Verordening speelautomatenhallen Súdwest Fryslân gemeente Súdwest Fryslân

Geldend van 01-06-2012 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Verordening speelautomatenhallen Súdwest Fryslân gemeente Súdwest Fryslân

De raad van de gemeente Súdwest Fryslân;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2011;

gelet op titel V a van de Wet op de kansspelen, het Speelautomatenbesluit 2000 en artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende

Verordening speelautomatenhallen Súdwest Fryslân gemeente Súdwest Fryslân

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

b. behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan:

1. het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen, en

2. het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt;

c. kansspelautomaat: een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

d. speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek de gelegenheid te geven een spel door middel van kansspelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 c, eerste lid, onder b, van de Wet op de kansspelen;

e. exploitant: de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

f. beheerder: de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent of uitoefenen in een speelautomatenhal;

g. weg: weg conform de Wegenverkeerswet 1994, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

 

Hoofdstuk 2 Verbodsbepaling en vergunningplicht

Artikel 2 Verbodsbepaling

  • 1 Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2 De burgemeester kan uitsluitend voor maximaal één speelautomatenhal een vergunning verlenen.

  • 3 In een speelautomatenhal mogen maximaal 60 kansspelautomaten opgesteld worden.

  • 4 Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 3 Vergunningaanvraag

De exploitant dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

a. een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspelautomaten worden opgesteld;

b. een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

c. een verklaring omtrent het gedrag van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt(en) en van de beheerder.

 

Artikel 4 Beslistermijn

De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd. De beslissing wordt alleen verdaagd als de complexiteit van de aanvraag dat noodzakelijk maakt.

Artikel 5 Vergunning

  • 1 De vergunning is persoonsgebonden.

  • 2 In de vergunning wordt de naam van de beheerder vermeld.

  • 3 Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze kunnen betrekking hebben op:

    a. de opening- en sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    b. het toezicht in de speelautomatenhal;

    c. het aantal en type kansspelautomaten dat mag worden opgesteld;

    d. de exploitatie van de hal.

     

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1 De vergunning wordt geweigerd, indien:

    a. het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

    b. de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de weg voor het publiek toegankelijk is;

    c. de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    d. de exploitant of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over een of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

    e. door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    f. de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan, dan wel een stadsvernieuwingsplan of leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.

     

  • 2 De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het eerste lid, onder c.

Artikel 7 Wijzigingsgronden

  • 1 Indien een overeenkomstig artikel 5, tweede lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de exploitant onder overlegging van de in artikel 3, onder c, genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen binnen twee weken nadat de in artikel 3 bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem is verzonden.

  • 2 De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

  • 3 Zolang nog meer dan één speelautomatenhal in de gemeente Súdwest Fryslân rechtsgeldig aanwezig zijn, kan de burgemeester uitsluitend een nieuwe vergunning verlenen aan een in het eerste lid bedoelde exploitant in geval van wijziging in de persoon van de in de vergunning vermelde beheerder(s).

Artikel 8 Intrekkingsgronden

De burgemeester kan de vergunning intrekken:

a. indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

b. indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder e;

c. indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

d. indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken.

 

Artikel 9 Wijzigingen in exploitatie

  • 1 Indien een exploitant komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2 In alle andere gevallen van wisseling van exploitant dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3 Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 10 Strafbepaling

Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens dat artikel gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 3 maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 11 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bij deze verordening bepaalde zijn belast bij besluit van het college aan te wijzen personen, ieder voor zover het feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 12 Betreden van plaatsen

Indien de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, is artikel 5:15 Awb met betrekking tot het betreden van plaatsen van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 13 Intrekken oude regeling

De volgende regelingen worden ingetrokken:

• Verordening op de speelautomaten Bolsward, met uitzondering van artikel 2, lid 2, vastgesteld d.d. 22-05-2001;

• Speelautomatenverordening Nijefurd, met uitzondering van artikel 2, lid 2, vastgesteld d.d. 08-12-1994;

• Speelautomaten(hal)verordening gemeente Sneek, met uitzondering van artikel 2, lid 2 vastgesteld d.d. 19-12-1995;

• Verordening speelautomatenhallen Wûnseradiel, met uitzondering van artikel 2 lid 3, vastgesteld d.d. 20-12-1993.

 

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.

Artikel 15 Overgangsrecht

  • 1 Onverminderd het bepaalde in artikel 2 lid 2 worden de op grond van de onder artikel 13 ingetrokken Speelautomaten(hal)verordening Sneek verleende vergunningen, geacht te zijn verleend overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

  • 2 Aanvragen om vergunning die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening, worden afgehandeld met inachtneming van de in artikel 13 ingetrokken verordeningen.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening speelautomatenhallen gemeente Súdwest Fryslân.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2011
 
Drs. H.H. Apotheker
 
,
voorzitter.
G.W. Stegenga , plaatsvervangend griffier.