Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2012

Geldend van 06-01-2012 t/m 31-12-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2012

De raad van de gemeente Súdwest Fryslân;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2011;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2012

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;

b. week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

c. maand: een kalendermaand;

d. jaar: een kalenderjaar;

e. zomerseizoen: het aaneengesloten tijdvak tussen 1 april en 1 november

daaraanvolgend.

f. vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke

registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer

voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond

mag hebben.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1 De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen

    onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan

    wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of

    boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

     

  • 2 In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een

    vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen

    onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan

    wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene

    bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen

    onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

     

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1 De precariobelasting bedraagt voor het hebben van een terras, per zomerseizoen, per vierkante meter (m2)

    a. op A-locatie € 22,95

    b. op B-locatie € 15,30

     

  • 2 De in het eerste lid bedoelde locaties worden bepaald aan de hand van de in de bij deze verordening behorende locatietabel.

  • 3 Voor de berekening van de in het eerste lid bedoelde belasting wordt uitgegaan van de grootste buitenwerkse maten en wordt, indien meer dan één voorwerp door eenzelfde belastingplichtige wordt gehouden en deze naar maatschappelijke opvattingen bij elkaar horen, voor de berekening van de belasting de tussenliggende ruimte mede in aanmerking genomen. Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de in die vergunning vastgestelde maten.

  • 4 Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing.

Artikel 5 Belastingtijdvak

  • 1 In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben

    van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst

    bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de

    vergunning is verleend.

     

  • 2 In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de in

    het zomerseizoen gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar

    feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

     

Artikel 6 Wijze van heffing

De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1 De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo

    dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

     

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de

    precariobelasting verschuldigd voor zoveel zevende gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden in het zomerseizoen overblijven.

     

  • 3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat

    aanspraak op ontheffing voor zoveel zevende gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de

    belastingplicht, nog volle kalendermaanden in het zomerseizoen overblijven, tenzij

    blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan €10,00

     

  • 4 Voor belastingbedragen tot € 10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen precariobelasting of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2 In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven overeenkomstig de voorwaarden gesteld in het ‘Reglement voor de automatische incasso van de gemeentelijke belastingen in de gemeente Súdwest Fryslân’, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke maandelijkse termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 11 Overgangsrecht

De ‘Verordening precariobelasting 2011’ van:

a. De gemeente Bolsward, vastgesteld op 30 november 2010;

b. De gemeente Sneek, vastgesteld op 30 november 2010;

c. De gemeente Nijefurd, vastgesteld op 30 november 2010;

d. De gemeente Wymbritseradiel, vastgesteld op 30 november 2010;

e. De gemeente Wûnseradiel, vastgesteld op 29 november 2010;

worden ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van

    bekendmaking.

     

  • 2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 3 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening precariobelasting 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2011
 
Drs. H.H. Apotheker
 
 
 
,
voorzitter.
 
G.W. Stegenga ,
 
 
 
plaatsvervangend griffier.
 

Locatietabel 1

Behorende bij de ‘Verordening precariobelasting 2012’.

 

Plaats terras

locatie

 Abbega

 Allingawier

 B

 Arum

 B

 Blauwhuis

 B

 Bolsward

 A

 Burgwerd

 Cornwerd

 B

 Dedgum

 B

 Engwier

 B

 Exmorra

 B

 Ferwoude

 B

 Folsgare

 B

 Gaast

 B

 Gaastmeer

 B

 Gauw

 B

 Goënga

 B

 Greonterp

 B

 Hartwerd

 B

 Heeg

 A

 It Heidenskip

 B

 Hemelum

 B

 Hichtum

 B

 Hieslum

 B

 Hindeloopen

 A

 Hommerts

 B

 Idsegahuizum

 B

 Idzega

 B

 IJlst

 A

 Jutrijp

 B

 Kimswerd

 B

 Kornwerderzand en Breezanddijk

 B

 Koudum

 A

 Koufurderrige

 B

 Loënga

 B

 Lollum

 B

 Longerhouw

 B

 Makkum

 A

 Molkwerum

 B

 Nijhuizum

 B

 Nijland

 B

 Offingawier

 B

 Oosthem

 B

 Oppenhuizen

 B

 Oudega

 B

 Parrega

 B

 Piaam

 B

 Pingjum

 B

 Sandfirden

 B

 Scharl en Laaxum

 B

 Scharnegoutum

 B

 Schettens

 B

 Schraard

 B

 Smallebrugge

 B

 Sneek

 A

 Stavoren

 A

 Tirns

 B

 Tjerkwerd

 B

 Uitwellingerga

 B

 Warns

 B

 Westhem

 B

 Witmarsum

 B

 Wolsum

 B

 Wons

 B

 Workum

 A

 Woudsend

 A

 Ypecolsga

 B

 Ysbrechtum

 B

 Zurich

 

 

 Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2011,

De plv. griffier.