Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 21ste juli 2004 ter uitvoering van artikel 3, onder e, artikel 5 derde en vierde lid, artikel 8, eerste lid onder f, en artikel 9, onder e, van de Landsverordening arbeid vreemdelingen (P.B. 2001, no. 82)

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 21ste juli 2004 ter uitvoering van artikel 3, onder e, artikel 5 derde en vierde lid, artikel 8, eerste lid onder f, en artikel 9, onder e, van de Landsverordening arbeid vreemdelingen (P.B. 2001, no. 82)

§ 1 Begripsbepaling

Artikel 1

In dit eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    landsverordening: Landsverordening arbeid vreemdelingen (P.B. 2001, no. 82);

  • b.

    tewerkstellingsvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 1, onder c, van de landsverordening;

  • c.

    werkgever: degene, bedoeld in artikel 1, onder b, van de landsverordening;

  • d.

    vreemdeling: degene, bedoeld in artikel 1, onder e, van de landsverordening;

  • e.

    buitengaatse onderneming: een in de Nederlandse Antillen gevestigde onderneming die in het bezit is van een op zijn naam gestelde ontheffing van de voorwaarden, voorschriften en bepalingen van de artikelen 9 t/m 15 van de Landsverordening Deviezenverkeer (P.B. 1981, no. 67).

§ 2 Aanvraag tewerkstellingsvergunning

Artikel 2

  • 1. Een aanvraag om een tewerkstellingsvergunning wordt ingediend bij de Dienst Arbeidszaken.

  • 2. De aanvrager ontvangt een schriftelijk bewijs dat hij de aanvraag heeft ingediend, onder vermelding van de datum van indiening.

Artikel 3

Bij een aanvraag om een tewerkstellingsvergunning verstrekt de werkgever de volgende gegevens:

  • a.

    naam, adres, telefoon- en faxnummer van de werkgever;

  • b.

    naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats, nationaliteit, burgerlijke staat en toekomstig adres van de vreemdeling;

  • c.

    de aard en de plaats van de door de vreemdeling te verrichten arbeid;

  • d.

    aangeven of en welke diploma's zijn vereist, welke ervaring nodig is dan wel welke andere eisen worden gesteld aan de vreemdeling voor het verrichten van de arbeid;

  • e.

    de noodzaak voor het aantrekken van de vreemdeling ter vervulling van de arbeidsplaats wordt aangegeven evenals de inspanningen die zijn verricht om zelf voor vervulling daarvan zorg te dragen.

Artikel 4

Bij de aanvraag worden de volgende stukken overlegd:

  • a.

    de overeenkomst tot het verrichten van arbeid die met de betrokken vreemdeling zal worden aangegaan;

  • b.

    een voor de Nederlandse Antillen geldig paspoort van de vreemdeling;

  • c.

    het bewijs dat de vergoeding, bedoeld in artikel 6, vierde lid, van de landsverordening is betaald;

  • d.

    twee goed gelijkende pasfoto's van de vreemdeling;

  • e.

    kopieën van diploma's, gewaarmerkt door de bevoegde instanties in het land waar de vreemdeling van afkomstig is en referenties omtrent diens opgedane relevante werkervaring;

  • f.

    een kopie van het voorblad van het arbeidsregister, bedoeld in artikel 9, sub 1, onder a, van de landsverordening tot inschrijving van arbeidskrachten;

  • g.

    aangetoond wordt dat de beschikbaarheid van de te vervullen arbeidsplaats ten minste vijf weken voor het indienen van de aanvraag is gemeld bij de Dienst Arbeidszaken.

Artikel 5

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 3 en 4 verstrekt de werkgever de volgende gegevens of overlegt de volgende stukken in geval de vreemdeling arbeid zal verrichten:

  • a.

    in de horeca of de huishouding: een gezondheidsverklaring naar de actuele stand aan de medische inzichten, afgegeven uiterlijk zestig dagen voorafgaand aan het indienen van de aanvraag, waaruit blijkt dat de vreemdeling niet aan een besmettelijke ziekte lijdt alsmede een door een lokale longarts goedgekeurde thoraxfoto;

  • b.

    in de horeca: de koffiehuis- of restaurantvergunning van de werkgever;

  • c.

    als inwonend huishoudelijk personeel of in de landbouw: een situatietekening van het vertrek en bijbehoren waar de vreemdeling zal verblijven;

  • d.

    in de landbouw: een beschrijving van de infrastructuur van het landbouwterrein, een weergave van hetgeen op dat terrein wordt verbouwd en het bewijs dat het terrein in eigendom toebehoort aan de werkgever dan wel door deze wordt gehuurd.

Artikel 6

  • 1. Onverminderd de vereisten gesteld in de landsverordening en dit eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, voor het verkrijgen van een tewerkstellingsvergunning, wordt een tewerkstellingsvergunning voor het verrichten van arbeid door inwonend huishoudelijk personeel slechts verleend, indien de arbeid wordt verricht ten behoeve van:

    • a.

      een echtpaar met minderjarige kinderen, waarvan zowel de man als de vrouw werkzaam is;

    • b.

      een alleenstaande met inwonende minderjarige kinderen;

    • c.

      een echtpaar waarvan een der echtelieden door ziekte of ouderdom hulpbehoevend is;

    • d.

      een alleenstaande die bejaard of anderzins hulpbehoevend is;

    • e.

      een echtpaar, waarvan de man en/of de vrouw wegens zijn/haar positie in een bedrijf of in de gemeenschap regelmatig uithuizig is.

  • 2. Ten bewijze van het gestelde in het eerste lid, onder c en d, wordt een doktersverklaring overlegd.

  • 3. Artikel 6.1 onder a, c en e en artikel 6.2 zijn van overeenkomstige toepassing op niet-huwelijkse partners die duurzaam samenleven.

§ 3 Vergoeding tewerkstellingvergunning

Artikel 7

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een tewerkstellingsvergunning is het volgende verschuldigd:

  • a.

    een vergunning voor een periode van maximaal een jaar: fl. 850,=;

  • b.

    een verlenging voor een periode van maximaal een jaar: fl. 850,=;

  • c.

    een verlenging voor een periode van maximaal zes maanden: fl. 500,=;

  • d.

    een vergunning voor het verrichten van arbeid als divemasteren of duikinstructeur voor een periode van maximaal een jaar: fl. 850,=.

Artikel 8

De vergoeding, genoemd in artikel 7, wordt als volgt voldaan:

  • a.

    contant bij de kassa van de Eilandsontvanger;

  • b.

    door storting of overschrijving op de bankrekening van de Dienst Arbeidszaken.

Artikel 9

Teruggave van de betaalde vergoeding wordt in de volgende gevallen verleend:

  • a.

    indien de aanvraag niet of niet verder in behandeling wordt genomen: 100% van de betaalde vergoeding;

  • b.

    indien de aanvraag door de werkgever wordt ingetrokken binnen twee maanden na de indiening daarvan: 50% van de betaalde vergoeding;

  • c.

    indien de aanvraag voor een vergunning of verlenging van een vergunning afgewezen wordt, wordt de betaalde vergoeding terugbetaald minus een vast bedrag van fl. 350,= niet retourneerbare kosten.

§ 4 Functies waarvoor geen tewerkstellingsvergunning is vereist

Artikel 10

  • 1. Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de landsverordening is niet van toepassing op vreemdelingen die arbeid verrichten in de volgende categorieën, functies of beroepen: buitengaatse dienstverleners en buitengaatse werknemers.

  • 2. Het onder lid 1 bepaalde is slechts van toepassing op vreemdelingen welke in het bezit zijn van een diploma van een studie aan een instelling van hoger beroeps- of wetenschappelijk onderwijs.

Artikel 11

  • 1. Het niet van toepassing verklaren van het verbod van artikel 2 van de landsverordening geldt, onder de voorwaarden genoemd in artikel 10, tweede lid, eveneens voor de huwelijkspartner van de vreemdeling, bedoelt in artikel 10, eerste lid.

  • 2. Door of namens het Bestuurscollege kan het in het eerste lid bepaalde onder nader te stellen voorschriften en beperkingen toegepast worden ten aanzien van de niet-huwelijkse partner die duurzaam samenleeft met deze vreemdeling.

Artikel 12

  • 1. Onder buitengaatse dienstverleners als bedoeld in artikel 10, eerste lid worden verstaan personen die werkzaam zijn in de zakelijke dienstverlening, zoals (maar niet beperkt tot) een advocaat, kandidaat-notaris, jurist, fiscalist of accountant en die uitsluitend werkzaamheden verrichten voor:

    • a.

      buitenlandse cliënten of

    • b.

      buitengaatse ondernemingen zoals een trustbedrijf.

  • 2. Onder een trustbedrijf zoals bedoeld in het eerste lid, wordt verstaan een bedrijf dat al dan niet tegen vergoeding diensten van beheer verleend in of vanuit de Nederlandse Antillen ten behoeve van buitengaatse ondernemingen, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

    • a.

      het ten behoeve van buitengaatse ondernemingen beschikbaar stellen van natuurlijke- of rechtspersonen als directeur, vertegenwoordiger of een andere functionaris;

    • b.

      de verlening van domicilie en kantoorfaciliteiten ten behoeve van buitengaatse ondernemingen;

    • c.

      het in opdracht, maar voor rekening van derden, oprichten of doen oprichten van buitengaatse ondernemingen of het liquideren of doen liquideren daarvan.

§ 5 Aanvullende weigeringgronden

Artikel 13

Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van de landsverordening wordt een tewerkstellingsvergunning geweigerd indien:

  • a.

    op grond van de gegevens uit de aanvraag of na controle blijkt dat de bedrijfsvoering zodanig is dat niet kan worden gesproken van een normale bedrijfsvoering of van normale bedrijfsactiviteiten;

  • b.

    niet is aangetoond dat de vreemdeling beschikt over de opleiding dan wel de werkervaring die is vereist voor het verrichten van de arbeid;

  • c.

    aan de vereisten gesteld in artikel 6 niet wordt voldaan in geval van het verrichten van arbeid door inwonend huishoudelijk personeel;

  • d.

    de vreemdeling arbeid zal verrichten die behoort tot een categorie van beroepen of functies ten aanzien waarvan het bestuurscollege in het kader van de regulering van de arbeidsmarkt uitdrukkelijk heeft besloten geen tewerkstellingsvergunningen te verlenen aan vreemdelingen.

Artikel 14

Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de landsverordening kan een tewerkstellingsvergunning worden geweigerd indien:

  • a.

    de vreemdeling arbeid zal verrichten die behoort tot een categorie van beroepen of functies waarvan aan het aantal arbeidsplaatsen ten behoeve van vreemdelingen een maximum is gesteld door het bestuurscollege en dit maximum ten tijde van de aanvraag is bereikt;

  • b.

    het vertrek en bijbehoren, bedoeld in artikel 5, onder c, naar het oordeel van het bestuurscollege ongeschikt is gebleken;

  • c.

    overige aan de vreemdeling gestelde eisen voor het verrichten van de arbeid als bedoeld in artikel 3, onder d, kennelijk onredelijk zijn, met dien verstande dat zij te hoog zijn gesteld of kennelijk onjuist zijn.

§ 6 Slotbepalingen

Artikel 15

  • 1. In afwijking van het verbod van artikel 2 van de landsverordening dient de werkgever van de vreemdeling, die arbeid verricht in de informatietechnologie en die op grond van artikel 2, eerste lid, van de Ministeriële Beschikking van 30 juni 1999 ontheven was van de voorwaarde dat hetgeen werk mocht verrichten, zoeken of aannemen zonder uitdrukkelijke toestemming van de autoriteit die hem de tijdelijke verblijfsvergunning had verleend, uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van dit eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, of zoveel eerder als de geldigheid van de verblijfsvergunning te beschikken over een tewerkstellingsvergunning ten behoeve van deze vreemdeling.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de in artikel 2, derde en vierde lid, van de Ministeriële Beschikking van 30 juni 1999 bedoelde huwelijkspartner en de niet-huwelijkspartner die duurzaam samenleeft met de betrokken vreemdeling.

Artikel 16

Dit eilandbesluit, houdende algemene maatregelen, treedt in werking met ingang van de dag van afkondiging.

Artikel 17

Dit eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt aangehaald als: Eilandsbesluit arbeid vreemdelingen.