Wijzigingsbesluiten Calls

Geldend van 27-07-2018 t/m heden

Intitulé

Wijzigingsbesluiten Calls

Ondertekening

Wijzigingsbesluit OP EFRO Kennisontwikkeling 2016:

Het dagelijks bestuur van het SNN

Besluit

de volgende artikelen van OP EFRO Kennisontwikkeling 2016 als volgt te wijzigen.

Artikel 14 wordt vervangen door:

  • 1.

    De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

  • 2.

    Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is gestart kan een voorschot van 20% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt.

  • 3.

    Het in het vorige lid genoemde voorschot wordt niet verleend indien het SNN op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek een obstakel ten aanzien van de uitvoering van het project constateert

  • 4.

    Daarnaast kan een voorschot worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

  • 5.

    Het in lid 4 bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de maximaal toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

  • 6.

    De in het tweede en vierde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de maximaal verleende subsidie. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 5, kan tot maximaal 100% van de maximaal verleende subsidie aan voorschot worden verleend.

  • 7.

    In afwijking van de eerste zin in het zesde lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt, indien:

    •het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond

    •het aannemelijk i dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiabel gesteld zullen worden en

    •het niet toekennen van het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft

  • 8.

    Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden.  

    Aan de toelichting wordt bij artikel 11 lid 3 toegevoegd:

    Het gaat om die gevallen waar iets ten opzichte van de aanvraag veranderd is waarvan het SNN denkt dat het eventuele obstakel nog kan worden weggenomen, maar waarvan dat nog niet zeker is op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek.

    Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een negatieve wijziging van de financiering; een investeerder trekt zich bijvoorbeeld terug. Misschien vindt de aanvrager binnen afzienbare tijd een nieuwe financier voor zijn project en kan het project gewoon doorgang vinden. Als dat echter niet lukt zal de verleningsbeschikking worden ingetrokken, nu er geen financiering is voor het project. In die onzekere gevallen gaat het SNN geen voorschot uit betalen. Een ander voorbeeld is dat op basis van een gegrond verklaard beroep een vergunning wordt ingetrokken, maar er is hoger beroep ingediend. Indien het SNN het redelijk vindt de uitspraak af te wachten om te kijken of het project doorgang kan vinden, zal het SNN gezien de onzekerheid geen voorschot uitbetalen.

     

    III. Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie.

 

Wijzigingsbesluit OP EFRO Kennisontwikkeling 2017:

 

Het dagelijks bestuur van het SNN

 

Besluit

 

de volgende artikelen van OP EFRO Kennisontwikkeling 2017 als volgt te wijzigen.

Artikel 11 wordt vervangen door:

  • 1.

    De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

  • 2.

    Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is gestart kan een voorschot van 20% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt.

  • 3.

    Het in het vorige lid genoemde voorschot wordt niet verleend indien het SNN op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek een obstakel ten aanzien van de uitvoering van het project constateert.

  • 4.

    Daarnaast kan een voorschot worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

  • 5.

    Het in lid 4 bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de maximaal toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

  • 6.

    De in het tweede en vierde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de maximaal verleende subsidie. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 5, kan tot maximaal 100% van de maximaal verleende subsidie aan voorschot worden verleend.

  • 7.

    In afwijking van de eerste zin in het zesde lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt, indien:

    Het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond

    het zeer aannemelijk is dat de kosten die nog gemaaktw orden subsidiabel gesteld zullen worden en

    het niet toekennen van het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

  • .

  • 8.

    Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden. 

    Aan de toelichting wordt bij artikel 11 lid 3 toegevoegd:

    Het gaat om die gevallen waar iets ten opzichte van de aanvraag veranderd is waarvan het SNN denkt dat het eventuele obstakel nog kan worden weggenomen, maar waarvan dat nog niet zeker is op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek.

    Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een negatieve wijziging van de financiering; een investeerder trekt zich bijvoorbeeld terug. Misschien vindt de aanvrager binnen afzienbare tijd een nieuwe financier voor zijn project en kan het project gewoon doorgang vinden. Als dat echter niet lukt zal de verleningsbeschikking worden ingetrokken, nu er geen financiering is voor het project. In die onzekere gevallen gaat het SNN geen voorschot uit betalen. Een ander voorbeeld is dat op basis van een gegrond verklaard beroep een vergunning wordt ingetrokken, maar er is hoger beroep ingediend. Indien het SNN het redelijk vindt de uitspraak af te wachten om te kijken of het project doorgang kan vinden, zal het SNN gezien de onzekerheid geen voorschot uitbetalen.

     

    III. Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie.

     

 

Wijzigingsbesluit OP EFRO Kennisontwikkeling 2018:

 

Het dagelijks bestuur van het SNN

 

Besluit

 

de volgende artikelen van OP EFRO Kennisontwikkeling 2018 als volgt te wijzigen.

Artikel 10 wordt vervangen door:

  • 1.

    De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

  • 2.

    Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is gestart kan een voorschot van 20% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt.

  • 3.

    Het in het vorige lid genoemde voorschot wordt niet verleend indien het SNN op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek een obstakel ten aanzien van de uitvoering van het project constateert.

  • 4.

    Daarnaast kan een voorschot worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

  • 5.

    Het in lid 4 bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de maximaal toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

  • 6.

    De in het tweede en vierde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de maximaal verleende subsidie. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 5, kan tot maximaal 100% van de maximaal verleende subsidie aan voorschot worden verleend.

  • 7.

    In afwijking van de eerste zin in het zesde lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt, indien:

•het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

•het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiabel gesteld zullen worden, en

•het niet toekennen van het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

  • 8.

    Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden. 

    Aan de toelichting wordt bij artikel 10 lid 3 toegevoegd:

    Het gaat om die gevallen waar iets ten opzichte van de aanvraag veranderd is waarvan het SNN denkt dat het eventuele obstakel nog kan worden weggenomen, maar waarvan dat nog niet zeker is op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek.

    Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een negatieve wijziging van de financiering; een investeerder trekt zich bijvoorbeeld terug. Misschien vindt de aanvrager binnen afzienbare tijd een nieuwe financier voor zijn project en kan het project gewoon doorgang vinden. Als dat echter niet lukt zal de verleningsbeschikking worden ingetrokken, nu er geen financiering is voor het project. In die onzekere gevallen gaat het SNN geen voorschot uit betalen. Een ander voorbeeld is dat op basis van een gegrond verklaard beroep een vergunning wordt ingetrokken, maar er is hoger beroep ingediend. Indien het SNN het redelijk vindt de uitspraak af te wachten om te kijken of het project doorgang kan vinden, zal het SNN gezien de onzekerheid geen voorschot uitbetalen.

     

    III. Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie.

     

 

Wijzigingsbesluit OP EFRO Human Capital A 2016:

 

Het dagelijks bestuur van het SNN

 

Besluit

 

de volgende artikelen van OP EFRO Human Capital A 2016 als volgt te wijzigen.

Artikel 12 wordt vervangen door:

  • 1.

    De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

  • 2.

    Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is gestart kan een voorschot van 20% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt.

  • 3.

    Het in het vorige lid genoemde voorschot wordt niet verleend indien het SNN op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek een obstakel ten aanzien van de uitvoering van het project constateert.

  • 4.

    Daarnaast kan een voorschot worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

  • 5.

    Het in lid 4 bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de maximaal toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

  • 6.

    De in het tweede en vierde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de maximaal verleende subsidie. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 5, kan tot maximaal 100% van de maximaal verleende subsidie aan voorschot worden verleend.

  • 7.

    In afwijking van de eerste zin in het zesde lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt, indien:

•het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

•het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiabel gesteld zullen worden, en

•het niet toekennen van het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

  • 8.

    Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden. 

    Aan de toelichting wordt bij artikel 12 lid 3 toegevoegd:

    Het gaat om die gevallen waar iets ten opzichte van de aanvraag veranderd is waarvan het SNN denkt dat het eventuele obstakel nog kan worden weggenomen, maar waarvan dat nog niet zeker is op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek.

    Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een negatieve wijziging van de financiering; een investeerder trekt zich bijvoorbeeld terug. Misschien vindt de aanvrager binnen afzienbare tijd een nieuwe financier voor zijn project en kan het project gewoon doorgang vinden. Als dat echter niet lukt zal de verleningsbeschikking worden ingetrokken, nu er geen financiering is voor het project. In die onzekere gevallen gaat het SNN geen voorschot uit betalen. Een ander voorbeeld is dat op basis van een gegrond verklaard beroep een vergunning wordt ingetrokken, maar er is hoger beroep ingediend. Indien het SNN het redelijk vindt de uitspraak af te wachten om te kijken of het project doorgang kan vinden, zal het SNN gezien de onzekerheid geen voorschot uitbetalen.

     

    III. Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie.

        

 

Wijzigingsbesluit OP EFRO Human Capital A 2017:

 

Het dagelijks bestuur van het SNN

 

Besluit

 

de volgende artikelen van OP EFRO Human Capital A 2017 als volgt te wijzigen.

Artikel 12 wordt vervangen door:

  • 1.

    De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

  • 2.

    Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is gestart kan een voorschot van 20% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt.

  • 3.

    Het in het vorige lid genoemde voorschot wordt niet verleend indien het SNN op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek een obstakel ten aanzien van de uitvoering van het project constateert.

  • 4.

    Daarnaast kan een voorschot worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

  • 5.

    Het in lid 4 bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de maximaal toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

  • 6.

    De in het tweede en vierde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de maximaal verleende subsidie. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 5, kan tot maximaal 100% van de maximaal verleende subsidie aan voorschot worden verleend.

  • 7.

    In afwijking van de eerste zin in het zesde lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt, indien:

•het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

•het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiabel gesteld zullen worden, en

•het niet toekennen van het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

  • 8.

    Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden. 

    Aan de toelichting wordt bij artikel 12 lid 3 toegevoegd:

    Het gaat om die gevallen waar iets ten opzichte van de aanvraag veranderd is waarvan het SNN denkt dat het eventuele obstakel nog kan worden weggenomen, maar waarvan dat nog niet zeker is op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek.

    Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een negatieve wijziging van de financiering; een investeerder trekt zich bijvoorbeeld terug. Misschien vindt de aanvrager binnen afzienbare tijd een nieuwe financier voor zijn project en kan het project gewoon doorgang vinden. Als dat echter niet lukt zal de verleningsbeschikking worden ingetrokken, nu er geen financiering is voor het project. In die onzekere gevallen gaat het SNN geen voorschot uit betalen. Een ander voorbeeld is dat op basis van een gegrond verklaard beroep een vergunning wordt ingetrokken, maar er is hoger beroep ingediend. Indien het SNN het redelijk vindt de uitspraak af te wachten om te kijken of het project doorgang kan vinden, zal het SNN gezien de onzekerheid geen voorschot uitbetalen.

     

    III. Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie.

       

 

Wijzigingsbesluit OP EFRO Human Capital 2018:

 

Het dagelijks bestuur van het SNN

 

Besluit

 

de volgende artikelen van OP EFRO Human Capital 2018 als volgt te wijzigen.

Artikel 11 wordt vervangen door:

  • 1.

    De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

  • 2.

    Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is gestart kan een voorschot van 20% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt.

  • 3.

    Het in het vorige lid genoemde voorschot wordt niet verleend indien het SNN op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek een obstakel ten aanzien van de uitvoering van het project constateert.

  • 4.

    Daarnaast kan een voorschot worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

  • 5.

    Het in lid 4 bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de maximaal toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

  • 6.

    De in het tweede en vierde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de maximaal verleende subsidie. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 4, kan tot maximaal 100% van de maximaal verleende subsidie aan voorschot worden verleend.

  • 7.

    In afwijking van de eerste zin in het zesde lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt, indien:

•het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

•het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiabel gesteld zullen worden, en

•het niet toekennen van het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

  • 8.

    Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden. 

    Aan de toelichting wordt bij artikel 11 lid 3 toegevoegd:

    Het gaat om die gevallen waar iets ten opzichte van de aanvraag veranderd is waarvan het SNN denkt dat het eventuele obstakel nog kan worden weggenomen, maar waarvan dat nog niet zeker is op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek.

    Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een negatieve wijziging van de financiering; een investeerder trekt zich bijvoorbeeld terug. Misschien vindt de aanvrager binnen afzienbare tijd een nieuwe financier voor zijn project en kan het project gewoon doorgang vinden. Als dat echter niet lukt zal de verleningsbeschikking worden ingetrokken, nu er geen financiering is voor het project. In die onzekere gevallen gaat het SNN geen voorschot uit betalen. Een ander voorbeeld is dat op basis van een gegrond verklaard beroep een vergunning wordt ingetrokken, maar er is hoger beroep ingediend. Indien het SNN het redelijk vindt de uitspraak af te wachten om te kijken of het project doorgang kan vinden, zal het SNN gezien de onzekerheid geen voorschot uitbetalen.

     

    III. Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie.

      

 

Wijzigingsbesluit OP EFRO Proeftuinen C 2016:

 

Het dagelijks bestuur van het SNN

 

Besluit

 

de volgende artikelen van OP EFRO Proeftuinen C 2016 als volgt te wijzigen.

Artikel 14 wordt vervangen door:

1. De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

2.

Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is gestart kan een voorschot van 20% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt.

3.

Het in het vorige lid genoemde voorschot wordt niet verleend indien het SNN op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek een obstakel ten aanzien van de uitvoering van het project constateert.

  • 4.

    Daarnaast kan een voorschot worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

  • 5.

    Het in lid 4 bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de maximaal toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

  • 6.

    De in het tweede en vierde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de maximaal verleende subsidie. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 5, kan tot maximaal 100% van de maximaal verleende subsidie aan voorschot worden verleend.

  • 7.

    In afwijking van de eerste zin in het zesde lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt, indien:

•het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

•het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiabel gesteld zullen worden, en

•het niet toekennen van het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

  • 8.

    Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden.  

    Aan de toelichting wordt bij artikel 14 lid3 toegevoegd: Het gaat om die gevallen waar ten opzichte van de aanvraag veranderd is waarvan het SNN denkt dat het eventuele obstakel nog kan worden weggenomen, maar waarvan dat nog niet zeker is op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek.

    Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een negatieve wijziging van de financiering; een investeerder trekt zich bijvoorbeeld terug. Misschien vindt de aanvrager binnen afzienbare tijd een nieuwe financier voor zijn project en kan het project gewoon doorgang vinden. Als dat echter niet lukt zal de verleningsbeschikking worden ingetrokken, nu er geen financiering is voor het project. In die onzekere gevallen gaat het SNN geen voorschot uit betalen. Een ander voorbeeld is dat op basis van een gegrond verklaard beroep een vergunning wordt ingetrokken, maar er is hoger beroep ingediend. Indien het SNN het redelijk vindt de uitspraak af te wachten om te kijken of het project doorgang kan vinden, zal het SNN gezien de onzekerheid geen voorschot uitbetalen.

     

    III. Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie.

       

  

Wijzigingsbesluit OP EFRO Proeftuinen D 2016:

 

Het dagelijks bestuur van het SNN

 

Besluit

 

de volgende artikelen van OP EFRO Proeftuinen D 2016 als volgt te wijzigen.

Artikel 14 wordt vervangen door:

  • 1.

    De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

  • 2.

    Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is gestart kan een voorschot van 20% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt.

  • 3.

    Het in het vorige lid genoemde voorschot wordt niet verleend indien het SNN op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek een obstakel ten aanzien van de uitvoering van het project constateert.

  • 4.

    Daarnaast kan een voorschot worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

  • 5.

    Het in lid 4 bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de maximaal toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

  • 6.

    De in het tweede en vierde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de maximaal verleende subsidie. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 5, kan tot maximaal 100% van de maximaal verleende subsidie aan voorschot worden verleend.

  • 7.

    In afwijking van de eerste zin in het zesde lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt, indien:

•het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

•het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiabel gesteld zullen worden, en

•het niet toekennen van het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

  • 8.

    Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden. 

    Aan de toelichting wordt bij artikel 14 lid 3 toegevoegd:

    Het gaat om die gevallen waar iets ten opzichte van de aanvraag veranderd is waarvan het SNN denkt dat het eventuele obstakel nog kan worden weggenomen, maar waarvan dat nog niet zeker is op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek.

    Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een negatieve wijziging van de financiering; een investeerder trekt zich bijvoorbeeld terug. Misschien vindt de aanvrager binnen afzienbare tijd een nieuwe financier voor zijn project en kan het project gewoon doorgang vinden. Als dat echter niet lukt zal de verleningsbeschikking worden ingetrokken, nu er geen financiering is voor het project. In die onzekere gevallen gaat het SNN geen voorschot uit betalen. Een ander voorbeeld is dat op basis van een gegrond verklaard beroep een vergunning wordt ingetrokken, maar er is hoger beroep ingediend. Indien het SNN het redelijk vindt de uitspraak af te wachten om te kijken of het project doorgang kan vinden, zal het SNN gezien de onzekerheid geen voorschot uitbetalen.

     

    III. Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie.

       

 

Wijzigingsbesluit OP EFRO Proeftuinen C 2016 ronde 2:

 

Het dagelijks bestuur van het SNN

 

Besluit

 

de volgende artikelen van OP EFRO Proeftuinen C 2016 ronde 2 als volgt te wijzigen.

Artikel 14 wordt vervangen door:

  • 1.

    De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

  • 2.

    Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is gestart kan een voorschot van 20% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt.

  • 3.

    Het in het vorige lid genoemde voorschot wordt niet verleend indien het SNN op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek een obstakel ten aanzien van de uitvoering van het project constateert.

  • 4.

    Daarnaast kan een voorschot worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

  • 5.

    Het in lid 4 bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de maximaal toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

  • 6.

    De in het tweede en vierde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de maximaal verleende subsidie. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 5, kan tot maximaal 100% van de maximaal verleende subsidie aan voorschot worden verleend.

  • 7.

    In afwijking van de eerste zin in het zesde lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt, indien:

•het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

•het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiabel gesteld zullen worden, en

•het niet toekennen van het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

  • 8.

    Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden. 

    Aan de toelichting wordt bij artikel 14 lid 3 toegevoegd:

    Het gaat om die gevallen waar iets ten opzichte van de aanvraag veranderd is waarvan het SNN denkt dat het eventuele obstakel nog kan worden weggenomen, maar waarvan dat nog niet zeker is op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek.

    Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een negatieve wijziging van de financiering; een investeerder trekt zich bijvoorbeeld terug. Misschien vindt de aanvrager binnen afzienbare tijd een nieuwe financier voor zijn project en kan het project gewoon doorgang vinden. Als dat echter niet lukt zal de verleningsbeschikking worden ingetrokken, nu er geen financiering is voor het project. In die onzekere gevallen gaat het SNN geen voorschot uit betalen. Een ander voorbeeld is dat op basis van een gegrond verklaard beroep een vergunning wordt ingetrokken, maar er is hoger beroep ingediend. Indien het SNN het redelijk vindt de uitspraak af te wachten om te kijken of het project doorgang kan vinden, zal het SNN gezien de onzekerheid geen voorschot uitbetalen.

     

    III. Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie.

       

 

Wijzigingsbesluit OP EFRO Proeftuinen D 2016 ronde 2:

 

Het dagelijks bestuur van het SNN

 

Besluit

 

de volgende artikelen van OP EFRO Proeftuinen D 2016 ronde 2 als volgt te wijzigen.

Artikel 14 wordt vervangen door:

1.De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

2.

Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is gestart kan een voorschot van 20% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt.

3.

Het in het vorige lid genoemde voorschot wordt niet verleend indien het SNN op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek een obstakel ten aanzien van de uitvoering van het project constateert.

4.

Daarnaast kan een voorschot worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

5.

Het in lid 4 bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de maximaal toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

6.

De in het tweede en vierde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de maximaal verleende subsidie. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 5, kan tot maximaal 100% van de maximaal verleende subsidie aan voorschot worden verleend.

7.

In afwijking van de eerste zin in het zesde lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt, indien:

•het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

•het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiabel gesteld zullen worden, en

•het niet toekennen van het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

  • 8.

    Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden. 

    Aan de toelichting wordt bij artikel 14 lid 3 toegevoegd:

    Het gaat om die gevallen waar iets ten opzichte van de aanvraag veranderd is waarvan het SNN denkt dat het eventuele obstakel nog kan worden weggenomen, maar waarvan dat nog niet zeker is op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek.

    Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een negatieve wijziging van de financiering; een investeerder trekt zich bijvoorbeeld terug. Misschien vindt de aanvrager binnen afzienbare tijd een nieuwe financier voor zijn project en kan het project gewoon doorgang vinden. Als dat echter niet lukt zal de verleningsbeschikking worden ingetrokken, nu er geen financiering is voor het project. In die onzekere gevallen gaat het SNN geen voorschot uit betalen. Een ander voorbeeld is dat op basis van een gegrond verklaard beroep een vergunning wordt ingetrokken, maar er is hoger beroep ingediend. Indien het SNN het redelijk vindt de uitspraak af te wachten om te kijken of het project doorgang kan vinden, zal het SNN gezien de onzekerheid geen voorschot uitbetalen.

     

    III. Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie.

       

 

Wijzigingsbesluit OP EFRO Proeftuinen C 2018:

 

Het dagelijks bestuur van het SNN

 

Besluit

 

de volgende artikelen van OP EFRO Proeftuinen C 2018 als volgt te wijzigen.

Artikel 13 wordt vervangen door:

  • 1.

    De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

  • 2.

    Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is kan een voorschot van 20% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt.

  • 3.

    Het in het vorige lid genoemde voorschot wordt niet verleend indien het SNN op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek een obstakel ten aanzien van de uitvoering van het project constateert.

  • 4.

    Daarnaast kan een voorschot worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

  • 5.

    Het in lid 4 bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de maximaal toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

  • 6.

    De in het tweede en vierde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de maximaal verleende subsidie. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 5, kan tot maximaal 100% van de maximaal verleende subsidie aan voorschot worden verleend.

  • 7.

    In afwijking van de eerste zin in het zesde lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt, indien:

•het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

•het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiabel gesteld zullen worden, en

•het niet toekennen van het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

  • 8

    Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden. 

    Aan de toelichting wordt bij artikel 13 lid 3 toegevoegd:

    Het gaat om die gevallen waar iets ten opzichte van de aanvraag veranderd is waarvan het SNN denkt dat het eventuele obstakel nog kan worden weggenomen, maar waarvan dat nog niet zeker is op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek.

    Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een negatieve wijziging van de financiering; een investeerder trekt zich bijvoorbeeld terug. Misschien vindt de aanvrager binnen afzienbare tijd een nieuwe financier voor zijn project en kan het project gewoon doorgang vinden. Als dat echter niet lukt zal de verleningsbeschikking worden ingetrokken, nu er geen financiering is voor het project. In die onzekere gevallen gaat het SNN geen voorschot uit betalen. Een ander voorbeeld is dat op basis van een gegrond verklaard beroep een vergunning wordt ingetrokken, maar er is hoger beroep ingediend. Indien het SNN het redelijk vindt de uitspraak af te wachten om te kijken of het project doorgang kan vinden, zal het SNN gezien de onzekerheid geen voorschot uitbetalen.

     

    III. Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie.

       

 

Wijzigingsbesluit OP EFRO Proeftuinen D 2018:

 

Het dagelijks bestuur van het SNN

 

Besluit

 

de volgende artikelen van OP EFRO Proeftuinen D 2018 als volgt te wijzigen.

Artikel 13 wordt vervangen door:

  • 1.

    De subsidieaanvrager dient twee keer per jaar een voortgangsrapportage in te dienen betreffende de financiële en inhoudelijke voortgang in de realisatie van het project over de voorafgaande periode. Gerapporteerd dient te worden volgens een daarvoor door het SNN verstrekt format.

  • 2.

    Indien met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten in een project is gestart kan een voorschot van 20% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt.

  • 3.

    Het in het vorige lid genoemde voorschot wordt niet verleend indien het SNN op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek een obstakel ten aanzien van de uitvoering van het project constateert.

  • 4.

    Daarnaast kan een voorschot worden verstrekt indien voorafgaand aan of tegelijk met het verzoek tot voorschot de voortgangsrapportage is ingediend, voor zover voldaan is aan de voorwaarden en regelgeving.

  • 5.

    Het in lid 4 bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de maximaal toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.

  • 6.

    De in het tweede en vierde lid genoemde voorschotten samen bedragen maximaal 80% van de maximaal verleende subsidie. Indien de voorschotten alleen zien op gemaakte en betaalde kosten, zoals bedoeld in lid 5, kan tot maximaal 100% van de maximaal verleende subsidie aan voorschot worden verleend.

  • 7.

    In afwijking van de eerste zin in het zesde lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt, indien:

•het zeer aannemelijk is dat het project conform, de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,

•het aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiabel gesteld zullen worden, en

•het niet toekennen van het voorschot onredelijke gevolgen voor de cash flow van de aanvragende onderneming heeft.

  • 8.

    Indien de subsidieaanvrager in gebreke blijft met het indienen van een deugdelijke voortgangsrapportage kan de subsidie ingetrokken of verlaagd worden. 

    Aan de toelichting wordt bij artikel 13 lid 3 toegevoegd:

    Het gaat om die gevallen waar iets ten opzichte van de aanvraag veranderd is waarvan het SNN denkt dat het eventuele obstakel nog kan worden weggenomen, maar waarvan dat nog niet zeker is op het moment van het beoordelen van het voorschotverzoek.

    Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een negatieve wijziging van de financiering; een investeerder trekt zich bijvoorbeeld terug. Misschien vindt de aanvrager binnen afzienbare tijd een nieuwe financier voor zijn project en kan het project gewoon doorgang vinden. Als dat echter niet lukt zal de verleningsbeschikking worden ingetrokken, nu er geen financiering is voor het project. In die onzekere gevallen gaat het SNN geen voorschot uit betalen. Een ander voorbeeld is dat op basis van een gegrond verklaard beroep een vergunning wordt ingetrokken, maar er is hoger beroep ingediend. Indien het SNN het redelijk vindt de uitspraak af te wachten om te kijken of het project doorgang kan vinden, zal het SNN gezien de onzekerheid geen voorschot uitbetalen.

     

    III. Dit wijzigingsbesluit treedt in werking de dag na publicatie.