Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en invordering van Hondenbelasting 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van Hondenbelasting 2012

De raad van de gemeente Schagen;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethoudersd.d. . 29 november 2011, nr. 9;

 

gezien het advies van de commissie Algemene Zaken Middelen d.d. 6 december 2012;

 

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

 

 

BESLUIT:

 

 

vast te stellen de:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN HONDENBELASTING 2012

 Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam “hondenbelasting” wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

 Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    1.        Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2.

    2.        Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3.

    3.        Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

 Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

 Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

 

 

 Artikel 5 Belastingtarieven

De belasting bedraagt per belastingjaar;

  • 1.

    a.         Voor een eerste hond € 71,86.

  • 2.

    b.        Voor een tweede hond € 143,72.

  • 3.

    c.         Voor iedere hond boven het aantal van twee € 215,59.

 Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    1.      De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    2.      Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    3.      Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

 Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    1.      In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    2.      In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer is dan € 90,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    3.      De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

 Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van hondenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

 Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

 Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    1.      De “Verordening hondenbelasting 2011” van 14 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    2.      Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    3.      De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    4.      Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening hondenbelasting 2012”

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 december 2011.

 

griffier                                               voorzitter

 

 

 

 

N.S. Voogd                                       G. Westerink