Eilandsverordening van de 28e mei, 2004 ter Identificatie en Registratie van Vee en Huisdieren

Geldend van 28-06-2013 t/m heden

Intitulé

Eilandsverordening van de 28e mei, 2004 ter Identificatie en Registratie van Vee en Huisdieren

Artikel 1 Begripsbepalingen

In de Eilandsverordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    eilandgebied: het Eilandgebied Saba;

  • 2.

    bestuurscollege: het Bestuurscollege van het Eilandgebied Saba;

  • 3.

    eilandsraad: de Eilandraad van het Eilandgebied Saba;

  • 4.

    huisdieren: [vervallen] en katten;

  • 5.

    vee: varkens, koeien, schapen, geiten, ezels, paarden, pluimvee en konijnen;

  • 6.

    register voor vee en huisdieren: een door het bestuurscollege vast te stellen register waarin het op Saba levende vee, met uitzondering van pluimvee en konijnen, en de op Saba levende huisdieren worden geregistreerd;

  • 7.

    identificatiemiddel: een door het bestuurscollege vastgesteld geldig identificatiemiddel;

  • 8.

    houder: de houder van het Register voor Vee en Huisdieren;

  • 9.

    toezichthouder: degene die door het bestuurscollege is belast met de naleving van deze verordening;

Verbodsbepalingen

Artikel 2 Algemeen verbod

  • 1. Het is verboden:

    • a.

      vee, met uitzondering van pluimvee en konijnen, te houden dat niet is geregistreerd en is voorzien van een door of namens het bestuurscollege vastgestelde registatie en identificatie;

    • b.

      huisdieren te houden die niet zijn geregistreerd op een door of namens het bestuurscollege vastgestelde wijze;

    • c.

      huisdieren te houden die niet zijn voorzien van een door of namens het bestuurscollege vastgestelde identificatie;

    • d.

      vee te houden anders dan op de daartoe voor dat doel omheinde grond dat het eigendom is van de veehouder of op de grond die door hem voor dat doel wordt gepacht of op de grond die aan hem voor dat doel in bruikleen is gegeven;

    • e.

      vee, met uitzondering van pluimvee en konijnen, te houden binnen de bebouwde kom zonder een daartoe strekkende vergunning van het bestuurscollege;

    • f.

      kippen en konijnen te houden anders dan in de daarvoor bestemde hokken.

Artikel 3 Import van vee en huisdieren

Het is verboden om vee, met uitzondering van pluimvee en konijnen, en huisdieren te importeren op Saba zonder dat het vee wordt geregistreerd en wordt voorzien van een identificatie op de door of namens het bestuurscollege vastgestelde wijze.

Registratie en identificatie

Artikel 4 Registratie en identificatie

  • 1. het bestuurscollege stelt een formulier vast voor de registratie van vee en huisdieren, alsmede een Register voor Vee en Huisdieren.

  • 2. in het register wordt aantekening gehouden van de diersoort, geboortemaand en jaar, geslacht, eigenaar en registratienummer.

  • 3. het bestuurscollege stelt de identificatiemiddelen vast voor het vee en de huisdieren.

  • 4. het bestuurscollege wijst een houder aan van het Register voor Vee en Huisdieren.

  • 5. de houder draagt zorg voor de verwerking van de registratieformulieren van vee en huisdieren in het Register voor Vee en Huisdieren.

  • 6. de houder verschaft de eigenaar van het geregistreerde dier het bij dat dier behorende identificatiemiddel.

  • 7. de eigenaar van een te registreren dier verschaft de houder alle gegevens die nodig zijn voor het registreren.

  • 8. het Register voor Vee en Huisdieren kan bij de houder door een ieder worden ingezien.

Artikel 5 Nieuwe registratie en verandering van registratie

  • 1. nieuw geboren vee en huisdieren dienen te worden geregistreerd en, met uitzondering van kippen en konijnen, te worden voorzien van een identificatiemiddel, binnen drie maanden na de geboorte.

  • 2. het vee en de huisdieren die worden geïmporteerd, worden binnen twee werkdagen geregistreerd bij het Register.

  • 3. een eigenaar doet binnen twee werkdagen melding van enige wijziging (ruil, verkoop, export en overlijden) in de status van het geregistreerde dier.

Artikel 6 Registratievergoeding

Het bestuurscollege stelt jaarlijks de tarieven voor registratie en identificatie vast.

Handhaving

Artikel 7 Opvang loslopend vee en loslopende huisdieren

  • 1. loslopend vee en loslopende huisdieren die worden aangetroffen met of zonder identificatiemiddel zoals bedoeld in deze verordening worden vanwege de openbare orde door de toezichthouder meegenomen en opgevangen op een daartoe door het Bestuurscollege aangewezen plaats. Indien vangst van loslopend vee redelijkerwijs onmogelijk is, wordt het loslopende vee door de toezichthouder of door de daartoe in artikel 16 aangewezen ambtenaren of personen, afgeschoten.

  • 2. de toezichthouder draagt zorg voor de verzorging van de in lid 1 genoemde meegenomen en opgevangen dieren.

  • 3. de daarmee gemoeide kosten komen voor rekening van de eigenaar, wanneer deze de eigendom van het in beslag genomen dier opeist en/of wanneer de toezichthouder de eigendom van het dier kan achterhalen.

  • 4. indien de eigendom van een in beslag genomen dier binnen vijf dagen niet wordt opgeëist zal het dier door de toezichthouder worden verkocht, geslacht en/of worden afgemaakt.

Artikel 8 Bestuursdwang

  • 1. Onder bestuursdwang wordt verstaan: het door feitelijk handelen door of vanwege het bestuurscollege optreden tegen hetgeen in strijd met deze verordening wordt gedaan, gehouden of nagelaten.

  • 2. Dit artikel is niet van toepassing indien wordt opgetreden ter onmiddelijke handhaving van de openbare orde.

  • 3. Een beslissing tot bestuursdwang wordt op schrift gesteld. De schriftelijke beslissing is een beschikking.

  • 4. De beschikking vermeldt welk voorschrift is of wordt overtreden.

  • 5. De bekendmaking geschiedt aan de overtreder, aan de rechthebbenden op het gebruik van de zaak ten aanzien waarvan bestuursdwang zal worden toegepast en de aanvrager.

  • 6. In de beschikking wordt een termijn gesteld waarbinnen de belanghebbenden de tenuitvoerlegging kunnen voorkomen door zelf maatregelen te treffen. Het bestuurscollege omschrijft de te nemen maatregelen.

  • 7. Geen termijn behoeft te worden gegund, indien de vereiste spoed zich daartegen verzet.

  • 8. Indien de situatie dermate spoedeisend is dat het bestuursorgaan de beslissing tot toepassing van bestuursdwang niet tevoren op schrift kan stellen, zorgt het alsnog zo spoedig mogelijk voor de opschriftstelling en bekendmaking.

Artikel 9 Kosten bestuursdwang

  • 1. De overtreder is de kosten van de toepassing van bestuursdwang verschuldigd, tenzij de kosten redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoren te komen.

  • 2. De beschikking vermeldt dat de toepassing van de bestuursdwang geschiedt op kosten van de overtreder.

  • 3. Indien de kosten geheel of gedeeltelijk niet ten laste van de overtreder zullen worden gebracht, wordt zulks in de beschikking vermeld.

  • 4. Onder de kosten van bestuursdwang worden ook de kosten begrepen die ter voorbereiding van de bestuursdwang zijn gemaakt nadat de termijn bedoeld in artikel 8 lid 6 is verstreken.

  • 5. De kosten zijn ook verschuldigd indien de bestuursdwang door opheffing van de onwettige situatie niet of niet volledig is uitgevoerd.

Artikel 10 Invordering kosten bestuursdwang

  • 1.

    Het bestuurscollege kan bij dwangbevel de ingevolge artikel 9 verschuldigde kosten invorderen, verhoogd met de kosten van de invordering zelf.

  • 2.

    Het dwangbevel wordt op kosten van de overtreder bij deurwaardersexploot betekend en ten uitvoer gelegd op de wijze zoals in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de Nederlandse Antillen ten aanzien van vonnissen en authentieke akten voorgeschreven.

  • 3.

    Binnen dertig dagen na dagtekening staat verzet tegen het dwangbevel open door dagvaarding van het Eilandgebied.

  • 4.

    Het verzet schorst de tenuitvoerlegging.

Dwangsom

Artikel 11 Opleggen van een dwangsom

  • 1. Een bestuursorgaan dat bevoegd is bestuursdwang toe te passen kan in plaats daarvan aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen.

  • 2. Een last onder dwangsom strekt ertoe de overtreding ongedaan te maken of verdere overtreding dan wel een herhaling van de overtreding te voorkomen.

  • 3. Het bestuurscollege stelt de dwangsom vast hetzij op een bedrag ineens, hetzij op een bedrag per tijdseenheid, waarin de last niet is uitgevoerd, dan wel per overtreding van de last. Het bestuurscollege stelt tevens een bedrag vast waarboven geen dwangsom meer wordt verbeurd. Het vastgestelde bedrag staat in redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsomoplegging.

  • 4. In de beschikking tot oplegging van een last onder dwangsom die strekt tot het ongedaan maken van een overtreding of het voorkomen van verdere overtreding wordt een termijn gesteld gedurende welke de overtreder de last kan uitvoeren zonder dat een dwangsom wordt verbeurd.

  • 5. Verbeurde dwangsommen komen toe aan het Eilandgebied. Het bestuurscollege kan bij dwangbevel het verschuldigde bedrag verhoogd met de invorderingskosten, invorderen. Artikel 10 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12 Opschorting, opheffing en vermindering van de dwangsom

  • 1. Het bestuurscollege kan op verzoek van de overtreder de last onder dwangsom opheffen, de looptijd ervan opschorten voor een bepaalde termijn of de dwangsom verminderen ingeval van blijvende of tijdelijke gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid voor de overtreder om aan zijn verplichting te voldoen.

  • 2. Het bestuurscollege kan op verzoek van de overtreder de last opheffen indien de beschikking een jaar van kracht is geweest zonder dat de dwangsom is verbeurd.

Artikel 13 Verjaring

De bevoegdheid tot invordering van verbeurde bedragen verjaart door verloop van zes maanden na de dag waarop zij zijn verbeurd.

Artikel 14 Bestuurlijke boete

Het bestuurscollege kan bij overtreding van de in de artikelen 2 en 3 van deze verordening een bestuurlijke boete opleggen van Naf. 250,00 per overtreding.

Artikel 15 Strafbepalingen

Overtreding van de verbodsbepalingen in de artikelen 2 en 3 is een strafbaar feit en kan worden gestraft met een hechtenis van ten hoogste één maand of een geldboete van ten hoogste vijfduizend gulden.

Artikel 16 Opsporing en toezicht

  • 1.

    Met het opsporen van de bij deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn de in artikel 8 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen ambtenaren belast.

  • 2.

    Met het toezicht op de naleving van de in deze verordening opgenomen voorschriften zijn belast de door bij Eilandsbesluit aangewezen personen.

Artikel 17 Overgangsbepaling

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 October 2004.

  • 2. Voorafgaand aan de inwerkingtreding zal een overgangsperiode in acht worden genomen van vier maanden. De overgangsperiode gaat in op 1 Juni 2004. De Conservation Foundation is belast met de supervisie tijdens de genoemde overgangsperiode.