultural Governance en de Code Diversiteit en Inclusie worden toegepast.

Artikel 11 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 6, tweede lid, van de SVR 2014 ingediend vanaf 1 juli tot en met uiterlijk 30 september voorafgaand aan het betreffende tijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 12 Uitbrengen advies aan college

  • 1. De Adviescommissie Cultuur brengt een schriftelijk en gemotiveerd advies aan het college uit, zowel over het al dan niet verlenen van de subsidie als over de hoogte van de te verlenen subsidie.

  • 2. De Adviescommissie Cultuur baseert haar advies op de artikelen 3 tot en met 7 en de volgende criteria:

    • a.

      artistieke kwaliteit die moet blijken uit de integriteit, creativiteit, oorspronkelijkheid, vakmanschap en zeggingskracht van de activiteiten;

    • b.

      bijdrage aan gemeentelijke beleidsspeerpunten voor cultuur;

    • c.

      de mate van haalbaarheid van het plan, de kwaliteit van de organisatie en de financiële onderbouwing.

Artikel 13 Besluit

Op basis van het door de Adviescommissie Cultuur uitgebrachte advies en het beschikbare budget, neemt het college met inachtneming van deze regeling een besluit over het al dan niet verlenen van subsidie en de hoogte van het te verlenen subsidiebedrag.

Artikel 14 Subsidieverplichtingen

  • 1. Onverminderd de artikelen 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 12 van de SVR 2014, is de subsidieontvanger beschikbaar voor minimaal één jaarlijkse presentatie tijdens kennisbijeenkomsten.

  • 2. De aanvrager betrekt een coach of extern adviseur bij de uitvoering en realisatie van de beschreven ontwikkeldoelen in het businessplan.

Artikel 15 Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de SVR 2014 kan de subsidieverlening geheel of gedeeltelijk geweigerd worden indien:

  • a.

    de aanvraag activiteiten betreft die al zijn gestart of reeds zijn afgerond;

  • b.

    de aanvraag of aanvrager niet voldoet aan het gestelde in deze regeling.

  • c.

    er niet uiterlijk 15 september een intakegesprek heeft plaatsgevonden met de afdeling cultuur van de gemeente Rotterdam.

Artikel 16 Naam- en logovermelding

De subsidieontvanger vermeldt in publicaties, persberichten en presentaties dat activiteiten mede tot stand zijn gekomen dankzij een financiële bijdrage van de gemeente Rotterdam. Vermelding geschiedt door middel van het logo van de gemeente Rotterdam.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 18 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Subsidieregeling Impulsregeling Cultuur.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 17 december 2019.

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Toelichting op de Subsidieregeling Impulsregeling Cultuur

Algemene toelichting

Het cultuurbeleid van de gemeente Rotterdam is gericht op een gezonde, stedelijke culturele sector. Een sector waarin zoveel mogelijk Rotterdammers aan cultuur deelnemen, als beoefenaar van kunstzinnige activiteiten en als publiek. De gemeente Rotterdam ambieert een cultuursector waarin artistiek talent zich kan ontwikkelen en waarin aanbod voor een divers publiek te vinden is. Een gezonde sector bestaat uit een infrastructuur van stevige instellingen, zowel in artistieke als economische zin. Daarnaast zijn voor een vitale sector vernieuwende cultuurprojecten van belang.

Het doel van de regeling

Deze subsidieregeling beoogt de professionalisering en ontwikkeling van relatief nieuwe culturele organisaties te stimuleren. Onderscheidend onderdeel van de regeling is het centraal stellen van de ontwikkelbehoefte van de aanvrager en de mogelijkheid tot bekostiging van begeleiding in die ontwikkeling. De regeling voorziet voor periodes van telkens twee jaar in ondersteuning van zowel activiteiten, overhead als coaching.

De artistieke waarde van de activiteiten van de organisatie wordt zichtbaar in culturele uitingen op het gebied van bijvoorbeeld theater, muziek, muziektheater, circus, (urban) dans, spoken word, architectuur en stedenbouw, beeldende kunst en fotografie, bewegend beeld, design en mode, e-cultuur, letteren en literatuur. Een onafhankelijke adviescommissie beoordeelt de aanvragen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 4Subsidiabele activiteiten

Eerste lid

Onder ontwikkelactiviteiten worden gerekend activiteiten die bewust worden aangegaan met als doel de aanvrager op een of meer gebieden te ontwikkelen. Dat kan zijn het inschakelen van een coach of mentor, het volgen van trainingen of cursussen of het anderszins actief inzetten van tijd en middelen ten behoeve van de ontwikkeling van de aanvrager.

Subsidies worden per budgetjaar verleend, waarbij geldt dat subsidies uitsluitend worden verleend uit het budget van het jaar waarin de activiteiten plaatsvinden. De subsidie voor het daaropvolgende jaar wordt daarom slechts onder begrotingsvoorbehoud toegekend.

Derde lid

In de aanvraag dient naar voren te komen tot welke doelen de in het eerste lid bedoelde ontwikkelactiviteiten leiden. De aanvrager dient aan te tonen op welke wijze de ontwikkelactiviteiten bijdragen aan het versterken en ontwikkelen van de bedrijfsmatige kwaliteit van de aanvrager, dan wel de artistieke kwaliteit van de aanvrager, dan wel de beoogde ontwikkeling in het publieksbereik.

Vierde lid

Voor aanvragen in de periode 2021-2024 zijn uit de uitgangspuntennota 2021-2024 Stad in transitie, cultuur in verandering de volgende beleidsspeerpunten voor projectsubsidies uitgelicht:

  • a.

    Inclusiviteit: cultuur in Rotterdam weerspiegelt de diversiteit en dynamiek van de stad en draagt bij aan verbinding en verbroedering. Cultuur in Rotterdam is voor iedereen bereikbaar en toegankelijk. Alle Rotterdammers kunnen in de lokale culturele infrastructuur participeren en vaardigheden en talenten ontwikkelen. Rotterdam-Zuid heeft een sterke culturele infrastructuur.

  • b.

    Innovatie: Rotterdam is het laboratorium en de kraamkamer voor culturele en creatieve innovatie. Ook bestaande culturele organisaties dragen bij aan deze innovatie. Zo ontstaat er een ecosysteem van ontwerpers, ondernemers, makers, broed- en werkplaatsen, culturele organisaties, platforms en festivals. Dit ecosysteem willen we versterken door de culturele en creatieve sector gespreid over Rotterdam voldoende ruimte te geven voor innovatie en experiment, zowel in faciliteiten als in doorgroeimogelijkheden.

  • c.

    Interconnectiviteit: De kansen voor cultuur liggen zowel in het versterken van samenwerking binnen de sector, als in samenwerking van de cultuursector met andere beleidsdomeinen en op het internationale speelveld.

Artikel 5 Doelgroep

Eerste lid

Aanvragende organisaties bestaan minimaal twee en minder dan negen jaar op de datum van indiening van de subsidieaanvraag. De regeling beoogt de professionalisering en ontwikkeling van nieuwe culturele organisaties te stimuleren. Onder aantoonbaar actief wordt verstaan dat van eerder gepresenteerde of ontwikkelde culturele activiteiten beeld- en of promotiemateriaal voorhanden en opvraagbaar is.

Tweede lid

De Impulsregeling is bedoeld om relatief nieuwe Rotterdamse kunst- en cultuurorganisaties de mogelijkheid te bieden hun activiteiten verder te ontplooien en zich te ontwikkelen en professionaliseren op het gebied van bedrijfsvoering, artistieke kwaliteit en/of in het op vernieuwende wijze bereiken van publiek. Instellingen die in aanmerking komen voor een meerjarige subsidie van de gemeente Rotterdam of onderdeel zijn van de landelijke basisinfrastructuur komen niet in aanmerking voor een subsidie vanuit de Impulsregeling.

Artikel 6Subsidiabele kosten

Eerste lid

De kosten moeten redelijkerwijze in verhouding staan tot de gerelateerde activiteiten en gestelde doelen en congruent met het businessplan. Een voorbeeld van onredelijke kosten zijn: hoge huurkosten voor een theaterzaal met grote capaciteit terwijl er een verwacht bezoekersaantal van 50 personen. Of inzet van een uitgebreide marketingcampagne die duurder is dan de betreffende productie zelf.

Artikel 7Hoogte van de subsidie

De gevraagde subsidie bedraagt maximaal 50% van de exploitatiebegroting. De gemeente draagt met deze subsidie bij aan de totale exploitatie van de praktijk van de aanvrager inclusief personeelskosten, huisvestingslasten, kosten voor artistieke activiteiten en meer specifiek de kosten die gemaakt worden om ontwikkelactiviteiten te bekostigen.

Artikel 9Wijze van verdeling

Het beschikbare budget voor de Impulsregeling is beperkt. In de regel worden er (veel) meer aanvragen ingediend dan gehonoreerd kunnen worden. Gekozen is om de subsidieaanvragen te beoordelen op basis van de kwaliteit aan de hand van de mate waarin de aanvragen bijdragen aan in de regeling genoemde criteria totdat het plafond is bereikt. Overschrijding van een subsidieplafond levert een verplichte weigeringsgrond op.

Artikel 10Subsidieaanvraag

Tweede lid

Het is voor aanvragers verplicht om uiterlijk vijftien dagen voor de uiterste indiendatum een intakegesprek te voeren met de afdeling Cultuur van de gemeente Rotterdam.

Vijfde lid, sub a

Een businessplan is een projectplan dat uitvoerig aandacht geeft aan de meerjarige ontwikkeling van de organisatie, zowel op artistiek en zakelijk vlak als op het gebied van publieksbereik. Het bevat een beschrijving van de activiteit(en), doelstelling, planning, organisatie en marketing.

Vijfde lid, sub b

In het businessplan geeft de aanvrager aan op welke manier een coach en extern adviseur betrokken is of zal worden voor de uitvoer van het businessplan, welke coach of extern adviseur de aanvrager heeft ingeschakeld en welke afspraken zijn gemaakt. De aanvrager omschrijft ten minste twee beoogde ontwikkeldoelen zoals bedoeld in artikel 4 lid 3. De aanvrager omschrijft de werkwijze van de coach of extern adviseur om deze ontwikkeldoelen te realiseren binnen het tijdvak.

Vijfde lid, sub d

Wanneer in activiteiten sprake is van een bijdrage aan de beleidsspeerpunten, dienen deze helder te worden toegelicht en beargumenteerd. Overigens hoeft niet elk beleidsspeerpunt in een activiteit aan de orde te komen, niet elke activiteit leent zich daar immers voor.

Vijfde lid, sub e

Een aanvraag dient een sluitende en goed gespecificeerde begroting te bevatten, voorzien van een dekkingsplan inclusief een opgave van de aanvragen die bij derden zijn ingediend voor een subsidie, sponsoring door derden of overige vergoedingen voor dezelfde activiteiten. Bij deze posten dient vermeld te worden welke bedragen reeds zijn toegezegd en welke nog in aanvraag zijn. De aanvrager vermeldt in de begroting expliciet de kosten die gemaakt worden voor de ontwikkelactiviteiten, met name die voor de coach of extern adviseur.

Voor de verhouding tussen gevraagde subsidiebedrag en overige inkomsten van de aanvrager bestaat geen algemene richtlijn. Of de verhouding realistisch geacht wordt, is afhankelijk van omvang, inhoud en vorm van de activiteiten en doelen waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Vanuit de Impulsregeling bedraagt de subsidiebijdrage per definitie maximaal 50% van de totale lasten.

Zevende lid

Bij de beoordeling wordt uitgegaan van de in de aanvraag vermelde informatie. De aanvrager is verantwoordelijk voor de volledigheid, de relevantie en de juistheid van de in de aanvraag verstrekte gegevens. De aanvrager kan er niet vanuit gaan dat kennis wordt genomen van alle informatie op door hem/haar in de aanvraag vermelde websites.

Achtste lid

De culturele sector heeft drie codes ontwikkeld: de Code Diversiteit & Inclusie, de Fair Practice Code en de Governance Code Cultuur. Aanvragers dienen in de aanvraag kenbaar te maken dat ze de codes onderschrijven en op welke wijze ze dat vertalen in bedrijfsvoering of activiteiten volgens het principe ‘pas toe en leg uit’.

Artikel 12Uitbrengen advies aan college

Tweede lid, sub a

Kwaliteit is een van de criteria waarop aanvragen beoordeeld worden. De adviescommissie bepaalt op basis van de aanvraag of de voorgenomen activiteiten naar verwachting voldoen aan het kwaliteitscriterium. De ervaring, kennis, artistieke en organisatorische kwaliteiten van de personen die verantwoordelijk zijn voor de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, spelen daarbij een rol. De artistieke kwaliteit moet blijken uit de integriteit, creativiteit, oorspronkelijkheid, vakmanschap en zeggingskracht van de activiteiten. Deze moeten primair van artistiek-culturele aard zijn.

Tweede lid, sub c

Om een project succesvol tot stand te brengen en af te ronden is een goede organisatie van belang. De organisatiekracht en -capaciteit, nodig om de ontwikkeldoelen succesvol te realiseren, is in balans met de omvang en complexiteit van de activiteiten. Op basis van de aanvraag dient de adviescommissie het volste vertrouwen te hebben dat de verantwoordelijke organisatie in staat is de beoogde professionalisering te realiseren. In dat kader wordt ook gekeken naar de staat van dienst van de aanvrager.

Artikel 13Besluit

Op basis van het advies van de commissie en het beschikbare budget, neemt het college een besluit over het al dan niet verlenen van subsidie en de hoogte van de financiële bijdrage. Dit kan tot gevolg hebben dat een aanvraag, ondanks een positief advies van de commissie, niet gehonoreerd kan worden met een financiële bijdrage van de gemeente Rotterdam en op budgettaire gronden wordt afgewezen.

Artikel 15Aanvullende weigeringsgronden

In artikel 15 worden enkele aanvullende weigeringsgronden genoemd. Deze weigeringsgronden zijn aanvullend op de weigeringsgronden van de SVR 2014 en de Awb.

Artikel 16Naam- en logovermelding

Het logo en een gebruikersinstructie zijn verkrijgbaar via de website van de gemeente.

Dit gemeenteblad 2019, nummer 205, is uitgegeven op 18 december 2019 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)