Regeling vervallen per 10-02-2012

Verordening toeslagen en verlagingen WWB-normen

Geldend van 13-11-2010 t/m 09-02-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2010

Intitulé

Verordening toeslagen en verlagingen WWB-normen

De raad van de gemeente Rozendaal;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 oktober 2010, nummer MJ-10-39;

Gelet op de Wet werk en bijstand, artikel 8 lid 1c en artikel 30;

RAADSBESLUIT

BESLUIT

Vast te stellen: navolgende Verordening toeslagen en verlagingen WWB-normen, als uitwerking van de vastgestelde Wijziging van de Verordening toeslagen en verlagingen WWB-normen

Verordening toeslagen en verlagingen WWB-normen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a

      de wet : de Wet werk en bijstand;

    • b

      college : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rozendaal;

c medebewoner : de alleenstaande of alleenstaande ouder in wiens woning ook een ander zijn hoofdverblijf heeft;

d schoolverlater : 1 met de schoolverlater, bedoeld in artikel 28 van de wet wordt de persoon gelijkgesteld die zich heeft gevestigd in of is teruggekeerd naar Nederland, zolang de zes maanden nog niet zijn verstreken, gerekend vanaf de eerste dag van de maand, volgend op die waarin hij de deelname heeft beëindigd aan onderwijs of beroepsopleiding;

2indien een persoon gedurende een periode van korter dan 24 maanden opnieuw heeft deelgenomen aan onderwijs of beroepsopleiding als bedoeld in artikel 28 van de wet, wordt deze na beëindiging daarvan slechts als schoolverlater aangemerkt zolang de periode van zes maanden bij een eerdere beëindiging van onderwijs of beroepsopleiding nog niet was verstreken;

e woonlasten : 1 kale huur verminderd met huurtoeslag;

2 indien een eigen woning wordt bewoond, de maandelijkse netto hypotheeklasten en het eigenaarsdeel WOZ;

f verzorgingsbehoevende : degene die is aangewezen op verzorging ter voorkóming van opname in een verpleeg- of verzorgingshuis;

g gehuwdennorm : norm als bedoeld in artikel 21 van de wet.

Artikel 2

  • 1 De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien beide echtgenoten 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar zijn.

  • 2 De bepalingen in hoofdstuk 2 en 3 laten de toepassing van artikel 18 eerste lid van de wet onverlet.

Hoofdstuk 2 Categorieën

Artikel 3

  • 1

    Voor belanghebbenden aan wie bijstand kan worden verleend, geldt een categorie-aanduiding.

  • 2

    De categorieën worden aangeduid als:

a alleenstaande;

b alleenstaande ouder;

c gehuwde.

3 Een toeslag of verlaging volgens deze verordening kan alleen worden gegeven als er recht bestaat op algemene bijstand.

Hoofdstuk 3 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm

Artikel 4 Alleenstaanden en alleenstaande ouders

Voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft, wordt de bijstandsnorm verhoogd met een toeslag, die is bepaald op het in artikel 25 tweede lid van de wet genoemde maximumbedrag.

Artikel 5 De medebewoner

Voor de medebewoner wordt de bijstandsnorm verhoogd met een toeslag van 10% van de gehuwdennorm.

Artikel 6 De medebewoner met woonlasten van tenminste 18% van de gehuwdennorm per maand

  • 1 Voor de medebewoner die aantoonbare woonlasten heeft, die tenminste 18% van de gehuwdennorm per maand bedragen, wordt in afwijking van artikel 5 de bijstandsnorm verhoogd met een toeslag van 20% van de gehuwdennorm.

  • 2 Voor de medebewoner die verzorgingsbehoevend is, wordt in afwijking van artikel 5 de bijstandsnorm verhoogd met 20% van de gehuwdennorm.

Artikel 7 Thuiswonend kind

Voor het thuiswonende kind wordt de bijstandsnorm overeenkomstig artikel 5 verhoogd met 10% van de gehuwdennorm. Voor het thuiswonend kind is artikel 6 niet van toepassing.

Artikel 7A Co-ouderschap

1 In afwijking van artikel 3 bedraagt de toeslag 20 procent vermeerderd met 14 procent van de gehuwdennorm, indien de alleenstaande het co-ouderschap uitoefent waarbij deze vijf van de zeven dagen alleenstaande ouder is.

2In afwijking van artikel 3 bedraagt de toeslag 20 procent vermeerderd met 11 procent van de gehuwdennorm, indien de alleenstaande het co-ouderschap uitoefent waarbij deze vier van de zeven dagen alleenstaande ouder is.

Hoofdstuk 4 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of de toeslag

Artikel 8 Schoolverlaters

De bijstandsnorm die met inachtneming van de vorige artikelen is vastgesteld, wordt gedurende zes maanden na het tijdstip waarop de deelname aan onderwijs of een beroepsopleiding is beëindigd, verlaagd met 15 procent van de gehuwdennorm voor de schoolverlater als bedoeld in artikel 28 van de wet.

Artikel 9 21-jarigen

  • 1 De toeslag van de 21-jarige alleenstaande in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft, wordt verlaagd tot 10 procent van de gehuwdennorm.

  • 2 Het vorige lid is niet van toepassing ten aanzien van een belanghebbende op wie artikel 8 van toepassing is.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 10 Uitvoering

Het college is belast met de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening toeslagen en verlagingen WWB-normen”.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 oktober 2010.

Aldus besloten in de openbare vergadering van

de gemeenteraad van Rozendaal d.d. 9 november 2010,

de griffier

K.M. Schaap

de voorzitter

drs. J.H. Klein Molekamp