Regeling vervallen per 31-12-2020

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent de verlengde subsidieregeling pilots passende buitenschoolse opvang (Verlengde Subsidieregeling pilots passende buitenschoolse opvang 2019-2020)

Geldend van 01-08-2020 t/m 30-12-2020

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent de verlengde subsidieregeling pilots passende buitenschoolse opvang (Verlengde Subsidieregeling pilots passende buitenschoolse opvang 2019-2020)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van de directeur Welzijn, Zorg en Jeugdhulp van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van 30 juni 2020, kenmerk 20MO02609;

gelet op de artikelen 3, derde lid, 5, tweede lid, 6, vierde lid, van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;

overwegende dat:

  • -

    er gebleken behoefte is aan buitenschoolse opvang voor kinderen in de basisschoolleeftijd met een beperking;

  • -

    het college door middel van maximaal vier pilots meer inzicht wil krijgen in wat passend is voor buitenschoolse opvang voor kinderen met een beperking;

  • -

    het college op basis van de ervaringen met de pilots overweegt een structurele subsidieregeling te treffen voor passende buitenschoolse opvang;

  • -

    als gevolg van de Coronamaatregelen de pilotlocaties kinderopvang van 15 maart tot 11 mei 2020 gesloten zijn geweest, waardoor een verlenging van de vervaldatum met vijf maanden noodzakelijk is om een verantwoorde eindevaluatie te kunnen plegen;

besluit vast te stellen:

Verlengde Subsidieregeling pilots passende buitenschoolse opvang 2019-2020

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • -

    cluster 3 scholen: scholen in Rotterdam voor leerlingen met lichamelijke of verstandelijke beperkingen, zeer moeilijk lerende leerlingen en langdurig zieke leerlingen met een lichamelijke handicap, leerlingen met epilepsie en meervoudig gehandicapte leerlingen die zeer moeilijk leren;

  • -

    cluster 4 scholen: scholen in Rotterdam voor leerlingen met ernstige gedragsproblemen of psychiatrische problemen;

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

  • -

    kinderen met een beperking: kinderen die op één of andere manier te maken hebben met belemmeringen en speciaal onderwijs volgen;

  • -

    passende buitenschoolse opvang: buitenschoolse opvang, genoemd in de Wet kinderopvang, die bedoeld en passend is voor kinderen met een beperking uit Rotterdam;

  • -

    speciaal onderwijs: cluster 3 en cluster 4 scholen voor speciaal onderwijs en scholen voor speciaal basisonderwijs in Rotterdam;

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteit.

Artikel 3 Activiteit

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het bieden van passende buitenschoolse opvang in de periode van 1 september 2019 tot 31 december 2020.

  • 2. De activiteit vindt plaats in de vorm van een pilot, die is bedoeld om samenwerking tussen buitenschoolse opvang, speciaal onderwijs en jeugdhulp tot stand te brengen en te onderzoeken wat passende buitenschoolse opvang is voor kinderen met een beperking die speciaal onderwijs volgen.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een in het Landelijk Register Kinderopvang geregistreerde instelling voor kinderopvang in Rotterdam.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die niet via een andere financiering bekostigd worden of hadden kunnen worden, en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor de in artikel 3 bedoelde activiteit.

  • 2. Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met het realiseren van de in artikel 3 bedoelde activiteit. Uit de subsidie per pilot worden ook de kosten voor ontwikkeling, coördinatie en evaluatie voldaan.

  • 3. Niet voor subsidie in aanmerking komen kosten voor vervoer van en naar de passende buitenschoolse opvang.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt ten hoogste € 125.000 per pilot.

Artikel 7 Wijze van verdeling

  • 1. Na de datum waarop de aanvragen moeten zijn ingediend, worden deze beoordeeld ongeacht de volgorde van binnenkomst.

  • 2. De subsidie wordt verdeeld over ten hoogste vier pilots.

  • 3. Verstrekking van subsidie vindt plaats in volgorde van een door het college aangebrachte rangschikking. Hierbij geldt dat aanvragen om een subsidie voor passende buitenschoolse opvang voor kinderen van cluster 3 en 4 scholen voorrang hebben op subsidieaanvragen voor deze opvang voor kinderen van scholen voor speciaal basisonderwijs.

  • 4. Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de beoordelingscriteria genoemd in het zesde lid, onderdelen a tot en met e. Voor ieder onderdeel worden tussen de 0 en 4 punten toegekend. De richtlijn voor toekenning van punten is:

    0 = voldoet niet aan criterium;

    1 = onvoldoende;

    2 = voldoende;

    3 = goed;

    4 = uitstekend.

  • 5. Per gebied, genoemd in artikel 2 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014, wordt ten hoogste één pilot gesubsidieerd. Wanneer binnen één gebied meer aanvragen om een subsidie zijn ingediend, dan vindt de in het derde en vierde lid bedoelde rangschikking eerst per gebied plaats.

  • 6. Bij de beoordeling van de aanvraag om een subsidie wordt gelet op de mate waarin:

    • a.

      de beschreven aanpak past binnen het Beleidskader Jeugd 2015-2020;

    • b.

      de aanvrager bij het bieden van passende buitenschoolse opvang samenwerkt met speciaal onderwijs en jeugdhulpinstellingen die dezelfde doelgroep bereiken, en hoe deze samenwerking wordt gerealiseerd;

    • c.

      de aanvrager en betrokken medewerkers kennis, ervaring en vaardigheden hebben op het gebied van het werken met kinderen met een beperking en de begeleiding van hun ouders;

    • d.

      de wensen en behoeften van de ouders van de kinderen zijn meegewogen bij de gekozen aanpak en hoe deze wensen en behoeften gedurende de pilot worden gemonitord;

    • e.

      de aanvrager op grond van de beschreven aanpak bijdraagt aan het lerende proces dat de gemeente met deze subsidieregeling organiseert.

Artikel 8 Aanvraag en aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt digitaal ingediend via www.Rotterdam.nl/subsidies.

  • 2. Een aanvrager kan ten hoogste één aanvraag om subsidie indienen.

  • 3. Het college neemt alleen volledige aanvragen in behandeling. Een aanvraag is volledig indien:

    • a.

      het aanvraagformulier volledig is ingevuld;

    • b.

      een plan van aanpak is ingediend waaruit blijkt hoe de activiteit wordt uitgevoerd, hoe invulling wordt gegeven aan het beoogde doel van de subsidie en waarin wordt ingegaan op de beoordelingscriteria, bedoeld in artikel 7, zesde lid, en de subsidieverplichtingen, bedoeld in artikel 9;

    • c.

      een begroting en dekkingsplan zijn ingediend.

  • 4. Een aanvraag om subsidie wordt, in afwijking van artikel 6, derde lid, van de SVR 2014, ingediend uiterlijk op 1 juni 2019.

Artikel 9 Subsidieverplichtingen

Onverminderd artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 12 van de SVR 2014, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a.

    de passende buitenschoolse opvang is bedoeld en passend voor kinderen in de basisschoolleeftijd met een beperking uit Rotterdam die speciaal onderwijs volgen in Rotterdam;

  • b.

    de passende buitenschoolse opvang vindt plaats op of dichtbij de schoollocatie van de kinderen voor wie de opvang bedoeld is;

  • c.

    de passende buitenschoolse opvang vindt plaats voor of na de dagelijkse schooltijd evenals gedurende doordeweekse vrije dagen of middagen en op doordeweekse dagen in schoolvakanties;

  • d.

    er is sprake van een vorm van passende buitenschoolse opvang die in Rotterdam nog niet bestaat voor de beoogde doelgroep;

  • e.

    de passende buitenschoolse opvang heeft een maximale groepsgrootte van twaalf kindplekken, de beroepskracht-kindratio is minimaal 1:6, en er is ten minste één pedagogisch medewerker op HBO-niveau werkzaam;

  • f.

    bij opvang van gehandicapte kinderen is de gevraagde specialisatie van het personeel afhankelijk van de problematiek van het kind;

  • g.

    de passende buitenschoolse opvang is georganiseerd in samenwerking en afstemming met speciaal onderwijs en jeugdhulpinstellingen die dezelfde doelgroep bereiken;

  • h.

    de aanvrager zorgt voor monitoring van de pilot en verwerkt de uitkomsten hiervan in een tussenevaluatie halverwege de pilot en in de eindevaluatie, bedoeld in artikel 10;

  • i.

    de monitoring en evaluaties vinden plaats in afstemming met de begeleidingsgroep van de gemeente, die bestaat uit beleidsmedewerkers op het terrein van kinderopvang, jeugdhulp en speciaal onderwijs;

  • j.

    de uitkomsten van de pilots zijn na afloop van de subsidieperiode vrij beschikbaar en inzetbaar binnen de gemeente, zonder extra kosten voor de gemeente of uitvoerende instellingen.

Artikel 10 Eindevaluatie pilot

  • 1. De aanvrager verwerkt in ieder geval de volgende informatie in de eindevaluatie na afloop van de pilot:

    • a.

      een beschrijving van de wijze waarop de pilot is uitgevoerd en de resultaten van de pilot;

    • b.

      hoeveel kinderen met een beperking gebruik hebben gemaakt van de passende buitenschoolse opvang;

    • c.

      het aantal kinderen met een beperking waarvoor de passende buitenschoolse opvang gedurende het schooljaar is beëindigd alsmede de reden voor de beëindiging;

    • d.

      de ervaringen van ouders en hun kinderen met een beperking die hebben deelgenomen aan de pilot en hun wensen en behoeften ten aanzien van passende buitenschoolse opvang;

    • e.

      de ervaringen van de uitvoerende partij en samenwerkende organisaties;

    • f.

      welke kosten zijn gemaakt.

  • 2. In de eindevaluatie wordt op basis van de ervaringen van de pilot ook beschreven of, en zo ja, waarom de gekozen vorm van passende buitenschoolse opvang meerwaarde heeft ten opzichte van de huidige situatie en welke vorm van passende buitenschoolse opvang kansrijk wordt geacht voor de toekomst.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 augustus 2020 en vervalt op 31 december 2020. De subsidieregeling blijft wel van toepassing op subsidies verstrekt op grond van deze regeling.

Artikel 12 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Verlengde Subsidieregeling pilots passende buitenschoolse opvang 2019-2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 30 juni 2020.

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 7 juli 2020 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)