Aanwijzingsbesluit Wet kinderopvang Súdwest-Fryslân

Geldend van 10-02-2021 t/m heden

Intitulé

Aanwijzingsbesluit Wet kinderopvang Súdwest-Fryslân

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân

gelet op artikel 1.61, tweede lid, Wet Kinderopvang en Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op titel 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen het Aanwijzingsbesluit Wet kinderopvang gemeente Súdwest-Fryslân.

Artikel 1 Aanwijzing

  • 1.

    Als toezichthouder aan te wijzen de directeur publieke gezondheidszorg van de GGD Fryslân.

  • 2.

    De toezichthouder kan op basis van deze aanwijzing een schriftelijk bevel geven aan een kindercentrum, gastouderbureau of voorziening voor gastouderopvang indien hij oordeelt:

    • a.

      dat de kwaliteit van de kinderopvang bij een kindercentrum of een voorziening voor gastouderopvang zodanig tekortschiet dat het nemen van maatregelen redelijkerwijs geen uitstel kan lijden; of

    • b.

      dat de kwaliteit van een gastouderbureau zodanig tekort schiet, en daardoor het risico bestaat dat ook de kwaliteit van de gastouderopvang in gevaar komt, dat het nemen van maatregelen redelijkerwijs geen uitstel kan lijden.

  • 3.

    Het bevel heeft een geldigheidsduur van 7 dagen en kan daarna alleen verlengd worden door het college.

Artikel 2 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt de eerste dag na bekendmaking in werking.

  • 2.

    Het aanwijzingsbesluit waarover de directeur bij brief van 31 mei 2018 is geïnformeerd, wordt ingetrokken.

  • 3.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit Wet Kinderopvang gemeente Súdwest-Fryslân.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân op 2 februari 2021,

mr. drs. J.A. de Vries, burgemeester

P. Zondervan, gemeentesecretaris