Woonschepenverordening Súdwest-Fryslân

Geldend van 03-12-2012 t/m heden

Intitulé

Woonschepenverordening Súdwest-Fryslân

De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 oktober 2012;

 

gelet op 149 van de Gemeentewet;

 

overwegende dat inzake de wenselijkheid om voor het gebruik van het openbare water regels te stellen voor het ordelijk gebruik van de ligplaatsen voor woonschepen uit het oogpunt van openbare orde en veiligheid, volksgezondheid, milieuaspecten en aanzien van de gemeente.;

 

besluit:

 

vast te stellen de

Woonschepenverordening Súdwest-Fryslân

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. woonschip voor permanent gebruik: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting of in hoofdzaak bestemd is tot dag- of nachtverblijf van één of meer personen;

b woonschip voor recreatief gebruik: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting tot recreatief dag- of nachtverblijf van één of meer personen;

c. opbouw: de met wanden omkleedde en voor mensen toegankelijke verblijfsruimte, niet zijnde buitenterras;

d. ligplaats: een gedeelte van openbaar water, bestemd of geschikt om door een woonschip met bijbehorende voorzieningen te worden ingenomen.

e. bijbehorende voorzieningen: zaken zonder welke het gebruik van het schip als woning niet goed mogelijk is, zoals een bijboot, steiger en een loopplank.

f. openbaar water: alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn.

Artikel 2 Werkingssfeer

Deze verordening is van toepassing op al het openbare water binnen de grenzen van de gemeente Súdwest-Fryslân, in zover het gaat om de specifieke belangen die deze verordening beoogt te beschermen. (ordelijk gebruik, openbare orde en veiligheid, volksgezondheid, milieuaspecten en aanzien van de gemeente). Het in deze verordening gestelde geldt niet voor zover de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door de Wet milieubeheer, de Wet beheer Rijkswaterstaatwerken, het Binnenvaartpolitie-reglement of de Vaarwegverordening Fryslân.

Artikel 3 Wijze van meten

De in deze verordening genoemde maten worden uitwendig gemeten daar waar zij het grootst zijn. Ondergeschikte bouwdelen zoals lichtkoepels en antennes worden niet meegerekend.

Artikel 4 Verboden ligplaatsen

Het is verboden met een woonschip een ligplaats in te nemen of te hebben of een ligplaats voor een woonschip beschikbaar te stellen buiten de op grond van artikel 5 aangewezen gedeelten van het openbaar water.

Artikel 5 Ligplaatsen.

  • 1 De plaatsen waar woonschepen ligplaats mogen hebben, zijn aangewezen op de ligplaatsenkaart met toelichting, die als bijlage bij deze verordening is opgenomen. Op deze kaart met toelichting is aangegeven:

    -de locatie inclusief het toegestane gebruik (permanent bewoning of recreatief bewoning), het maximaal op die locatie aanwezige aantal woonschepen en voor zover van toepassing de aanduiding ‘LWTA’ (ligplaats woonboot van tijdelijke aard);

  • 2 Het college van burgemeester en wethouder is bevoegd tot het wijzigen van de ligplaatsenkaart met toelichting om deze in overeenstemming te brengen met een bestemmingsplan dat na het van kracht worden van deze verordening is goedgekeurd.

Artikel 6 Woonschepen in aanbouw of reparatie

Het verbod bedoeld in artikel 4 is niet van toepassing op woonschepen die in aanbouw of in reparatie zijn, zolang zij zich op of aan een scheepswerf dan wel in of bij een reparatie-inrichting bevinden.

Artikel 7 Ligplaatsvergunning

  • 1 Op de op grond van artikel 5, eerste lid, aangewezen plaatsen mag een woonschip ligplaats innemen en hebben, mits de eigenaar van het woonschip beschikt over een vergunning van het college van burgemeester en wethouders;

  • 2 Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen over de periode voor het innemen van een ligplaats van een woonschip;

  • 3 Het college van burgemeester en wethouders beslist over een aanvraag van een ligplaatsvergunning binnen acht weken na de dag, waarop de aanvraag bij de gemeente is ontvangen;

  • 4 Een ligplaatsvergunning wordt geweigerd indien:

    a. de aanvrager niet is een natuurlijk persoon van tenminste 18 jaar, en niet is de eigenaar van het schip;

    b. voor de ligplaats al vergunning is verleend en er geen ligplaatsen vrij zijn;

    c. het woonschip belemmeringen zal veroorzaken aan de omliggende woonschepen, het verkeer te water of te land;

    d. het woonschip in slechte staat van onderhoud verkeert of ernstige constructiegebreken heeft;

    e. het uiterlijk van het woonschip afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente;

  • 5 Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen over de lengte, breedte en hoogte van een woonboot voor zover het bestemmingsplan daar niet in voorziet.

  • 6 Ter toetsing van artikel 7, lid 4, sub e kan het college van Burgemeester en wethouders besluiten advies te vragen bij een onafhankelijke welstandscommissie.

  • 7 De ligplaatsvergunning wordt gesteld op naam van de eigenaar van het woonschip en vermeldt de plaatsaanduiding van de desbetreffende ligplaats, de maatvoering van het woonschip inclusief overzichtstekening van de ligplaatssituatie en de bijbehorende voorzieningen.

Artikel 8 Wachtlijst ligplaatsvergunning

  • 1 Indien een aanvraag om een ligplaatsvergunning wordt geweigerd omdat de gewenste ligplaats reeds aan een ander is toegewezen, wordt de naam van de aanvrager op zijn verzoek op een door het college van burgemeester en wethouders aan te houden wachtlijst geplaatst.

  • 2 Indien één van de op grond van artikel 5, eerste lid, aangegeven plaatsen vrijkomt, stelt het college van burgemeester en wethouders de op de wachtlijst gegadigden, te beginnen met de hoogst geplaatste in de gelegenheid een nieuwe aanvraag voor een ligplaatsvergunning in te dienen. In dit geval kan de vergunning slechts geweigerd worden op grond van één of meer van de omstandigheden vermeld in artikel 7.

  • 3 Indien de aanvraag zoals bedoeld in het vorige lid, niet binnen vier weken na de datum van verzending van het in tweede lid bedoeld schrijven is ontvangen, wordt aangenomen dat geen prijs meer op de ligplaatsvergunning wordt gesteld en wordt de naam van de betrokken persoon van de wachtlijst geschrapt.

  • 4 Een wachtlijst is alleen van toepassing voor de woonschepenlocaties waarvoor op het moment van vaststelling van deze verordening een dergelijke lijst met gegadigden aanwezig is.

Artikel 9 Overdragen ligplaatsenvergunning bij geen wachtlijst

Op aanvraag van de vergunninghouder en van de rechtsverkrijgende schrijft het college van burgemeester en wethouders de vergunning over op de naam van de rechtsverkrijgende.

Artikel 10 Wijziging ligplaatsvergunning

  • 1 Indien wijziging van de ligplaatsvergunning noodzakelijk is, dient de vergunninghouder vooraf bij het college van burgemeester en wethouders een aanvraag tot wijziging van de ligplaatsvergunning in.

  • 2 Op een aanvraag van wijziging van een ligplaatsvergunning is het bepaalde in artikel 7, tweede, derde, vierde, vijfde, zesde en zevende lid van toepassing.

Artikel 11 Intrekking ligplaatsvergunning

Het college van burgemeester en wethouders kan de ligplaatsvergunning onder meer intrekken indien:

a. de ligplaatsvergunning ten gevolge van een onjuiste opgave of informatie is verleend;

b. de gegevens zoals deze zijn vermeld in de vergunning, niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie;

c. niet wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;

d. het uiterlijk van het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente;

e. het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft niet voldoet aan eisen van veiligheid en gezondheid;

f. het woonschip zonder toestemming van het college van Burgemeester en wethouders gedurende een periode langer dan twaalf aaneengesloten weken buiten de gemeente verblijft;

g. op of nabij de ligplaats voorzieningen of zaken aanwezig zijn waarvoor geen toestemming is verleend door het college van Burgemeester en wethouders;

Artikel 12 Aansluiting aan de riolering

  • 1 De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat het woonschip is aangesloten aan een openbaar riool.

  • 2 Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing:

    a. in delen van de gemeente waarin geen openbare riolering aanwezig is;

    b. voor zover uitsluitend hemelwater wordt geloosd.

  • 3 Voor de woonschepen waarvoor ontheffing van de zorgplicht voor aansluiting op de riolering is verleend, dient de lozingsvoorziening te voldoen aan de door het Wetterskip Fryslân gestelde eisen.

Artikel 13 Nadere regels

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in artikel 7, lid 4, van deze verordening.

Artikel 14 Nakoming aanwijzingen

  • 1 Bij het innemen van een ligplaats en bij het uitvoeren van werkzaamheden aan of nabij de ligplaats worden de door het college van burgemeester en wethouders gegeven aanwijzingen in acht genomen.

  • 2 De vergunninghouder is verplicht gevolg te geven aan de door het college van burgemeester en wethouders gegeven bevelen en aanwijzingen in het belang van de openbare orde of van de vrijheid of veiligheid van het verkeer.

Artikel 15 Toezicht

  • 1 Het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening wordt opgedragen aan de door burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren.

  • 2 De eigenaar of gebruiker van een woonschip is verplicht gevolg te geven aan de door de aangewezen ambtenaren van de gemeente in het belang van de openbare orde of van de vrijheid van het verkeer gegeven bevelen en aanwijzingen.

Artikel 16 Strafbepalingen

Overtreding van de artikelen 4 en 7 eerste lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 17 Binnentreden

Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woonschip zonder toestemming van de bewoner.

Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 Deze verordening treedt in werking op 3 december 2012.

  • 2 De in artikel 18, lid 1 genoemde verordeningen worden ingetrokken met ingang van de in het eerste lid genoemde datum.

  • 3 Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Woonschepenverordening Súdwest-Fryslân’.

Artikel 19 Overgangsbepalingen

  • 1 Deze verordening vervangt:

    • de Woonschepenverordening gemeente Sneek, vastgesteld d.d. 22 februari 1994

    • de Woonschepenverordening gemeente Bolsward, vastgesteld d.d. 7 december 2000 en gewijzigd d.d. 24 januari 2006 en 24 juni 2008;

    • de Woonschepenverordening gemeente Nijefurd, vastgesteld d.d. 24 februari 2004;

    • de Woonschepenverordening gemeente Wûnseradiel, vastgesteld d.d. 26 februari 2009;

    • de Woonschepenverordening gemeente Wymbritseradiel, vastgesteld d.d. 22 maart 1994;

    • de Ligplaatsenverordening gemeente Súdwest-Fryslân, vastgesteld d.d. 3 maart 2011, voor zover hierin bepalingen zijn opgenomen over een woonschip of een woonark.

  • 2 De (tijdelijke) vergunningen- en ontheffingen en aanwijzigen die op grond van de onder lid 1 genoemde regelingen zijn verleend respectievelijk zijn gedaan, worden geacht (tijdelijke) vergunningen dan wel aanwijzigen op grond van artikel 7 te zijn;

  • 3 Natuurlijke personen die op grond van de onder lid 1 genoemde regelingen op een wachtlijst zijn geplaatst, behouden het recht op een ligplaats voor de locatie(s) waarvoor de wachtlijst van toepassing was, indien deze vrijkomt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 november 2012
 
drs. H.H. Apotheker,
voorzitter.
 
G.W. Stegenga,
wnd. griffier