GENERATIEPACT 2018 GEMEENTE SÚDWEST-FRYSLÂN

ARTIKEL 1 Begripsbepalingen

• a.

  CAR: Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Súdwest-Fryslân.

• b.

  Medewerker: de ambtenaar in de zin van artikel 1:1, lid 1 onder a van de CAR.

• c.

  Leidinggevende: de directe leidinggevende van de medewerker.

• d.

  College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân.

• e.

  Arbeidsduur: het vaste aantal uren per week dat is opgenomen in de aanstelling van de medewerker.

• f.

  Aanstelling: aanstellingsbesluit van het college op grond waarvan de medewerker is benoemd.

• g.

  Salaris: salaris + salaristoelagen als bedoeld in de artikelen 3:8; 3:9; 3:10; 3:14; 3:15, 3:16 alsmede de TOR toelage.

ARTIKEL 2 WERKINGSSFEER

Deze regeling geldt voor medewerkers werkzaam bij de gemeente Súdwest-Fryslân met een vaste aanstelling van meer dan 18 uren per week, die een leeftijd hebben bereikt van 60 jaar of ouder.

ARTIKEL 3 INHOUD VAN HET GENERATIEPACT

• 1.

  De medewerker met een betrekkingsomvang van 36 uur en ingeschaald in schaal 8 en hoger, wordt de volgende mogelijkheden geboden:

  • a.

    50% te gaan werken met een salaris doorbetaling van 75%;

  • b.

    60% te gaan werken met een salaris doorbetaling van 80%;

  • c.

    70% te gaan werken met een salaris doorbetaling van 85%;

  • d.

    80% te gaan werken met een salaris doorbetaling van 90%.

• 2.

  De medewerker met een betrekkingsomvang van 36 uur en ingeschaald in schaal 7 en lager, wordt de volgende mogelijkheden geboden:

  • a.

    50% te gaan werken met een salaris doorbetaling van 87,5%;

  • b.

    60% te gaan werken met een salaris doorbetaling van 90%;

  • c.

    70% te gaan werken met een salaris doorbetaling van 92,5%;

  • d.

    80% te gaan werken met een salaris doorbetaling van 95%.

• 3.

  De pensioenopbouw blijft 100% van de oorspronkelijke betrekkingsomvang.

ARTIKEL 4 INHOUD VAN HET GENERATIEPACT VOOR DEELTIJDERS

• 1.

  De medewerker met een betrekkingsomvang van minder dan 36 uur maar meer dan 18 uur per week wordt de mogelijkheid geboden gebruik te maken van het generatiepact naar rato als bedoeld onder artikel 3, met dien verstande dat de minimale deelname 3,6 uur per week bedraagt en de medewerker minimaal 18 uur per week blijft werken.

• 2.

  Het salaris wordt doorbetaald voor 100% voor de uren die de medewerker blijft werken. De uren die de medewerker minder gaat werken worden voor medewerkers ingeschaald in schaal 7 en lager voor 75% doorbetaald, voor medewerkers in schaal 8 en hoger worden deze uren voor 50% doorbetaald.

• 3.

  De pensioenopbouw blijft 100% van de oorspronkelijke betrekkingsomvang.

ARTIKEL 5 BIJZONDER VERLOF

Bij gebruikmaken van deze regeling gelden de uren die de medewerker minder gaat werken als bijzonder verlof.

ARTIKEL 6 GEVOLGEN PENSIOENOPBOUW EN PENSIOENPREMIE

• 1.

  De pensioenopbouw blijft 100% van de oorspronkelijke betrekkingsomvang, behalve als de medewerker ook gebruik maakt van het ABP Keuzepensioen;

• 2.

  De pensioenpremie, die de medewerker betaalt, wordt berekend over de resterende te werken uren.

ARTIKEL 7 VERLOFAANSPRAKEN

Verlofaanspraken worden toegekend op basis van de resterende te werken uren.

ARTIKEL 8 KORTING BIJ LANGDURIGE ZIEKTE

Indien een korting wegens langdurige ziekte dient te worden toegepast dan vindt deze korting plaats over het salaris wat men ontvangt na gebruikmaking van deze regeling.

ARTIKEL 9 OVERGANGSRECHT

• 1.

  Besluiten genomen op grond van de regeling Generatiepact 2016 gelden als besluiten genomen op grond van de regeling Generatiepact 2018.

• 2.

  Het salaris van de medewerker die voor 1 januari 2018 al deelnam aan het generatiepact en ingeschaald is in schaal 7 of lager, zal vanaf de ingang van deze regeling doorbetaald worden op de wijze zoals omschreven in artikel 3, tweede lid.

ARTIKEL 10 INWERKINGTREDING EN INTREKKING

• 1.

  Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2018 en geldt tot 1 mei 2020.

• 2.

  Het college kan besluiten de duur van deze regeling te verlengen telkens voor ten hoogste twee jaren.

• 3.

  De regeling generatiepact SWF 2016 wordt ingetrokken.

• 4.

  Deze regeling wordt aangehaald als ‘Generatiepact 2018 gemeente Súdwest-Fryslân’.

ARTIKEL 11 OVERIG

• 1.

  De directie kan een verzoek tot deelname aan het generatiepact weigeren als er sprake is van een zwaarwegend organisatiebelang.

• 2.

  In situaties waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet kan het college besluiten om van deze regeling af te wijken.