Eilandverordening Subsidieverlening openbare lichaam Saba

Geldend van 24-05-2012 t/m heden

Intitulé

“Eilandverordening Subsidieverlening openbare lichaam Saba” (AB No. 2012/... ...)

Island Council Decision

Island Council of the Public Entity Saba;

Considering Article 149 of the BES Law (WolBES);

Considering Article 20.g of the “Besluit Begroting en Verantwoording van de openbare lichamen BES” (BBV BES);

Resolves:

To establish the Subsidy Ordinance of the Public Entity Saba

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    openbaar lichaam: het openbaar lichaam Saba;

  • b.

    bestuurscollege: het bestuurscollege van het openbaar lichaam Saba;

  • c.

    eilandsraad: de eilandsraad van het openbaar lichaam Saba;

  • d.

    subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door het openbaar lichaam verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het openbaar lichaam geleverde goederen of diensten;

  • e.

    jaarlijkse subsidie: subsidie die per (boek)jaar of voor een bepaald aantal boekjaren aan een instelling voor een periode van maximaal vier jaar wordt verstrekt;

  • f.

    beleidssector: een specifiek deel van het beleid gevoerd door het openbaar lichaam, waarbinnen door aanvrager producten/prestaties worden uitgevoerd;

  • g.

    subsidieverlening en vaststelling: een schriftelijk besluit tot het verlenen van een subsidie, waarbij een omschrijving van de te leveren activiteiten en prestaties, het bedrag van de subsidie en eventuele aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen en afspraken zijn vermeld;

  • h.

    eenmalige activiteit: een activiteit die slechts eenmaal per jaar plaatsvindt in een tijdsbestek van een of enkele dagen.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1. De eilandsraad stelt vast dat voor de volgende beleidsterreinen subsidie kan worden verstrekt:

    • a.

      algemeen bestuur;

    • b.

      openbare orde en veiligheid;

    • c.

      verkeer, vervoer en waterstaat;

    • d.

      economische zaken;

    • e.

      onderwijs;

    • f.

      cultuur, recreatie en sport;

    • g.

      sociale voorzieningen en maatschappelijk werk;

    • h.

      volksgezondheid;

    • i.

      ruimtelijke ordening en volkshuisvesting.

  • 2. Het bestuurscollege is bevoegd nadere regels te stellen, waarin de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie binnen een beleidsterrein zoals bedoeld in het eerste lid worden omschreven. Deze bevoegdheid laat onverlet het budgetrecht van de eilandsraad.

Artikel 3 Bevoegdheid bestuurscollege

  • 1. Het bestuurscollege is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met inachtneming van de in de begroting van het openbaar lichaam opgenomen financiële middelen.

  • 2. Het bestuurscollege is bevoegd om voorwaarden aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.

Hoofdstuk 2 Aanvraag van de subsidie

Artikel 4 Informatieverschaffing bij aanvraag

  • 1. De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het bestuurscollege.

  • 2. Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen, welke indicatoren vaststellen of de doelstellingen worden bereikt en hoe deze worden gemeten;

    • c.

      in welke mate de activiteiten gericht zijn op het openbaar lichaam of haar ingezetenen en op door het openbaar lichaam vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

    • d.

      een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat (indien van toepassing) een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • e.

      indien van toepassing bij een jaarlijkse subsidie, de stand van de liquide middelen en de reserves op het moment van de aanvraag.

Artikel 5 Onderscheid in vereisten per soort aanvraag

  • 1. De aanvragen worden ingedeeld in 3 categorieën en per categorie zijn oplopende vereisten, ten aanzien van de aanvraag en de verantwoording over de aanwending van de subsidie.

  • 2. Categorie 1 aanvragen zijn de aanvragen met een financiële omvang van minder dan $ 10.000.

  • 3. Categorie 2 aanvragen zijn de aanvragen met een financiële omvang vanaf $ 10.000 maar minder dan $50.000.

  • 4. Categorie 3 aanvragen hebben een financiële omvang van $ 50.000 of meer.

Artikel 6 Vereisten bij aanvraag categorie 1

  • 1. De aanvrager overlegt bij de aanvraag naast de informatie als gevraagd in artikel 4 een beschrijving van de doelstellingen van de aanvragende instantie en een overzicht van de bestuursleden, hoe lang zij die functie vervullen en wanneer ze voor het laatst zijn gekozen of herkozen.

  • 2. Het bestuurscollege is bevoegd ook andere dan de in het eerste en tweede lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk zijn.

Artikel 7 Vereisten bij aanvraag categorie 2

  • 1. De aanvrager overlegt bij de aanvraag naast de informatie als gevraagd in artikel 4 een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, een overzicht van de bestuursleden, hoe lang zij die functie vervullen en wanneer ze voor het laatst zijn gekozen of herkozen.

  • 2. De aanvrager voegt tevens de een financieel verslag over het voorgaande jaar toe. Het financieel verslag dient te worden opgesteld in een door het bestuurscollege vastgesteld format.

  • 3. Verstrekking van de oprichtingsakte, statuten en overzicht van de bestuursleden vindt eenmalig plaats. Bij een volgende aanvraag dienen alleen eventuele wijzigingen te worden gemeld.

  • 4. Het bestuurscollege is bevoegd ook andere dan de in het eerste en tweede lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk zijn.

Artikel 8 Vereisten bij aanvraag categorie 3

  • 1. De aanvrager overlegt bij de aanvraag naast de informatie als gevraagd in artikel 4 een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, een overzicht van de bestuursleden, hoe lang zij die functie vervullen en wanneer ze voor het laatst zijn gekozen of herkozen.

  • 2. De aanvrager voegt tevens een financieel verslag over het voorgaande jaar en een staat van bezittingen en schulden per 31 december van het afgelopen jaar toe. Het financieel verslag en de staat van bezittingen en schulden dient te worden opgesteld in een door het bestuurscollege vastgesteld format.

  • 3. Verstrekking van de oprichtingsakte, statuten en overzicht van de bestuursleden vindt eenmalig plaats. Bij een volgende aanvraag dienen alleen eventuele wijzigingen te worden gemeld.

  • 4. Het bestuurscollege is bevoegd ook andere dan de in het eerste en tweede lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk zijn.

Artikel 9 Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie wordt gedaan uiterlijk 1 mei in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 2. Het bestuurscollege kan andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te wijzen subsidies.

Artikel 10 Beslistermijn

  • 1. Het bestuurscollege beslist op een aanvraag om een eenmalige subsidie binnen 6 weken na ontvangst van een volledige aanvraag, dan wel indien het bestuurscollege hiertoe regels heeft opgesteld, 6 weken gerekend vanaf de uiterste indieningtermijn voor het aanvragen van subsidie.

  • 2. Het bestuurscollege beslist op een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie uiterlijk vóór 31 december van het jaar waarop de aanvraag is ingediend.

Hoofdstuk 3 De weigering van de subsidie

Artikel 11 Weigeringgronden

Het bestuurscollege kan een aanvraag voor subsidie weigeren indien de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zijn op het openbaar lichaam of haar ingezetenen of niet of nauwelijks ten goede komen aan het openbaar lichaam of haar ingezetenen.

Hoofdstuk 4 Verlening en vaststelling van de subsidie

Artikel 12 Verlening en vaststelling van de subsidie

  • 1. Het bestuurscollege stelt binnen 6 weken na ontvangst van de aanvraag de subsidie vast.

  • 2. Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, dan bericht het bestuurscollege de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 3. Het bestuurscollege kan van categorie 1 de subsidie direct vaststellen, zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag hoeft in te dienen.

  • 4. Het bestuurscollege is bevoegd om verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden met betrekking tot het beheer en gebruik van de subsidie.

Artikel 13 Subsidiering van salariskosten

  • 1. Indien de subsidie (mede) ter dekking van salariskosten van personeel van de gesubsidieerde instelling is, zullen deze salarissen en de vakantietoelage jaarlijks maximaal met hetzelfde percentage stijgen als de (eventuele) stijging van de ambtenarensalarissen en de vakantietoelagen.

  • 2. Eventuele incidentele toelagen van ambtenaren zoals een eindejaarstoelage worden niet toegekend aan het personeel van gesubsidieerde instellingen

Artikel 14 Betaling van de subsidie

  • 1. Indien een beschikking tot subsidievaststelling voor een eenmalige activiteit wordt gegeven, vindt de betaling van de gehele subsidie in één bedrag plaats.

  • 2. Indien een beschikking tot subsidieverlening wordt gegeven voor een jaarlijkse subsidie vindt de betaling in gelijke maandelijkse of kwartaal termijnen plaats.

  • 3. Indien een specifiek programma een andere fasering van betaalbaarstelling vereist kan het bestuurscollege van het gestelde in lid 2 afwijken.

  • 4. Indien een subsidie gegeven dient te worden op wettelijke gronden vindt een eenmalige jaarlijkse betaling plaats.

Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 15 Tussentijdse rapportage

Bij categorie 2 en 3 subsidies welke verleend worden voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het bestuurscollege de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt niet vaker dan één keer per kwartaal gevraagd.

Artikel 16 Meldingsplicht

  • 1. De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het bestuurscollege, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, niet of geheel niet zullen worden verricht of dat niet of geheel niet aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

  • 2. Aan de hand van de melding als bedoeld in het eerste lid neemt het bestuurscollege een besluit tot eventuele (gedeeltelijke) terugbetaling van het subsidiebedrag door de subsidieontvanger.

Artikel 17 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger verricht de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2. De subsidieontvanger informeert het bestuurscollege zo spoedig mogelijk schriftelijk over:

    • a.

      besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.

Hoofdstuk 6 Verantwoording van de subsidie

Artikel 18 Verantwoording categorie 1 subsidies

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht om aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 2. Het verslag als bedoeld in het eerste lid dient te worden verstrekt binnen 3 maanden na afsluiting van de activiteit, maar uiterlijk op 1 april in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarin de subsidie is verstrekt.

Artikel 19 Verantwoording categorie 2 subsidies

  • 1. De subsidieontvanger van een categorie 2 subsidies is verplicht binnen 3 maanden na afsluiting van de activiteit, maar uiterlijk op 1 april in het jaar na afloop van het kalenderjaar, waarin de subsidie is verstrekt een inhoudelijk verslag wordt overlegd, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht.

  • 2. Tegelijk met het in het eerste lid van dit artikel genoemde verslag dient een financieel verslag als genoemd in artikel 7 lid 2 te worden overlegd.

  • 3. Het bestuurscollege kan bepalen dat ook andere dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de verantwoording van belang zijn, worden overgelegd.

Artikel 20 Verantwoording categorie 3 subsidies

  • 1. De subsidieontvanger van een categorie 3 subsidies is verplicht binnen 3 maanden na afsluiting van de activiteit, maar uiterlijk op 1 april in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarin de subsidie is verstrekt een inhoudelijk verslag wordt overlegd, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht.

  • 2. Tegelijk met het in het eerste lid van dit artikel genoemde verslag dient een financieel verslag en een staat van bezittingen en schulden als genoemd in artikel 8 lid 2 te worden overlegd.

  • 3. Het bestuurscollege kan bepalen dat ook andere dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de verantwoording van belang zijn, worden overgelegd.

Hoofdstuk 7 Overige bepalingen

Artikel 21 Hardheidsclausule

Het bestuurscollege kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze eilandsverordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3 en 11 voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de eilandsraad.

Artikel 22 Overgangsbepalingen

Aanvragen om subsidie die zijn of worden ingediend in 2012 worden afgedaan volgens de voor de inwerkingtreding van deze eilandsverordening geldende bepalingen.

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze eilandsverordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

Artikel 24 Citeertitel

Deze eilandsverordening wordt aangehaald als: ‘Subsidieverordening Saba’.

Ondertekening

Thus adopted in the public meeting of the Island Council of the Public Entity
Saba on 22/05/1212
The lsland Registrar, The Island Governor