Beleidsregels tegemoetkoming in de eigen bijdrage kinderopvang en in de kosten kinderopvang op sociaal-medische indicatie gemeente Súdwest-Fryslân 2019

Geldend van 01-12-2019 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels tegemoetkoming in de eigen bijdrage kinderopvang en in de kosten kinderopvang op sociaal-medische indicatie gemeente Súdwest-Fryslân 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;

Gelet op artikel 1.13 Wet kinderopvang;

besluit:

vast te stellen de navolgende Beleidsregels tegemoetkoming in de eigen bijdrage kinderopvang en in de kosten kinderopvang op sociaal-medische indicatie gemeente Súdwest-Fryslân 2019

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1 Doel van de Beleidsregels

Deze Beleidsregels hebben als doel te voorzien in een tegemoetkoming in de kosten van de eigen bijdrage kinderopvang, alsmede in een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op sociaal-medische indicatie.

Artikel 2 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    adviesorgaan: de instelling/organisatie die op verzoek van de gemeente advies uitbrengt over de noodzaak van kinderopvang;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;

  • c.

    eigen bijdrage: het voor eigen rekening blijvende deel van de kosten van kinderopvang;

  • d.

    kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders verzorgen en opvoeden van kinderen tot de eerste dag waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint;

  • e.

    kinderopvangtoeslag: de toeslag die kinderopvangtoeslag gerechtigden ontvangen van de belastingdienst voor kinderopvang;

  • f.

    kinderopvangorganisatie: een aanbieder van kinderopvang die is ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang;

  • g.

    Maximum uurtarief: het jaarlijks door de belastingdienst vastgestelde landelijk maximum uurtarief per opvangsoort;

  • h.

    Wet kinderopvang: de Wet kinderopvang zoals die geldt;

  • i.

    wettelijk minimumloon: het minimumloon per maand en de minimumvakantiebijslag, bedoeld in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

Artikel 3 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor een tegemoetkoming wordt ingediend middels een door het college vastgesteld (digitaal) aanvraagformulier.

  • 2.

    Indien het een ouder met een partner betreft, wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner.

Hoofdstuk 2. Tegemoetkoming in de eigen bijdrage kinderopvang

Dit hoofdstuk ziet toe op de tegemoetkoming in aanvulling op de kinderopvangtoeslag, bedoeld in artikel 1.13 van de Wet kinderopvang.

Artikel 4 Doelgroep

Voor een tegemoetkoming in de eigen bijdrage kinderopvang komt in aanmerking een ouder van een kind die volgens de Basisregistratie Personen woonachtig is in de gemeente Súdwest-Fryslân, en die:

  • a.

    op grond van de Participatiewet, IOAZ of IOAW een periodieke uitkering ontvangt én een voorziening gericht op arbeidsinschakeling volgt, of;

  • b.

    op grond van de Participatiewet, IOAZ of IOAW een aanvullende periodieke uitkering ontvangt naast inkomsten vanuit parttime werkzaamheden, of;

  • c.

    jonger is dan 18 jaar, een opleiding volgt én bijstand ontvangt of kan ontvangen op grond van artikel 16 of 18 Participatiewet.

Artikel 5 Specifieke gegevens

Bij een aanvraag dient de ouder naast het ingevulde en ondertekende aanvraagformulier in ieder geval de volgende gegevens aan te leveren:

  • a.

    de beschikking van de Belastingdienst voor toekenning van de kinderopvangtoeslag;

  • b.

    gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder en/of de eventuele partner behoort tot de doelgroep als genoemd in artikel 4 van deze beleidsregels;

  • c.

    offerte of contract van de kinderopvangorganisatie die de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;

  • d.

    overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

Artikel 6 Weigeringsgronden

Het college weigert de tegemoetkoming indien:

  • a.

    de ouder niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 4 van deze beleidsregels;

  • b.

    de ouder in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid;

  • c.

    de ouder niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording aflegt omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de tegemoetkoming van belang zijn;

  • d.

    de opgegeven activiteiten in verband waarmee de ouder een tegemoetkoming aanvraagt, niet of niet geheel zullen plaatsvinden.

Artikel 7 Hoogte en duur van de tegemoetkoming

  • 1.

    Een tegemoetkoming wordt toegekend voor de duur van de kinderopvang, zolang deze een kalenderjaar niet overschrijdt. Bij aanvang van een nieuw kalenderjaar dient de tegemoetkoming opnieuw aangevraagd te worden.

  • 2.

    Het college verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat door de ouder is aangevraagd, mits niet hoger dan dat naar het oordeel van het college noodzakelijk is om de combinatie van zorg en arbeid mogelijk te maken.

  • 3.

    Het college verleent een tegemoetkoming die de kosten van de eigen bijdrage volledig dekt waarbij het maximale uurtarief voor de kinderopvang van de Belastingdienst in beginsel de bovengrens vormt.

Artikel 8 Ingangsdatum van de tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de startdatum van de kinderopvang.

  • 2.

    Met terugwerkende kracht een tegemoetkoming toekennen is mogelijk, mits de begindatum van de kinderopvang niet valt in een vorig kalenderjaar.

Hoofdstuk 3. Tegemoetkoming in de kosten kinderopvang op sociaal-medische indicatie

Dit hoofdstuk ziet toe op de tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op sociaal-medische indicatie.

Artikel 9 Doelgroep

Voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van de sociaal-medische indicatie komt in aanmerking een ouder van een kind die volgens de Basisregistratie Personen woonachtig is in de gemeente Súdwest-Fryslân, zelf de kosten voor de kinderopvang niet kan betalen en bij wie is vastgesteld dat:

  • a.

    een sociaal-medische reden kinderopvang noodzakelijk maakt, of

  • b.

    kinderopvang noodzakelijk is in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van het kind (jonger dan 4 jaar).

Artikel 10 Specifieke gegevens

  • 1.

    Bij een aanvraag dient de ouder naast het ingevulde en ondertekende aanvraagformulier in ieder geval de volgende gegevens aan te leveren:

    • a.

      bewijsstukken van het inkomen van de ouder en indien van toepassing van de partner (jaaropgave en/of salarisspecificaties);

    • b.

      offerte of contract van de kinderopvangorganisatie die de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;

    • c.

      een verklaring van sociaal-medische indicatie, afgegeven door een onafhankelijke adviesorgaan;

    • d.

      overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

  • 2.

    Alvorens te besluiten, kan het college ten behoeve van de vaststelling van de noodzakelijkheid van kinderopvang nader advies opvragen bij een adviesorgaan.

Artikel 11 Weigeringsgronden

Het college weigert de tegemoetkoming indien:

  • a.

    de ouder (en/of de partner) niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 9 van deze beleidsregels;

  • b.

    de ouder (en/of de partner) in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid;

  • c.

    de ouder (en/of de partner) reeds een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang ontvangt of kan ontvangen.

Artikel 12 Hoogte en duur van de tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verleend voor een periode van maximaal zes maanden en dient ter overbrugging. Een eventuele verlenging vindt enkel plaats indien de verlengingsaanvraag goed gemotiveerd is. Deze verlenging geldt dan voor maximaal drie maanden.

  • 2.

    Het college verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat door de ouder is aangevraagd, mits niet hoger dan dat naar het oordeel van het college noodzakelijk is.

  • 3.

    Het college verleent een tegemoetkoming die de noodzakelijke kosten volledig dekt.

Artikel 13 Ingangsdatum van de tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming door het college in ontvangst is genomen.

  • 2.

    Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

Hoofdstuk 4. Besluiten en betaling

Artikel 14 Het besluit tot verlenen van de tegemoetkoming

  • 1.

    Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 2.

    Het college kan dit besluit met ten hoogste acht weken verdagen. Het stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 15 De bevoorschotting van de tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt in maandelijkse termijnen uitbetaald aan de kinderopvangorganisatie, op basis van een door de rechthebbende ouder afgegeven machtiging.

  • 2.

    De tegemoetkoming wordt betaald op basis van een factuur van de kinderopvang organisatie.

Artikel 16 Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming

  • 1.

    De ouder verstrekt binnen acht weken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan het college een overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang over de toegekende periode.

  • 2.

    Het college stelt de tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van het kostenoverzicht en de definitieve beschikking van de belastingdienst vast. Na vaststelling vindt binnen acht weken een verrekening plaats met de betaalde voorschotten.

  • 3.

    Voor de kinderopvang SMI zijn de leden 1 en 2 niet van toepassing. Op basis van de facturen van de kinderopvangorganisatie wordt deze tegemoetkoming definitief vastgesteld.

Artikel 17 Verplichtingen ouder

  • 1.

    De ouder doet het college onmiddellijk na het bekend worden uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot vaststelling van een lagere tegemoetkoming.

  • 2.

    De ouder verstrekt desgevraagd aan het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente van belang zijn.

  • 3.

    De ouder aan wie het college een tegemoetkoming in de kosten kinderopvang op sociaal-medische indicatie heeft toegekend, is verplicht om iedere vorm van hulpverlening te accepteren die er op is gericht om de oorzaak van de noodzaak tot kinderopvang aan te pakken, en mee te werken aan een plan van aanpak van een hulpverlener.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 18 Hardheidsclausule

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen besluiten af te wijken van deze beleidsregels, indien toepassing hiervan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

  • 2.

    In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorziet beslist het college.

Artikel 19 Intrekking, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op 1 december 2019.

  • 2.

    De beleidsregels tegemoetkoming kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie en de beleidsregels tegemoetkoming eigen bijdrage kinderopvang worden ingetrokken op de datum dat de nieuwe beleidsregels ingaan.

  • 3.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: beleidsregels tegemoetkoming in de eigen bijdrage kinderopvang en in de kosten kinderopvang op sociaal-medische indicatie gemeente Súdwest-Fryslân 2019

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouder van gemeente Súdwest-Fryslân op 29 oktober 2019

Mr. Drs. J.A. de Vries, burgemeester

P. Zondervan, gemeentesecretaris