Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2013

Geldend van 28-12-2012 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2013

De raad van de gemeente Schagen;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Schagen van 30 oktober 2012;

gezien het advies van de commissie Algemene Zaken Middelen d.d. 13 november 2012;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

-BESLUIT –

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN BEGRAFENISRECHTEN 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a)

    Begraafplaats: de Algemene Begraafplaats.

  • b)

    Particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • ·

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • ·

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

  • c)

    Algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken.

  • d)

    Eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

  • e)

    Urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen.

  • f)

    Een asbus: een bus ter berging van as van een overledene.

  • g)

    Urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 3.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 3.2 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 3.2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De rechten, als bedoeld in hoofdstuk 3.2 en 3.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 3.2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 3.2 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 3.2 en 3.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de eerste maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van begrafenisrechten wordt alleen kwijtschelding verleend van de rechten als bedoeld in hoofdstuk 3.2 van de tarieventabel.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begrafenisrechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening begrafenisrechten 2006” van 7. 8 en 10 november 2006 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 31 december 2012.

  • 5.

    De verordening kan worden aangehaald als de “Verordening begrafenisrechten 2013”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 november 2012.

griffier voorzitter

N.S. Voogd G. Westerink

Bijlage Tarieventabel behorende bij de Verordening begrafenisrechten 2013

Hoofdstuk 1 

Verlenen van rechten

2013

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier

 

 

graf wordt voor een periode van 20 jaar geheven

 € 1.470

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een 

 

 

urnengraf wordt voor een periode van 20 jaar geheven

 €368

1.3

Voor het verlenen van het recht op een urnennis wordt

 

 

voor een periode van 20 jaar geheven

 €1.470

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een

 

 

kindergraf wordt voor een periode van 20 jaar geheven

 € 490

1.5

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld

 

 

in 1.1 met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan

 

 

de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het

 

 

uitsluitend recht

 € 735

1.6

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld

 

 

in 1.2 met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan de

 

 

helft van het bedrag dat wordt geheven voor het 

 

 

verlenen van het uitsluitend recht

 € 184

1.7

Voor het verlenen van het recht bedoeld in 1.3 net 10 jaar

 

 

wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag

 

 

dat wordt geheven voor het verlenen van dit recht.

 €735

1.8

Voor het verlenen van het uitsluitend recht als bedoeld in

 

 

1.4 met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan de helft

 

 

van het bedrag dat wordt geheven voor het uitsluitend recht

 € 245

 

 

 

Hoofdstuk 2

Begraven

 

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar

 

 

of ouder wordt geheven

 € 877

2.2

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één

 

 

jaar wordt geheven

 € 219

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar

 

 

wordt geheven

 € 525

 

 

 

Hoofdstuk 3

Grafbedekking en onderhoud

 

3.1

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het

 

 

plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen wordt geheven:

 

3.1.1

voor de aanleg van een grafkelder

 € 500

3.1.2

voor het plaatsen van gedenkstenen, zerken en kruisen,

 

 

per graf

 € 184

3.2

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de

 

 

begraafplaats wordt geheven per jaar:

 

3.2.1

voor een eigen graf

 € 77

3.2.2

voor een urnengraf

 € 77

3.2.3

voor een urnennis

 € 77

3.3

De rechten als bedoeld in 3.2 kunnen worden afgekocht voor

 

 

bepaalde tijd door voldoening van een bedrag bepaald 

 

 

volgens onderstaande tabel:

 

 

voor  1 jaar:      1 maal het jaarlijks recht

 

 

voor  2 jaar:      2 maal het jaarlijks recht

 

 

voor  3 jaar:      3 maal het jaarlijks recht

 

 

voor  4 jaar:      4 maal het jaarlijks recht

 

 

voor  5 jaar:      5 maal het jaarlijks recht

 

 

voor  6 jaar:   5,5 maal het jaarlijks recht

 

 

voor  7 jaar:      6 maal het jaarlijks recht

 

 

voor  8 jaar:      7 maal het jaarlijks recht

 

 

voor  9 jaar:      8 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 10  jaar:    9 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 11 jaar:  9,5 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 12 jaar:   10 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 13 jaar:   11 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 14 jaar:   11 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 15 jaar:   12 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 16 jaar:   13 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 17 jaar:   13 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 18 jaar:   14 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 19 jaar:14,5 maal het jaarlijks recht

 

 

voor 20 jaar:   15 maal het jaarlijks recht

 

 

 

 

Hoofdstuk 4

Inschrijven en overboeken van eigen graven en urnennissen

 

4.1

Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven in een

 

 

daartoe bestemd register wordt geheven

 € 7,60

4.1.1

Voor het inschrijven en overboeken van eigen urnengraven

 

 

in een daartoe bestemd register wordt geheven

 €7,60

4.1.2

Voor het inschrijven en overboeken van urnennissen in een

 

 

daartoe bestemd register wordt geheven

 € 7,60

 

 

 

Hoofdstuk 5

Opgraven

 

5.1

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven

 € 877

5.2

Voor het na opgraven weer begraven in hetzelfde graf

 

 

wordt geheven

 € 428

5.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf

 

 

wordt geheven:

 € 714

 

 

 

Hoofdstuk 6

Overige heffingen

 

6.1

Voor het luiden van de klok wordt geheven per kwartaal

 € 22

 

 

Behorende bij het raadsbesluit van 27 november 2012 tot vaststelling

van de "Verordening begrafenisrechten 2013"

De griffier van Schagen,