Regeling vervallen per 29-08-2011

Eilandsverordening, van 1984 tot vaststellen van een Reglement van Orde voor de Eilandsraad van het Eilandgebied Saba

Geldend van 10-10-2010 t/m 28-08-2011

Intitulé

Eilandsverordening, van 1984 tot vaststellen van een Reglement van Orde voor de Eilandsraad van het Eilandgebied Saba

HOOFDSTUK I Oproeping ter vergadering

Artikel 1

Kennisgeving vergadering

  • 1.

    De openbare kennisgeving van dag en uur van de vergadering, vergadering voorgeschreven bij artikel 29 der Eilandenregeling Nederlandse Antillen, geschiedt door bekendmaking in een of meer nieuwsbladen of door aanplakking te daartoe bestemde plaatsen en door omroeping via een of meer nieuwsmedia, onder melding van de agenda.

  • 2.

    Zo mogelijk worden wijzigingen van het tijdstip van de vergadering, alsmede wijzigingen en aanvullingen van de agenda van de vergadering op dezelfde wijze bekend gemaakt.

Artikel 2

Agenda en stukken

  • 1.

    Aan de oproeping worden de agenda, de nog niet toegezonden stukken betrekking hebbende op de te behandelen zaken, afschriften van aan de Raad gerichte verzoeken en verdere in aanmerking komende geschriften toegevoegd.

  • 2.

    Stukken die niet aan de leden kunnen worden toegezonden, worden voor hen ter inzage gelegd.

  • 3.

    De raadsleden mogen de voor hen ter inzage gelegde stukken niet brengen buiten het gebouw waar zij ter inzage zijn gelegd.

  • 4.

    De voorzitter kan, onverminderd het bepaalde in artikel 30, lid 1 van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen na het verschijnen van de agenda, doch uiterlijk tweemaal vierentwintig uren vóór de vergadering, aanvullingen of wijzigingen bij aanvullingsagenda aan de agenda toevoegen. Artikel 1 is van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    De in het eerste lid bedoelde stukken en de eventueel daarmee verband houdende stukken worden of in het Nederlands of in het Engels gesteld.

HOOFDSTUK II De Voorzitter

Artikel 3

Taak voorzitter

De voorzitter is onder meer belast met:

  • a.

    de leiding van de werkzaamheden van de Raad;

  • b.

    de handhaving van de orde bij de beraadslagingen;

  • c.

    het geven van gelegenheid aan de leden hun meningen betreffende een in beraadslaging zijne onderwerp voor te dragen;

  • d.

    het mededelen van de uitslag van de stemmingen;

  • e.

    het doen naleven van het Reglement van Orde en de bepalingen van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen.

HOOFDSTUK III Het houden van de vergaderingen

Artikel 4

Presentielijst en opening vergadering

  • 1.

    De leden tekenen wanneer zij in de raadzaal komen hun naam op de presentielijst.

  • 2.

    De leden, die de vergadering tussentijds verlaten, geven daarvan kennis aan de secretaris.

  • 3.

    Wie verhinderd is de vergadering bij te wonen, geeft daarvan zo mogelijk voor de aanvang van de vergadering kennis aan de voorzitter.

  • 4.

    Onmiddelijk na de opening der vergadering leest de voorzitter de namen op van de leden die bericht van verhindering hebben gezonden.

Artikel 5

Zodra de lijst na de voor het openen van de vergadering bepaalde tijd door meer dan de helft van het getal zitting hebbende leden is getekend, stelt de voorzitter zijn handtekening onder de laatste handtekening en opent hij de vergadering. Later ter vergadering komende leden tekenen hun naam onder die van de voorzitter.

Artikel 6

Vaste zitplaatsen

  • 1.

    De leden hebben in de vergadering hun vaste zitplaatsen.

  • 2.

    De voorzitter regelt de orde der plaatsneming na overleg met de leden.

Artikel 7

Ontbreken quorum

Wanneer een half uur na de voor de aanvang van de vergadering bepaalde tijd het vereiste getal leden niet aanwezig is, doet de voorzitter behoudens in het geval, bedoeld in artikel 41 der Eilandenregeling Nederlandse Antillen, de namen der aanwezige leden oplezen en verdaagt hij de vergadering.

Artikel 8

Opmaken notulen

  • 1.

    Van het verhandelde in elke openbare vergadering worden door de zorg van het bestuurscollege notulen opgemaakt, welke in ontwerp aan de leden worden toegezonden.

  • 2.

    De notulen van het verhandelde in een besloten vergadering worden afzonderlijk gehouden. De zorg voor het opmaken daarvan is eveneens aan het Bestuurscollege opgedragen.

  • 3.

    De notulen worden gesteld in de taal waarin het woord is gevoerd.

Artikel 9

Inhoud notulen

  • 1.

    De notulen houden in:

    • a.

      de namen van de voorzitter en de secretaris;

    • b.

      de namen van de leden die tegenwoordig en van de leden die afwezig waren;

    • c.

      een beknopte opgave van de ingekomen stukken en gedane mededelingen;

    • d.

      een omschrijving van de gedane voorstellen en kennisgevingen;

    • e.

      een duidelijke weergave van de gevoerde beraadslagingen en gemaakte opmerkingen;

    • f.

      een overzicht van de gehouden stemmingen met vermelding van de namen der leden, die bij mondelinge stemming zich vóór of tegen verklaarden, dan wel aantekening hebben verlangd, dat zij zich niet hebben verenigd met een besluit, of de vermelding dat het besluit werd genomen zonder hoofdelijke stemming;

    • g.

      een omschrijving van alle in de vergadering genomen besluiten.

  • 2.

    Protesten tegen de in de vergaderingen genomen besluiten worden niet in de notulen opgenomen.

Artikel 10

Behandeling notulen

  • 1.

    In de vergadering, volgende op de toezending van de ontwerp-notulen worden deze aan de goedkeuring van de Raad onderworpen. Als blijk van goedkeuring wordt een exemplaar van de notulen na eventuele aanvulling of verbetering tijdens de vergadering door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 2.

    De ontwerp-notulen van de besloten vergaderingen worden zo mogelijk in de eerste volgende besloten vergadering of in een latere besloten vergadering aan de goedkeuring van de Raad onderworpen. Als blijk van goedkeuring worden zij na eventuele aanvulling of verbetering tijdens de vergadering door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 3.

    Indien de voorzitter tevens secretaris is, worden de notulen door de voorzitter en een der gedeputeerden ondertekend.

  • 4.

    De notulen van de openbare en van de besloten vergaderingen worden in het archief van het eilandgebied bewaard.

Artikel 11

Volgorde behandeling ingekomen stukken; volgorde agenda

  • 1.

    De voorzitter stelt, na goedkeuring der notulen door de Raad, aan de orde de wijze van afdoening der ingekomen stukken. Hierbij wordt niet het woord gevoerd, behalve over de vraag op welke wijze de zaak tot afdoening zal worden gebracht, tenzij deze afdoening door algemene verordening of door of krachtens eilandsverordening wordt voorgeschreven.

  • 2.

    Daarna wordt overgegaan tot het nemen van een beslissing omtrent al of niet toelating van een lid; het doen van de aan de orde gestelde benoemingen en vervolgens de behandeling van de in de oproepingsbrief vermelde onderwerpen, in de volgorde gelijk die daarin voorkomen; zomede tot behandeling van de onderwerpen welke de vergadering besluit buitendien in behandeling te nemen.

  • 3.

    Vervolgens wordt gelegenheid gegeven tot het houden van interpellaties of het doen van vragen en tot het beantwoorden van in een voorgaande vergadering gehouden interpellaties van gedane vragen.

  • 4.

    De vergadering kan, op voorstel van de voorzitter of van twee leden, de volgorde der werkzaamheden wijzigen. Zij kan, eveneens, op voorstel van de voorzitter of van twee leden, besluiten dat meerdere onderwerpen, voorstellen of amendementen tegelijk zullen worden behandeld.

  • 5.

    Een voorstel om op een vroeger besluit terug te komen mag niet worden behandeld wanneer het niet op de oproepingsbrief is vermeld.

  • 6.

    Met inachtneming van artikel 35 en 36 van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen kunnen de deuren op elk ogenblik worden gesloten.

Artikel 12

Aantal malen spreken over hetzelfde onderwerp

  • 1.

    Over alle onderwerpen, ten aanzien waarvan de voorzitter of de Raad dit doelmatig acht, is de beraadslaging tweeledig. Zij loopt dan eerst over het onderwerp in het algemeen, daarna over de bijzonderheden.

  • 2.

    In de vergaderingen van de raad wordt het woord gevoerd in de Engelse of de Nederlandse taal. De memorie van toelichting betreffende een ontwerp-eilandsverordening wordt voorzien van een bijlage bevattende de Engelse tekst daarvan.

Artikel 13

  • 1. Behalve de voorzitter, de gedeputeerden en zij die een voorstel hebben ingediend of een verslag hebben uitgebracht, mag niemand over hetzelfde onderwerp meer dan tweemaal het woord voeren. De beraadslaging in tweede instantie blijft beperkt tot hen die in eerste instantie het woord hebben gevoerd.

  • 2. De Raad kan in bijzondere gevallen toestaan dat een lid in afwijking van de in het eerste lid gestelde regelen het woord voert.

Artikel 14

Voorstellen van raadsleden

Voorstellen waarover de raad het advies van het Bestuurscollege wenst in te winnen, moeten op schrift zijn gebracht, en bij de voorzitter worden ingediend.

Zij moeten zijn gesteld in de Engelse of de Nederlandse taal.

Artikel 15

Moties, amendementen

Ieder lid heeft het recht op een aanhangig voorstel voor of tijdens de behandeling voorstellen tot wijziging in te dienen, doch alleen schriftelijk, tenzij de voorzitter dit onnodig acht.

Voorstellen tot wijziging moeten zijn gesteld in de taal waarin het voorstel is gesteld.

Artikel 16

  • 1. Geen amendement of motie kan een onderwerp van beraadslaging uitmaken en in stemming worden gebracht, tenzij ingediend door het Bestuurscollege of door twee leden.

  • 2. Geen voorstel kan een onderwerp van beraadslaging uitmaken en in stemming worden gebracht tenzij ingediend door de voorzitter, het Bestuurscollege of twee leden.

Artikel 17

Over een voorstel, amendement of motie mag allereerst de voorsteller of een van de voorstellers het woord voeren ter toelichting.

Artikel 18

Spreektijd

  • 1.

    De Raad kan op voorstel van de voorzitter bij aanvang of in de loop der beraadslagingen over enig onderwerp regelen stellen ten aanzien van de spreektijd der leden.

  • 2.

    Zodra de voor een redevoering gestelde duur is verstreken, nodigt de voorzitter de spreker uit, zijn rede te beëindigen. Deze is gehouden terstond aan de uitnodiging gevolg te geven.

Artikel 19

Voeren van het woord

  • 1.

    Geen lid voert het woord zonder daartoe van de voorzitter verlof te hebben gevraagd en verkregen.

  • 2.

    De voorzitter geeft desverkiezende het eerst zijn mening, met inachtneming van het bepaalde in artikel 17 en verleent daarna het woord in de orde waarin het gevraagd is. Deze orde is hetzelde als de volgorde van de presentie lijst.

  • 3.

    Van die orde wordt alleen van afgeweken indien het woord wordt gevraagd voor het indienen van een voorstel van orde of over de vaststelling van het te beslissen vraagpunt of over een persoonlijk feit.

  • 4.

    De leden spreken van hun plaats en, behoudens toestemming van de voorzitter, in staande houding.

Artikel 20

Storen in rede

Geen lid mag in zijn rede worden gestoord dan door de voorzitter, in het belang van de goede orde of van een behoorlijk en regelmatig verloop van de vergadering.

Elk lid is bevoegd de voorzitter op een vermeende afwijking van het Regelement van Orde opmerkzaam te maken.

Artikel 21

Ontzegging van het woord

  • 1.

    De voorzitter kan een spreker, die, na tot de orde te zijn geroepen, voortgaat van het onderwerp in beraadslaging af te wijken, beledigende of onvoegzame uitdrukkingen te bezigen of op welke wijze ook de orde te verstoren, het woord ontnemen in de vergadering waarin dat plaats heeft, mag alsdan de spreker aan de beraadslaging over het in behandeling zijnde onderwerp of vraagpunt niet meer deelnemen.

  • 2.

    De voorzitter kan een spreker op wie het eerste lid is toegepast, uitsluiten van de vergadering indien hij de orde blijft verstoren Het uitgesloten lid is verplicht het gebouw waarin de vergadering wordt gehouden onmiddelijk te verlaten. Bij weigerachtigheid zal de voorzitter hem met de sterke handverwijderen.

Artikel 22

Schorsing vergadering

De voorzitter kan de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen of haar sluiten.

Artikel 23

Sluiting beraadslaging

  • 1.

    De voorzitter kan te allen tijde het sluiten der beraadslagingen of de verdaging der beraadslaging of der stemming over enig voorstel tot een volgende vergadering voorstellen. Over een dergelijk voorstel wordt niet beraadslaagd.

  • 2.

    Ook een der leden kan een voorstel als in het eerste lid bedoeld doen, mits een ander lid zijn voorstel ondersteunt.

  • 3.

    Indien tot sluiting der beraadslaging is besloten, kan de voorzitter in buitengewone gevallen toestaan, dat een lid, dat zulks wenst, over het in behandeling zijnde voorstel een korte verklaring aflegt.

Artikel 24

Stemming

  • 1.

    Nadat de beraadslaging gesloten is, gaat, behoudens in het geval als bedoeld in artikel 22, de vergadering, tenzij door geen der leden stemming wordt verlangt, tot stemming over.

  • 2.

    Indien op enig voorstel amendementen, respectievelijk sub-amendementen zijn ingediend, gaat de stemming daarover aan die over het voorstel respectievelijk amendement vooraf in dier voege, dat het amendement respectievelijk sub-amendement van de verste strekking de voorrang heeft.

  • 3.

    Wanneer een voorstel in onderdelen is gesplitst en de voorzitter zulks wenselijk acht of tenminste twee leden het verzoeken, wordt eerst over de onderdelen en daarna over het voorstel in zijn geheel gestemd.

Artikel 25

Uitbrengen stem

  • 1.

    Ingeval van stemming bij hoofdelijke oproeping brengen de leden ondubbelzinnig en onveranderlijk hun stem uit naar volgorde van de presentielijst, nadat voor iedere stemming door het lot bepaald is met welk nummer zal worden begonnen.

  • 2.

    De voorzitter roept de namen van de leden af en deze brengen hun stem uit met de woorden “for” of “against”, dan wel “voor” of “tegen”, zonder enige toevoeging.

  • 3.

    Geen lid mag zich van medestemming onthouden, tenzij om redenen bij algemene verordening bepaald.

  • 4.

    Het lid dat voor de aanvang der stemming de presentielijst niet heeft getekend, mag niet medestemmen.

  • 5.

    Nadat het laatst opgeroepen lid heeft gestemd maakt de voorzitter de uitslag der stemming bekend.

Artikel 26

Aantekening dat lid zich niet kan verenigen met besluit

Ten aanzien van een zonder hoofdelijke oproeping genomen besluit kan ieder lid zonder vermelding van redenen in de notulen doen aantekenen dat hij zich niet kan verenigen met het besluit.

Artikel 27

Vragen stellen

  • 1.

    Ieder lid kan zonder de toestemming van de Raad, alvorens de op de agenda vermelde punten in behandeling komen, vragen stellen aan het Bestuurscollege.

  • 2.

    Deze vragen moeten, kort en duidelijk geformuleerd, schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend tenminste 24 uren vóór de dag van een vergadering.

  • 3.

    De vragen worden zo mogelijk in dezelfde vergadering behandeld en beantwoord, in de volgorde waarin zij bij de voorzitter zijn ingediend.

  • 4.

    Na mondelinge beantwoording kan de steller der vragen nog kort vragen stellen over hetzelfde onderwerp ter nadere opheldering en deze op zeer beknopte wijze toelichten. Hij kan daartoe niet langer dan 5 minuten het woord voeren.

  • 5.

    Andere leden kunnen, voordat voor de tweede maal wordt geantwoord, ieder één nadere vraag stellen. Deze mag echter niet worden toegelicht.

Artikel 28

  • 1. Indien een lid wenst dat ten aanzien van een bepaald onderwerp van bestuursbeleid, dat vreemd is aan de orde van de dag, door het Bestuurscollege of door leden van dat college ingevolge artikel 62 van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen aan de Raad inlichtingen zullen worden gegeven, heeft hij tot het doen der daarop betrekking hebbende vragen het verlof van de raad nodig. Het verzoek om verlof en de vragen worden schriftelijk bij de voorzitter ingediend.

  • 2. De inlichtingen worden mondeling of schriftelijk in de vergadering, waarin het verlof is verleend of in een volgende vergadering ter kennis van de raad gebracht en kunnen alsdan een onderwerp van beraadslaging uitmaken.

Artikel 29

  • 1. Ook zonder verlof van de Raad, als bedoeld in het vorig artikel, kan een lid aan het Bestuurscollege vragen stellen. Deze vragen moeten, kort en duidelijk geformuleerd, schriftelijk aan de voorzitter worden ingezonden.

  • 2. Indien bij het Bestuurscollege tegen het beantwoorden van deze vragen overwegend bezwaar bestaat, geven zij, met redenen omkleed, daarvan aan het betrokken lid kennis.

  • 3. De antwoorden worden met de vragen zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de Raad medegedeeld. Zij kunnen geen onderwerp van gedachtenwisseling in de raad uitmaken.

Artikel 30

Sluiting vergadering

Nadat alle onderwerpen, welke de orde van de dag uitmaken, zijn behandeld, sluit de voorzitter, behoudens het bepaalde in artikel 28 zonder rondvraag de vergadering.

HOOFDSTUK IV De Besloten vergadering

Artikel 31

Besloten vergadering

Op een besloten vergadering zijn de artikelen 13, 15, en 18 t/m 26 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 32

Voor de afloop van een besloten vergadering brengt de voorzitter de vraag in stemming of omtrent het daarin behandelde en omtrent de inhoud van de daarop betrekking hebbende, overlegde stukken geheimhouding zal worden opgelegd.

HOOFDSTUK V Onderzoek der geloofsbrieven

Artikel 33

Onderzoek geloofsbrieven

  • 1.

    De geloofsbrieven van de nieuwbenoemde leden worden, met de bij artikel 9 van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen vereiste stukken, gesteld in handen van een door de voorzitter aangewezen commissie van drie leden welke na gedaan onderzoek ter vergadering verslag uitbrengt en daarbij een bepaald voorstel doet.

  • 2.

    De Raad beslist terstond de geschillen, welke aangaande de geloofsbrieven of de verkiezing zelve oprijzen of, zo de zaak uitstel vordert, op een dadelijk te bepalen dag.

HOOFDSTUK VI Benoemingen, voordrachten en aanbevelingen van personen

Artikel 34

Benoeming en taak stemcommissie

  • 1.

    Wanneer een keuze, voordracht of aanbeveling van personen moet worden gedaan, vormt de voorzitter zonodig een of meer stemcommissies, elk bestaande uit een voorzitter en twee leden.

  • 2.

    De voorzitter van het stembureau onderzoekt of het aantal stembriefjes overeenstemt met dat der aanwezige leden, voor zover zij zich niet van stemming dienen te onthouden. Vervolgens worden de stembriefjes door hem geopend en voorgelezen, door een der leden nagezien, terwijl de stemmen door elk der beide leden worden opgetekend.

Artikel 35

Aantal stemmingen

Er hebben zoveel afzonderlijke stemmingen plaats als er personen te kiezen, voor te dragen of aan te bevelen zijn, tenzij de Raad in een bepaald geval anders beslist.

Artikel 36

Opneming stemmen

  • 1.

    Zijn er meer briefjes verzameld dan er leden aanwezig zijn, die aan de stemming mogen deelnemen, dan wordt de stemming door de voorzitter van de Raad nietig verklaard, indien het verschil van invloed heeft kunnen zijn op de verkregen meerderheid.

  • 2.

    Niet behoorlijk ingevulde briefjes worden als blanco briefjes beschouwd.

  • 3.

    Ingeval van twijfel over de inhoud van een briefje beslist de Raad.

  • 4.

    De voorzitter van de stemcommissie deelt aan de voorzitter van de Raad de bevindingen van de stemcommissie mede.

Artikel 37

Herstemming

  • 1.

    Wanneer, behoudens in geval van staking van stemmen, bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt een tweede en een derde stemming gehouden.

  • 2.

    Is bij die derde vrije stemming evenmin een volstrekte meerderheid verkregen, dan wordt tot herstemming overgegaan, welke plaats heeft tussen de twee personen, die bij de laatste stemming de meeste stemmen hadden gekregen.

  • 3.

    Wanneer bij de derde stemming door gelijkheid van stemmen niet is uitgemaakt wie in herstemming zullen komen, heeft een tussenstemming plaats, teneinde dit te bepalen.

  • 4.

    Indien bij die tussenstemming of ook bij eindstemming de stemmen staken, beslist het lot.

Artikel 38

Beslissing door het lot

  • 1.

    Ter beslissing door het lot schrijft de secretaris de namen van allen, die in aanmerking komen, op gelijke, afzonderlijke briefjes, die hij op gelijke wijze dichtvouwt.

  • 2.

    Hierop trekt de voorzitter van de Raad zoveel briefjes als personen door het lot moeten worden aangewezen en leest de daarop voorkomende namen overluid voor. Het andere briefje of de andere briefjes worden door het stembureau gecontroleerd.

HOOFDSTUK VII Commissies

Artikel 39

Commissie ter uitvoering bij bijzondere last

  • 1.

    De voorzitter benoemt all commissies ter uitvoering van een bijzondere last, tenzij de Raad mocht verlangen dat dit door haar geschiede.

  • 2.

    De commissies bestaan uit tenminste drie leden.

  • 3.

    Het eerstbenoemde lid ener commissie roept de eerste vergadering bijeen.

  • 4.

    De commissies benoemen zelf haar voorzitter en zo nodig een rapporteur; zij worden bijgestaan door de secretaris of een door deze aan te wijzen ambtenaar of persoon in dienst van het eilandgebied en, zo de commissie dit wenst, door een of meer door haar aan te wijzen deskundigen.

Artikel 40

Aaanvaarding benoeming commissie

Ieder, die tot lid ener commissie, met elke opdracht ook, wordt benoemd, is verplicht de benoeming te aanvaarden, tenzij hij redenen van verschoning inbrengt, die de Raad geldig verklaart.

Artikel 41

Nota opmerkingen raadslid

Elk lid van de Raad kan aan een commissie een door hem getekende nota inzenden, bevattende zijn opmerkingen betreffende de zaak, waarvan het onderzoek aan de commissie is opgedragen.

Artikel 42

Termijn werkzaamheden commissie

De Raad kan een termijn bepalen, binnen welke een commissie haar taak zal moeten afdoen.

Artikel 43

Inlichtingen over werkzaamheden

  • 1.

    De commissies geven de voorzitter van de Raad alle door hem verlangde inlichtingen omtrent de stand van haar werkzaamheden.

  • 2.

    De gedachtenwisseling in de commissies is vertrouwelijk.

Artikel 44

Verslagen of rapporten van de commissies

  • 1.

    Alle verslagen of rapporten moeten schriftelijk worden uitgebracht, een bepaald voorstel of advies inhouden en door alle aanwezige leden ondertekend zijn; zij worden aan de voorzitter van de Raad gezonden.

  • 2.

    In ieder verslag of rapport ener commissie wordt vermeld of het met algemene stemmen is vastgesteld.

  • 3.

    De mening der minderheid wordt zo deze dit verlangt, in het verslag of rapport dan wel in een afzonderlijke nota vermeld.

Artikel 45

Vaste commissie van onderzoek

  • 1.

    De Raad kan besluiten tot instelling van vaste commissies, belast met het onderzoek van bepaalde, bij besluit van de Raad aan te wijzen aangelegenheden, alvorens deze in beraadslaging worden gebracht.

  • 2.

    Het voorzitterschap van zodanige commissie wordt bekleed door een der leden van het Bestuurscollege, door de Raad aan te wijzen.

  • 3.

    Het aantal leden wordt bepaald en de leden worden benoemd door de Raad in dier voege dat elke der raadsfracties in de commissie vertegenwoordigd zijn.

Artikel 46

Ten aanzien van de commissies, in artikel 45 bedoeld, zijn het tweede en derde lid van artikel 44 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 47

Gezamenlijke beraadslagen commissies

Indien de voorzitters van de commissies als bedoeld in artikel 45 dit voor het onderzoek van bepaalde aangelegenheden noodzakelijk oordelen, kunnen deze commissies gezamenlijk beraadslagen. Zij brengen alsdan een gezamenlijk algemeen verslag uit.

Artikel 48

Termijn werkzaamheden commissie

De Raad kan een termijn bepalen, binnen welke een commissie als bedoeld in artikel 39, haar taak zal moeten afdoen.

HOOFDSTUK VIII Begroting, Rekening en Verantwoording

Artikel 49

Begroting

Een afschrift of afdruk van de begroting, met de daarbij behorende memorie van toelichting, wordt, zodra die is aangeboden, aan de leden van de raad uitgereikt.

Artikel 50

Voorbereidend onderzoek begroting

De begroting en de rekening en verantwoording worden onderworpen aan een voorbereidend onderzoek in de huishoudelijke vergadering.

HOOFDSTUK IX De huishoudelijke vergadering

Artikel 51

  • Huishoudelijke vergadering

  • 1. De Raad vormt een huishoudelijke vergadering waarvan alle leden van de Raad deel uitmaken.

  • 2. De Raad kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter van de huishoudelijke vergadering voor de duur van elke zitting.

Artikel 52

Onderzoek binnen huishoudelijke vergadering

  • 1.

    Ontwerpen van eilandsverordening worden alvorens in beraadslaging te worden gebracht, in huishoudelijke vergadering onderzocht.

  • 2.

    Andere aangelegenheden, niet behorende tot die bedoeld in artikel 45 lid 1, kunnen, alvorens in beraadslaging te worden gebracht, eveneens in huishoudelijke vergadering worden onderzocht.

Artikel 53

Bijstand door secretaris

  • 1.

    De secretaris en/of de daartoe door deze aangewezen ambtenaren of personen in dienst van het eilandgebied staan de huishoudelijke vergadering en haar voorzitter bij in de uitvoering van hun taak.

  • 2.

    De voorzitter van de huishoudelijke vergadering bepaalt dag en uur der vergadering.

  • 3.

    Na afloop van het in artikel 52 bedoelde onderzoek maakt de voorzitter van de huishoudelijke vergadering een voorlopig verslag op en brengt dat gelijktijdig uit aan de Raad en aan het Bestuurscollege.

  • 4.

    Het Bestuurscollege kan op dat verslag antwoorden met een memorie van antwoord.

  • 5.

    Acht de huishoudelijke vergadering het nodig op de memorie van antwoord te reageren, dan brengt zij een tweede voorlopig verslag uit, waarop het Bestuurscollege kan antwoorden met een nota.Acht de huishoudelijke vergadering het niet meer nodig op de stukken van het Bestuurscollege te reageren, dan brengt zij een eindverslag uit.

  • 6.

    De behandeling van alle in het vorige lid bedoelde verslagen en nota's geschiedt overeenkomstig het bepaalde in de voorgaande leden.

  • 7.

    Behoudens het bepaalde in de leden 2, 3, 4, 5 en 6 van dit artikel, regelt de huishoudelijke vergadering op voorstel van haar voorzitter de uitvoering van haar taak op de wijze die zij het meest geschikt acht.

  • 8.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 36 van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen, kan het Bestuurscollege zich in bijzondere gevallen tot de huishoudelijke vergadering wenden teneinde haar oordeel te vernemen. De huishoudelijke vergadering geeft schriftelijk haar mening omtrent het desbetreffende onderwerp aan het Bestuurscollege te kennen. De stukken welke op deze aangelegenheid betrekking hebben worden door de zorg van de secretaris aan de raadsleden toegezonden dan wel voor hen ter inzage gelegd.

HOOFDSTUK X Vervanging van de secretaris

Artikel 54

Vervanging secretaris

  • 1.

    De secretaris wordt ingeval van afwezigheid, ongesteldheid of ontstentenis vervangen door een ambtenaar, daartoe door het Bestuurscollege aangewezen.

  • 2.

    Indien de gezaghebber tevens secretaris is, wordt, ingeval van afwezigheid, ongesteldheid of ontstentenis, bij voorkeur de waarnemend gezaghebber tot waarnemend secretaris aangewezen.

HOOFDSTUK XI Slotbepalingen

Artikel 55

Publieke tribune

  • 1.

    De toehoorders mogen alleen met ongedekten hoofde de zittingen op de voor hen bestemde plaatsen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring is hun verboden.

  • 3.

    De voorzitter zorgt voor de handhaving van dit verbod en voor de bewaring van behoorlijke stilte.

Artikel 56

Toepassing en aanvulling reglement van orde

  • 1.

    Bij twijfel omtrent de uitlegging van dit reglement en in gevallen, waarin bij dit reglement niet is voorzien, beslist de Raad.

  • 2.

    Met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze eilandsverordening eindigt de werking van Ab. Bovenwindse Eilanden, 1980, no. 1.

Artikel 57

  • 1. Deze eilandsverordening kan worden aangehaald als "Reglement van Orde Eilandsraad Saba".

  • 2. Deze eilandsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die harer afkondiging.

  • 3. Landsbesluit, houdende algemene maatregelen van de 28ste juni 1951 ter uitvoering van artikel 46 juncto Overgangsbepaling I van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen. (P.B, 1951 no. 97) zoals gewijzigd, wordt ingetrokken.