Regeling vervallen per 10-03-2023

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rozendaal houdende regels omtrent WMO en jeugdhulp (Nadere regels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Rozendaal 2019)

Geldend van 15-08-2019 t/m 09-03-2023

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rozendaal houdende regels omtrent WMO en jeugdhulp (Nadere regels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Rozendaal 2019)

Burgemeester en wethouders van gemeente Rozendaal,

Gelet op

  • -

    artikel 10 lid 3, artikel 16 lid 6, artikel 17 lid 1 en artikel 19 lid 9 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Rozendaal 2019, en:

  • -

    artikel 3 lid 2, artikel 4 lid 2, artikel 5 lid 5, artikel 8 lid 4, artikel 10 lid 5, artikel 11 lid 5 en artikel 13 lid 4 van de Verordening Jeugdhulp gemeente Rozendaal 2019

BESLUITEN

Vast te stellen:

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Rozendaal 2019

HOOFDSTUK 1: Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a)

      Beleidsregels: de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Rozendaal;

    • b)

      Budgethouder: de cliënt aan wie een pgb is toegekend;

    • c)

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rozendaal;

    • d)

      Inwoner: Een cliënt conform de Wet maatschappelijke ondersteuning. Of een jeugdige, ouders of gezaghebbende conform de Jeugdwet.

    • e)

      Maatwerkvoorziening: Een aanbod van diensten, activiteiten of producten dat, na zorgvuldig onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de inwoner(s), middels een beschikking toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning of jeugdhulp. In de verordening Jeugdhulp gemeente Rozendaal wordt deze individuele voorziening genoemd.

    • f)

      Pgb: persoonsgebonden budget;

    • g)

      SVB: Sociale verzekeringsbank;

    • h)

      Verordening: de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Rozendaal 2019 dan wel verordening jeugdhulp gemeente Rozendaal 2019

    • i)

      Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en Jeugdwet

    • j)

      Dagelijkse ondersteuning: Dit betreft hulp bij het huishouden, eventueel aangevuld met lichte ondersteuningstaken (bijvoorbeeld: het openen van de post, hand- en spandiensten)

  • 2. Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, de verordening, de beleidsregels, het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning 2015, de Uitvoeringsregeling Wmo 2015, Besluit Jeugdwet, Regeling Jeugdwet en de Algemene Wet bestuursrecht (Awb).

HOOFDSTUK 2: Voorzieningen

Artikel 2 Afwegingskader maatwerkvoorzieningen

  • 1. Een inwoner komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening als er een noodzaak tot ondersteuning is en de hulpvraag niet (volledig) kan worden opgelost met inzet van eigen kracht, gebruikelijke hulp, mantelzorg, hulp van andere personen uit het sociaal netwerk, algemene voorzieningen en/of andere voorzieningen.

  • 2. Het college toetst aan de hand van de regels in Bijlage 1 of er sprake is van gebruikelijke of bovengebruikelijke hulp.

  • 3. Als een maatwerkvoorziening noodzakelijk is, verstrekt het college de goedkoopst compenserende maatwerkvoorziening.

Artikel 3 Beschikbare algemene voorzieningen

  • 1. Binnen de gemeente Rozendaal zijn de volgende algemene voorzieningen beschikbaar:

    • a)

      maaltijdservice;

    • b)

      activiteiten in een raad/buurt/inloophuis;

    • c)

      jongerenwerk;

    • d)

      gereserveerd;

    • e)

      gereserveerd;

    • f)

      gereserveerd;

    • g)

      vervangend vervoer door de plusbus;

    • h)

      gereserveerd;

    • i)

      financiële ondersteuning door sociale raadslieden;

    • j)

      ondersteuning voor mantelzorgers en vrijwillige thuishulp;

    • k)

      vrijwillige senioren ondersteuning;

    • l)

      schuldhulpmaatje;

    • m)

      schoolmaatschappelijk werk;

    • n)

      algemeen maatschappelijk werk.

    • o)

      hulp bij scheiden (diverse vrij toegankelijke interventies)

HOOFDSTUK 3: Afschrijvingstermijnen

Artikel 4 Afschrijvingstermijnen

  • 1. In bijlage II is vastgelegd welke afschrijvingstermijnen er voor hulpmiddelen en woningaanpassingen gehanteerd worden.

HOOFDSTUK 4: Het persoonsgebonden budget

Artikel 5 Formele hulp door geregistreerde professionals

  • 1.

    Bij formele hulp is er, ongeacht de organisatievorm (zie verordening Jeugdhulp gemeente Rozendaal 2019 artikel 12, lid 1), sprake van zorg die verleend wordt door personen die geregistreerd professional zijn voor het verlenen van jeugdhulp (SKJ-registratie) en/of individuele gezondheidszorg (BIG-registratie).

  • 2.

    De formele hulp beschikt, ongeacht de organisatievorm (zie verordening Maatschappelijke ondersteuning gemeente Rozendaal 2019 artikel 19), naast de beroepskwalificatie en relevante diploma’s, over een VOG niet ouder dan 2 jaar.

Artikel 6 Bepaling hoogte pgb

  • 1. De hoogte van het pgb wordt vastgelegd in een beschikking.

  • 2. De hoogte van een pgb is een all-in budget, respectievelijk een all-in uurtarief.

  • 3. Reiskosten, administratiekosten, kosten vakantiegeld en eventuele andere kosten dienen deel uit te maken van het all-in budget of all-in tarief en kunnen niet afzonderlijk worden uitbetaald ten laste van het pgb.

  • 4. Een pgb is niet bedoeld als inkomenscompensatie.

  • 5. Het tarief voor pgb ongekwalificeerd/informeel is vanaf de wet minimumloon afgerond naar boven en vastgesteld op €12,50.

HOOFDSTUK 5: Woonvoorzieningen

Artikel 7 Bouwkundige en woontechnische woonvoorzieningen

  • 1. De kosten van een woonvoorziening kunnen omvatten:

    • a.

      de aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de voorziening;

    • b.

      de risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de risicoregeling woning- en utiliteitsbouw 1991;

    • c.

      het honorarium van architect of constructeur tot ten hoogste 10% van de aanneemsom inclusief BTW met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in de Rechtsverhouding opdrachtgever – architect, ingenieur en adviseur DNR 2011, of een recentere versie van deze regeling;

    • d.

      de kosten voor het toezicht op de uitvoering (alleen bij sociale woningbouw), indien dit noodzakelijk is, tot een maximum van 2% van de aanneemsom, exclusief BTW;

    • e.

      de leges voor zover deze betrekking hebben op het treffen van de voorziening;

    • f.

      de verschuldigde en niet verrekenbare- of terugvorderbare omzetbelasting;

    • g.

      renteverlies, in verband met het verrichten van noodzakelijke betalingen aan derden voordat de bijdrage is uitbetaald, voor zover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen. Voor het bepalen van dit bedrag wordt uitgegaan van het rentepercentage dat gold op het moment van de financieringsaanvraag;

    • h.

      de prijs van bouwrijpe grond indien noodzakelijk, als niet binnen het oorspronkelijk kavel gebouwd kan worden, tot een maximum van 20 vierkante meter;

    • i.

      de administratiekosten die verhuurder maakt ten behoeve van het treffen van een voorziening voor de persoon met beperkingen voor zover de hiervoor onder a. tot en met j. genoemde kosten meer bedragen dan € 1.000,-, 10% van die kosten, met een maximum van € 350, -.

  • 2.

    • a.

      Indien een bouwkundige of woontechnische voorziening door of namens de aanvrager in eigen beheer wordt gerealiseerd, vervallen de in het voorgaande lid onder a. en b. genoemde loonkosten en worden alleen de materiaalkosten in aanmerking genomen.

    • b.

      Wanneer de verkoopprijs lager is dan toen de aanpassing geplaatst werd, wordt het bedrag hiermee verminderd.

Artikel 8 Pgb voor woonvoorzieningen

  • 1. De hoogte van het pgb voor onderhoud, keuring en reparatie van door de gemeente Rozendaal, in het kader van de verordening of de daaraan voorafgaande verordeningen, verstrekte liftsystemen en elektrische apparatuur wordt vastgesteld op het bedrag van de werkelijk gemaakte kosten.

  • 2. De hoogte van het pgb voor tijdelijke huisvesting (het tijdelijk betrekken van een zelfstandige woonruimte of het langer moeten aanhouden van te verlaten woonruimte), wordt bepaald op het bedrag van de werkelijk gemaakte kosten met als maximum de geldende maximale maandhuur om in aanmerking te komen voor huurtoeslag. Een pgb voor tijdelijke huisvesting wordt slechts toegekend tot een maximumbedrag van € 10.000,- is bereikt.

  • 3. Een pgb dan wel een financiële tegemoetkoming in de kosten van woningsanering wordt alleen verstrekt in gevallen waarin de te vervangen stoffering nog niet is afgeschreven.

    Bij de vaststelling van de hoogte van het pgb dan wel de financiële tegemoetkoming wordt, op basis van een afschrijvingstermijn van 8 jaar, rekening gehouden met de reeds verlopen afschrijvingsperiode. De afschrijvingspercentages zijn:

    • a.

      100% indien het te vervangen artikel nieuwer is dan twee jaar;

    • b.

      75% indien het te vervangen artikel tussen de twee en vier jaar oud is;

    • c.

      50% indien het te vervangen artikel tussen de vier en zes jaar oud is;

    • d.

      25% indien het te vervangen artikel tussen de zes en acht jaar oud is.

    Als normbedragen worden gehanteerd € 53,- per strekkende meter voor zeil of linoleum (uitgaande van een gemiddelde lengte van een rol van 4 meter), inclusief egalisatiekosten en €15,- per meter voor rolgordijnen of een ander soort gladde gordijnen).

  • 4. De hoogte van een pgb voor verhuizing en herinrichting wordt als volgt vastgesteld:

    • a.

      Op de kosten van verhuizing, met een maximum van € 2.500,-.

    • b.

      Op de daadwerkelijk gemaakte kosten van herinrichting, waarbij de prijzen voor stoffering in de meest actuele NIBUD-prijzengids als maximum worden aangehouden.

HOOFDSTUK 6: Rolstoelvoorzieningen en vervoersvoorzieningen

Artikel 9 Pgb voor rolstoelvoorzieningen en vervoersvoorzieningen

  • 1. De hoogte van het pgb voor een rolstoel of vervoersvoorziening bedraagt ten hoogste de prijs voor de goedkoopst-compenserende voorziening, inclusief onderhoud en reparatie, over een periode van zeven jaar.

  • 2. Het pgb voor voorziening die buiten het kernassortiment van de gemeente Rheden valt, bestaat uit twee componenten:

    • a.

      Een bedrag, bestemd voor de aanschafkosten van de goedkoopst-compenserende voorziening;

    • b.

      Een bedrag, bestemd voor de kosten van onderhoud, reparatie en verzekering van de voorziening.

  • 3. Het college stelt de hoogte van het pgb vast op basis van tenminste twee offertes van twee leveranciers buiten het kernassortiment, waarvan er minimaal één is opgevraagd door het college, en één door de aanvrager.

  • 4. Uitbetaling van het pgb als bedoeld in het tweede lid vindt plaats na goedkeuring van de in het derde lid bedoelde offerte en na ontvangst van de factuur.

  • 5. Nadat controle heeft plaatsgevonden ten aanzien van de besteding van het budget wordt het bedrag van het pgb definitief vastgesteld. Als sprake is van een onderbesteding van het pgb, of de besteding ervan niet in overeenstemming met het aangegeven doel is geweest, dan wel sprake is van het niet nakomen van de aan het pgb verbonden voorwaarden kan, indien van toepassing, door het college worden overgegaan tot herziening en terugvordering.

  • 6. Het pgb-tarief voor individueel rolstoeltaxivervoer bedraagt € 0,30 per kilometer, conform het tarief van zorgverzekeraars.

  • 7. Voor sportvoorzieningen wordt het toe te kennen pgb gemaximeerd op € 3.000.

  • 8. Voor auto-aanpassingen wordt het toe te kennen pgb gemaximeerd op € 12.000.

  • 9. De hoogte van het pgb voor sociaal vervoer wordt berekend aan de hand van de kosten die de gemeente zou maken als de cliënt gebruik zou maken voor collectief vervoer. Dit komt neer op het tarief van € 0,17 per km plus het opstaptarief voor een enkele reis van €0,95.

HOOFDSTUK 7: Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1. Het Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning 2016 wordt ingetrokken.

  • 2. Deze nadere regels treden in werking de dag na bekendmaking.

  • 3. Dit besluit wordt aangehaald als de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Rozendaal 2019.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders voornoemd,

De secretaris

W.G. Pieterse- Pook

De burgemeester

drs. E. Weststeijn