Eilandsverordening van 16 januari 1987 tot wijziging van de Eilandsverordening "Kiesreglement Bovenwindse Eilanden" (A.B 1979, no. 2)

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

Eilandsverordening van 16 januari 1987 tot wijziging van de Eilandsverordening "Kiesreglement Bovenwindse Eilanden"

I. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Voor de toepassing van deze eilandsverordening en de ter uitvoering daarvan gegeven voorschriften wordt verstaan onder:

  • a.

    eilandsraad: de eilandsraad van het eilandgebied Saba;

  • b.

    het eilandgebied Saba: het eiland Saba;

  • c.

    bestuurscollege: de gezaghebber en de gedeputeerden;

  • d.

    ingezetenen: zij die werkelijke woonplaats hebben in het eilandgebied Saba;

  • e.

    vertegenwoordigend lichaam: de eilandsraad;

  • f.

    hoofdstembureau: het betreffende hoofdstembureau volgens deze eilandsverordening benoemd voor de verkiezing van het vertegenwoordigend lichaam.

Artikel 2

Voor de toepassing van deze eilandsverordening en de ter uitvoering daarvan gegeven voorschriften worden, behoudens bewijs van het tegendeel, geacht in het eilandgebied werkelijke woonplaats te hebben, zij die in het bevolkingsregister van het eilandgebied staan ingeschreven.

II. KIESRECHT

Artikel 3

De leden van de eilandsraad worden rechtstreeks gekozen door degenen, die op de tiende dag voor die der kandidaatstelling, bedoeld in artikel 14, ingezetenen zijn mits zij Nederlander zijn en de kiesgerechtigde leeftijd, genoemd in artikel 44 van de Staatsregeling van de Nederlandse Antillen op de dag van de stemming hebben bereikt.

Artikel 4

  • 1.

    Van de uitoefening van het kiesrecht zijn uitgesloten:

    • a.

      zij, wie in een der delen van het Koninkrijk het kiesrecht is ontzegd bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak of onherroepelijke uitspraak krachtens het Tribunaal besluit of ingevolge beslissing tot voorwaardelijke buitenvervolgingstelling krachtens het Besluit politieke delinquenten 1945;

    • b.

      zij, die rechtens van hun vrijheid zijn beroofd;

    • c.

      zij, die krachtens onherroepelijke rechterlijke uitspraak wegens krankzinnigheid of zwakheid van vermogens de beschikking of het beheer over hun goederen hebben verloren, of van de ouderlijke macht of de voogdij over een of meer van hun kinderen ontzet zijn;

    • d.

      zij, die krachtens onherroepelijke rechterlijke uitspraak tot een gevangenis straf van meer dan een jaar zijn veroordeeld, gedurende drie jaren nadat hun straf is volbracht, en levenslang, wanneer voor de tweede maal zulk een straf is opgelegd;

    • e.

      zij, die bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak wegens bedelarij of landloperij zijn veroordeeld, gedurende drie jaar nadat hun straf is volbracht, gedurende zes jaren, indien de straf voor de tweede maal, en levenslang, indien de straf voor de derde maal opgelegd is;

    • f.

      zij, die bij onherroepelijke rechterlijke uitspraken binnen een tijdsverloop van drie jaren meer dan tweemaal zijn veroordeeld wegens een strafbaar feit, insluitende openbare dronkenschap, gedurende drie jaren nadat de laatste uitspraak onherroepelijk is geworden.

  • 2.

    Met een onherroepelijke veroordeling, zoals in het eerste lid onder e en f bedoelt, wordt gelijk gesteld het vervallen van het recht tot strafvordering volgens artikel 75 eerste lid van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen.

III. HET KIEZERSREGISTER

Artikel 5

Door de zorg van het Bestuurscollege wordt een kiezersregister bijgehouden, vermeldende de in ieder bevolkingsregister opgenomen kiesgerechtigde personen.

Artikel 6

  • 1. Het kiezersregister wordt gehouden in de vorm van een kaartregister. Elke kaart vermeldt de gegevens van een kiezer.

  • 2. De kaarten van een kiezersregister worden in alfabetische volgorde naar de namen der kiezers gerangschikt. De kaart voor een gehuwde vrouw kan evenwel onmiddellijk na die van haar echtgenoot worden geplaatst.

  • 3. De kaarten kunnen stemdistrictsgewijs en desgewenst, straatsgewijs worden gerangschikt. In het laatste geval behoeft de alfabetische volgorde niet in acht worden genomen.

  • 4. De vorm, de inrichting en de kleur van de kaart voor het kiezersregister worden geregeld bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen.

  • 5. In afwijking van het vorenstaande kunnen in plaats van de in de voorgaande leden bedoelde kaarten, ponskaarten of metalen plaatjes worden gebezigd.

  • 6. De tot het bevolkingsregister behorende gezins- of persoonskaarten kunnen, voor zover zij op kiezers betrekking hebben, als kiezersregister worden aangemerkt en als zodanig worden gebezigd. Het gestelde in de voorgaande leden is alsdan niet van toepassing.

  • 7. Eveneens kunnen als kiezersregister worden aangemerkt en als zodanig worden gebezigd de ponskaarten of metalen plaatjes, welke deel uitmaken van een register, bevattende gegevens van alle in het bevolkingsregister opgenomen personen, voor zover deze ponskaarten of metalen plaatjes op kiezers betrekking hebben. Het gestelde in het eerste tot en met het vierde lid is alsdan niet van toepassing.

Artikel 7

  • 1. Van elke kiezer worden in het kiezersregister vermeldt de naam, de voornamen, de plaats en datum van geboorte alsmede het adres. Gehuwde vrouwen en weduwen worden in het kiezersregister vermeld met de naam van haar echtgenoot of overleden echtgenoot, onder toevoeging van haar eigen naam voorafgegaan door het woord "geboren" of een afkorting van dit woord.

  • 2. Is het eilandgebied in stemdistricten verdeeld, dan wordt tevens het nummer van het stemdistrict, waartoe de kiezer behoord, vermeld. De kiezer wiens adres niet bekend is, behoort tot een door het hoofd van het hoofd van het bevolkingsregister bepaald stemdistrict, dat aan de hand van omstandigheden als het meest doelmatige kan worden beschouwd.

  • 3. Wanneer voor het kiezersregister gebruik wordt gemaakt van de tot het bevolkingsregister behorende gezins- of persoonskaarten blijft het bepaalde in het eerste lid buiten toepassing.

Artikel 8

  • 1. De Minister van Justitie draagt zorg dat van elke uitsluiting van de uitoefening van het kiesrecht als bedoeld in artikel 4, onder a,c,d,e en f aan de bestuurscolleges zo spoedig mogelijk mededeling wordt gedaan, met vermelding van naam, voornamen, adres, datum en plaats van geboorte, zomede van de duur der uitsluiting. Overeenkomstige mededeling vindt plaats van herstel in de uitoefening van het kiesrecht en van elke verlening van het Nederlanderschap.

  • 2. Door de zorg van het Bestuurscollege wordt aantekening gehouden van de mededeling van de Minister van Justitie. Van elke uitsluiting van de uitoefening van het kiesrecht als bedoeld in artikel 4, onder a,c,d,e,f. De aantekening vermeldt naam, voornamen, adres, datum en plaats van geboorte, zomede van de duur van uitsluiting. Overeenkomstige aantekening vindt plaats van de mededeling van herstel in de uitoefening van het kiesrecht, en van elke verlening van het Nederlanderschap.

  • 3. De Gezaghebber stelt na ontvangst van de in het vorig lid bedoelde mededeling betrokkene bij aangetekende brief in kennis van zijn uitsluiting en duur daarvan.

Artikel 9

  • 1. Het Bestuurscollege is verplicht desverlangd aan een ieder kosteloos de inlichtingen uit het kiezersregister te verstrekken waaruit deze kan opmaken, of hijzelf of een ander daarin al dan niet of niet behoorlijk is opgenomen.

  • 2. Het kiezersregister is te allen tijde tegen betaling der kosten geheel of gedeeltelijk in afschrift verkrijgbaar.

  • 3. Aan degene, die ingevolge artikel 15 een kandidatenlijst heeft ingeleverd, worden de in het vorige lid bedoelde kosten voor ten hoogste twee afschriften van het gehele kiezersregister gerestitueerd nadat deze kandidatenlijst is geldig verklaard.

Artikel 10

  • 1. Een ieder is te allen tijde bevoegd bij de rechter in eerste aanleg aanvulling of verbetering van het kiezersregister te verzoeken op grond dat hij of een ander in strijd met de bepalingen van deze eilandsverordening daarin al dan niet of niet behoorlijk is opgenomen. Voor het verzoek wordt gebruik gemaakt van een formulier, dat ten burele van het bevolkingsregister kosteloos verkrijgbaar is.

  • 2. Ongeacht de bevoegdheid in het vorige lid vermeldt, vindt in een jaar waarin een verkiezing van de leden van de eilandsraad worden gehouden, het bepaalde in de tweede volzin van artikel 32 lid 2 toepassing ten aanzien van elk verzoek, ingediend uiterlijk op de vijfde dag na de in de eerste volzin van genoemd artikel lid bedoelde datum.

Artikel 11

  • 1. Indien het verzoek om verbetering van het kiezersregister een ander dan de verzoeker betreft, doet de griffier van het gerecht in eerste aanleg aan die ander daarvan uiterlijk daags na ontvangst van het verzoekschrift bij aangetekende brief mededeling.

  • 2. Het verzoek om verbetering van het kiezersregister wordt onverwijld ter griffie van het gerecht in eerste aanleg neergelegd en ligt aldaar gedurende drie dagen voor een ieder ter inzage.

  • 3. Een ieder is tot uiterlijk drie dagen na afloop van de in het vorige lid bedoelde termijn tot tegenspraak van het verzoek bevoegd. De tegenspraak wordt schriftelijk bij de rechter ingediend.

  • 4. De rechter kan nader bewijs of verhoor der partijen bevelen.

  • 5. Uiterlijk achttien dagen na de indiening van het verzoekschrift doet de rechter uitspraak en beveelt, indien de uitspraak daartoe leidt, aanvulling of verbetering van het kiezersregister.

  • 6. Bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen worden vastgesteld de vorm en de inrichting van het verzoekschrift tot aanvulling of verbetering van het kiezersregister bedoeld in artikel 10.

Artikel 12

  • 1.

    Van de rechterlijke uitspraken als in het vijfde lid van artikel 11 bedoelt, geeft de griffier binnen driemaal vier en twintig uur kennis aan het Bestuurscollege.

  • 2.

    Door de zorg van het Bestuurscollege wordt het kiezersregister onverwijld overeenkomstig deze uitspraken gewijzigd.

IV. HOOFDSTEMBUREAUS

Artikel 13

  • 1.

    Er wordt voor de verkiezing van het vertegenwoordigende lichaam een hoofdstembureau ingesteld.

  • 2.

    Het hoofdstembureau is samengesteld uit vijf leden van wie een voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter is.

  • 3.

    Voorzitter is de gezaghebber van het eilandgebied. De plaatsvervangende voorzitter, de drie andere leden alsmede drie plaatsvervangende leden van het hoofdstembureau worden benoemd door het Bestuurscollege.

  • 4.

    De benoeming bedoeld in het vorige lid geschiedt telkens tenminste dertig dagen voor de voor elke kandidaatstelling bepaalde dag. Op het tijdstip, waarop de nieuwe leden en plaatsvervangende leden worden benoemd, treden de zitting hebbende leden en plaatsvervangende leden af. Hij, die ter vervulling van een opengevallen plaats is benoemd treedt af op het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, moet aftreden.

  • 5.

    Het orgaan dat de plaatsvervangende voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden benoemt, kan deze ontslaan.

  • 6.

    Voor het houden van de zittingen van het hoofdstembureau wijst het Bestuurscollege een lokaal aan.

V. KANDIDAATSTELLING

Artikel 14

De dag der kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de eilandsraad wordt bij eilandsbesluit bepaald.

Artikel 15

  • 1. Op de dag der kandidaatstelling kunnen bij de voorzitter van het hoofdstembureau of bij het door deze aan te wijzen lid van dat bureau, ter plaatse waar dat bureau is gevestigd, van des voormiddags negen uur tot des namiddags vier uur lijsten van kandidaten worden ingeleverd. Voor deze lijsten wordt gebruik gemaakt van formulieren die ten burele van het bevolkingsregister kosteloos verkrijgbaar zijn.

  • 2. De inlevering der lijst geschiedt persoonlijk door een der personen, bevoegd tot deelneming aan de verkiezing in het eiland alwaar de lijst wordt ingeleverd. De kandidaten kunnen daarbij vertegenwoordigd zijn.

  • 3. De voorzitter van het hoofdstembureau of het ingevolge het eerste lid aangewezen lid van dit bureau stelt een bewijs van ontvangst ter hand aan degene, die de lijst inlevert.

  • 4. Drie weken voor de dag der kandidaatstelling geschiedt van het bij het eerste lid bepaalde door of namens de voorzitter van het hoofdstembureau openbare kennisgeving.

  • 5. De vorm en de inrichting van de lijst van kandidaten worden vastgesteld bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 16

  • 1. Elke kandidatenlijst dient te worden ondersteund door een aantal kiezers, dat gelijk is aan tenminste een procent van de som der stemcijfers, welke bij de laatstgehouden verkiezing voor het vertegenwoordigende lichaam door elk hoofdstembureau zijn vastgesteld, naar boven afgerond naar een geheel getal, met een minimum van 25. De politieke partijen die reeds een vertegenwoordiging hebben in de Eilandsraad of in de Staten van de Nederlandse Antillen zijn vrijgesteld van het vereiste om door een aantal kiezers ondersteund te worden.

  • 2. De ondersteuning in het vorige lid bedoeld geschiedt door het plaatsen van handtekeningen op elke kandidatenlijst door de in artikel 32, tweede lid bedoelde kiezers ten burele van het hoofdstembureau gedurende zeven dagen volgende op die der indiening der lijsten van negen uur des voormiddags tot half negen des namiddags.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde kiezer kan slechts in het eilandgebied, in welks kiezersregister hij is opgenomen, aan de ondersteuning deelnemen.

  • 4. Eenzelfde kiezer mag niet meer dan een lijst ondertekenen.

Artikel 17

  • 1. De kandidaten worden met vermelding van hun naam, voorletters, datum van geboorte, alsmede woonplaats en adres op lijsten geplaatst in de volgorde waarin door de personen, namens wie de lijst wordt ingeleverd, aan hen de voorkeur wordt gegeven. De voorletters mogen geheel of gedeeltelijk door de voornamen worden vervangen.

  • 2. Indien de kandidaat een gehuwde vrouw of weduwe is, wordt zij op de lijst vermeld met de naam van haar echtgenoot of overleden echtgenoot onder toevoeging van haar eigen naam, voorafgegaan door het woord "geboren" of een afkorting daarvan.

  • 3. Op een kandidatenlijst mogen ten hoogste acht kandidaten meer worden geplaatst dan het aantal te verkiezen leden.

  • 4. De naam van eenzelfde kandidaat mag niet voorkomen op meer dan een van de lijsten, welke bij eenzelfde hoofdstembureau zijn ingeleverd.

Artikel 18

  • 1. Bij de lijst worden overlegd:

    • a.

      de schriftelijke verklaring van iedere daarop voorkomende kandidaat, dat hij bewilligt in zijn kandidaatstelling op deze lijst. Voor deze verklaring wordt gebruik gemaakt van een formulier dat ten burele van het bevolkingsregister kosteloos verkrijgbaar is. De vorm en de inrichting van deze verklaring worden vastgesteld bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen. Indien de kandidaat zich buiten het eiland bevindt, alwaar de lijst wordt ingeleverd, is de verklaring niet aan enig formulier gebonden en kan zij ook telegrafisch gebeuren;

    • b.

      een verklaring van of namens de voorzitter van het hoofdstembureau, dat de kandidaat kiesgerechtigde is ingevolge artikel 32, tweede lid. Overlegging als hier bedoeld wordt niet vereist ten aanzien van de kandidaat, die van de uitoefening van het kiesrecht is uitgesloten op grond van het bepaalde in artikel 4 onder d;

    • c.

      de schriftelijke verklaring bedoeld bij artikel 19, tweede lid;

    • d.

      een zwart-wit foto van vier bij zes centimeter, gevende een duidelijk beeld (goedgelijkend) van de hoogst geplaatste kandidaat;

    • e.

      een schriftelijke opgave van de nadere aanduiding van de naam van de politieke groepering. Als nadere aanduiding kan slechts dienen een afkorting van de naam der politieke groepering. Indien een opgave is gedaan door een rechtspersoonlijkheid bezittende politieke groepering, wier statuten bepalingen inhouden omtrent de afkorting van haar naam, kan slechts de in die statuten vermelde afkorting als nadere aanduiding dienen. Indien een opgave is gedaan hetzij door een rechtspersoonlijkheid bezittende politieke groepering, wier statuten geen bepalingen inhouden omtrent de afkorting van haar naam, hetzij een niet rechtspersoonlijkheid bezittende politieke groepering kan de opgegeven afkorting als nadere aanduiding dienen tenzij:

    • A.

      de aanduiding naar het oordeel van het hoofdstembureau in strijd is met de openbare orde of goede zeden;

    • B.

      de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met de aanduiding van een andere politieke groepering en daardoor naar het oordeel van het hoofdstembureau verwarring te duchten is. Indien in twee of meer opgaven eenzelfde aanduiding is opgegeven beslist het lot.

  • 2. Een overeenkomstig het eerste lid onder a overgelegde verklaring van bewilliging kan niet worden ingetrokken.

Artikel 19

  • 1. Op naam van een der personen, die voorkomen in het kiezersregister van het eiland al waar de lijst wordt ingeleverd moet voor elke in te leveren lijst een bedrag van fls. 1.000,- worden gestort ten kantore van de eilandsontvanger.

  • 2. Ten kantore van de eilandsontvanger wordt van de storting van het in het eerste lid genoemde bedrag een schriftelijke verklaring afgegeven. Deze verklaring moet bij de indiening van de lijst worden ingeleverd.

  • 3. Na de vaststelling van de uitslag der verkiezing wordt het in het eerste lid bedoelde bedrag aan hem, te wiens name het is gestort, teruggeven, tenzij:

    • a.

      de lijst waarvoor het bedrag is gestort ongeldig is verklaard;

    • b.

      het stemcijfer van de lijst waarvoor het bedrag is gestort lager is dan dertig procent van de som der stemcijfers van alle lijsten.

  • 4. In het geval, dat het gestorte bedrag niet wordt teruggegeven aan hem, te wiens name het is gestort, vervalt het aan de betreffende eilandskas.

  • 5. De vorm en de inrichting van de in het tweede lid bedoelde verklaring worden vastgesteld bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 20

  • 1. Binnen acht dagen na de openbaarmaking van de uitslag der verkiezing overeenkomstig artikel 111 zendt de voorzitter van het hoofdstembureau aan de eilandontvanger te wiens kantore de storting, in artikel 19 eerste lid bedoeld, heeft plaatsgehad, een opgave betreffende de bedragen, welke moeten worden teruggeven alsmede betreffende de bedragen, welke ingevolge artikel 19, vierde lid, aan de eilandskas vervallen.

  • 2. Teruggave door de eilandontvanger zoals in het vorige lid bedoeld geschiedt binnen acht dagen na ontvangst van het daartoe strekkende verzoek van de belanghebbende.

Artikel 21

  • 1. Op de derde dag na het verloop van de termijn, bedoeld in artikel 16, tweede lid, houdt het hoofdstembureau een zitting tot het onderzoeken van de lijsten.

  • 2. Indien bij het onderzoek blijkt van een der volgende verzuimen geeft het hoofdstembureau uiterlijk op de daarop volgende dag tegen gedagtekend ontvangstbewijs aan hem, die de lijst heeft ingeleverd kennis dat:

    • a.

      de lijst niet is ondersteund door het vereiste aantal bevoegde kiezers. Bij de beoordeling of een lijst voldoet aan deze eis, blijven buiten aanmerking de ondertekenaars, die meer dan een lijst hebben ondertekend;

    • b.

      een kandidaat niet is vermeld met zijn naam, voornamen of voorletters, datum van geboorte, woonplaats en adres;

    • c.

      op de lijst een gehuwde vrouw of weduwe niet is vermeld met de naam van haar echtgenoot of overleden echtgenoot onder toevoeging van haar eigen naam voorafgegaan door het woord "geboren" of een afkorting van dat woord;

    • d.

      ten aanzien van een kandidaat ontbreekt de verklaring dat hij bewilligt in zijn kandidaatstelling op de lijst;

    • e.

      de verklaring bedoeld bij artikel 18, eerste lid onder b. ontbreekt;

    • f.

      de overgelegde foto, naar het oordeel van het hoofdstembureau niet voldoet aan de in artikel 18 onder d gestelde eisen. Degene, die de foto heeft overhandigd, wordt, met inachtneming van het bepaalde in het derde en vierde lid van dit artikel, door het hoofdstembureau in de gelegenheid gesteld een nieuwe foto bij de voorzitter van het hoofdstembureau in te dienen. Voldoet, naar het oordeel van het hoofdstembureau, ook deze nieuwe foto niet aan de gestelde eisen, dan beslist het hoofdstembureau in zijn in artikel 29, eerste lid bedoelde zitting, dat de betrokken lijst op het stembiljet bedoelt bij artikel 66, zonder foto wordt afgedrukt;

    • g.

      de verklaring, bij het eerste lid onder e van artikel 19 voorgeschreven, ontbreekt.

  • 3. Binnen drie dagen na de dag waarop de kennisgeving is uitgereikt, kan hij, die de lijst heeft ingeleverd, het verzuim, in de kennisgeving aangeduid, herstellen ten burele van het hoofdstembureau.

  • 4. Bij verhindering of ontstentenis van hem, die de lijst heeft ingeleverd, treedt in diens plaats een der kandidaten op de lijst in de volgorde, waarin zij op de lijst voorkomen.

Artikel 22

Onmiddellijk nadat de lijsten door het hoofdstembureau zijn onderzocht, doet de voorzitter of het ingevolge het eerste lid van artikel 15 door deze aan te wijzen lid van dat bureau deze ten burele van het bevolkingsregister van het eiland alwaar de lijsten zijn ingeleverd, voor een ieder ter inzage nederleggen.

Artikel 23

  • 1. Uiterlijk op de dag na het verstrijken van de termijn bedoeld in het derde lid van artikel 21 beslist het hoofdstembureau in een voor kiezers toegankelijke zitting over de geldigheid van de lijsten en over het handhaven van de daarop voorkomende kandidaten.

  • 2. Dag en uur van de zitting worden door of namens de voorzitter ter openbare kennis gebracht.

Artikel 24

Ongeldig is de lijst:

  • a.

    die op de dag der kandidaatstelling niet tussen des voormiddags negen uur en des namiddags vier uur bij de voorzitter van het hoofdstembureau of het ingevolge het eerste lid van artikel 15 aangewezen lid van dat bureau is ingeleverd;

  • b.

    die niet door het vereiste aantal bevoegde kiezers is ondersteund;

  • c.

    die niet voldoet aan de voorschriften betreffende de vorm en inrichting, geregeld bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen;

  • d.

    die niet persoonlijk is ingeleverd door een der personen bedoeld in artikel 15, tweede lid;

  • e.

    waarop, door toepassing van artikel 25, alle kandidaten zijn geschrapt;

  • f.

    waarbij niet gevoegd is de verklaring, bij het tweede lid van artikel 19 voorgeschreven.

Artikel 25

  • 1. Het hoofdstembureau schrapt van de lijst de naam van de kandidaat die niet voldoet aan de vereisten van verkiesbaarheid, vermeld in artikel 6 van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen ofwel ingevolge het tweede lid van artikel 6 van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen van verkiesbaarheid is uitgesloten.

  • 2. Het hoofdstembureau schrapt voorts in de volgorde van dit artikel aangewezen, van de lijst de naam van de kandidaat:

    • a.

      die niet is vermeld met zijn naam, voornamen of voorletters, datum van geboorte, woonplaats en adres;

    • b.

      die als gehuwde vrouw of weduwe niet is vermeld met de naam van haar echtgenoot of overleden echtgenoot onder toevoeging van haar eigen naam, voorafgegaan door het woord "geboren" of een afkorting van dit woord;

    • c.

      van wie niet is overgelegd de verklaring dat hij bewilligt in zijn kandidaatstelling op de lijst;

    • d.

      van wie niet is overgelegd een verklaring als bedoeld bij artikel 18, eerste lid, sub b;

    • e.

      die voorkomt op meer dan een lijst ingeleverd bij eenzelfde hoofdstembureau;

    • f.

      van wie een uittreksel uit het register van overlijden dan wel een afschrift van de akte van overlijden is overgelegd;

    • g.

      die op de lijst voorkomt na het ten hoogste toegelaten aantal.

Artikel 26

  • 1. Binnen twee dagen na de dag, waarop door het hoofdstembureau over de geldigheid van de lijsten en over de handhaving van de kandidaten, die daarop voorkomen, is beslist, kan iedere kiezer van die beslissing in beroep komen bij de rechter in eerste aanleg, binnen wiens ressort de kandidatenlijst is ingeleverd.

  • 2. Indien beroep is ingesteld tegen een beslissing, waarbij het hoofdstembureau een lijst ongeldig heeft verklaard of een kandidaat heeft geschrapt op grond van een der verzuimen vermeld in het tweede lid van artikel 21, zonder dat het hoofdstembureau tevoren overeenkomstig het in dat artikel bepaalde kennis heeft gegeven van het bestaan van het verzuim aan hem die de lijst heeft ingeleverd, kan deze het verzuim alsnog ter griffie van het gerecht in eerste aanleg herstellen.

Artikel 27

  • 1.

    De rechter behandelt het beroep in een openbare zitting, te houden binnen veertien dagen na de dag waarop het is ingekomen.

  • 2.

    Dag en uur der zitting worden onverwijld door de griffier medegedeeld aan hem, die het beroep heeft ingesteld, aan hem die de lijst heeft ingeleverd en aan het hoofdstembureau.Bij de behandeling kan hij die het beroep heeft ingesteld dit beroep toelichten, de voorzitter of een der andere leden van het hoofdstembureau kan de beslissing van dit bureau toelichten.

Artikel 28

  • 1. De rechter beslist op het beroep uiterlijk op de derde dag na de in artikel 27 bedoelde zitting.

  • 2. De griffier deelt de beslissing onverwijld mede aan hem die het beroep heeft ingesteld, aan hem die de lijst heeft ingeleverd en aan het hoofdstembureau.

Artikel 29

  • 1. Tenzij het geval bedoeld in artikel 98 zich voordoet, nummert het hoofdstembureau, zodra de termijn voor beroep als bedoeld in artikel 26 is verstreken, of in geval van beroep, zodra de beslissing van de rechter aan het hoofdstembureau is meegedeeld, in een voor de kiezers toegankelijke zitting de lijsten in de volgorde door het lot aangewezen.

  • 2. Bij deze zitting kan degene, die een lijst heeft ingeleverd of een van de kandidaten bedoeld in artikel 21, vierde lid voor de kleuropdruk zoals bedoeld bij artikel 66 onder a bij de voorzitter van het hoofdstembureau te diens burele schriftelijk opgave doen aan welke kleur hij voor die lijst de voorkeur geeft. Door of namens de voorzitter van het hoofdstembureau wordt een bewijs van ontvangst ter hand gesteld aan degene, die de opgave heeft ingediend. Als kleur kan slechts worden opgegeven een der bij beschikking van het bestuurscollege voor elke verkiezing bepaalde kleuren. Van deze beschikking wordt door de voorzitter van het hoofdstembureau zo spoedig mogelijk een exemplaar gezonden aan hen, die de lijsten van kandidaten hebben ingeleverd. Aan de lijst(en), waarvoor een opgave van voorkeur voor een kleur werd ingediend, wordt deze kleur toegekend. Indien in twee of meer opgaven eenzelfde kleur wordt genoemd, wordt de kleur toegekend aan de lijst, aan welke bij de laatstgehouden verkiezing deze kleur was toegekend, of, zo dit niet het geval is geweest, beslist hierover het lot. Aan de andere betrokken lijst(en) alsmede aan de lijst(en) ten aanzien waarvan geen opgave van voorkeur voor een kleur is ingediend, wordt bij loting een kleur toegewezen. De vorenbedoelde lotingen geschieden in de zitting van het hoofdstembureau bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

  • 3. Een en ander wordt vooraf ter openbare kennis gebracht.

Artikel 30

  • 1. Tenzij het geval bedoeld in artikel 98 zich voordoet, maakt het hoofdstembureau de lijsten onverwijld openbaar.

  • 2. De openbaarmaking geschiedt door nederlegging der kandidatenlijsten ter inzage voor een ieder ten burele van het bevolkingsregister van het eiland alwaar de lijsten zijn ingeleverd. Van de nederlegging geschiedt tegelijk openbare kennisgeving.

Artikel 31

Van de in de artikelen 21, 23 en 29 bedoelde zittingen wordt proces-verbaal opgemaakt.

VI. DE STEMMING

Artikel 32

  • 1. Indien voor de verkiezing een stemming nodig is, geschiedt deze uitsluitend over de geldig verklaarde lijsten en de daarop voorkomende kandidaten.

  • 2. Aan de stemming wordt alleen deelgenomen door hen, die op de tiende dag voor die der kandidaatstelling, bedoelt in artikel 14, in het kiezersregister voorkomen. De rechterlijke uitspraken, gedaan tussen voornoemde datum en de dag voor die der kandidaatstelling, worden daarbij overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid van artikel 12 in acht genomen.

  • 3. De kiezer, die ingevolge het vorige lid bevoegd is aan de stemming deel te nemen, kan alleen zijn stem uitbrengen in het eilandgebied in welks kiezersregister hij is opgenomen.

  • 4. De kiezer stemt in het stemlokaal van het voor hem aangewezen stemdistrict.

Artikel 33

De dag der stemming voor de verkiezing van de leden van de eilandsraad wordt door het bestuurscollege van het eilandgebied bepaald, zodanig dat tussen de dag der kandidaatstelling en die der stemming tenminste achtenveertig dagen gelegen zijn.

Artikel 34

  • 1. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen werd het eilandgebied zo nodig in stemdistricten verdeeld. Heeft deze verdeling niet plaats, dan vormt het eilandgebied een stemdistrict.

  • 2. Een stemdistrict bevat in de regel niet meer dan twaalfhonderd kiezers.

Artikel 35

  • 1. Er is voor elk stemdistrict een stembureau.

  • 2. Elk stembureau bestaat uit drie leden, van wie een voorzitter is. De voorzitter is het eerste lid van het stembureau en van de twee leden wordt een benoemd als het tweede en een als het derde lid van het stembureau. Bovendien worden daarin tenminste twee plaatsvervangende leden benoemd.

Artikel 36

  • 1. De voorzitter, leden en plaatsvervangende leden van de stembureaus worden uit de kiesgerechtigde ingezetenen van het eilandgebied, benoemd door het bestuurscollege.

  • 2. De benoeming bedoeld in het vorige lid geschiedt tijdig voor de voor elke stemming bepaalde dag. Op het tijdstip waarop de nieuwe voorzitter, leden en plaatsvervangende leden benoemd worden, treden de zitting hebbende voorzitter, leden en plaatsvervangende leden af.

Artikel 37

  • 1. Tenminste acht dagen voor de dag der stemming ontvangt elke kiezer, die bevoegd is aan de stemming deel te nemen van de gezaghebber een kaart, bevattende een oproeping voor de stemming. Op deze kaart worden vermeld:

    • a.

      de naam van het vertegenwoordigend lichaam waarvoor de stemming plaats vindt;

    • b.

      de naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats, alsmede het adres van de kiezer;

    • c.

      het nummer, waaronder de kiezer in het bij de stemming te bezigen afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister voorkomt;

    • d.

      het eiland en het nummer van het stemdistrict waartoe de kiezer behoort;

    • e.

      het adres van het stemlokaal voor dat stemdistrict;

    • f.

      de dag en de uren waarop de stemming plaats vindt.

  • 2. De vorm en de inrichting alsmede de kleur van de oproepingskaart worden vastgesteld bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen.

  • 3. De lijsten van kandidaten worden ter kennis van de kiezers gebracht door deze lijsten op de dag der stemming in het stemlokaal, bij de ingang daarvan, duidelijk leesbaar in afdruk op te hangen. Op deze lijsten worden uitsluitend naam, voornamen of voorletters en woonplaats van de kandidaten vermeld, alsmede haar nummers.

  • 4. Aan de tot deelneming aan de stemming bevoegde kiezer, aan wie een oproepingskaart is toegezonden, doch wiens oproepingskaart in het ongerede is geraakt of niet werd ontvangen, wordt op zijn aanvrage door of namens de gezaghebber een nieuwe oproepingskaart uitgereikt, mits hij voldoende van zijn identiteit doet blijken. Tot zodanige uitreiking is ook bevoegd het stembureau van het stemdistrict, waartoe de betrokken kiezer behoort.

  • 5. Tenminste drie dagen voor de dag der stemming wordt door de gezaghebber ter openbare kennis gebracht:

    • a.

      de dag en de uren, waarop de stemming plaats vindt;

    • b.

      de inhoud van artikel 134 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen en van artikel 133 van deze eilandsverordening.

Artikel 38

De stemming vangt aan des voormiddags acht uur en duurt tot des namiddags zeven uur.

Artikel 39

  • 1. leder werkgever is verplicht te zorgen dat zijn werknemer, die bevoegd is aan de stemming deel te nemen, op de dag der stemming gedurende de in het vorige artikel voor de stemming bepaalde tijd, tenminste vier achtereenvolgende werkuren vrijaf heeft, tenzij de werknemer gedurende de uren waarop de stemming kan worden verricht uit anderen hoofde vier achtereenvolgende uren vrij is.

  • 2. De werkgever is verplicht te zorgen, dat de tijd gedurende welke de werknemer de gelegenheid krijgt aan de stemming deel te nemen, uiterlijk een week voor de dag der stemming tezijner kennis wordt gebracht.

Artikel 40

  • 1. Het bestuur, alsmede degene die is belast met de feitelijke leiding van een inrichting voor geneeskundige behandeling, verpleging en/of verzorging, stelt een in die inrichting opgenomen persoon, die bevoegd is aan de stemming deel te nemen, daartoe in de gelegenheid, voor zover op medische gronden geen bezwaar bestaat dat betrokkene in persoon aan de stemming deelneemt.

  • 2. Vervallen

Artikel 41

Vervallen

Artikel 42

Vervallen

Artikel 43

Vervallen

Artikel 44

Vervallen

Artikel 45

Vervallen

Artikel 46

Vervallen

Artikel 47

Vervallen

Artikel 48

Vervallen

Artikel 49

Vervallen

Artikel 50

Vervallen

Artikel 51

Vervallen

Artikel 52

Vervallen

Artikel 53

Vervallen

Artikel 54

Vervallen

Artikel 55

Vervallen

Artikel 56

Vervallen

Artikel 57

Vervallen

Artikel 58

  • 1. De bij de opening van het stembureau fungerende voorzitter, leden of plaatsvervangende leden nemen bij dit stembureau aan de stemming deel.

  • 2. Indien zij volgens het kiezersregister tot een ander stemdistrict behoren, wordt van het uitbrengen van hun stem melding gemaakt in het procesverbaal.

Artikel 59

  • 1. Gedurende de zitting zijn steeds de voorzitter en twee leden van het stembureau aanwezig.

  • 2. Bij ontstentenis van de voorzitter treden die leden, naar volgorde van benoeming als zodanig op.

  • 3. Bij ontstentenis van een lid treedt een door de voorzitter aan te wijzen plaatsvervangend lid op.

  • 4. Zolang geen plaatsvervangend lid beschikbaar is, wordt door de voorzitter een der in het stemlokaal aanwezige kiezers als zodanig aangewezen.

  • 5. Van alle verwisselingen in de samenstelling van het stembureau wordt in het proces-verbaal aantekening gehouden met opgave van de reden daarvan en de tijd der vervanging.

Artikel 60

Indien bij het nemen van een beslissing door het stembureau de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 61

  • 1. Het bestuurscollege wijst voor elk stemdistrict een geschikt lokaal aan.

  • 2. De gezaghebber zorgt voor de inrichting van het stemlokaal.

Artikel 62

  • 1. Op de tafel van het stembureau liggen:

    • a.

      een afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister, bevattende een genummerde opgave van de kiezers, die in het stemdistrict bevoegd zijn aan de stemming deel te nemen;

    • b.

      een exemplaar van deze eilandsverordening;

    • c.

      de eilandbesluiten, houdende algemene maatregelen, welke op de verkiezing betrekking hebben.

  • 2. De vorm en de inrichting van het afschrift en uittreksel in het vorige lid onder a bedoeld, worden vastgesteld bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 63

De tafel is zodanig geplaatst, dat de kiezers de verrichtingen van het stembureau kunnen gadeslaan.

Artikel 64

  • 1. Voor of bij de tafel, binnen het bereik van het lid van het stembureau dat belast is met de in artikel 72, derde lid bedoelde taak, staat de stembus, voorzien van twee verschillende sloten.

  • 2. De stembus moet voorts aan de volgende vereisten voldoen:

    • a.

      de bus en het deksel, welke grijs gekleurd zijn, worden vervaardigd van metaal;

    • b.

      de bus is rond en wordt gedekt met een deksel, hetwelk in het midden voorzien is van een sleuf, lang 15 cm en breed 1½ cm;

    • c.

      het deksel wordt vastgehecht aan de bus met een van binnen geklonken scharnier en bevat een lip, passende op een eensgelijks in de bus geklonken oog, waardoor een hangslot kan worden gehangen;

    • d.

      de sleuf wordt gedekt met een op het deksel vastgehecht plaatje, waaraan twee naar binnen uitspringende veren zijn bevestigd, welk plaatje, van buiten toegedrukt, niet dan door middel van drukking aan de binnenzijde van het deksel kan worden geopend;

    • e.

      aan elk van beide lange zijden van de sleuf bedekkende plaatje worden twee platte oogjes van genoegzame breedte voor het doorhalen van een stuk band bevestigd. Met elk dezer oogjes correspondeert een soortgelijk oogjes, op de bus aangebracht naast het plaatje aan dezelfde zijde;

    • f.

      boven op het deksel, achter het plaatje wordt met een scharnier in het deksel een beugeltje aangebracht, geschikt om over het plaatje, wanneer dit is geopend, gelegd en in een oogje door middel van een pennetje bevestigd te worden, teneinde het toeslaan van het plaatje te beletten;

    • g.

      de bus wordt voorzien van twee handvatten.

  • 3. De hoogte van de stembus bedraagt 70 cm en de doorsnee 30 cm.

  • 4. De stembus wordt gesloten door de sleuf met het plaatje te bedekken en op dit laatste zo te drukken, dat de aan het plaatje bevestigde veren binnen de bus uitspringen.

Artikel 65

  • 1. Buiten de voor het publiek bestemde ruimte, zijn in het stemlokaal een of meer geheel van elkaar gescheiden stemhokjes geplaatst, waarvan de toegang zichtbaar is voor het stembureau en voor het publiek en waarin de kiezers hun stem in het geheim kunnen uitbrengen.

  • 2. In elk stemlokaal bevindt zich op elk aantal van ten volle 250 kiezers, dat het stemdistrict telt, tenminste een stemhokje.

  • 3. Het stemhokje bestaat uit twee zijwanden, elk van tenminste 1 meter breed en 2 meter hoog. Wordt het hokje met de achterzijde niet tegen een ondoorzichtig gedeelte van een wand van het lokaal geplaatst, dan dient de achterwand te zijn afgedekt. Aan de bovenkant van de voorzijde worden gordijnen aangebracht van ondoorzichtige zwarte stof, waarvan de verzwaarde onderkant afhangt tot beneden de hoogte van de lessenaar, in het volgende lid genoemd.

  • 4. In elk stemhokje bevindt zich een lessenaar ter hoogte van tenminste 1.20 meter.

  • 5. Op elke lessenaar bevinden zich tenminste twee vastliggende rode potloden.

  • 6. Boven elke lessenaar hangt aan de wand een gedrukte staat van inlichtingen. Het model van deze staat wordt vastgesteld bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 66

  • 1. Op het bij de verkiezing te bezigen stembiljet, vervaardigd rechthoekige vorm op wit papier, zijn gedrukt aan de ene zijde de lijsten van kandidaten over wie de stemming moet geschiedt met vermelding van het aan elke lijst toegekende nummer en gerangschikt in de volgorde der nummers; aan de andere zijde de handtekening van de voorzitter van het hoofdstembureau.

  • 2. De op het stembiljet voorkomende lijsten van kandidaten kunnen worden voorzien van:

    • a.

      een kleuropdruk, zo dat elke lijst op duidelijke wijze wordt onderscheiden van de andere lijst(en), zonder dat nochtans afbreuk wordt gedaan aan de leesbaarheid van de namen van kandidaten; de kleuropdruk wordt niet aangebracht in de stemvakken voor de namen der kandidaten.

    • b.

      een zwart-wit foto, gevende een duidelijke en goedgelijkend beeld van de op ieder der lijsten hoogst geplaatste kandidaat. De grootte van de foto is drie bij vier cm.

    • c.

      een nadere aanduiding van de naam der politieke groepering met inachtneming van het bepaalde in artikel 18, eerste lid onder e.

  • 3. De vorm en de inrichting van het stembiljet worden vastgesteld bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 67

  • 1. De gezaghebber stelt voor het eilandgebied het nodige aantal stembiljetten vast, er daarbij rekening mee houdende, dat op elk stembureau aanwezig moeten zijn stembiljetten tot en met tenminste twee ten honderd van het getal der kiezers, die bevoegd zijn in het stemdistrict hun stem uit te brengen, vermeerderd aantal.

  • 2. De gezaghebber draagt zorg dat voor de aanvang van de stemming op elk stembureau de benodigde stembiljetten aanwezig zijn.

  • 3. De stembiljetten worden aan het stembureau toegezonden in een of meer verzegelde pakken, op elk waarvan het nummer van het stemdistrict en het aantal der zich daarin bevindende stembiljetten is vermeld.

Artikel 68

  • 1. Voor acht uur des morgens, alvorens iemand tot deelneming aan de stemming wordt toegelaten, opent het stembureau tijdig de pakken met stembiljetten en stelt het aantal biljetten vast.

  • 2. Voor de aanvang der stemming sluit het stembureau de stembus na zich overtuigd te hebben dat zij ledig is. Tijdens de stemming berust een der sleutels bij de voorzitter en de andere bij het oudste lid in jaren.

Artikel 69

Tot de stemming wordt slechts toegelaten hij die bevoegd is hieraan deel te nemen als kiezer voor zover hij in het bezit is van de voorgeschreven oproepingskaart.

Artikel 70

  • 1. De kiezer overhandigt aan de voorzitter van het stembureau de oproepingskaart.

  • 2. De voorzitter noemt duidelijk verstaanbaar het nummer waaronder de kiezer volgens de oproepingskaart in het afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister voorkomt.

  • 3. Het tweede lid van het stembureau noemt de naam, die in het afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister bij het door de voorzitter genoemde nummer is vermeld. De voorzitter controleert de naam aan de hand van de oproepingskaart.

  • 4. Het tweede lid van het stembureau houdt, door in het afschrift van of het uittreksel uit het kiezersregister naast de naam van de kiezer zijn paraaf te stellen, aantekening dat deze zich heeft aangemeld.

  • 5. Vervolgens overhandigt de voorzitter aan de kiezer een stembiljet, dat zodanig is dichtgevouwen, dat de handtekening van de voorzitter van het hoofdstembureau zichtbaar is.

  • 6. De voorzitter houdt aantekening van het aantal uitgereikte stembiljetten, alsmede van het aantal kiezers, dat weigert een stembiljet in ontvangst te nemen.

Artikel 71

  • 1. De kiezer begeeft zich na ontvangst van het stembiljet onverwijld naar een niet in gebruik zijnd stemhokje en stemt door met potlood rood te maken een wit stipje, gesteld in het stemvak voor de naam van de kandidaat zijner keuze.

  • 2. Daarna vouwt hij het stembiljet dicht op zodanige wijze dat de namen van de kandidaten niet zichtbaar zijn en begeeft zich daarmede onmiddellijk naar de stembus.

  • 3. Het derde lid overtuigt zich, zonder het stembiljet in handen te nemen, dat dit de handtekening van de voorzitter van het hoofdstembureau draagt en doet de kiezer het stembiljet in de bus gestoken stembiljetten.

Artikel 72

  • 1. Indien de kiezer zich bij invulling van zijn stembiljet vergist, geeft hij dit aan de voorzitter terug. Deze verstrekt hem op zijn verzoek eenmaal een nieuw biljet.

  • 2. De teruggegeven stembiljetten worden door de voorzitter onmiddellijk onbruikbaar gemaakt door het stempelen van het woord "onbruikbaar" op de beide zijden van het stembiljet.

Artikel 73

Wanneer aan het stembureau blijkt dat een kiezer uit hoofde van zijn lichamelijke gesteldheid hulp behoeft, kan deze zich doen bijstaan.

Artikel 74

  • 1. De kiezer die na waarschuwing de wettelijke voorschriften omtrent de stemming niet opvolgt, wordt niet tot de stembus toegelaten en is verplicht het stembiljet, zo hem dit reeds overhandigd is, terug te geven.

  • 2. De tot de stembus toegelaten kiezer, die weigert het stembiljet in de bus te steken, is verplicht dit terug te geven.

  • 3. Het tweede lid van artikel 72 is van toepassing.

  • 4. Weigert een kiezer het stembiljet terug te geven, dan houdt de voorzitter aantekening met vermelding van de naam en het nummer, zoals deze op de oproepingskaart voorkomen.

Artikel 75

  • 1. Gedurende de tijd dat het stembureau zitting houdt, zijn de kiezers bevoegd in de voor het publiek bestemde ruimte van het stemlokaal te vertoeven, voor zover de orde daardoor niet wordt verstoord en de voortgang der stemming niet wordt belemmerd.

  • 2. De kiezers verschijnen daar ongewapend, tenzij zij behoren tot de gewapende macht of een wapen bij zich hebben, dat behoort tot hun ambtskleding of bij de kleding, door hen met vergunning van het boven hen gestelde openbaar gezag gedragen.

  • 3. De in het stemlokaal aanwezige kiezers kunnen bezwaren inbrengen, zo de stemming niet overeenkomstig de wettelijke voorschriften geschiedt.

  • 4. De bezwaren worden in het proces-verbaal van de zitting van het stembureau vermeld.

Artikel 76

  • 1. De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in het stemlokaal.

  • 2. Niet dan op zijn op de dag der stemming gedane vordering en alleen tot bedwang van wanorde, mag enige gewapende macht in het stemlokaal of zijn worden geplaatst. De burgerlijke en militaire autoriteiten zijn gehouden aan daartoe door de voorzitter van het stembureau gedane vordering te voldoen.

Artikel 77

  • 1. Bevindt het stembureau, dat wanorde in het stemlokaal of zijn toegangen de behoorlijke voortgang van de stemming onmogelijk maakt, dan wordt dit door de voorzitter verklaard. De stemming wordt daarop aanstonds geschorst en tot de volgende dag des voormiddags acht uur verdaagd.

  • 2. De sleuf van de stembus wordt onmiddellijk in tegenwoordigheid van de in het stemlokaal aanwezige kiezers gesloten, waarna de stembus wordt verzegeld.

  • 3. Aan de deur van het stemlokaal wordt een kennisgeving gevestigd dat de stemming is geschorst tot de volgende dag des voormiddags acht uur.

Artikel 78

  • 1. Vervolgens worden in afzonderlijke te verzegelen pakken gesloten:

    • a.

      de sleutels waarmee de stembus is afgesloten;

    • b.

      de niet gebruikte stembiljetten;

    • c.

      de teruggegeven en onbruikbaar gemaakte stembiljetten;

    • d.

      de ingeleverde oproepingskaarten;

    • e.

      het afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister.

  • 2. Van de geschorste zitting wordt proces-verbaal opgemaakt, waarin van de in het eerste lid bedoelde verrichtingen tevens melding wordt gemaakt.

  • 3. De vorm en de inrichting van dit proces-verbaal wordt geregeld bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 79

  • 1. De voorzitter zendt ten spoedigste bericht van de schorsing der stemming aan de gezaghebber.

  • 2. Onmiddellijk na de ondertekening van het proces-verbaal wordt dit met de stembus en de verzegelde pakken door de voorzitter aan de gezaghebber ter bewaring overgegeven.

  • 3. Op de dag waarop de stemming wordt hervat stelt de gezaghebber tijdig voor de aanvang der stemming de ingevolge het vorige lid aan hem overgegeven stembus en pakken ter beschikking van het stembureau.

  • 4. Tijdig voor de aanvang van de hervatte stemming opent het stembureau de pakken en stelt het aantal biljetten opnieuw vast.

  • 5. Voor deze stemming wordt een andere stembus gebezigd.

  • 6. De stemming wordt hervat des voormiddag acht uur en duurt tot des namiddags zeven uur.

Artikel 80

  • 1. Zodra de voor de stemming bepaalde tijd verstreken is, wordt dit door de voorzitter aangekondigd en worden alleen de op het ogenblik dezer aankondiging in of aan de deur van het stemlokaal aanwezige kiezers nog tot de stemming toegelaten. Nadat de laatste dezer kiezers heeft gestemd, wordt de sleuf van de stembus gesloten.

  • 2. Onmiddellijk nadat de stemming is geëindigd, stelt het stembureau vast:

    • a.

      het aantal kiezers dat zich heeft aangemeld;

    • b.

      het aantal uitgereikte stembiljetten;

    • c.

      het aantal in de stembus gestoken stembiljetten;

    • d.

      het aantal kiezers, dat geweigerd heeft een stembiljet in ontvangst te nemen;

    • e.

      het aantal teruggegeven en onbruikbaar gemaakte stembiljetten;

    • f.

      het aantal niet gebruikte stembiljetten.

  • 3. De aantallen, bedoeld in het tweede lid, worden door de voorzitter aan de aanwezige kiezers bekendgemaakt.

Artikel 81

  • 1. Door het stembureau wordt vervolgens op het afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister het aantal daarop gestelde parafen vermeld en gewaarmerkt. Dit afschrift of uittreksel wordt in een afzonderlijk te verzegelen pak gesloten. Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing, indien voor het afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister een kaartregister wordt gebezigd, met dien verstande, dat in het pak wordt gesloten een gewaarmerkte verklaring van het stembureau betreffende het aantal gestelde parafen.

  • 2. Tenslotte worden op overeenkomstige wijze ingepakt:

    • a.

      de niet gebruikte stembiljetten;

    • b.

      de teruggegeven en onbruikbaar gemaakte stembiljetten;

    • c.

      de ingeleverde oproepingskaarten.

Artikel 82

  • 1. Onmiddellijk na de in het vorige artikel voorgeschreven verzegeling wordt de stembus geopend.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan het stembureau tussen de verzegeling en de opening van de stembus een tijdruimte laten van ten hoogste een uur, mits het stemlokaal niet verlatende en de stembus onder toezicht houdende.

  • 3. Indien van deze bevoegdheid gebruik is gemaakt, wordt hiervan en van het voldoen aan de daarvoor gestelde voorwaarde aantekening gehouden in het proces-verbaal der stemming.

Artikel 83

De stembiljetten worden dooreengemengd, geteld en hun aantal wordt vergeleken met het getal der kiezers, die aan de stemming hebben deelgenomen.

Artikel 84

  • 1. De leden van het stembureau openen de stembiljetten en voegen deze lijst gewijze bijeen. Zij kunnen zich bij deze werkzaamheden doen bijstaan door de plaatsvervangende leden.

  • 2. Vervolgens doet de voorzitter lijst gewijze ten aanzien van elk stembiljet mededeling van de naam van de kandidaat op wie een stem is uitgebracht.

  • 3. De beide andere leden houden aantekening van iedere uitgebrachte stem, nadat de oudste van hen het stembiljet heeft nagezien.

Artikel 85

Het stembureau stelt ten aanzien van iedere lijst vast:

  • a.

    het aantal der op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen;

  • b.

    de som van de aantallen stemmen bedoeld onder a.

Artikel 86

  • 1. Van onwaarde zijn andere stembiljetten dan die, welke volgens deze eilandsverordening en de tot haar uitvoering gegeven voorschriften mogen worden gebruikt.

  • 2. Voorts zijn van onwaarde de stembiljetten:

    • a.

      waarop in geen stemvak het witte stipje rood gemaakt is;

    • b.

      waarop in meer dan een stemvak het witte stipje rood is gemaakt;

    • c.

      waarop de kiezer zijn stem heeft uitgebracht anders dan met rood potlood;

    • d.

      waarop bijvoegingen zijn geplaatst of die een aanduiding van de kiezer bevatten;

    • e.

      welke niet zijn voorzien van de voorgeschreven handtekening.

  • 3. Onder bijvoegingen worden niet begrepen punten, strepen, nagelindrukken, vouwen, scheuren, gaten en vlekken.

  • 4. Het ten dele rood maken van het witte stipje in het stemvak voor de naam van een kandidaat wordt met het rood maken ervan gelijkgesteld, indien dit kennelijk met de bedoeling van de kiezer overeenstemt; het wordt geacht niet te zijn geschied, indien zulks kennelijk niet het geval is.

Artikel 87

  • 1. Het stembureau beslist met inachtneming van het vorige artikel over de waarde van het stembiljet terstond nadat de voorzitter daarvan inzage heeft genomen.

  • 2. De voorzitter maakt de reden van ongeldig verklaring en van twijfel over de geldigheid alsmede de beslissing daaromtrent onmiddellijk bekend.

  • 3. De beide andere leden houden aantekening van elk geldig verklaard stembiljet.

  • 4. Indien een der in het lokaal aanwezige kiezers dit verlangt, moet het biljet worden vertoond. De kiezers kunnen bezwaren tegen de genomen beslissing inbrengen.

Artikel 88

  • 1. Terstond nadat de stemmen zijn opgenomen, maakt de voorzitter ten aanzien van iedere lijst bekend zowel het aantal stemmen dat op iedere kandidaat is uitgebracht, als het gezamenlijke aantal uitgebrachte stemmen. Door de in het lokaal aanwezige kiezers kunnen bezwaren worden ingebracht.

  • 2. Vervolgens worden de van onwaarde verklaarde stembiljetten in een te verzegelen pak gesloten. Op dit pak worden vermeld het nummer van het stemdistrict en het aantal stembiljetten in een te verzegelen pak gesloten. Op dit pak worden vermeld het nummer van het stemdistrict en het aantal stembiljetten dat het pak inhoudt.

  • 3. Daarop worden de geldige stembiljetten, lijst gewijze gerangschikt, in een of meer te verzegelen pakken gesloten.

  • 4. Op ieder pak in het vorige lid bedoeld worden vermeld het nummer van het stemdistrict en het aantal stembiljetten dat het pak inhoudt alsmede, indien de biljetten in meer dan een pak worden gesloten, de nummers van de lijsten op welke de ingesloten biljetten betrekking hebben.

Artikel 89

  • 1. Nadat alle werkzaamheden, in het vorige artikel vermeld, zijn beëindigd, wordt aanstonds proces-verbaal opgemaakt van de stemming en van de stemopneming.

  • 2. Dit proces-verbaal wordt opgemaakt in tweevoud.

  • 3. Alle ingebrachte bezwaren worden in het proces-verbaal vermeld.

  • 4. Het proces-verbaal wordt door alle leden van het stembureau getekend.

Artikel 90

Het proces-verbaal wordt met de verzegelde pakken in de artikelen 81 en 88 bedoeld door de voorzitter of door een door deze aan te wijzen lid van het stembureau naar de voorzitter van het hoofdstembureau overgebracht.

VII. DE VASTSTELLING VAN DE UITSLAG DER VERKIEZING

Artikel 91

  • 1. Het hoofdstembureau houdt op de vijfde dag na die der stemming een zitting.

  • 2. Gedurende de tijd dat het hoofdstembureau zitting houdt zijn de kiezers bevoegd in de voor het publiek bestemde ruimte van het zittingslokaal te vertoeven, voor zover de orde daardoor niet wordt verstoord en de voortgang der werkzaamheden niet wordt belemmerd.

  • 3. De kiezers verschijnen daar ongewapend, tenzij zij behoren tot de gewapende macht of een wapen bij zich hebben, dat behoort tot hun ambtskleding of bij de kleding, door hen met vergunning van boven hen gesteld openbaar gezag gedragen.

Artikel 92

  • 1. De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in het zittingslokaal.

  • 2. Niet dan op zijn op de dag der zitting gedane vordering en alleen tot bedwang van wanorde mag enige gewapende macht in het zittingslokaal of zijn toegangen worden geplaatst. De burgerlijke en militaire autoriteiten zijn gehouden aan een daartoe door de voorzitter van het hoofdstembureau gedane vordering te voldoen.

Artikel 93

  • 1. Het hoofdstembureau kan op de in artikel 92 genoemde zitting hetzij ambtshalve, hetzij naar aanleiding van een met opgave van redenen gedaan verzoek van een of meer kiezers een nieuwe opneming van stembiljetten zowel uit alle als uit een of meer stemdistricten bevelen.

  • 2. Het hoofdstembureau gaat alsdan onmiddellijk tot deze opneming over. Het is bevoegd daartoe de verzegelde pakken te openen en de inhoud te vergelijken met de processen-verbaal der stembureaus.

  • 3. Bij deze opneming zijn de artikelen 80 tot en met 89 voor zoveel nodig van toepassing.

Artikel 94

  • 1.

    Het hoofdstembureau stelt ten aanzien van iedere lijst vast:

    • a.

      het aantal der op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen;

    • b.

      de som van de aantallen stemmen, bedoeld onder a.Deze som wordt stemcijfer genoemd.

  • 2.

    De voorzitter maakt de aldus verkregen uitkomsten bekend.

  • 3.

    Door de in het lokaal aanwezige kiezers kunnen bezwaren worden ingebracht.

Artikel 95

  • 1. Nadat alle werkzaamheden zijn beëindigd, wordt daarvan aanstonds proces-verbaal opgemaakt. Alle ingebrachte bezwaren worden in het proces-verbaal vermeld.

  • 2. Het proces-verbaal wordt door alle ter zitting aanwezige leden van het hoofdstembureau getekend.

Artikel 96

  • 1. De voorzitter doet terstond het proces-verbaal der zitting van het hoofdstembureau ten burele van het bevolkingsregister van het eiland waar het hoofdstembureau is gevestigd voor een ieder ter inzage nederleggen.

  • 2. Hij vernietigt, nadat het hoofdstembureau de uitslag der verkiezing heeft vastgesteld en over de toelating der gekozenen is beslist, de verzegelde pakken.

  • 3. Na afloop van de tijd waarvoor de verkiezing is geschied, vernietigt hij desgewenst de processen-verbaal der stembureaus.

  • 4. Van de vernietiging ingevolge beide voorgaande leden wordt proces-verbaal opgemaakt.

Artikel 97

  • 1. De verzegeling, in de artikelen 77, 78, 81 en 88 voorgeschreven, geschiedt met als zegel het wapen van de Nederlandse Antillen.

  • 2. Bij de verzegeling van de stembus wordt het bedoelde zegel afgedrukt op een stuk stevig band, het welk na stevig toedrukken van de sleuf van de stembus, hier overgelegd en door de oogjes der bus getrokken zijnde, met de einden op het deksel, door het bedoelde zegel bevestigd wordt. Onder het band, ter plaatse waar het zegel moet worden afgedrukt wordt een stukje papier gelegd.

Artikel 98

  • 1. Indien op de kandidatenlijst of -lijsten evenveel kandidaten voorkomen als plaatsen te vervullen zijn, verklaart het hoofdstembureau alle kandidaten gekozen, zodra de termijn van beroep, bepaald in artikel 26 eerste lid, is verstreken of, in geval van beroep, zodra de beslissing van de rechter ingevolge artikel 28, tweede lid aan het hoofdstembureau is meegedeeld.

  • 2. Is slechts een lijst ingeleverd of is tengevolge van het ongeldig verklaren van kandidatenlijsten slechts een geldige lijst overgebleven en komen daarop meer kandidaten voor dan plaatsen te vullen zijn, dan verklaart het hoofdstembureau, zodra de in het eerste lid bedoelde termijn is verstreken of de daar bedoelde beslissing aan het hoofdstembureau is meegedeeld, zoveel van de kandidaten gekozen, in de volgorde, waarin zij op de lijst voorkomen, als plaatsen te vervullen zijn.

  • 3. Indien geen kandidatenlijsten zijn ingeleverd of op de ingeleverde kandidatenlijsten minder kandidaten voorkomen dan plaatsen te vervullen zijn, verklaart het hoofdstembureau, zodra de tijd voor de indiening van de kandidatenlijsten is verstreken, dat niemand is gekozen.

  • 4. Indien, tengevolge van het ongeldig verklaren van lijsten of het daarvan schrappen van kandidaten, geen geldige lijst overblijft, of op de geldige lijst(en) (samen) minder kandidaten voorkomen dan plaatsen te vervullen zijn, verklaart het hoofdstembureau zodra de in het eerste lid bedoelde termijn is verstreken of de daar bedoelde beslissing aan het hoofdstembureau is meegedeeld, dat niemand is gekozen.

  • 5. Het hoofdstembureau maakt van een en ander onmiddellijk proces-verbaal op, dat wordt openbaar gemaakt door weerlegging ter inzage van een ieder ten bureel van het bevolkingsregister. Van de weerlegging geschiedt tegelijkertijd openbare kennisgeving. De artikelen 110 en 111 zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 6. In de gevallen, bedoeld in het derde en vierde lid, heeft op de veertiende dag na de dagtekening van het proces-verbaal, vermeldende dat niemand is gekozen, opnieuw kandidaatstelling plaats.

Artikel 99

Zo spoedig mogelijk na de in artikel 91 bedoelde zitting stelt het hoofdstembureau de uitslag der verkiezing bij besluit vast.

Artikel 100

  • 1. Het hoofdstembureau deelt de som der stemcijfers van alle lijsten door het aantal te vervullen plaatsen.

  • 2. Het aldus verkregen quotiënt wordt kiesdeler genoemd.

  • 3. Even zovele malen als de kiesdeler is begrepen in het stemcijfer ener lijst, wordt aan die lijst een der vervullen plaatsen toegekend.

Artikel 101

  • 1. Van de plaatsen welke na de toepassing van artikel 100 nog te vervullen zijn, wordt achtereenvolgens telkens een toegekend aan de lijst, welke na de toekenning der plaats het grootste gemiddelde aantal stemmen per toegekende plaats zou aanwijzen. Indien gemiddelden gelijk zijn, beslist het lot.

  • 2. Bij deze toekenning komen niet in aanmerking lijsten, waarvan het stemcijfer lager is dan de kiesdeler.

  • 3. Indien door toepassing van artikel 100 aan een lijst een of meer plaatsen zouden moeten worden toegekend boven het aantal harer kandidaten, worden de overblijvende plaatsen aan een of meer der andere lijsten toegekend door voortzetting van de toepassing van het eerste lid van dit artikel.

Artikel 102

Vervallen

Artikel 103

  • 1. Het hoofdstembureau rangschikt de kandidaten op de lijsten die zetels hebben behaald in de eilandsraad zodanig, dat bovenaan komt te staan de kandidaat op de lijst die de meeste persoonlijke stemmen heeft behaald en daarna volgen de overige kandidaten in de volgorde van het door ieder van hen verkregen aantal stemmen.

  • 2. Voor zover kandidaten een gelijk aantal stemmen hebben gekregen, beslist de volgorde der lijst.

  • 3. Ter vervulling van de aan iedere lijst toegkede plaatsen zijn gekozen de kandidaten, die in de volgorde hoogst geplaatst zijn.

Artikel 104

Vervallen

Artikel 105

Vervallen

Artikel 106

Vervallen

Artikel 107

Blijkt bij de vaststelling van de uitslag der verkiezing een kandidaat overleden, dan wordt zijn naam buiten rekening gelaten.

Artikel 108

Vervallen

Artikel 109

De voorzitter van het hoofdstembureau maakt de uitslag der verkiezing zo spoedig mogelijk bekend in een zitting, ten aanzien waarvan van toepassing zijn de artikelen 91, tweede en derde lid, 92, 94, derde lid en 95.

Artikel 110

De besluiten waarbij de uitslag der verkiezing is vastgesteld, worden openbaar gemaakt door opneming in het blad, waarin van overheidswege de officiële berichten worden geplaatst, en neerlegging ter inzage voor een ieder ten bureel van het bevolkingsregister van ieder eiland. Van deze weerlegging geschiedt tegelijk openbare kennisgeving.

Artikel 111

De voorzitter van het hoofdstembureau doet afschriften van de volgende stukken toekomen aan het vertegenwoordigende lichaam waarvoor de verkiezing heeft plaatsgevonden:

  • a.

    de processen-verbaal van de zittingen der stembureaus;

  • b.

    het proces-verbaal van de zittingen van het hoofdstembureau als bedoeld in de artikelen 95, 98 en 109;

  • c.

    het besluit van het hoofdstembureau als bedoeld in artikel 99.

VIII. HET ONDERZOEK DER GELOOFSBRIEVEN EN DE TOELATING DER GEKOZEN VERKLARINGEN

Artikel 112

  • 1. De voorzitter van het hoofdstembureau geeft de gekozene kennis van zijn verkiezing bij een door hem ondertekende brief, welke in tweevoud binnen drie dagen na de vaststelling van de uitslag der verkiezingen of na de gekozen verklaring aangetekend wordt toegezonden of tegen gedagtekend ontvangstbewijs wordt uitgereikt. De brief wordt toegezonden aan het adres van de gekozene, vermeld bij de kandidaatstelling, of, zo de gekozene daarna een ander adres heeft opgegeven, aan dat adres.

  • 2. Kennisgeving naar een plaats gelegen buiten het eiland waar het hoofdstembureau is gevestigd, geschiedt telegrafisch.

Artikel 113

  • 1. De gekozene geeft binnen vijf dagen na het bekomen van de kennisgeving een gedagtekend bewijs van ontvangst daarvan af.

  • 2. Binnen twee weken na de dagtekening van de kennisgeving van verkiezing moet bij de voorzitter van het hoofdstembureau van de gekozene bij brief of telegrafisch mededeling zijn ontvangen of de gekozene de verkiezing aanneemt. Is binnen de tijd de mededeling niet ontvangen, dan wordt hij geacht de verkiezing niet aan te nemen. Van het niet aannemen van de verkiezing wordt door de voorzitter mededeling gedaan aan het vertegenwoordigende lichaam.

  • 3. De voorzitter geeft van de ontvangst van de mededeling van aanneming der verkiezing onverwijld bericht aan de gekozene en aan het vertegenwoordigende lichaam. Het bericht aan de gekozene wordt in tweevoud gezonden.

  • 4. Dit bericht en de kennisgeving, voorgeschreven in het vorige artikel, strekken de gekozene tot geloofsbrief.

Artikel 114

  • 1. De geloofsbrief moet door de gekozene binnen drie weken na de dagtekening van de kennisgeving van verkiezing bij het vertegenwoordigende lichaam worden ingezonden.

  • 2. Indien de geloofsbrief niet binnen de in het vorige lid bepaalde termijn is ingezonden, dan wordt de plaats geacht op de eerste dag na afloop van die termijn opnieuw te zijn opengevallen. De voorzitter van het vertegenwoordigende lichaam geeft hiervan onverwijld kennis aan het hoofdstembureau.

Artikel 115

  • 1. De gekozene legt tegelijk met de geloofsbrief aan het vertegenwoordigende lichaam over een door hem ondertekende verklaring, vermeldende alle openbare betrekkingen welke hij bekleedt, alsmede alle betrekkingen in dienst van het eilandgebied die hij en zijn echtgenote bekleden.

  • 2. Indien de gekozene niet reeds eerder als lid van het vertegenwoordigend lichaam is toegelaten, legt hij tevens over een uittreksel uit het geboorteregister of bij gemis daarvan, een akte van bekendheid waaruit datum en plaats van zijn geboorte blijken.

  • 3. De gezaghebber legt aan de eilandsraad over een door hem ondertekende verklaring getuigende, dat de gekozene ingezetene is van het eiland, alwaar hij gekozen is verklaard.

Artikel 116

  • 1. Het vertegenwoordigende lichaam onderzoekt de geloofsbrieven en beslist de geschillen welke aangaande die geloofsbrieven of de verkiezing zelf rijzen.

  • 2. Het onderzoek van de geloofsbrieven strekt zich niet uit tot de geldigheid van de lijsten, zoals zij door het hoofdstembureau zijn openbaar gemaakt.

  • 3. Het onderzoek van de geloofsbrief van hem, die gekozen verklaard is ingevolge het bepaalde bij artikel 124, strekt zich niet uit tot punten, rakende de geldigheid der stemming.

Artikel 117

De ongeldigheid der stemmen in een of meer stemdistricten of een onjuistheid in de vaststelling van de uitslag der verkiezing staat niet in de weg aan de toelating van leden, op wier verkiezing de ongeldigheid van stemming, de nieuwe stemming geen invloed kan hebben.

Artikel 118

  • 1. Indien het lichaam, waarvoor de verkiezing heeft plaatsgevonden besluit tot niet toelating van een of meer gekozenen wegens de ongeldigheid van de stemming in een of meer stemdistricten, geeft de voorzitter daarvan onverwijld kennis aan het bestuurscollege.

  • 2. Binnen een maand, nadat deze kennisgeving is ontvangen, vindt in de in het vorige lid bedoelde stemdistricten een nieuwe stemming plaats en wordt de uitslag der verkiezing opnieuw vastgestelde.

  • 3. Bij deze vaststelling blijft hij, die reeds als lid van het vertegenwoordigend lichaam is toegelaten, gekozen verklaard, ook indien mocht blijken, dat dit ten onrechte is geschied. Tegenover hem valt dan af de kandidaat, die, indien de toegelaten niet gekozen ware verklaard, gekozen zou zijn.

Artikel 119

  • 1. Aan de in het vorige artikel bedoelde stemming zijn die kiezers bevoegd deel te nemen wier namen voorkomen in het afschrift van of het uittreksel uit het kiezersregister, bedoeld in het eerste lid onder a van artikel 62.

  • 2. Het in het vorige lid bepaalde is niet van toepassing ten aanzien van de kiezers, die, hoewel voorkomende op het in dat lid bedoelde afschrift of uittreksel, niet aan de ongeldig verklaarde stemming hebben deelgenomen.

Artikel 120

Indien het lichaam, waarvoor de verkiezing heeft plaatsgevonden, heeft besloten om een of meer gekozenen wegens de onjuistheid van de vaststelling van de uitslag der verkiezing niet toe te laten, wordt daarvan door de voorzitter onverwijld kennis gegeven aan het hoofdstembureau.

Artikel 121

  • 1. Binnen acht dagen, nadat de kennisgeving bedoeld in het vorige artikel is ontvangen, houdt het hoofdstembureau een voor de kiezers toegankelijke zitting en stelt met inachtneming van de in het vorige artikel bedoelde beslissing de uitslag van de verkiezing voor zover opnieuw vast.

  • 2. Het onderzoek van de geloofsbrief van de aldus nieuw gekozen verklaarde strekt zich niet uit tot punten, rakende de geldigheid van de stemming.

  • 3. De artikelen 98, eerste lid en 109 tot en met 111 vinden overeenkomstige toepassing.

Artikel 122

Indien het lichaam, waarvoor de verkiezing heeft plaats gevonden, heeft besloten de gekozene niet als lid toe te laten, op grond, dat deze niet voldoet aan de vereisten voor het lidmaatschap of dat hij een met het lidmaatschap onverenigbare betrekking bekleedt, wordt daarvan door de voorzitter onverwijld kennis gegeven aan het hoofdstembureau.

Artikel 123

Het bepaalde in de artikelen 118, 120 en 122 vindt eerst toepassing, wanneer het besluit van de eilandsraad onherroepelijk is geworden.

Artikel 124

Wanneer een gekozene zijn verkiezing niet aanneemt of wanneer overigens, anders dan bij de vaststelling van de uitslag van een verkiezing, in een opengevallen of open te vallen plaats moet worden voorzien, verklaart de voorzitter van het hoofdstembureau bij een door hem met redenen omkleed besluit binnen acht dagen nadat dit te zijner kennis is gekomen, gekozen de kandidaat, die voorkomt op de lijst, waarop hij wiens plaats is opengevallen of zal openvallen is gekozen en die in de volgorde, bedoeld in artikel 108 het hoogst op de lijst is geplaatst, of, indien artikel 98 toepassing heeft gevonden, naar de volgorde der kandidaten op de lijst, voor verkiezing in aanmerking komt.

Artikel 125

Bij de toepassing van artikel 124 wordt buiten rekening gelaten de kandidaat:

  • a.

    die is overleden;

  • b.

    wiens vacature vervuld wordt;

  • c.

    die in de vacature gekozen is verklaard, maar schriftelijk verklaard heeft of ingevolge het tweede lid van artikel 113 geacht wordt de verkiezing niet aan te nemen;

  • d.

    dat lid is van het vertegenwoordigende lichaam of als zodanig gekozen is verklaard, terwijl over zijn toelating als lid nog niet is beslist;

  • e.

    van wie door de voorzitter van het hoofdstembureau een schriftelijke verklaring is ontvangen, dat hij voor verkiezing niet in aanmerking wenst te komen.

Artikel 126

Indien ook de kandidaat die gekozen verklaard is in de plaats van hem die zijn verkiezing niet heeft aangenomen de verkiezing niet aanneemt, wordt mede buiten rekening gelaten de naam van de eerst gekozen kandidaat, en, bij verdere toepassing van de voorgaande artikelen, bovendien de naam van iedere volgende gekozen kandidaat, die zijn verkiezing niet heeft aangenomen.

Artikel 127

Op het besluit tot verkiezing is het gestelde in de artikelen 110 en 111 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 128

  • 1. Zodra blijkt, dat een lid van een vertegenwoordigend lichaam een der vereisten van het lidmaatschap niet bezit of dat hij een met het lidmaatschap onverenigbare betrekking vervult, houdt hij op lid te zijn.

  • 2. De voorzitter van het vertegenwoordigende lichaam geeft hiervan onverwijld kennis aan de voorzitter van het hoofdstembureau.

  • 3. Een overeenkomstige kennisgeving vindt plaats indien door het overlijden van een lid een plaats in het vertegenwoordigende lichaam is opengevallen.

Artikel 129

Een lid van de eilandsraad, tot wiens toelating is besloten, kan te allen tijde zijn ontslag nemen. Hij bericht dit schriftelijk aan de eilandsraad. De voorzitter van de raad geeft hiervan onverwijld kennis aan de voorzitter van het hoofdstembureau.

Artikel 130

Wanneer een lid van de eilandsraad komt te verkeren in een van de gevallen, genoemd in het eerste lid van artikel 128, dan vindt artikel 14 van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen toepassing.

Artikel 131

Wanneer een lid van de eilandsraad op grond van het artikel 15 van de Eilandenregeling. Nederlandse Antillen onherroepelijk van zijn lidmaatschap vervallen is verklaard, doet de voorzitter van de eilandsraad daarvan mededeling aan de voorzitter van het hoofdstembureau.

Artikel 132

  • 1.

    Indien het vertegenwoordigende lichaam heeft besloten tot toelating van een gekozene geeft hij daarvan onverwijld kennis aan:

    • a.

      de voorzitter van de eilandsraad;

    • b.

      de voorzitter van het hoofdstembureau;

    • c.

      de toegelaten.

  • 2.

    De toegelaten dient binnen 4 weken na de dagtekening van de kennisgeving, in het eerste lid bedoelt, aan de voorzitter van de eilandsraad het.verzoek te doen tot het afleggen van de eed (verklaring en belofte) als bedoeld in artikel 22 van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen.

  • 3.

    De voorzitter van de eilandsraad aan wie het in het vorige lid bedoeld verzoek is gedaan bepaalt de datum en het uur waarop de eed (verklaring en belofte) zal worden afgelegd en roept de toegelaten op om de eed (verklaring en belofte) af te leggen.

  • 4.

    Indien de toegelaten het verzoek tot het afleggen van de eed (verklaring en belofte) niet binnen de in het tweede lid bepaalde termijn heeft ingezonden of geen gehoor heeft gegeven aan de oproep om de eed (verklaring en belofte) te komen afleggen, wordt hiervan door de voorzitter van de eilandsraad onverwijld kennis gegeven aan het vertegenwoordigende lichaam, dat over de toelating heeft beslist en aan de voorzitter van het hoofdstembureau. De vacature waarin de toegelaten gekozen is verklaard, wordt dan geacht op de eerste dag na afloop van de in het tweede lid bepaalde termijn opnieuw te zijn opengevallen.

  • 5.

    Het bepaalde in het vierde lid is niet van toepassing ten aanzien van de toegelaten die wegens lichamelijke gesteldheid niet in staat is de eed (verklaring en belofte) af te leggen, een en ander ter beoordeling van de voorzitter van de eilandsraad.

IX STRAFBEPALINGEN

Artikel 133

Met hechtenis van ten hoogste twee maanden wordt gestraft:

  • a.

    hij die een stembiljet namaakt of vervalst met het oogmerk om dit stembiljet als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • b.

    hij die opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken een stembiljet, dat hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing, toen hij dit ontving, bekend was, of dit met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft;

  • c.

    hij die een stembiljet voorhanden heeft met het oogmerk om dit wederrechtelijk te gebruiken, of door anderen te doen gebruiken;

  • d.

    hij die bij een verkiezing van een vertegenwoordigd lichaam meer dan eenmaal zijn stem uitbrengt;

  • e.

    hij, die in het jaar waarin de verkiezing van de leden van de eilandsraad wordt gehouden, in meer dan een eilandgebied zijn stem voor de verkiezing van de leden van de eilandsraad uitbrengt.

Artikel 134

Bij veroordeling wegens een der in artikel 133, sub a, b en c omschreven misdrijven worden:

het stembiljet;

het valse of vervalste stembiljet;

de stoffen en voorwerpen, uit hun aard bestemd tot het namaken of vervalsen van het stembiljet,

voor zover daarmee het misdrijf is gepleegd of zij het voorwerp daarvan hebben uitgemaakt, verbeurd verklaard, ook indien zij niet aan de veroordeelde toebehoren.

Artikel 135

Met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten hoogste duizend gulden wordt gestraft hij, die een hem bij artikel 39 of 40 opgelegde verplichting niet nakomt.

Artikel 136

De voorzitter, de leden en de ter vervanging opgeroepen plaatsvervangende leden van het stembureau, die gedurende de zitting buiten noodzaak afwezig zijn, worden gestraft met een geldboete van ten hoogste honderd gulden.

Artikel 137

De kiezer, die niet voldoet aan de bij artikel 74 opgelegde verplichting tot teruggave van het stembiljet, wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste driehonderd gulden of hechtenis van ten hoogste twaalf dagen.

Artikel 138

De in de artikelen 133, sub d en e, 135,137 en 138 bedoelde strafbare feiten worden als overtredingen beschouwd.

X SLOT- EN OVERGANGSBEPALIGNEN

Artikel 139

  • 1. Wanneer de in deze eilandsverordening bepaalde verrichtingen op een zaterdag, op een zondag of op een met de zondag gelijkgestelde feestdag vallen, of de daarin gestelde termijnen op een zaterdag, op een zondag of op een met de zondag gelijkgestelde feestdag aflopen, treedt de eerstvolgende dag, geen zaterdag, zondag of met de zondag gelijkgestelde feestdag zijnde, daarvoor in de plaats.

  • 2. Voor zover de bepalingen van de tijd voor die verrichtingen aan het openbare gezag is opgedragen, worden daarvoor geen zaterdagen, zondagen of met de zondag gelijkgestelde feestdagen aangewezen.

  • 3. Met de zondag worden ten deze gelijkgesteld:de nieuwjaarsdag, de goede vrijdag, de christelijke tweede paasdag, de hemelvaartsdag, de dag na de carnavalsoptocht, de dag waarop de verjaardag des Konings officieel wordt gevierd, de dag waarop de dag van de arbeid (1 mei) officieel wordt gevierd, "Saba Day", de eerste vrijdag in de maand december, de beide Kerstdagen en voorts iedere dag, die als zodanig bij landsbesluit wordt aangewezen.

Artikel 140

Verzoekschriften, beslissingen, uitspraken, kennisgevingen en alle andere stukken ingevolge deze eilandsverordening opgemaakt of ingediend, zijn vrij van het recht van zegel en van andere rechten of heffingen, voor zover elders niet anders is bepaald.

Artikel 141

De vorm en de inrichting van de krachtens deze eilandsverordening op te maken processen-verbaal en de ingevolge de artikelen 99 en 124 op te maken besluiten worden vastgesteld bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 142

  • 1. Deze eilandsverordening kan worden aangehaald als "Kiesreglement Eilandsraad Eilandgebied Saba".

  • 2. Deze eilandsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die harer afkondiging en werkt terug tot en met 1 april 1983.

  • 3. Met ingang van het in het vorige lid bedoelde tijdstip eindigt, voor wat betreft het eilandgebied Saba, de werking van het Kiesreglement Bovenwindse Eilanden A.B. 1979 nr. 2.

Bijlage

Eilandsbesluit houdende algemene maatregelen van 16 januari 1987 tot vaststelling van modellen en formulieren ter uitvoering van het Kiesreglement Eilandsraad Eilandgebied Saba (A.B. 1987, no. 2). [Klik hier om het document te downloaden]

modellen en formulieren