Eilandsverordening van het eilandgebied Saba tot wijziging van de Loterijverordening 1909 (P.B. 1909, no. 35), zoals deze luidt na wijzigingen, het laatst bij landsverordening van de 19 januari 1984 (P.B. 1984, no. 12)

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

Loterijverordening van het eilandgebied Saba tot wijziging van de Loterijverordening 1909 (P.B. 1909, no. 35), zoals deze luidt na wijzigingen, het laatst bij landsverordening van de 19 januari 1984 (P.B. 1984, no. 12)

Artikel I

De Loterijverordening 1909 (P.B. 1909, no. 35), zoals laatstelijk gewijzigd bij landsverordening van de 19 januari 1984 (P.B. 1984, no. 12), wordt nader gewijzigd, zodat deze als volgt komt te luiden:

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder loterij, elke gelegenheid, door iemand opengesteld om, tegen voldoening aan een of meer zekere voorwaarden, mede te dingen naar prijzen of premies in geld of goed, uitgeloofd ten behoeve van de deelnemers, die als winnaars worden aangewezen door het lot of enige andere kansbepaling, waarop zij geen overwegende invloed kunnen uitoefenen.

Onder loterij in de zin van deze verordening worden niet verstaan:

  • a.

    de kansovereenkomst van levensverzekering, aangegaan met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen;

  • b.

    de tegen een niet hogere dan de parikoers door een publiekrechtelijk lichaam voor het publiek opengestelde werkelijke geldlening, die een jaarlijks ter beschikking te stellen rente geeft van ten minste drie ten honderd, terwijl aan de schuldbewijzen van die lening bijkomstig een kans op het winnen van premies is verbonden.

Artikel 2

  • 1. Deze verordening is niet van toepassing op loterijen, die door en ten behoeve van handelszaken of bedrijven ter stimulering van hun verkoop of verhoging van hun omzet worden aangelegd of gehouden, mits als voorwaarde tot deelneming aan dergelijke loterijen niet gevraagd wordt voldoening van een geldsbedrag en mits daarbij bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, te stellen voorwaarden en regelen in acht worden genomen.

  • 2. Het eerste lid van dit artikel is niet van toepassing op loterijen voor het aanleggen en houden waarvan een vergunning ingevolge deze verordening is vereist.

Artikel 3

Het is verboden:

  • 1.

    een andere loterij aan te leggen of te houden dan de zodanige tot het aanleggen en houden waarvan de bij deze verordening vereiste vergunning is verleend;

  • 2.

    aandelen in een andere loterij dan de zodanige tot het aanleggen en het houden waarvan de bij deze verordening vereiste vergunning is verleend en zonder een door het Bestuurscollege af te geven vergunning aandelen in een loterij, die buiten het eilandgebied is aangelegd of wordt gehouden, te verkopen te koop aan te bieden, af te leveren, uit te delen of ten verkoop of ter uitdeling in voorraad te hebben of op enige andere wijze de deelneming in zodanige loterij open te stellen of openlijk te bevorderen;

  • 3.

    certificaten recht gevende op de gedeeltelijke eigendom van een oorspronkelijk aandeel in een loterij of een premielening of op de aan zodanig aandeel verbonden winkans bij trekkingen, onder welke benaming ook, te verkopen, te koop aan te beiden, af te leveren, uit te delen of ten verkoop of ter uitdeling in voorraad te hebben of op enige andere wijze de deelneming door middel van zodanige certificaten in loterijen en premieleningen open te stellen of openlijk te bevorderen.

Artikel 4

  • 1. Tot het aanleggen en houden van een loterij, uitsluitend strekkende tot een liefdadig doel of ter bevordering van kultuur, wetenschap, kunst, sport of een ander algemeen belang, en waarin de prijzen of premies niet in geld of geldswaardig papier bestaan, kan vergunning worden verleend door het Bestuurscollege.

  • 2. Aan de in het vorige lid bedoelde vergunning kunnen door het Bestuurscollege voorwaarden verbonden worden welke bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, vastgesteld worden.

Artikel 5

  • 1. Tot het aanleggen en houden van een nummerloterij, waarbij als voorwaarde tot deelneming wordt gevraagd het inzetten van een geldbedrag op een bepaald nummer en/of symbool of op bepaalde nummers en/of symbolen, teneinde mede te dingen naar prijzen in geld, kan het Bestuurscollege vergunning verlenen.

  • 2. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden de voorwaarden geregeld, welke zullen worden verbonden aan de in het vorige lid bedoelde vergunning.

  • 3. De in het vorige lid bedoelde voorwaarden hebben, onder meer, betrekking op:

    • -

      de inrichting, in de ruimste zin des woords, van de loterij;

    • -

      de administratieve organisatie van de vergunninghouder;

    • -

      de controle van overheidswege;

    • -

      het aantal te houden loterijen;

    • -

      het aantal series per loterij;

    • -

      het percentage uitgeloofd aan prijzen;

    • -

      de geldelijke waarborgen van de vergunninghouder;

    • -

      de trekking der prijzen;

    • -

      de bestemming van de opbrengst van de gehouden nummerloterijen;

    • -

      de wijze van werving en reclame;

    • -

      de administratie en de dekking van de aan de administratie verbonden kosten.

  • 4. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen voorwaarden worden gesteld, waaraan de aanvrager van een vergunning tenminste moet voldoen, teneinde in aanmerking te komen voor de in lid 1 bedoelde vergunning.

Artikel 6

  • 1. Aan personen, aan wie een vergunning ingevolge deze verordening is verleend, kan door het Bestuurscollege vergunning verleend worden voor het aanleggen en houden van een loterij ter stimulering van de verkoop of ter verhoging van de omzet, ongeacht of als voorwaarde tot deelneming aan deze loterij gesteld wordt het direct of indirect voldoen van een geldbedrag.

  • 2. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden voorschriften gegeven waaraan, voor het aanleggen en houden van de in het eerste lid bedoelde loterijen, moet worden voldaan.

Artikel 7

  • 1. Tot het organiseren van een lotto kan door het Bestuurscollege vergunning worden verleend.

  • 2. Onder lotto wordt verstaan een loterij, die erop gericht is deelnemers een aantal symbolen en/of getallen te doen voorspellen, die door loting of trekking worden verkregen uit een van tevoren opgegeven aantal symbolen en/of getallen.

  • 3. Aan de deelnemers aan een lotto kan tevens gelegenheid worden gegeven tot deelneming aan een loterij, waarbij de volgnummers van de deelnamebewijzen aan de lotto de lotnummers vormen.

  • 4. Het Bestuurscollege kan, met het oog op het algemeen belang, in het bijzonder van de sport en de lichamelijke vorming, van het maatschappelijk welzijn, de volksgezondheid en de wetenschap en cultuur, aan een bij besluit van het Bestuurscollege aan te wijzen rechtspersoonlijkheid bezittende instelling, vergunning verlenen tot het organiseren van lotto's. De vergunning wordt verleend voor bepaalde tijd.

  • 5. De opbrengst van de lotto - na aftrek van prijzen en kosten - komt ten goede aan de belangen, die de rechtspersoon met het aanleggen en houden daarvan beoogt te dienen.

  • 6. Aan de vergunning kunnen door het Bestuurscollege, bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, voorwaarden verbonden worden.

  • 7. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden, onder meer, geregeld:

    • -

      de inrichting, in de ruimste zin des woord, van het lottospel;

    • -

      de administratieve organisatie van de vergunninghouder;

    • -

      de voorwaarden, waaraan de statuten en reglementen van de rechtspersoonlijkheid bezittende instelling, dienen te voldoen;

    • -

      de controle van overheidswege;

    • -

      de aan de vergunning te verbinden voorwaarden;

    • -

      het aantal te houden lotto's;

    • -

      het prijzenbedrag en het prijzenschema;

    • -

      het maximumbedrag, dat aan een deelnemer mag worden betaald;

    • -

      de bestemming van de opbrengst van de gehouden lotto's;

    • -

      de wijze van werving en reclame;

    • -

      de inrichting van het jaarlijks door de rechtspersoon van zijn werkzaamheden en de financiële resultaten daarvan uit te brengen verslag en de wijze van publikatie van dat verslag;

    • -

      de administratie en de dekking van de aan de organisatie verbonden kosten.

Artikel 8

  • 1. Tot het aanleggen en houden van krasloterijen kan door het Bestuurscollege uitsluitend vergunning verleend worden overeenkomstig het bepaalde in de navolgende leden van dit artikel.

  • 2. Onder krasloterij wordt verstaan een loterij waarbij de op de loten voorbedrukte symbolen, letters, cijfers of bedragen door een niet transparante film of een niet transparant latex-laagje, dat door de deelnemer moet worden weggekrast, worden bedekt, en waarbij de deelnemers direct, door vergelijking van de daardoor blootgestelde combinatie van symbolen, letters, cijfers of bedragen, met de van tevoren aangegeven winnende combinaties van symbolen, letters, cijfers of bedragen, weten of zij een van de tevoren aangegeven, bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, te regelen, prijzen of premies hebben gewonnen.

  • 3. Het Bestuurscollege kan, met het oog op het algemeen belang, in het bijzonder van de sport en de lichamelijke vorming, van het maatschappelijke welzijn, de volksgezondheid en de wetenschap en cultuur, aan een bij besluit van het Bestuurscollege aan te wijzen rechtspersoonlijkheid bezittende instelling vergunning verlenen tot het organiseren van een krasloterij.

  • 4. De vergunning wordt verleend voor een door het Bestuurscollege te bepalen tijd. Aan de vergunning kunnen door het Bestuurscollege voorwaarden verbonden worden.

  • 5. De opbrengst van de lotto - na aftrek van prijzen en kosten - komt ten goede aan de belangen, die de rechtspersoon met het aanleggen en houden daarvan beoogt te dienen.

  • 6. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden, onder meer, geregeld:

    • -

      de inrichting, in de ruimste zin des woords, van de krasloterij;

    • -

      de administratieve organisatie van de vergunninghouder;

    • -

      de voorwaarden, waaraan de statuten en reglementen van de rechtspersoonlijkheid bezittende instelling moeten voldoen;

    • -

      de controle van overheidswege;

    • -

      de aan de vergunning te verbinden voorwaarden;

    • -

      het aantal aan te leggen en te houden krasloterijen en het aantal uit te geven deelnamebewijzen per krasloterij;

    • -

      het prijzenbedrag en het prijzenschema;

    • -

      de bestemming van de opbrengst van de gehouden krasloterijen;

    • -

      de wijze van werving en reclame;

    • -

      de inrichting van het jaarlijks door de rechtspersoon van zijn werkzaamheden en de financiële resultaten daarvan uit te brengen verslag en de wijze van publikatie van dat verslag;

    • -

      de administratie en dekking van de aan de organisatie verbonden kosten.

Artikel 9

  • 1.

    Tot het organiseren van sportprijsvragen kan door het Bestuurscollege uitsluitend vergunning verleend worden overeenkomstig het bepaalde in de navolgende leden.

  • 2.

    Onder sportprijsvragen worden verstaan prijsvragen, welke erop zijn gericht deelnemers uitslagen van tevoren aangekondigde sportwedstrijden, met uitzondering van harddraverijen en paardenrennen, te doen raden of voorspellen.

  • 3.

    Indien een of meer der aangekondigde sportprijswedstrijden op de bepaalde dag geen doorgang vinden, kan voor de niet gespeelde wedstrijden een vervangende uitslag gelden.

  • 4.

    Aan de deelnemers aan een sportprijsvraag kan tevens gelegenheid worden gegeven tot deelneming aan een loterij, waarbij de volgnummers van de deelnamebewijzen aan de sportprijsvraag de lotnummers vormen.

  • 5.

    Het Bestuurscollege kan, met het oog op het algemeen belang, in het bijzonder van de sport en de lichamelijke vorming, van het maatschappelijk welzijn, de volksgezondheid en de wetenschap en cultuur, aan een bij besluit van het Bestuurscollege aan te wijzen rechtspersoonlijkheid bezittende instelling, vergunning verlenen tot het organiseren van sportprijsvragen.Aan de vergunning kunnen door het Bestuurscollege voorwaarden verbonden worden.

  • 6.

    Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden onder meer geregeld:

    • -

      de inrichting, in de ruimste zin des woord, van de sportprijsvragen;

    • -

      de administratieve organisatie van de vergunninghouder;

    • -

      de administratie en de dekking van de aan de organisatie verbonden kosten;

    • -

      de bestemming van de opbrengst van de gehouden prijsvragen;

    • -

      de voorwaarden, waaraan de statuten en reglementen van de rechtspersoonlijkheid bezittende instelling moeten voldoen;

    • -

      de controle van overheidswege;

    • -

      de inrichting van het jaarlijks door de rechtspersoon van zijn werkzaamheden en de financiële resultaten daarvan uit te brengen verslag en de wijze van publikatie van dat verslag.

Artikel 10

  • 1. Tot het organiseren van een totalisator kan door het Bestuurscollege vergunning verleend worden overeenkomstig het bepaalde in de volgende leden.

  • 2. Onder totalisator wordt verstaan elke gelegenheid, opengesteld om op de uitslag van harddraverijen en paardenrennen te wedden, met dien verstande dat het totaal van de inleg, behoudens bij besluit van het Bestuurscollege toegestane aftrek, verdeeld zal worden onder degenen die op de winnaar of op een der prijswinnaars hebben gewed.

  • 3. Het Bestuurscollege kan de vergunning bedoeld in lid 1 aan een rechtspersoonlijkheid bezittende instelling verlenen.

  • 4. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden de voorwaarden geregeld, welke zullen worden verbonden aan de in het vorige lid bedoelde vergunning.

  • 5. De voorwaarden hebben, onder meer, betrekking op:

    • -

      de inrichting, in de ruimste zin des woord, van de totalisator;

    • -

      de administratieve organisatie van de vergunninghouder;

    • -

      de administratie en de dekking van de aan de administratie verbonden kosten;

    • -

      het percentage dat vóór de verdeling aan de winnaars der weddenschappen zal worden ingehouden en de bestemming van dit percentage;

    • -

      de controle van overheidswege;

    • -

      de inrichting van het jaarlijks door de rechtspersoon van zijn werkzaamheden en de financiële resultaten daarvan uit te brengen verslag en de wijze van publikatie van dat verslag;

    • -

      de verplichting om ongeoorloofd wedden of het verlenen van bemiddeling tot wedden op de terreinen waar harddraverijen of paardenrennen worden gehouden zoveel mogelijk tegen te gaan en te doen regelen.

Artikel 11

  • 1. Op loterijen, op het aanleggen en houden waarvan de vergunning van het Bestuurscollege wordt vereist, wordt een vergunningsrecht geheven van maximaal vijf ten honderd van de met het aanleggen of houden van de betreffende loterij gerealiseerde bruto omzet. De hoogte van het vergunningsrecht wordt nader bij besluit door het Bestuurscollege vastgesteld.

  • 2. Het vergunningsrecht bedoeld in lid 1 wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

  • 3. Het formulier van het aangiftebiljet wordt bij besluit van het Bestuurscollege vastgesteld.

  • 4. In het aangiftebiljet wordt opgave verlangd van gegevens en kan overlegging worden gevraagd van bescheiden, waarvan de kennisneming voor de heffing van het recht van belang is.

  • 5. Het Bestuurscollege kan aan iedere vergunninghouder aangiftebiljetten uitreiken.

  • 6. De vergunninghouder is verplicht, indien hem geen aangiftebiljetten zijn uitgereikt, deze op te vragen, zodat voldaan wordt aan de verplichting om de in lid 1 bedoelde rechten tijdig af te dragen.

  • 7. Iedere vergunninghouder is gehouden aangifte te doen door het aangiftebiljet duidelijk, stellig en zonder voorbehoud ingevuld en ondertekend, met de daarin gevraagde bescheiden, in te leveren bij het Bestuurscollege.

  • 8. Bij de inlevering van een aangiftebiljet wordt desgevraagd een ontvangstbewijs afgegeven.

  • 9. Het in dit artikel bedoelde en maandelijks af te dragen recht, hetwelk ingevolge dit artikel op aangifte moet worden voldaan of aangedragen, wordt gelijktijdig met de aangifte bij de Eilandsontvanger van het eilandgebied Saba gedaan.

  • 10. De aangifte wordt gedaan binnen een termijn van 15 dagen na het verstrijken van de maand, waarop zij betrekking heeft.

Artikel 12

  • 1.

    Indien kan worden aangetoond dat het maandelijkse recht ten onrechte of tot een te hoog bedrag werd betaald, wordt het ten onrechte of te veel betaalde bedrag door de Eilandsontvanger gerestitueerd in opdracht van het Bestuurscollege, zolang niet sedert de datum waarop het recht verschuldigd was, vijf jaren zijn verstreken.

  • 2.

    Indien het recht, dat op aangifte behoort te worden voldaan of afgedragen, geheel of gedeeltelijk niet is betaald dan wel ten onrechte of tot een te hoog bedrag vermindering dan wel teruggaaf is verleend, kan het Bestuurscollege het te weinig geheven recht naheffen.

  • 3.

    De naheffing geschiedt bij wege van een naheffingsaanslag, die wordt opgelegd aan de vergunninghouder.

  • 4.

    De bevoegdheid tot naheffing vervalt door verloop van een termijn van vijf jaren na het einde van de maand, waarover de verschuldigdheid van het recht is ontstaan, dan wel waarin de teruggaaf is gedaan.

  • 5.

    Het in de naheffingsaanslag begrepen recht wordt met maximaal 100 ten honderd verhoogd.De verhoging bedraagt echter 10 ten honderd, doch tenminste twintig gulden, voorzover het niet aan opzet, of grove schuld van de vergunninghouder te wijten is, dat te weinig rechten geheven zijn, of teruggaaf werd gedaan.

  • 6.

    Indien en voorzover het recht, dat op aangifte behoort te worden voldaan of afgedragen, te laat, doch voordat een naheffingsaanslag is vastgesteld, wordt betaald, kan het Bestuurscollege de vergunninghouder, bij wijze van boete, een naheffingsaanslag opleggen ten bedrage van 20 ten honderd van het te laat betaalde bedrag, met een minimum van twintig gulden.

  • 7.

    Naheffingsaanslagen zijn invorderbaar tien dagen na dagtekening van het aanslagbiljet.

Artikel 13

De invordering van de rechten geschiedt door de Eilandsontvanger van het eilandgebied Saba met inachtneming van het bepaalde in de Landsverordening op de invordering van directe belastingen 1943 (P.B. 1942, no. 248, zoals gewijzigd).

Artikel 14

  • 1.

    Hij die bezwaar heeft tegen een hem opgelegde naheffingsaanslag, kan binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet bij het Bestuurscollege een gemotiveerd bezwaarschrift indienen.

  • 2.

    Het Bestuurscollege neemt binnen twee maanden na de datum van indiening van het bezwaarschrift een gemotiveerde beslissing. Mededeling van de beslissing wordt aan de belanghebbende gezonden bij aangetekende brief of tegen gedagtekend ontvangstbewijs.

  • 3.

    Hij die bezwaar heeft tegen de beslissing op zijn bezwaarschrift kan binnen dertig dagen nadat de mededeling ingevolge het tweede lid ter post is bezorgd of tegen ontvangstbewijs is uitgereikt in beroep komen bij de Eilandsraad.

  • 4.

    Het beroep op de Eilandsraad wordt ingesteld bij een met redenen omkleed beroepsschrift.Het beroepsschrift moet zodanig zijn ingericht dat daaruit een conclusie kan worden getrokken aangaande het recht.

  • 5.

    De uitspraak van de Eilandsraad is met redenen omkleed en wordt binnen zes maanden na de datum van indiening van het beroepsschrift gedaan.

  • 6.

    Bij de uitspraak op een beroepsschrift gericht tegen een aanslag neemt de Eilandsraad een besluit of en in hoeverre kwijtschelding van het in de aanslag begrepen bedrag of de verhoging wordt verleend.

  • 7.

    De Eilandsraad zendt een afschrift van de uitspraak en van het in het zesde lid bedoelde besluit bij aangetekende brief aan de vergunninghouder of reikt deze aan hem uit tegen ontvangstbewijs.

  • 8.

    Het indienen van een bezwaar- of beroepsschrift schort de verplichting tot betalen van het recht niet op.

Artikel 15

  • 1. Het Bestuurscollege kan bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, een binnen het eilandgebied gevestigde rechtspersoonlijkheid bezittende instelling belasten met de heffing en/of de inning van alle krachtens deze eilandsverordening verschuldigde gelden.

  • 2. Indien en naar gelang het Bestuurscollege van deze bevoegdheid gebruik maakt, treedt de aldus belaste instelling op namens het Bestuurscollege en/of de Eilandsontvanger.

Artikel 16

  • 1. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen voorschriften worden gegeven met betrekking tot de wijze, waarop, en de middelen, waarmede, prijs- en premietrekkingen van loterijen en premieleningen moeten plaats hebben, alsook ten aanzien van de hoegrootheid van de waarde der gezamenlijk uit te geven aandelen in die loterijen en premieleningen.

  • 2. Aan elke ingevolge deze verordening verleende vergunning is stilzwijgend de voorwaarde verbonden, dat op alle aandelen in de daarbij toegestane loterij en in alle andere aankondigingen en in andere voor openbaarmaking of verspreiding bestemde stukken, die loterij betreffende, wordt vermeld, dat het Bestuurscollege toestemming tot het aanleggen en houden van die loterij heeft verleend, onder aanhaling van de dagtekening van de betrekkelijke beschikking.

  • 3. Bij verlening van een vergunning ingevolge deze verordening kan het Bestuurscollege, overeenkomstig bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, vast te stellen regelen, een geldelijke zekerheid van de aanleggers van zulk een loterij verlangen, welke zekerheid wordt gesteld ten behoeve van het eilandgebied en waarvan de hoogte wordt vastgesteld bij evengenoemd eilandsbesluit.

Artikel 17

Het is verboden:

  • 1.

    een loterij, tot het houden en aanleggen waarvan de bij deze verordening vereiste vergunning is verleend, zonder inachtneming van de voorschriften van een krachtens deze verordening uitgevaardigd besluit of van enige ingevolge deze verordening aan die toestemming verbonden voorwaarde aan te leggen of te houden;

  • 2.

    aandelen in zodanige loterij te verkopen, te koop aan te bieden, af te leveren, uit te delen of ten verkoop of ter uitdeling in voorraad te hebben, of door middel of met behulp van aandelen of aankondigingen en andere voor openbaarmaking en verspreiding bestemde stukken, op enige andere wijze de deelneming in zodanige loterij open te stellen of openlijk te bevorderen, zonder dat de bepaling van het tweede lid van artikel 16 ten opzichte van die aandelen, die aankondigingen en die voor openbaarmaking en verspreiding bestemde stukken, is of wordt nagekomen;

  • 3.

    aandelen in zodanige loterij te verkopen, te koop aan te bieden, af te leveren, uit te delen of ten verkoop of ter uitdeling in voorraad te hebben of op enige andere wijze de deelneming in zodanige loterij open te stellen of openlijk te bevorderen, zonder dat door hem, die een der genoemde handelingen pleegt, alle voorwaarden, waaronder de toestemming tot het houden der loterij is verleend, zijn of worden nagekomen.

Artikel 18

De ingevolge deze verordening verleende vergunning kan steeds door het Bestuurscollege worden ingetrokken of tijdelijk worden ingetrokken, indien de bepalingen van deze verordening niet in acht worden genomen of een krachtens deze verordening uitgevaardigd besluit of een ingevolge deze verordening aan die vergunning verbonden voorwaarde niet in acht wordt genomen.

Artikel 19

  • 1. Tegen een beslissing tot weigering of intrekking of tijdelijke intrekking van een vergunning, krachtens deze verordening verleend, of een beslissing tot aanvulling of wijziging van voorwaarden, verbonden aan een dergelijke vergunning, kan de belanghebbende binnen dertig dagen, nadat hem de beslissing is medegedeeld, schriftelijk, met redenen omkleed, bij de Eilandsraad in beroep komen.

  • 2. De met redenen omklede beslissing van de Eilandsraad wordt zo spoedig mogelijk bij afschrift aan de belanghebbende medegedeeld.

  • 3. Het beroep heeft geen schorsende werking. De Eilandsraad beslist binnen veertien dagen na ontvangst van het beroep.

  • 4. De Eilandsraad is bevoegd om, aleer een beslissing te nemen, deskundigen te horen.

Artikel 20

  • 1. Overtreding van een der verbodsbepalingen van artikel 3 of van artikel 17 wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste vijf duizend gulden.

  • 2. Voorwerpen, die de veroordeelde toebehoren en die door middel van het strafbare feit zijn verkregen, en aandelen in een loterij en andere voorwerpen, de veroordeelde toebehorende, waarmede het feit is gepleegd, kunnen worden verbeurd verklaard.

  • 3. De vernietiging van in beslag genomen aandelen in een loterij of van andere geschriften, waarmede het strafbare feit is gepleegd, kan in het vonnis worden gelast.

Artikel 21

  • 1. Indien een feit, bij deze verordening strafbaar gesteld, wordt begaan door of vanwege een naamloze vennootschap, een coöperatieve of andere rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging of een stichting, wordt de strafvervolging ingesteld en de straf uitgesproken tegen de leden van het bestuur of commissarissen.

  • 2. Geen straf wordt uitgesproken tegen de bestuurder of commissaris, van wie blijkt, dat het feit buiten zijn toedoen is begaan.

Artikel 22

Hij die opzettelijk in strijd met de waarheid het vermoeden wekt, dat ingevolge deze verordening vergunning op het houden van een loterij is verleend, of dat aan de verleende vergunning geen voorwaarden of andere dan de gestelde of niet al de gestelde voorwaarden zijn verbonden, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste duizend gulden.

Artikel 23

De in deze eilandsverordening bedoelde strafbare feiten worden beschouwd als overtredingen.

Artikel 24

  • 1. De ambtenaren belast met het opsporen van de feiten bij deze verordening strafbaar gesteld zijn te allen tijde bevoegd in beslag te nemen en ter inbeslagneming de uitlevering te vorderen van al hetgeen kan dienen tot bewijs van al hetgeen redelijkerwijs vermoed kan worden bestemd te zijn geweest of gediend te hebben tot het plegen van een overtreding van deze verordening, alsmede van al hetgeen uit overtreding van deze verordening werd verkregen.

  • 2. Die ambtenaren hebben te allen tijde vrije toegang tot alle plaatsen, waar redelijkerwijze vermoed kan worden, dat een overtreding van deze verordening wordt gepleegd. Wordt hun de toegang geweigerd, dan verschaffen zij zich die desnoods met inroeping van de sterke arm. is de plaats tevens een woning of alleen door een woning toegankelijk, dan treden zij deze tegen de wil der bewoners niet binnen dan op bijzondere schriftelijke last van het Plaatselijke Hoofd van Politie en in het bijzijn van de Rechter in Eerste Aanleg of een (Hulp)Officier van Justitie. Van dit binnentreden wordt door hen proces-verbaal opgemaakt, dat binnen tweemaal vierentwintig uren aan de bewoner, wiens woning is binnengetreden, in afschrift wordt medegedeeld.

Artikel 25

  • 1. Het Bestuurscollege is bevoegd om, zo nodig op kosten van de overtreders, te doen wegnemen, beletten, verrichten of in vorige toestand herstellen van hetgeen in strijd met deze verordening is of wordt gehouden, gemaakt of gesteld, ondernomen, weggelaten, beschadigd of weggenomen.

  • 2. Spoedeisende gevallen uitgezonderd, wordt van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde bevoegdheden geen gebruik gemaakt, dan na te voren gedane schriftelijke vordering.

  • 3. Het Bestuurscollege kan bij dwangbevel de ingevolge het eerste lid van dit artikel verschuldigde kosten invorderen. Het dwangbevel wordt op kosten van de schuldenaar bij deurwaardersexploit betekend en ten uitvoer gelegd op de wijze, bij het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de Nederlandse Antillen ten aanzien van vonnissen en authentieke akten voorgeschreven. Binnen dertig dagen na de dagtekening staat verzet tegen het dwangbevel open door dagvaarding van het eilandgebied bij het Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen. Het verzet schorst de tenuitvoerlegging op.

Artikel 26

Deze verordening is niet van toepassing op de Landsloterij, zoals bedoeld in de Landsloterij verordening 1949 (P.B. 1960, no. 123, zoals gewijzigd).

Artikel 27

Op loterijen, daaronder begrepen premieleningen vallende onder het begrip loterij in de zin van deze verordening, die vóór het in werking treden van deze verordening reeds wettelijk zijn aangelegd, is deze verordening niet van toepassing.

Artikel 28

De verordening van 28 juli/20 december 1881, P.B. 1881, no. 30, zoals die is gewijzigd bij verordening van 11 september/5 november 1902, no. 41, wordt ingetrokken.

Artikel 29

Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel van: “Loterijverordening Saba 1999”.

Artikel II

Deze eilandsverordening treedt in werking op een nader bij besluit van het Bestuurscollege vast te stellen tijdstip.