Landsverordening van 3 november 1948, houdende bepalingen betreffende het exploiteren van hazardspelen ter bevordering van het tourisme en tot wijziging van artikel 266 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

Landsverordening van 3 november 1948, houdende bepalingen betreffende het exploiteren van hazardspelen ter bevordering van het tourisme en tot wijziging van artikel 266 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen

Artikel 1

  • 1. Het Bestuurscollege is bevoegd, onder door hem te stellen voorwaarden en waarborgen, vergunning te verlenen tot het exploiteren van hazardspelen in daartoe met name aan te wijzen en speciaal daarvoor ingerichte lokaliteiten in hotels.

  • 2. Toegang tot de lokaliteiten, waarin hazardspelen worden uitgeoefend, wordt slechts verleend aan personen, die in het bezit zijn van een door of namens het plaatselijke hoofd van politie afgegeven toegangsbewijzen.

  • 3. Geen toegang tot de lokaliteiten, vermeld in lid 1 en 2, wordt verleend aan personen die:

    • a.

      de leeftijd van 18 jaar niet hebben bereikt;

    • b.

      in kennelijke staat van dronkenschap verkeren.

  • 4. Gedurende een periode van 1 jaar wordt geen toegang tot de bedoelde lokaliteiten verleend aan ingezetenen van de Nederlanse Antillen, ten aanzien van wie is gebleken dat zij één of meer van dit soort lokaliteiten op onderscheidene data meer dan zesmaal in dezelfde maand hebben bezocht.

  • 5. Bij Eilandsbesluit wordt een instruktie en taakomschrijving voor de casinocontroleur vastgesteld. Het Bestuurscollege doet mededeling hiervan aan de Eilandsraad.

Artikel 1a

  • 1. Het Bestuurscollege is bevoegd, onder door het te stellen voorwaarden en waarborgen, vergunning te verlenen tot het exploiteren van hazardspelen door middel van het houden van hondenrennen, hanengevechten en jai-alai-wedstrijden op daartoe aan te wijzen plaatsen.

  • 2. Het Bestuurscollege is bevoegd onder door hem te stellen voorwaarden en waarborgen vergunning te verlenen tot het beleggen van een bijeenkomst, waar gelegenheid tot het deelnemen aan kleine kansspelen wordt gegeven op daartoe aan te wijzen plaatsen.

  • 3. Als klein kansspel in de zin van dit artikel worden aangemerkt het kienspel, bingo, rad van avontuur en vergelijkbare, bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, aan te wijzen vormen van kansspel.

  • 4. De gezamenlijke waarde van de prijzen en premies van deze kansspelen bedraagt niet meer dan vijfduizend gulden per bijeenkomst.

  • 5. Tot het organiseren van een bijeenkomst overeenkomstig het tweede lid, kan uitsluitend vergunning worden verleend aan rechtspersoonlijkheid bezittende verenigingen die ten minste vier jaar als zodanig bestaan en die krachtens haar statuten een duidelijk omschreven doel - niet zijnde de beoefening van enigerlei vorm van hazardspelen - beogen te dienen, ten bate van het algemeen belang, in het bijzonder op het gebied van sport en lichamelijke vorming, van het maatschappelijk werk, de volksgezondheid en de cultuur.

  • 6. Aan een vergunning krachtens het tweede lid verleend kunnen voorschriften worden verbonden. Zij worden in het besluit, houdende de vergunning opgenomen, en kunnen worden gewijzigd en aangevuld.

Artikel 2

De in de artikelen 1 en 1a bedoelde vergunningen zijn persoonlijk en niet voor overdracht vatbaar.

Artikel 3

De vergunninghouder, die de in de artikelen 1 en 1a bedoelde voorwaarden of waarborgen niet nakomt, wordt geacht zonder vergunning te hebben gehandeld.

Artikel 4

De gouverneur is te allen tijde bevoegd, de vergunning vervallen te verklaren, indien hij acht, dat de gestelde voorwaarden of waarborgen niet worden nagekomen.

Artikel 5

De eerste alinea van artikel 266 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen wordt vervangen door het navolgende:

"Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van ten hoogste zesduizend gulden wordt gestraft hij, die anders dan krachtens vergunning ingevolge artikel 1 van de Landsverordening Hazardspelen 1948:

  • 1e.

    het opzettelijk aanbieden of geven van gelegenheid tot hazardspel als bedrijf uitoefent of opzettelijk in een onderneming daartoe deelneemt;

  • 2e.

    opzettelijk het publiek gelegenheid tot hazardspel aanbiedt of geeft, of opzettelijk in een odnerneming daartoe deelneemt, onverschillig of het gebruik maken van die gelegenheid al dan niet van enige voorwaarde of van de inachtneming van enige vorm afhankelijk is gesteld;

  • 3e.

    het deelnemen aan hazardspel als bedrijf uitoefent.

Artikel 6

De landsverordening kan worden aangehaald als “Landsverordening Hazardspelen 1948”;

Zij treedt in werking met ingang van de dag na die harer afkondiging.