Besluit van de concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging cluster Werk en Inkomen (Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging cluster Werk en Inkomen 2021)

Geldend van 28-02-2021 t/m heden

Intitulé

Besluit van de concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging cluster Werk en Inkomen (Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging cluster Werk en Inkomen 2021)

De concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen,

gelezen het voorstel van de afdelingsmanager Clusterondersteuning & Ontwikkeling van 4 februari 2021;

gelet op:

  • -

    de paragrafen 1, 3 en 6 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016;

  • -

    het Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging van de algemeen directeur 2016;

  • -

    de bevoegdheden die hem verder zijn verleend bij aparte besluiten van de raad of het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam of een andere gemeente;

overwegende, dat het om redenen van doelmatigheid wenselijk is zijn daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden door te mandateren, door te volmachten of door te machtigen aan ondergeschikte ambtenaren of aan andere medewerkers;

besluit vast te stellen:

Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging cluster Werk en Inkomen 2021 (BOOO W&I 2021)

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Bbz 2004: Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;

  • b.

    budgetbeheerder: functionaris die met de uitvoering van een bepaalde taak is belast en daarvoor een taakstellende hoeveelheid geldmiddelen ter beschikking heeft;

  • c.

    cluster W&I: cluster Werk en Inkomen van de gemeente Rotterdam;

  • d.

    concerndirecteur: concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen;

  • e.

    IOAW: Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • f.

    IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • g.

    MVMR 2016: Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016;

  • h.

    overeenkomst: de publiekrechtelijke overeenkomsten zoals beschreven in artikel 3.3, tweede lid van het MVMR 2016 en de obligatoire overeenkomsten zoals beschreven in artikel 3.4, derde lid van het MVMR 2016;

  • i.

    Participatiewet: Participatiewet, Wet werk en bijstand zoals deze luidde voor 1 januari 2015 en overige vervallen bijstandswetgeving;

  • j.

    WSW: Wet sociale werkvoorziening.

Artikel 1.2 Managementlagen

De managementlagen van het cluster W&I zijn onderverdeeld in:

1e managementlaag: concerndirecteur;

2e managementlaag: directeuren uitvoering;

3e managementlaag: afdelingsmanagers, alsmede de manager commercie en manager bedrijfsvoering;

4e managementlaag: teammanagers, alsmede de domeinmanager;

5e managementlaag: productieleider, alsmede de teamcoach.

Artikel 1.3 Algemeen

  • 1. De concerndirecteur verleent met betrekking tot de aan hem door de algemeen directeur opgedragen bevoegdheden, bedoeld in artikel 2, artikel 3 en artikel 7 van het BOOO AD 2016, ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging aan de functionarissen in de 2e tot en met 5e managementlaag, zoals genoemd in artikel 1.2.

  • 2. De ondergemandateerde, ondergevolmachtigde en ondergemachtigde functionaris is in het kader van de uitoefening van de aan hem verleende ondermandaten, ondervolmachten en ondermachtigingen slechts bevoegd besluiten te nemen die voor de uitoefening van deze bevoegdheden noodzakelijk zijn en die passen binnen het W&I-specifieke functieprofiel en het aanstellingsbesluit dat op de functionaris van toepassing is.

  • 3. Het ondermandaat, de ondervolmacht en de ondermachtiging worden bovendien alleen uitgeoefend voor zover dat aansluit bij de taken van de afdeling of het bedrijfsonderdeel waar de functionaris is aangesteld.

  • 4. De ondergemandateerde, ondergevolmachtigde en ondergemachtigde functionaris is in het kader van de uitoefening van de aan hem verleende ondermandaten, ondervolmachten en ondermachtigingen bevoegd om die feitelijke handelingen te verrichten die voor de uitoefening van deze bevoegdheden noodzakelijk zijn en die passen binnen het W&I-specifieke functieprofiel en het aanstellingsbesluit dat op de functionaris van toepassing is.

  • 5. De in het eerste lid omschreven algemene bevoegdheid geldt niet indien een bevoegdheid specifiek aan een functionaris is ondergemandateerd, ondergevolmachtigd of ondergemachtigd.

  • 6. De in het eerste lid verleende ondermandaten, ondervolmachten en ondermachtigingen kunnen bij financiële verplichtingen uitsluitend worden uitgevoerd door de in dit lid genoemde managementlagen, waarbij de volgende financiële beperkingen gelden:

    • a.

      1e managementlaag: onbegrensd

    • b.

      2e managementlaag: onbegrensd

    • c.

      3e managementlaag: tot € 250.000

    • d.

      4e managementlaag: tot € 15.000

    • e.

      5e managementlaag: tot € 5.000

  • 7. De ondergemandateerde, ondergevolmachtigde en ondergemachtigde functionaris is bevoegd tot het aangaan van financiële verplichtingen en het doen van uitgaven voor zover de functionaris budgetbeheerder is.

Artikel 1.4 Reikwijdte

  • 1. De bevoegdheden van de ondergemandateerden, ondergevolmachtigden en ondergemachtigden strekken zich, tenzij elders in dit besluit anders is bepaald, niet uit tot:

    • a.

      het opstellen, wijzigen of intrekken van beleidsregels;

    • b.

      het aanzeggen van een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis, het eenzijdig of voortijdig opzeggen van een overeenkomst, alsmede het indienen van een daaruit voortvloeiende vordering tot schadevergoeding in verband met een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een verbintenis.

  • 2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid, onderdeel b, is de 3e managementlaag bevoegd om een besluit te nemen tot het eenzijdig of voortijdig opzeggen van een overeenkomst die een waarde vertegenwoordigt van maximaal € 100.000.

  • 3. De ondergemandateerde, ondergevolmachtigde of ondergemachtigde kan geen gebruik maken van zijn bevoegdheid als zijn bovengeschikte of een andere door de concerndirecteur aangewezen functionaris daarvan gebruik maakt.

  • 4. De aan een functionaris verleende bevoegdheden worden niet ondergemandateerd, ondergevolmachtigd of ondergemachtigd.

  • 5. De aan een functionaris verleende specifieke ondermandaten, ondervolmachten en ondermachtigingen komen tevens toe aan de manager onder wiens verantwoordelijkheid de functionaris valt.

Artikel 1.5 Plaatsvervanging

  • 1. De in dit besluit genoemde ondermandaten, ondervolmachten en ondermachtigingen zijn bij afwezigheid van de functiehouder verleend aan diens plaatsvervanger.

  • 2. De aan een directeur uitvoering opgedragen bevoegdheden kunnen bij diens afwezigheid worden uitgeoefend door een andere directeur uitvoering.

  • 3. De aan een afdelingsmanager opgedragen bevoegdheden kunnen bij diens afwezigheid worden uitgeoefend door een andere afdelingsmanager.

  • 4. De aan een teammanager opgedragen bevoegdheden kunnen bij diens afwezigheid worden uitgeoefend door een andere teammanager.

Hoofdstuk 2 Specifieke bepalingen

Artikel 2.1 Subsidieverordening Rotterdam 2014

  • 1. De afdelingsmanager Clusterondersteuning en Ontwikkeling is bevoegd tot:

    • a.

      het verstrekken van subsidie op grond van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en daarop gebaseerde regelgeving;

    • b.

      het overdragen van een vordering aan het cluster BCO – Directie Financiën en Inkoop, voor het in en buiten rechte invorderen van verstrekte subsidies.

  • 2. De directeuren zijn bevoegd een besluit te nemen over het afzien van terugvordering van een ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende of vastgestelde subsidie als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 2.2 Wet sociale werkvoorziening en beschut werk

  • 1. De afdelingsmanager Clusterondersteuning en Ontwikkeling is bevoegd tot het instemmen met een ondermandaat, ondervolmacht of ondermachtiging van een ander bestuursorgaan of het verlenen van ondermandaat, ondervolmacht of ondermachtiging aan een ander bestuursorgaan ten behoeve van de informatievoorziening aan het Rijk in het kader van de WSW en beschut werk, bedoeld in artikel 10b van de Participatiewet, voor inwoners die in de sociale werkvoorziening van een andere gemeente werkzaam zijn.

  • 2. De teammanager Bedrijfsadministratie en Contractmanagement is bevoegd tot het nemen van een besluit tot het intrekken van een indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking op grond van artikel 12, derde lid, van de WSW.

  • 3. De teammanager Bedrijfsadministratie en Contractmanagement is bevoegd tot het nemen van een besluit tot het afgeven of intrekken van een indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking op grond van artikel 10b van de Participatiewet.

Artikel 2.3 Algemene verordening gegevensbescherming

  • 1. De 3e managementlaag is bevoegd, voor zover deze bevoegdheid wordt uitgeoefend in het kader van de aan hem ondergemandateerde, ondergevolmachtigde of ondergemachtigde taak, tot:

    • a.

      het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming, bedoeld in artikel 3.3, aanhef en onder 14, van het MVMR 2016;

    • b.

      het mededelen van een inbreuk in verband met persoonsgegevens van de betrokkene, bedoeld in artikel 34 van de Algemene verordening gegevensbescherming.

  • 2. De afdelingsmanager Clusterondersteuning en Ontwikkeling is bevoegd tot het melden van een inbreuk in verband met persoonsgegevens bij de toezichthoudende autoriteit, bedoeld in artikel 33 van de Algemene verordening gegevensbescherming.

  • 3. Het besluiten tot het aangaan van de overeenkomst, bedoeld in artikel 28 derde lid van de Algemene verordening gegevensbescherming, is voorbehouden aan de functionaris met de bevoegdheid tot het besluiten tot het aangaan van de onderliggende overeenkomst.

Artikel 2.4 Wet openbaarheid van bestuur

De 3e managementlaag is bevoegd, voor zover deze bevoegdheid wordt uitgeoefend in het kader van de aan hem ondergemandateerde, ondergevolmachtigde of ondergemachtigde taak, tot het nemen van een besluit op een verzoek om informatie in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur.

Artikel 2.5 Bezwaar en beroep

  • 1. De medewerker bezwaar van het team Dienstverlening en Klantcontact is bevoegd om het cluster te vertegenwoordigen bij de behandeling van een bezwaarschrift en bij hoorzittingen of alternatieve geschillenbeslechting naar aanleiding van het betreffende besluit.

  • 2. De medewerker bezwaar van het team Dienstverlening en Klantcontact is bevoegd te besluiten over het verzoek tot onverwijlde bijstandsverlening, bedoeld in artikel 81 van de Participatiewet, in verband hiermee als contactpersoon voor Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op te treden en zijn bevindingen en de wijze van afhandeling van het verzoek te rapporteren aan de voorzitter van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland.

Artikel 2.6 Klachtenbehandeling

  • 1. De medewerker klachten van het team Dienstverlening en Klantcontact is bevoegd tot het uitvoeren van de taken van de klachtenbehandelaar, bedoeld in het vijfde lid van artikel 1 van de Verordening klachtbehandeling Rotterdam 2013 en het tweede lid van artikel 4 van de Verordening klachtbehandeling Rotterdam 2013, voor zover het een klacht betreft die betrekking heeft op cluster W&I.

  • 2. Indien een ingediende klacht betrekking heeft op de concerndirecteur, een directeur uitvoering of een manager van de 3e managementlaag, dan geldt de onder lid 1 genoemde bevoegdheid niet.

Artikel 2.7 Opsporen strafbare feiten en toezicht

  • 1. De sociaal-rechercheur is bevoegd tot zowel het opsporen van de strafbare feiten behorend tot het domein V Werk, Inkomen en Zorg van de Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar, aangevuld met artikel 440 van het Wetboek van Strafrecht, indien in het bezit van een geldig getuigschrift buitengewoon opsporingsambtenaar, alsmede het uitoefenen van toezicht als bedoeld in titel 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van Participatiewet, Bbz 2004, IOAW, IOAZ en WSW.

  • 2. De toezichthouder is bevoegd tot het uitoefenen van toezicht als bedoeld in titel 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van de Participatiewet, Bbz 2004, IOAW, IOAZ en WSW.

  • 3. De teammanager Bijzonder Onderzoek is bevoegd tot het doen van aangifte, als bedoeld in artikel 161 van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de artikelen genoemd in domein V Werk, Inkomen en Zorg van de Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar.

Artikel 2.8 Krediethypotheek en pandrecht

  • 1. De teammanager Terugvordering en Verhaal en de teammanager Regionaal Bureau Zelfstandigen zijn bevoegd tot:

    • a.

      de vestiging van een recht van hypotheek op grond van artikel 48, derde lid, van de Participatiewet;

    • b.

      het doorhalen van een recht van hypotheek als bedoeld onder a, dan wel een hypotheek die is gevestigd op grond van artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Bijstandswet, artikel 20, tweede lid, van de Algemene bijstandswet, of artikel 13, eerste lid, van de Wet werk en inkomen kunstenaars;

    • c.

      het terugvorderen van bijstand en eventuele rente en kosten op grond van de gevestigde hypotheek, bedoeld onder a;

    • d.

      een besluit te nemen over het vestigen van een recht van pand op grond van artikel 48, derde lid, van de Participatiewet;

    • e.

      het ondertekenen van de voor de vestiging van het recht van pand opgestelde akte namens de gemeente;

    • f.

      het registeren van de pandovereenkomst bij de landelijke Belastingdienst.

  • 2. De teammanager Terugvordering en Verhaal, de afdelingsmanager Regionaal Bureau Zelfstandigen en medewerkers van het door de gemeente aangewezen notariskantoor zijn bevoegd om de gemeente te vertegenwoordigen bij het vestigen van een recht van hypotheek als bedoeld in het eerste lid, onder a.

Artikel 2.9 Terugvordering en Verhaal

De teammanager Terugvordering en Verhaal en de teammanager Bijzonder Onderzoek zijn bevoegd tot:

  • a.

    het nemen van een besluit, met inbegrip van het leggen van derdenbeslag en beslag bronheffing op uitkeringen, in het kader van de terug- en invordering van uitkeringen, inkomensvoorzieningen, persoonsgebonden budgetten of financiële tegemoetkomingen van voormalige werkzoekenden, die zijn verleend op grond van de Participatiewet, Bbz 2004, WSW, IOAW of IOAZ;

  • b.

    het nemen van een besluit met betrekking tot de toepassing van verhaal in het kader van de Participatiewet.

Artikel 2.10 Externe gelden

De directeuren zijn bevoegd tot het aanvragen en in ontvangst nemen van subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen ten behoeve van de uitoefening van taken die onder hun verantwoordelijkheid vallen, zoals bedoeld in artikel 3.3, dertiende lid, van het MVMR 2016.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Intrekking oud besluit

Het Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging cluster Werk en Inkomen 2018 (BOOO W&I 2018) wordt ingetrokken.

Artikel 3.2 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 28 februari 2021.

Artikel 3.3 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als:

Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging cluster Werk en Inkomen 2021 of BOOO W&I 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 16 februari 2021.

Namens het college van burgemeester en wethouders, de Burgemeester,

J.H. Meijer

Concerndirecteur Werk en Inkomen

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 17 februari 2021 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)