Regeling vervallen per 01-01-2016

Legesverordening

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2015

Intitulé

Legesverordening

VERORDENING LEGES

De raad van de gemeente Rucphen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011, 440);

gezien het advies van de commissie Algemeen Bestuur en Middelen (ABM) van 4 december 2014;

b e s l u i tvast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES 201 5 .

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

‘maand’: het tijdvak dat loopt van n(e) dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de n(e) dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);

het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen zes weken ná de dagtekening van de kennisgeving.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

van zuiver redactionele aard zijn;

een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

onderdeel 1.2.5 (akten burgerlijke stand);

hoofdstuk 3 (reisdocumenten);

hoofdstuk 4 (rijbewijzen);

onderdeel 1.5.2 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

onderdeel 1.8.1 (verklaring omtrent het gedrag);

hoofdstuk 10 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

De ‘Legesverordening Rucphen 2014’ van 11 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Legesverordening Rucphen 2015".

Aldus vastgesteld door

de raad van de gemeente Rucphen

in zijn openbare vergadering van 17 december 2014,

de griffier,

de voorzitter,

J.C.W.M. Rosiers-Goorden MSc.

mr. M. van der Meer Mohr.

Tarieventabel leges behorende bij de Legesverordening 2015

Indeling tarieventabel

Hoofdstuk

1 Dienstverlening en Producten

2 Burgerlijke stand

3 Reisdocumenten

4 Rijbewijzen

5 Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen (BRP)

6 Verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens

7 Vastgoedinformatie

8 Overige publiekszaken

9 Leegstandswet

10 Winkeltijdenwet

11 Kansspelen

12 Telecommunicatie

13 Verkeer en vervoer

14 Standplaatsen

15 Diversen

Hoofdstuk

1 Begripsomschrijvingen

2 Voorafgaand aan de formele aanvraag

3 Omgevingsvergunning

4 Vermindering

5 Teruggaaf

6 Wet ruimtelijke ordening/Wet geluidhinder

7 In deze titel niet benoemde beschikking

Hoofdstuk

1 Horeca

2 Organiseren evenementen of markten

3 Prostitutiebedrijven

4 Brandbeveiligingsverordening

5 Gastouderopvang

6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Titel 1 Algemene dienstverlening

1.1.1

De tarieven genoemd in deze tabel zijn verschuldigd vanaf het moment dat een aanvraag in behandeling wordt genomen (belastbaar feit).

1.1.2

Indien voor de behandeling van een aanvraag extern advies noodzakelijk is, worden de kosten hiervan door middel van een begroting vooraf schriftelijk medegedeeld aan de aanvrager of zijn gemachtigde.

Een aanvraag wordt in dit geval pas in behandeling genomen 5 dagen ná de dagtekening van de hiervoor bedoelde schriftelijke kennisgeving.

1.1.3

Indien voor de behandeling van een aanvraag extra ambtelijke ondersteuning/inzet nodig is, bedraagt het tarief voor ieder kwartier of gedeelte daarvan:

€ 17,30

1.1.4

Voor een beschikking op een aanvraag waarvoor in deze tabel of in een andere wettelijke regeling geen apart tarief is opgenomen, bedraagt het tarief:

€ 34,60

1.1.5

Bij verzending van producten of stukken per post, wordt het verschuldigde tarief verhoogd met een bedrag voor administratie- en portokosten van:

binnenlandse bestellingen:

bestellingen uit het buitenland:

€ 4,45

€ 8,65

1.1.6

A4

A3

A2

A1

A0

Zwart-wit kopie

€ 0,40

€ 0,80

Kleurenkopie

€ 0,80

€ 1,60

Afdruk/plot

€ 2,70

€ 3,90

€ 5,40

€ 10,80

€ 15,70

Kleurenkopie luchtfoto

€ 15,25

€ 20,50

€ 26,50

€ 40,50

€ 50,25

1.1.7

1.1.7.1

1.1.7.2

1.1.7.3

1.1.7.4

Boekwerken van gemeentelijke uitgaven:

maximaal 25 pagina’s

meer dan 25, en maximaal 50 pagina’s

meer dan 50, en maximaal 100 pagina’s

boven 100 pagina’s, wordt het tarief van 1.1.7.3 verhoogd met een bedrag per pagina van:

€ 5,00

€ 10,50

€ 15,00

€ 0,10

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het voltrekken van een huwelijk, registratie van een partnerschap, of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, waarbij gebruik wordt gemaakt van de trouwzaal of een andere door de gemeente aangewezen ruimte op:

1.2.1.1

Maandag- en woensdagochtend om 9.00 uur

Gratis

1.2.1.2

Werkdagen, met uitzondering van de onder 1.2.1.1 genoemde ochtenden en tijdstip, tussen 9.00 uur en 16.00 uur

€ 276,00

1.2.1.3

Zaterdag of op een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen brugdag tussen 10.00 uur en 14.00 uur

€ 583,00

Op zon- en feestdagen, worden géén huwelijken voltrokken of partnerschappen geregistreerd

1.2.2

Toeslagen:

1.2.2.1

bij het voltrekken van een huwelijk, registratie van een partnerschap, of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

€ 50,00

1.2.2.2

bij het voltrekken van een huwelijk, registratie van een partnerschap, of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een externe trouwlocatie:

€ 340,70

1.2.2.3

bij het voltrekken van een huwelijk, registratie van een partnerschap, of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk door een (bijzonder) ambtenaar van de burgerlijke stand van een andere gemeente:

€ 127,70

1.2.2.4

bij de inzet van gemeentepersoneel als getuige bij een voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap, of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk:

€ 29,20

Deze toeslagen worden ook in rekening gebracht bij het kosteloos voltrekken van een huwelijk of registreren van een partnerschap

1.2.3

Restitutie

Bij annulering van een geplande huwelijksvoltrekking, registratie van een partnerschap, of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, wordt al dan niet op verzoek 60% van de verschuldigde leges gerestitueerd.

1.2.4

Eenheidstarieven

1.2.4.1

Trouwboekje of partnerschapsboekje

€ 25,50

1.2.4.2

Luxe pen met gemeentelogo

€ 16,00

1.2.4.3

Ten gehore brengen van muziek

€ 30,00

1.2.4.4

Tonen van beelden op de videowall in de raadzaal

€ 30,00

1.2.4.5

Champagnetoast per person (minimaal 10 personen)

€ 8,80

1.2.4.6

Koffie/thee met petit-four per persoon (minimaal 10 personen)

€ 8,20

1.2.5.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het beoordelen van een pand als geschikte locatie voor het voltrekken van een plechtigheid wordt een tarief gerekend van:

€ 85,10

Indien de betreffende locatie voldoet en de plechtigheid wordt aldaar voltrokken, dan wordt het tarief van onderdeel 1.2.5. verrekend met het in onderdeel 1.2.2.2 opgenomen tarief

1.2.6

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

1.3.

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve

van een aanvraag van een:

Nationaal paspoort, Zakenpaspoort, Faciliteitenpaspoort

1.3.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 67,00

1.3.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 51,20

1.3.2

Reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 51,20

1.3.3

Nederlandse identiteitskaart (NIK):

1.3.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 53,00

1.3.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 28,45

1.3.4

Toeslag spoedlevering:

€ 47,30

1.4.1

Afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 38,20

1.4.2

Toeslag spoedlevering

€ 33,85

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon.

1.5.1

Persoonsgegevens uit de GBA, per verstrekking:

€ 7,20

1.5.2

Persoonsgegevens niet uit de GBA (persoonskaart), per verstrekking:

€ 9,20

1.5.3

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

€ 2,27

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

1.6.1

bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:

1.6.1.1

ten hoogste 100 pagina’s, per pagina

€ 0,23

1.6.1.2

met een maximum per bericht van

€ 5,00

1.6.1.3

meer dan 100 pagina’s

€ 22,50

1.6.1.4

bij verstrekking anders dan op papier

€ 5,00

1.6.2

dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking

€ 22,50

1.6.3

Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd.

1.6.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens

€ 4,50

1.7.1

Inlichting gemeentelijke kadastrale balie (Kadaster on-line):

€ 12,40

1.7.2

Informatie over de bodemgesteldheid, per kadastraal perceelnummer:

met een maximum tarief per aanvraag van:

€ 42,50

€ 425,00

1.8.1

Voor het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag wordt het tarief gerekend dat is opgenomen in de ‘Regeling leges en afdracht vergoeding afgifte verklaring omtrent het gedrag voor natuurlijke personen en rechtspersonen’

€ 30,05

1.8.2

Waarmerken (voor echt verklaren) van stukken/kopieën of het legaliseren van een handtekening

€ 3,25

1.8.3

Verklaring vermissing rijbewijs

€ 22,50

1.9.1

Vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet

€ 85,10

1.9.2

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van

woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandswet:

€ 42,50

10.1

Ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

€ 25,50

10.2

Wijziging van een in onderdeel 1.10.1 bedoelde ontheffing

€ 18,20

Aanwezigheidsvergunning voor onbepaalde tijd van een kansspelautomaat, als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

11.1.1

Voor één kansspelautomaat

€ 226,50

11.1.2

Voor twee of meer kansspelautomaten, voor elke volgende automaat

€ 136,00

Wettelijke tarieven cfm Speelautomatenbesluit 2000

11.2

Verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 75,70

12.1

Melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

€ 189,50

12.2.

Toeslag statusonderzoek kabel: (begrotingsconstructie)

1.1.2

13.1

Verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 of een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 44,10

13.2

Verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), indien een medisch advies van ARGONAUT:

13.2.1

wél noodzakelijk is:

€ 174,40

13.2.2

niet noodzakelijk is:

€ 85,10

13.3

Duplicaat of wijziging van een gehandicaptenparkeerkaart:

€ 10,90

13.4

Herhalingsaanvraag:

€ 85,10

14.1

Verkrijgen van een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening (individuele vergunning):

€ 91,40

14.2

Toeslag advieskosten Brandweer

€ 49,90

15.1

Verkrijgen van een ontheffing van een ‘bedrijfswagen kenteken’ op grond van het Reglement milieustraat Rucphen

15.1.1

voor onbepaalde tijd:

€ 20,00

15.1.2

voor een éénmalige:

€ 10,30

15.2

15.3

Aanvraag leerlingenvervoer, waarbij uit de medische keuring

blijkt dat er géén sprake is van een handicap:

Het verlenen van ontheffing/vergunning op grond van de APV

voor het plaatsen van oplaadpalen/- infrastructuur in de openbare

ruimte en het nemen van verkeersbesluiten tot het aanwijzen van

parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen:

€ 190,00

€ 302,00

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is

€ 240,60

2.2.2

om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning:

40%

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.

2.2.3

om een pré-advies van de welstandscommissie voorafgaand aan een conceptaanvraag of aanvraag omgevingsvergunning:

€ 30,30

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Algemene werkzaamheden

.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag omgevings-vergunning waarbij de reguliere procedure wordt gevolgd, wordt, ongeacht de aard van de activiteit waarvoor vergunning wordt aangevraagd met uitzondering van de activiteit ‘bouwen’, een basistarief gerekend van:

€ 181,00

.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag omgevings-vergunning waarbij de uitgebreide procedure wordt gevolgd, wordt, ongeacht de aard van de activiteit waarvoor vergunning wordt aangevraagd met uitzondering van de activiteit ‘bouwen’, een basistarief gerekend van:

€ 372,00

2.3.2

Bouwactiviteiten

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

.1

indien de bouwkosten minder dan € 100.000,00 bedragen:

van die bouwkosten met een minimum van:

2,19%

€ 157,00

.2

indien de bouwkosten € 100.000,00 bedragen of meer:

vermeerderd met:

€ 2190,00

1,30%

van het bedrag waarmee die bouwkosten € 100.000,00 overstijgen, met een maximum van € 15.000.000 aan bouwkosten

2.3.2.2.

Toeslag welstandstoets

.1

welstandstoets zonder gesprek met commissie:

€ 47,40

.2

welstandstoets inclusief gesprek met commissie:

€ 121,50

.3

opstarten ‘welstandsnota-procedure’:

€ 404,60

.4

verkrijgen van second opinion van andere commissie:

€ 261,20

2.3.2.3

Toeslag beoordeling bodemrapport

beoordeling milieukundig en/of archeologisch bodemrapport:

€ 85,10

2.3.2.4

Toeslag verplicht advies agrarische commissie

beoordeling verplicht advies van agrarische adviescommissie:

€ 820,10

2.3.2.5

Toeslag Verplicht advies Stichting Brabants Heem

beoordeling verplicht advies van de Stichting Brabants Heem:

€ 122,30

2.3.2.6

Toeslag achteraf ingediende aanvraag

indien een aanvraag wordt ingediend ná aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit wordt de op grond van onderdeel 2.3.2 verschuldigde leges verhoogd met:

20%

2.3.3

Aanlegactiviteiten

2.3.3.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 127,70

2.3.3.2

Toeslag beoordeling bodemrapport

beoordeling milieukundig en/of archeologisch bodemrapport:

€ 85,10

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

2.3.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

.1

Binnenplanse afwijking

toepassing artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo:

€ 85,10

.2

Buitenplanse kleine afwijking

toepassing artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo:

€ 85,10

.3

Persoonsgebonden omgevingsvergunning/gedoogbeschikking bij tijdelijke bewoning van recreatieverblijven

toepassing artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo:

€ 66,75

€ 389,20

.4

Buitenplanse afwijking

toepassing artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo

€ 1.526,20

toeslagen beoordeling rapportages

Zie 2.6.6

verklaring van geen bedenkingen (VVGB)

Zie 2.3.17

.5

Tijdelijke afwijking

toepassing artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo:

€ 85,10

.6

Afwijking van exploitatieplan

toepassing artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo:

€ 58,80

.7

Afwijking provinciale regelgeving

toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, en de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 58,80

.8

Afwijking van nationale regelgeving (regulier)

Toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, en de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 58,80

.9

Afwijking van voorbereidingsbesluit (regulier)

toepassing artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo:

€ 58,80

2.3.5

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

2.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

.1

Binnenplanse afwijking

toepassing artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo:

€ 85,10

.2

Buitenplanse kleine afwijking

toepassing artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo:

€ 85,10

.3

Buitenplanse afwijking

toepassing artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo:

€ 1.526,20

toeslagen beoordeling rapportages

Zie 2.6.6

verklaring van geen bedenkingen (VVGB)

Zie 2.3.17

.4

Tijdelijke afwijking

toepassing artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo:

€ 85,10

.5

Afwijking van exploitatieplan

toepassing artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo:

€ 58,80

.6

Afwijking provinciale regelgeving

toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, en de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 58,80

.7

Afwijking van nationale regelgeving (regulier)

Toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, en de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 58,80

.8

Afwijking van voorbereidingsbesluit (regulier)

toepassing artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo:

€ 58,80

2.3.6

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 319,80

2.3.6.2

verkrijgen van een verklaring van overdracht van de gebruiksvergunning aan een nieuwe gebruiker:

€ 40,10

2.3.7

Activiteiten met betrekking tot monumenten

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening 2010 Gemeente Rucphen aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10 van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument, of voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 362,40

2.3.8

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten

2.3.8.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening of artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 60,10

2.3.8.2

Toeslag beoordeling bodemrapport

beoordeling milieukundig en/of archeologisch bodemrapport:

€ 85,10

2.3.9

Aanleggen of veranderen weg

2.3.9.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 118,10

2.3.10

Uitweg/inrit

2.3.10.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 118,10

2.3.11

Kappen

2.3.11.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 90,80

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

2.3.12.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

€ 34,00

2.3.12.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998

€ 34,00

2.3.13

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief

€ 34,00

2.3.14

Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 58,80

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 58,80

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning;

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.16

Advies

2.3.16.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.16.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.15.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.17

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 383,00

.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 287,20

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

2.4.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17. De vermindering beloopt:

2.4.2.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

2%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

3%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten:

5%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

De teruggaaf bedraagt:

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen één maand na het in behandeling nemen ervan (na ontvankelijkverklaring)

60%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken ná één maand na het in behandeling nemen ervan

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning

2.5.2.1

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

40%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.2.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning

Als de gemeente een omgevingsvergunning weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

60%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.4

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend.

2.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling namen van een principe-aanvraag die leidt tot een standpunt van het college:

2.6.1.1

met betrekking tot een ruimtelijke ontwikkeling die niet past in het vigerende bestemmingsplan en waarvoor een nieuw bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening dient te worden opgesteld:

€ 948,20

2.6.1.2

met betrekking tot een ruimtelijke ontwikkeling die niet past in het vigerende bestemmingsplan en die leidt tot het vaststellen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in Afdeling 6 ‘Versnelde uitvoering van bouwprojecten op grond van de Crisis- en herstelwet’:

€ 948,20

2.6.2

aanvraag tot het herzien van een bestemmingsplan waarbij géén bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening mogelijk wordt gemaakt:

€ 4.655,00

2.6.3

aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 1.526,20

2.6.4

aanvraag tot het uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder b van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 1.526,20

2.6.5

aanvraag om een ontheffing hogere waarde als bedoeld in of krachtens de artikelen 47 en volgende (industrielawaai) en 83 en volgende (wegverkeerslawaai) van de Wet geluidhinder of artikel 4.10 en volgende (spoorweglawaai) van het Besluit geluidhinder:

€ 1.045,60

2.6.6

Indien krachtens wettelijk voorschrift voor een bepaalde aanvraag een rapport moet worden beoordeeld, dan bedraagt het tarief voor het beoordelen van deze hieronder afzonderlijk genoemde rapporten:

2.6.6.1

Bodemonderzoek:

€ 85,10

2.6.6.2

Watertoets:

€ 31,90

2.6.6.3

Externe veiligheid:

€ 85,10

2.6.6.4

Akoestisch onderzoek:

€ 127,70

2.6.6.5

Onderzoek luchtkwaliteit:

€ 42,50

2.6.6.6

Onderzoek milieuhinder:

€ 170,30

2.6.6.7

Onderzoek flora en fauna:

€ 127,60

2.6.6.8

Overige facetonderzoeken:

€ 95,70

2.6.7

Archeologie

2.6.7.1.

Voor het verlenen van hulp bij het raadplegen van de archeologische waardenkaart:

Per daaraan besteed half uur

€ 37,60

2.6.7.2

Voor het in behandeling nemen van een beoordeling, namens het bevoegd gezag, van door derden (archeologische bedrijven) opgestelde Programma’s van Eisen (PvE’s) inzake archeologisch (voor)onderzoek overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie

€ 1.071,00

2.6.7.3

Voor het in behandeling nemen van een beoordeling, namens het bevoegd gezag, van door derden (archeologische bedrijven) opgestelde Plannen van Aanpak (PvA’s) inzake archeologisch (voor)onderzoek

€ 193,80

2.6.7.4

Voor het behandeling nemen van een beoordeling, namens het bevoegd gezag, van door derden opgestelde offertes voor eventueel archeologisch (voor)onderzoek

€ 193,80

2.6.7.5

Voor het behandeling nemen van een beoordeling, namens het bevoegd gezag, van door derden opgestelde rapportages betreffende uitgevoerde archeologisch (voor)onderzoek, ex artikel 39, lid 2, 40, lid 1 en 41, lid 1 Monumentenwet

€ 193,80

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 168,50

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

3.1.1

Verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 293,80

3.1.2

Toeslag BIBOB-onderzoek

€ 374,50

3.1.3

Melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 213,60

3.1.4

Verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 40,10

3.1.5

Wijziging leidinggevenden ná afgifte van de vergunning

€ 120,30

3.2.1

Verkrijgen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft:

3.2.1.1

een evenement, zoals een kermis, braderie, evenement met een grote feesttent, of een daarmee vergelijkbaar evenement

€ 379,80

3.3.1

Verkrijgen van een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.1.2:

3.3.1.1

voor een seksinrichting

€ 591,10

3.3.1.2

voor een escortbedrijf

€ 95,70

3.4

Verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening

€ 489,90

3.4.1

Verkrijgen van een ontheffing op grond van de Brandbeveiligings-verordening

€ 18,00

3.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling van een aanvraag tot

het in exploitatie nemen van een kindercentrum, gastouderbureau,

peuterspeelzaal of voorziening voor gastouderopvang:

€ 106,00

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 54,70

Behorende bij raadsbesluit van 17 december 2014

De griffier van Rucphen,