Regeling vervallen per 01-01-2010

Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand 2007

Geldend van 01-08-2007 t/m 31-12-2009

De raad van de gemeente Rucphen;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2007;

Gehoord de Commissie Maatschappelijke Aangelegenheden van 19 juli 2007;

Gelet op artikel 149 en 150 van de Gemeentewet en artikel 47 van de Wet werk en bijstand,

B E S L U I T :

In te trekken de Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand 2004;

Vast te stellen de Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand 2007.

Artikel 1. Doelstelling

Het doel van cliëntenparticipatie is dat cliënten en vertegenwoordigers van belangengroepen invloed kunnen uitoefenen op de totstandkoming en de uitvoering van het beleid op het terrein van de gemeentelijke sociale zekerheid. Mede ten behoeve van dit doel is de WMO-raad in het leven geroepen.

Artikel 2. Beleidsterreinen

  • 1. In het kader van cliëntenparticipatie adviseert de WMO-raad gevraagd en ongevraagd over de vorming en uitvoering van het gemeentelijke sociale zekerheidsbeleid.

  • 2. Niet tot de taak en bevoegdheid van de WMO-raad behoort het uitbrengen van advies bij klachten, bezwaarschriften of andere zaken van individuele klanten.

Artikel 3. Samenwerking

  • 1. In het kader van de cliëntenparticipatie vraagt het college de WMO-raad om advies inzake de totstandkoming en de uitvoering van het gemeentelijk sociale zekerheidsbeleid.

  • 2. De WMO-raad is gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan het college inzake het gemeentelijk sociale zekerheidsbeleid.

  • 3. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het toegevoegd kan worden aan de voor besluitvorming van college of raad ter beschikking te stellen stukken.

  • 4. Bij het niet of gedeeltelijk overnemen van een advies met betrekking tot het gemeentelijk sociale zekerheidsbeleid stelt het college de WMO-raad daarvan schriftelijk en gemotiveerd in kennis.

  • 5. Voorafgaand aan vergaderingen tussen de WMO-raad en het college stelt het college de WMO-raad in de gelegenheid om agendapunten aan de dragen met betrekking tot het gemeentelijk sociale zekerheidsbeleid.

Artikel 4. Slotbepalingen

  • 1.

    Het college kan ter uitvoering van deze verordening of in zaken waarin de verordening niet voorziet nadere regels stellen.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand gemeente Rucphen 2007” en treedt in werking met ingang van 1 augustus 2007.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering

van 3 juli 2007

De raad voornoemd.

De griffier, De voorzitter,

R.van Pareren. M.L. Everaers.

Algemene toelichting

Met ingang van 1 januari 2007 is de Wet werk en bijstand (WWB) in werking getreden. In artikel 47 van de WWB is vastgelegd, dat gemeenten in een verordening moeten aangeven hoe zij cliëntenparticipatie gaan vormgeven. Artikel 47 luidt als volgt:

De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:

  • a.

    periodiek overleg wordt gevoerd met deze personen of hun vertegenwoordigers;

  • b.

    deze personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aa n melden;

  • c.

    zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde inform a tie.

Met deze verordening komt de gemeenteraad tot een invulling van deze uit de wet voortvloeiende plicht. In de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) is cliëntenparticipatie niet opgenomen. Gemeenten hebben dus niet de verplichting, maar wel de bevoegdheid, om de cliëntenparticipatie in het kader van de Ioaw en de Ioaz in de huidige verordening mee te nemen. Van deze bevoegdheid heeft de gemeente Rucphen in deze verordening gebruik gemaakt; deze keuze blijkt uit de formulering, dat de participatie betrekking heeft op “het terrein van de gemeentelijke sociale zekerheid”.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1. Doelstelling

In dit artikel worden de kerndoelstellingen van cliëntenparticipatie omschreven. Vastgelegd wordt dat via cliëntenparticipatie op twee terreinen invloed kan worden uitgeoefend:

  • ·

    op de totstandkoming van gemeentelijk sociale zekerheidsbeleid;

  • ·

    op de uitvoering van gemeentelijk sociale zekerheidsbeleid;

Artikel 2. Beleidsterreinen

Dit artikel bepaalt de reikwijdte van de taken en bevoegdheden van de WMO-raad met betrekking tot het gemeentelijk sociale zekerheidsbeleid. Nadrukkelijk is opgenomen dat ook op eigen initiatief een advies kan worden uitgebracht. Individuele aangelegenheden vallen buiten het werkveld.

Artikel 3. Samenwerking

In dit artikel wordt een aantal praktische zaken vastgelegd met betrekking tot de samenwerking tussen de WMO-raad en het college. Het college is immers het bestuursorgaan dat is belast met de uitvoering van de WWB. Zo is bijvoorbeeld vastgelegd dat de WMO-raad tijdig in staat wordt gesteld om agendapunten aan te dragen die betrekking hebben op het lokale sociale zekerheidsbeleid.

Artikel 4. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zich.