Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en invordering precariobelasting 2013

Geldend van 27-12-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering precariobelasting 2013

De raden van de fusiegemeenten Harenkarspel, Schagen en Zijpe;

gelet op het voorstel van de stuurgroep d.d. 4 december 2012;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

gehoord de beraadslaging in de gezamenlijke bijeenkomst direct voorafgaande aan deze vergadering;

gelet op de bepalingen in de Wet algemene regels herindeling;

besluiten:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering precariobelasting 2013

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;

  • b.

    week: periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • c.

    maand: een kalendermaand;

  • d.

    jaar: een kalenderjaar

  • e.

    vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in de gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon één of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

  • f.

    niet-commercieel evenement/activiteit: een evenement/activiteit dat/die:

    • -

      een beoogde doelstelling heeft van sociale, pedagogische, sportieve, charitatieve of culturele aard; en

    • -

      geen individueel, persoonlijk of groepswinstoogmerk heeft: en

    • -

      niet bedrijfsmatig van aard is; en

    • -

      niet mede door commerciële bedrijven wordt ontplooid.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1 De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2 In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van:

a Het hebben van voorwerpen, waarvan de aanwezigheid door de gemeente op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst of anderszins rechtens moet worden gedoogd.

b van voorwerpen of werken, welke door of vanwege het rijk en de provincie, noodzakelijk voor de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak, zijn aangebracht of geplaatst.

c Voor het hebben van aankondigingen door de gemeente, voor het gebruik of genot door de gemeente van de openbare gemeentegrond en voor het hebben onder, op of boven die grond van voorwerpen, werken of inrichtingen, welke aan de gemeente in eigendom toebehoren en bij haar in gebruik zijn.

d Voor het gebruik of genot van de openbare gemeentegrond ten behoeve van bouwwerken, civieltechnische en cultuurtechnische werken, welke voor rekening van de gemeente worden gebouwd, verbouwd of hersteld en door haar worden of zullen worden gebruikt.

e Voor het hebben van wegwijzers in, op of boven de openbare gemeentegrond door de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond A.N.W.B. .

f Van vlaggenstokken en vlaggen zonder reclame of handelsnaam.

g Voor het hebben van pilasters, plinten, kozijndorpels, gevelversieringen, goten, afvoerbuizen van hemelwater, puilijsten, goot- of kroonlijsten, spionnen e.d. niet meer dan 0,30 m buiten de rooilijn uitstekend.

h Buizen in de grond tot lozing van fecaliën, huishoud- en hemelwater.

i Van voorwerpen of werken, welke in een uitsluitend algemeen belang voorzien of welke uitsluitend worden gebezigd voor weldadige doeleinden.

j Van voorwerpen of werken, waarvoor krachtens een andere gemeentelijke heffingsverordening rechten zijn verschuldigd.

k Niet-commerciële evenementen/activiteiten

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De precariobelasting wordt geheven naar het aantal eenheden, bepaald en berekend aan de hand van de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

  • 1 Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.

  • 2 Indien een tarief per oppervlakte is opgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.

  • 3 De oppervlakte van andere rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 4 Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.

  • 5 Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.

  • 6 In afwijking van het bepaalde in artikel 1 wordt voor de berekening van de precariobelasting:

  • a. indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;

  • b. indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.

  • 7 Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.

Artikel 7 Belastingtijdvak

  • 1 In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderoverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

  • 2 In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belangtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1 De precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag, gedagtekende nota of ander schriftuur.

  • 2 In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. De belasting wordt verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak of, zo dit later is, op het tijdstip waarop het hebben van voorwerpen een aanvang neemt.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1 In de gevallen bedoeld in artikel 7, eerste lid, is de precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2 In de gevallen bedoeld in artikel 7, tweede lid, is de precariobelasting verschuldigd bij het einde van het belastingtijdvak.

  • 3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan

    € 10,--.

  • 5 Belastingbedragen van minder dan € 10,-- worden niet geheven.

Artikel 10 Termijn van betaling

  • 1 De belasting is invorderbaar in één termijn, die vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet, de nota of een andere gedagtekende kennisgeving.

  • 2 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de precariobelasting worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 8, tweede lid mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving.

  • 3 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeerartikel

    • 1.1

      De “Verordening precariobelasting 2012” van de gemeente Schagen, vastgesteld op 13 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

    • 1.2

      De “Verordening precariobelasting 2012” van de gemeente Zijpe, vastgesteld op 25 oktober 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3

    De datum van ingang van de heffing is 31 december 2012.

  • 4

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening precariobelasting fusiegemeenten Harenkarspel, Schagen en Zijpe 2013”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van:

10 december 2012 door de raad van de gemeente Harenkarspel,

de griffier, de voorzitter,

10 december 2012 door de raad van de gemeente Schagen,

de griffier, de voorzitter,

10 december 2012 door de raad van de gemeente Zijpe,

de griffier, de voorzitter,

Bijlage Tarieventabel behorende bij de Verordening precariobelasting fusiegemeenten Harenkarspel, Schagen en Zijpe 2013

 

2013

A.

Voor het innemen of op enigerlei wijze aan het verkeer onttrekken van een gedeelte van de openbare 

 

 

gemeentegrond, behoudens de bijzondere tarieven hierna vermeld, per m2 of gedeelte daarvan:

 

 

per dag 

 €  0,77

 

per week

 €  3,06

 

per maand 

 €  6,12

 

per jaar

 € 36,72

 

 

 

B.

Voor het plaatsen van werktuigen en materialen, ten behoeve van bouw- en andere werken van tijdelijk aard,

 

 

per m2 of gedeelte daarvan

 

 

per dag

 €  0,77

 

per week

 €  3,06

 

per maand

 €  6,12

 

per jaar

 € 36,72

 

 

 

C.

Voor het innemen van openbare gemeentegrond, conform de verleende vergunning, voor het uitstallen 

 

 

van goederen of voor het hebben van een terras in verband met de uitoefening van enig beroep of bedrijf

 

 

per m2 of een gedeelte daarvan:

 

 

per jaar gebied A

 € 48,96

 

per jaar gebied B

 € 24,48

 

per jaar gebied C

 € 12,24

 

 

 

D.

Voor het gebruik van gemeentegrond ten behoeve van het houden van circussen waartoe o.a. behoren

 

 

tenten, wagens/materialen e.d. per m2

 

 

per dag

 € 0,03

 

 

 

E.

Voor het hebben van een (feest)tent of podium op openbare gemeentegrond tijdens festiviteiten of evenementen per m2

 

 

per dag

 € 3,16

 

per week

 € 9,49

 

 

 

F.

Voor het hebben van een reclamebord, een uithangbord, uithangteken, letterreclame, een vlag, klok of

 

 

andere voorwerpen, dienende om de aandacht op het bedrijf te vestigen per stuk per jaar

 € 15,61

 

Voor het gebruik van gemeentegrond ten behoeve van het plaatsen van tijdelijke reclameobjecten

 

 

zoals reclameborden, spandoeken e.d. per reclameobject

 € 3,26

 

 

 

G.

Voor het hebben van een automatisch verkooptoestel per toestel, per jaar

 € 11,93

 

 

 

H.

Voor het boven openbare gemeentegrond hebben van een zonnescherm of markies per stuk per jaar

 € 15,61

 

 

 

I.

Voor het boven openbare gemeentegrond hebben van een luifel, erker, balkon, uitbouw, overbouwing en

 

 

dergelijke onderdelen van bouwwwerken, voor de in beslag genomen c.q. overdekte grond

 

 

per stuk per jaar

 € 19,02

 

 

 

J.

Voor het op openbare gemeentegrond innemen, buiten de gewone marktdagen, van een standplaats

 

 

(met een wagen, kar, een bakfiets en dergelijke) tot het ten verkoop uitstallen, aanbieden of voorradig

 

 

hebben van goederen, eetwaren en andere artikelen per m2

 

 

per dag

 €  0,77

 

per week

 €  3,06

 

per maand

 € 6,12

 

per jaar

 € 36,72

 

 

 

K.

Voor het gebruik van gemeentegrond ten behoeve van het plaatsen van een marktkraam, verkoopwagen e.d. in

 

 

het kader van een (rommel)markt, braderie of andere soortgelijke markt, per individuele marktplek

 € 4,54

 

 

 

 

 

 

L.

Voor het hebben van benzine- of autoline pompinstallatie of dergelijke inrichting op en het hebben van daarbij

 

 

behorende tanks in de openbare gemeentegrond:

 

1

Voor de pompinstallatie en leidingen per jaar:

 

 

indien de pompinstallatie werkt op één tank

 € 101,39

 

indien zij werkt op twee tanks (dubbele pomp)

 € 151,47

 

indien zij werkt op drie tanks (drievoudige pomp)

 € 202,57

 

 

 

2

Voor elke tank per m3 inhoud of gedeelte daarvan, per jaar

 € 23,56

 

 

 

3

Voor het hebben van een apparaat voor het afleveren van lucht en/of water met inbegrip van de daarbij 

 

 

behorende leidingen op of in de grond, per jaar

 € 30,86

 

 

 

M.

Voor het ingebruik nemen van een gefiscaliseerde parkeerplaats per uur per plaats

 € 1,50

 

 

 

 

Gebied A: de stad Schagen

 

 

Gebied B: de kustdorpen, Petten, Sint Maartenszee, Callantsoog en Groote Keeten

 

 

Gebied C: de overige dorpen

 

 

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 10 december 2012

De griffier