Inspraakverordening van het openbaar lichaam van Saba (Gewijzigd)

Geldend van 22-08-2013 t/m heden

Intitulé

Inspraakverordening van het openbaar lichaam van Saba (Gewijzigd)

De eilandsraad van het openbaar lichaam Saba;

gelet op artikel 154 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

besluit:

vast te stellen de navolgende:

Inspraakverordening van het openbaar lichaam Saba;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij het beleidsvoornemen is betrokken;

  • b.

    beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid;

  • c.

    bestuursorgaan: een bevoegd orgaan van het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de WolBES;

  • d.

    ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 11 , tweede lid, van de WolBES;

  • e.

    inspraak: het betrekken van ingezetenen en andere belanghebbenden bij de voorbereiding van het beleid van het openbaar lichaam;

  • f.

    inspraakgerechtigden: ingezetenen en andere belanghebbenden die worden vermeld in de kennisgeving en derhalve op grond van artikel 8, eerste lid, van deze verordening hun zienswijze naar voren kunnen brengen over het betreffende beleidsvoornemen;

  • g.

    inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • h.

    kennisgeving: de kennisgeving als bedoeld in artikel 5 van deze verordening;

  • i.

    WolBES: Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel 2 Onderwerp van inspraak

  • 1. Het bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van beleid van het openbaar lichaam.

  • 2. Inspraak wordt altijd verleend indien een wettelijk voorschrift daartoe verplicht.

  • 3. In ieder geval wordt geen inspraak verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen als bedoeld in Hoofdstuk IV van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van het openbaar lichaam voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Hoofdstuk 2 Inspraakprocedure

Artikel 3 Inspraakprocedure

Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen, dan de procedure zoals vastgelegd in de artikelen 4 tot en met 10 van deze verordening.

Artikel 4 Terinzagelegging

  • 1. Het bestuursorgaan legt het beleidsvoornemen, met de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het voornemen, ter inzage.

  • 2. Artikel 11 van de Wet openbaarheid van bestuur BES is van overeenkomstige toepassing. Indien op grond daarvan bepaalde stukken niet ter inzage worden gelegd, wordt daarvan mededeling gedaan.

  • 3. Tegen vergoeding van ten hoogste de kosten verstrekt het bestuursorgaan afschrift van de ter inzage gelegde stukken. Toezending van stukken geschiedt slechts indien de aan vergoeding van de kosten op voorhand is voldaan.

  • 4. De stukken liggen ter inzage gedurende de in artikel 8 van deze verordening bedoelde termijn.

Artikel 5 Kennisgeving

  • 1. Voorafgaand aan de terinzagelegging geeft het bestuursorgaan op een in het openbaar lichaam gebruikelijke wijze kennis van het voornemen. Volstaan kan worden met het vermelden van de zakelijke inhoud.

  • 2. In de kennisgeving wordt vermeld:

    • a.

      de dagtekening van de terinzagelegging alsmede vermelding van waar en wanneer de stukken ter inzage zullen liggen;

    • b.

      op welke wijze inspraakgerechtigden zienswijzen kunnen indienen.

Artikel 6 Nieuwe relevante stukken

  • 1. Het bestuursorgaan vult de ter inzage gelegde stukken aan met nieuwe relevante stukken en gegevens.

  • 2. Artikel 4, tweede tot en met vierde lid, van deze verordening is van toepassing op de in het eerste lid genoemde stukken.

artikel 7 Zienswijzen

Eenieder kan bij het bestuursorgaan, naar keuze schriftelijk of mondeling, een zienswijze over het voornemen naar voren brengen. Voor het mondeling naar voren brengen van een zienswijze dient een daartoe strekkend verzoek te worden gedaan.

Artikel 8 Termijn indienen zienswijzen

  • 1. De termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen bedraagt 30 dagen, tenzij bij wettelijk voorschrift of door het bestuursorgaan een langere termijn is bepaald.

  • 2. De termijn vangt aan met ingang van de dag waarop het voornemen ter inzage is gelegd.

  • 3. Binnen de termijn, genoemd in lid 1 en 2 van dit artikel, vindt op verzoek een publieke hoorzitting plaats, waarin de zienswijze, als bedoeld in artikel 7, mondeling naar voren kan worden gebracht. Eenieder kan binnen 21 dagen na aanvang van de termijn als bepaald in lid 2 van dit artikel mondeling of schriftelijk verzoeken om een hoorzitting. De dag en het tijdstip van de publieke hoorzitting worden tenminste zeven dagen van tevoren aangekondigd op de daarvoor binnen het openbaar lichaam gebruikelijke wijze.

  • 4. Een zienswijze is tijdig ingediend indien deze voor het verstrijken van de termijn is verstuurd, dan wel mondeling naar voren is gebracht bij de publieke hoorzitting.

Artikel 9 Verslag zienswijzen en hoorzitting

Van hetgeen overeenkomstig artikel 7 en 8 van deze verordening naar voren is gebracht, wordt een verslag gemaakt.

Hoofdstuk 3 Eindverslag en bijzondere voorzieningen

Artikel 10 Eindverslag

  • 1. Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2. Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

Artikel 11 Bijzondere voorzieningen

De inspraakprocedure wordt gevoerd in de Nederlandse of Engelse taal tenzij dit redelijkerwijs niet gevergd kan worden van inspraakgerechtigde. In dat geval treft het bestuursorgaan bijzondere maatregelen zodat inspraakgerechtigde voldoende in staat is om van zijn rechten op grond van deze verordening gebruik te maken, met dien verstande dat van ingezetenen de verwachting mag worden gesteld dat zij de Engelse taal in voldoende mate beheersen, tenzij dit op grond van de omstandigheden en de in het geding zijnde belangen niet gevergd kan worden.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met ingang van de achtste dag na bekendmaking in werking en zal worden geëvalueerd op het effect ervan voor 31 december 2014.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening van het openbaar lichaam Saba,

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 14 augustus 2013,
De wnd. eilandsgriffier, De voorzitter,