Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening Geluksbudget Gemeente Schagen

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening Geluksbudget Gemeente Schagen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 september 2017;

gelet op de artikelen 108 en 147 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de commissie Samenleving van 17 oktober 2017;

besluit:

vast te stellen de  Verordening Geluksbudget gemeente Schagen  

Artikel 1 Begrippenkader

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Algemene wet bestuursrecht, Gemeentewet, Wet maatschappelijke ondersteuning (2015), Wet langdurige zorg en Participatiewet.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      bijstandsnorm: de van toepassing zijnde bijstandsnorm, als bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de Participatiewet;

    • b.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen;

    • c.

      duurzaam geluk: het regelmatig ervaren van positieve gevoelens en algemene tevredenheid met het eigen leven;

    • d.

      gemeente: gemeente Schagen;

    • e.

      Geluksbudget: een financiële tegemoetkoming in de kosten van een activiteit die bijdraagt aan het duurzaam geluk van de belanghebbende;

    • f.

      ingezetene: degene die in de basisregistratie personen van de gemeente Schagen is ingeschreven en feitelijk in deze gemeente verblijft;

    • g.

      intermediaire organisatie: organisatie die als schakel fungeert tussen de overheid en andere (commerciële)instanties. Hieronder kunnen in ieder geval worden geschaard: Vluchtelingenwerk, MEE, huisartsen, wijkverpleegkundigen, Stichting Wonen Plus Welzijn en de woningcorporaties;

    • h.

      kalenderjaar: een kalenderjaar vangt aan op 1 januari om 0:00:00 uur en eindigt op 31 december om 23:59:59 uur;

    • i.

      sociaal isolement: een situatie waarin een persoon of een kleine groep personen afgezonderd leeft van anderen.

Artikel 2 Doelstelling en doelgroep

HetGeluksbudget heeft tot doel het bevorderen van duurzaam geluk door het bevorderen van de zelfredzaamheid en de deelname aan het maatschappelijk leven, waarbij de inzet van het Geluksbudget ertoe moet leiden dat deze mensen zich beter gaan voelen en dat hun sociaal isolement significant afneemt.

Artikel 3 Recht op een Geluksbudget

Het college verstrekt een Geluksbudget, indien de aanvrager:

  • ingezetene is;

  • een inkomen heeft dat ten tijde van indiening van de aanvraag niet hoger is dan 130% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm;

  • zich in een sociaal isolement bevindt of dreigt daarin te geraken, waarbij het sociaal isolement het gevolg is van:

    • a)

      een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening;

    • b)

      een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking;

    • c)

      een psychosociaal probleem; of

    • d)

      een sociaal probleem.

Artikel 4 Activiteiten

De activiteiten ter financiering waarvan het Geluksbudget wordt aangevraagd, dienen bij te dragen aan de realisering van de in artikel 2 omschreven doelstelling.

Artikel 5 De aanvraag

  • 1. Aanvragen voor het Geluksbudget worden, al dan niet door tussenkomst van een intermediaire organisatie, schriftelijk bij het college ingediend.

  • 2. In de aanvraag voor een Geluksbudget worden:

    • a)

      de activiteit ter financiering waarvan het Geluksbudget wordt aangevraagd, omschreven; en

    • b)

      de kosten verband houdende met de activiteit nader gespecificeerd.

  • 3. Een aanvrager kan slechts een maal per kalenderjaar voor het Geluksbudget in aanmerking komen.

Artikel 6 Beslistermijn

Het college geeft de beschikking tot verlening van het Geluksbudget binnen zes weken na ontvangst van de in artikel 5 genoemde aanvraag.

Artikel 7 Uitbetalen Geluksbudget

  • 1. Het college betaalt het Geluksbudget binnen vier weken na het geven van de in artikel 6 genoemde beschikking uit.

  • 2. Het college betaalt het Geluksbudget uit aan de aanvrager, tenzij een gegrond vermoeden bestaat dat de aanvrager in kwestie niet in staat is zijn financiële belangen op adequate wijze te behartigen. In dat geval betaalt het college dit budget uit aan de instantie die de activiteit ten behoeve van de aanvrager organiseert.

Artikel 8 Evaluatie Geluksbudget

Het college nodigt de belanghebbende binnen 9 maanden na het geven van de beschikking tot verlening van het Geluksbudget, bedoeld in artikel 6, uit voor een gesprek, waarin in samenspraak met belanghebbende het Geluksbudget wordt geëvalueerd.

Artikel 9 Maximaal bedrag Geluksbudget

Het college stelt de hoogte van het Geluksbudget vast op basis van de werkelijke kosten van de activiteit tot een maximum van € 500,- .

Artikel 10 Vaststellen van het inkomen en de van toepassing zijnde bijstandsnorm

  • 1. Het college stelt met inachtneming van de artikelen 31, 32 en 33 van de Participatiewet de hoogte van het inkomen van de aanvrager vast, met dien verstande dat niet onder inkomen wordt verstaan:

    • a)

      het bedrag dat tijdens een schuldsaneringsregeling op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen gereserveerd wordt voor de aflossing van de schulden;

    • b)

      het bedrag dat tijdens een minnelijke schuldregeling op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening gereserveerd wordt voor de aflossing van schulden;

    • c)

      het bedrag van het inkomen waarop beslag is gelegd en het beslag op correcte wijze en op grond van de door belanghebbende volledig verstrekte gegevens is vastgesteld.

  • 2. Het college bepaalt met inachtneming van paragraaf 3.2 van de Participatiewet de van toepassing zijnde bijstandsnorm, met dien verstande dat het de artikelen 19a en 22a van de Participatiewet buiten toepassing laat.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan de bepalingen in deze regeling ten gunste van de aanvrager buiten toepassing verklaren of daarvan afwijken, voor zover toepassing, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Verordening Geluksbudget Gemeente Schagen’.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2018.

Ondertekening

Aldus besloten in de raadsvergadering van 7 november 2017,
De raad van de gemeente Schagen,
Griffier
Mevrouw E. Zwagerman
Voorzitter
Mevrouw M.J.P. van Kampen-Nouwen

Algemene toelichting

Conferentie over geluk

Eind januari 2017 kwamen medewerkers en bestuurders van de gemeente Schagen in het Scagontheater bijeen om te brainstormen over het onderwerp ‘geluk’. Overheden en bedrijven komen stilletjes aan tot de conclusie dat welvaart zonder het broodnodige welzijn niet veel voorstelt. Daarom ontplooien zij initiatieven om het geluksgevoel van inwoners en werknemers op een positieve manier te beïnvloeden. Tijdens deze conferentie kregen de aanwezigen drie voorbeelden van dergelijke initiatieven die hun bestaansrecht hebben bewezen.

Geluksbudget

De raad van de gemeente Schagen heeft naar aanleiding van bovengenoemde conferentie aangegeven voornemens te zijn in navolging van de gemeente Roerdalen in haar gemeente geluksplekken vast te stellen. Inwoners kunnen deze aandragen met hun eigen verhaal en zo zullen ook hier geluksroutes komen.

Daarnaast heeft de raad aangegeven in navolging van de gemeente Almelo een Geluksbudget te willen invoeren. De raad van de gemeente Schagen heeft in de Nota van Uitgangspunten voor de begroting van 2018 bepaald dat voor het Geluksbudget structureel een bedrag van € 100.000 per kalenderjaar wordt vrijgemaakt. Uit dit bedrag dienen ook de in- uitvoeringskosten te worden betaald.

Begrip geluk

Geluk wordt in het kader van het Geluksbudget gedefinieerd als duurzaam welbevinden: het regelmatig ervaren van positieve gevoelens en algemene tevredenheid met het eigen leven.

Onderzoek naar de gevolgen van geluk

Er is veel onderzoek verricht naar de gevolgen van geluk voor het individu. Uit deze onderzoeken is onder meer het volgende gebleken.

  • Geluk komt ten goede aan sociale relaties, succes op het werk, creativiteit en probleemoplossend vermogen.

  • Geluk kan leiden tot een betere fysieke gezondheid.

  • Geluk is een goede voorspeller van een langere levensduur.

  • Geluk dient ook een maatschappelijk belang. Als meer geluk leidt tot hogere productie en via een betere gezondheid tot minder zorgconsumptie, zijn er ook economische gevolgen van geluk: geluk levert de maatschappij meer geld op.

  • Geluk kan beïnvloed worden. Geluk is dus niet alleen een kwestie van temperament en genetische aanleg. Geluk komt voort uit het bevorderen van een betrokken en zinvol leven.

Voorwaarden voor het ervaren van duurzaam geluk

Twee voorwaarden voor het ervaren van geluk zijn: een betrokken leven en een zinvol leven.

I. Een betrokken leven

Een betrokken leven is een belangrijke voorwaarde voor het ervaren van duurzaam geluk. Mensen die een duidelijk doel in hun leven hebben, ervaren meer geluk, mits:

  • 1.

    het doel aansluit bij de wensen en de eigen mogelijkheden. Het doel moet autonoom gekozen en daarmee als hun eigen doel worden ervaren (intrinsieke motivatie);

  • 3.

    men het doel als haalbaar ziet. Mensen moeten zelf over de vaardigheden en middelen beschikken om datgene wat zij wensen in het leven ook te realiseren. Activiteiten die precies moeilijk genoeg zijn leveren een sterk gevoel van betrokkenheid op.

Door het ondernemen van activiteiten die bijdragen aan een persoonlijk relevant en haalbaar doel, ervaren mensen eigen kracht. Deze activiteiten leveren een gevoel van geluk op, omdat ze met plezier en betrokkenheid worden uitgevoerd.

II. Een zinvol leven

Een andere belangrijke voorwaarde voor ervaren van geluk is een zinvol leven. Erbij horen en meedoen zijn belangrijke ingrediënten van een zinvol leven. Zij dragen bij aan een gevoel van geluk en tevredenheid. Het gaat hier om sociale activering: het ondernemen van activiteiten met en voor andere mensen. Behalve betaald werk, zijn ook vrijwilligerswerk of het actieve lidmaatschap van een vereniging manieren voor sociale activering.

Het Geluksbudget

Het Geluksbudget heeft als doel het bevorderen van duurzaam geluk door het bevorderen van de eigen kracht en sociale activering. Het gaat uit van de autonomie en eigen mogelijkheden van mensen en activeert mensen om mee te doen en erbij te horen. Werken vanuit geluk geeft mensen die in een benarde positie zitten een duwtje in de rug dat werkt vanuit een positieve grondhouding.

Het Geluksbudget is een financiële tegemoetkoming in de kosten van een activiteit die bijdraagt aan het duurzaam geluk van de belanghebbende. Dit Geluksbudget dient regelarm en zonder een al te ingewikkelde aanvraagprocedure ingezet te worden.

Als concrete doelgroep richt het Geluksbudget zich op mensen die in een sociaal isolement zitten. Uitgangspunt is dat deze sociaalgeïsoleerden weliswaar veel thuis, zijn, maar via intermediaire organisatie wel op te sporen zijn. De gemeente (lees: het wijkteam) gaat via deze organisaties actief op zoek naar sociaal geïsoleerden.

Die intermediaire organisaties zijn in de meeste gevallen een Stichting Welzijn Ouderen, MEE en/of een woningbouwcorporatie.

Wanneer een aanvraag, al dan niet door tussenkomst van een intermediaire organisatie, bij het college is ingediend, volgt er een gesprek met een consulent van het wijkteam. Daarbij wordt aan de hand van een vragenlijst een zo compleet mogelijk beeld van de kandidaat gemaakt. Belangrijke elementen uit de vragenlijst zijn de dag- en weekindeling en de cijfers die de kandidaat geeft aan zijn eigen welbevinden, gezondheid en plezier in het leven.

Het belangrijkste item is de vraag: ‘waar wordt u gelukkig van?’ Om hier een goed antwoord op te krijgen kunnen ook andere vragen gesteld worden, zoals:

  • -

    Waar zou u in/met uw leven naartoe willen?

  • -

    Waar gaan uw ogen weer van twinkelen?

  • -

    Wat had u altijd al willen doen?

De wijkteamconsulent stuurt hierbij niet, de wensen van de deelnemer staan altijd voorop. Wanneer bekend is wat een kandidaat wil doen, wordt deze uitgedaagd om zelf zoveel mogelijk informatie op te zoeken: wie, wat, waar, wanneer, welke kosten? Aan de hand daarvan maakt de consulent een aanvraag voor een  Geluksbudget van maximaal € 500.-. Bij toekenning krijgt de deelnemer een beschikking, waarna het bedrag op zijn rekening gestort wordt (tenzij duidelijk is dat de deelnemer niet zelf met geld kan omgaan).

Onderzoek Geluksbudget

Signalen uit de praktijk en onderzoek van Van der Plaats (2002, 2007) en Kedzia (2009) laten zien dat het Geluksbudget positief werkt. Om deze signalen te versterken is er in 2010 een pilotstudie gedaan aan de hand van verhalen van deelnemers. Nieuw daarbij is de focus op de kostenbesparende werking van het Geluksbudget. Uit deze pilotstudie is onder meer naar voren gekomen dat het welbevinden met 20% is gestegen en de zorgconsumptie met 23% is gedaald.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

De meeste begrippen spreken voor zich zelf. De volgende begrippen worden nader toegelicht, namelijk Geluksbudget, intermediaire organisatie, duurzaam geluk, ingezetene en kalenderjaar.  

Geluksbudget

Het Geluksbudget is een financiële tegemoetkoming in de kosten van een activiteit die bijdraagt aan het duurzaam geluk van de belanghebbende. Het Geluksbudget is een gebonden opdracht: de ontvanger krijgt geld voor een bepaald doel en mag dat alleen voor dat doel besteden. Als de belanghebbende in het kader van het Geluksbudget een tekencursus gaat volgen, dan mogen de kosten van de tekencursus uit dit budget worden gedekt, maar ook de kosten van materiaal, zoals verf en penseel. Het moet voor alle duidelijkheid wel om materiaal gaan zonder welke de activiteit niet kan worden uitgevoerd. De kosten moeten dus in direct verband staan met de activiteit.

Intermediaire organisatie

Als concrete doelgroep richt het Geluksbudget zich op mensen die in een sociaal isolement zitten. Uitgangspunt is dat deze sociaal geïsoleerden weliswaar veel thuis zijn, maar via intermediaire organisaties wel op te sporen zijn. De gemeente (lees: het wijkteam) gaat via deze organisaties actief op zoek naar sociaal geïsoleerden.

Die intermediaire organisaties zijn in de meeste gevallen Stichting Wonen Plus Welzijn, MEE, Vluchtelingenwerk en/of een woningbouwcorporatie. Ook een huisarts en wijkverpleegkundige worden in deze verordening aangemerkt als een intermediaire organisatie.

Duurzaam geluk

In deze verordening wordt onder duurzaam geluk het navolgende verstaan: het regelmatig ervaren van positieve gevoelens en algemene tevredenheid met het eigen leven. Deze omschrijving is rechtstreeks ontleend aan het rapport ´De gevolgen van geluk, Achtergronden en toekomst van het Geluksbudget`. In 2010 is een pilotstudie gedaan naar het Geluksbudget aan de hand van verhalen van deelnemers. De resultaten van deze pilotstudie zijn neergelegd in voornoemd rapport.

Ingezetene

Ingezetene is degene die in de basisregistratie personen (BRP) van de gemeente Schagen is ingeschreven en feitelijk in deze gemeente verblijft. Dit betekent dat de inschrijving in het BRP een belangrijk punt is, maar niet altijd doorslaggevend. Uitgegaan moet worden van de feitelijke verblijfplaats van de aanvrager. De vraag waar een aanvrager feitelijk verblijf houdt, moet worden beantwoord aan de hand van concrete feiten en omstandigheden. Bij de vraag waar de aanvrager feitelijk verblijft, is ook van belang waar iemands centrale leven zich afspeelt (zie rechtbank Utrecht 09-12-2010, nr. SBR 09/2443 WMO). Hierbij zijn factoren van belang, zoals bijvoorbeeld de omvang van het sociale leven ter plaatse (waar iemand zijn vrienden ontvangt) en het gebruik van diverse (maatschappelijke) voorzieningen ter plaatse.   

Kalenderjaar

Een kalenderjaar is een periode van ongeveer een zonnejaar volgens de gebruikte kalender, bijna altijd bestaande uit een geheel aantal maanden. Voor onze huidige kalender, de gregoriaanse kalender, begint een kalenderjaar, ook burgerlijk jaar geheten, met Nieuwjaarsdag (1 januari), en eindigt met Oudejaarsdag daaropvolgend (31 december). Een gregoriaans kalenderjaar duurt 365 of (bij een schrikkeljaar) 366 dagen.

Artikel 2 Doelstelling en doelgroep

Het Geluksbudget heeft als doel het bevorderen van duurzaam geluk door het bevorderen van de eigen kracht en sociale activering. Het gaat uit van de autonomie en eigen mogelijkheden van mensen en activeert mensen om mee te doen en erbij te horen. Werken vanuit geluk geeft mensen die in een benarde positie zitten een duwtje in de rug dat werkt vanuit een positieve grondhouding.

Artikel 3 Recht op het Geluksbudget

Als concrete doelgroep richt het Geluksbudget zich op mensen met een laag inkomen die in een sociaal isolement zitten. Het gaat om mensen die zich in een sociaal isolement bevinden of dreigen daarin te geraken. Dit sociaal isolement dient het gevolg te zijn van: 

  • a.

    een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking;

  • b.

    een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening;

  • c.

    een psychosociaal probleem; of

  • d.

    een sociaal probleem.

Bij psychosociale problemen gaat het om twee soorten problemen die met elkaar samenhangen, namelijk:

  • -

    problemen die te maken hebben met de gevoelens en gedachten (psychische problemen): men voelt zich bijvoorbeeld somber, verlaten, angstig of boos.

  • -

    problemen die te maken hebben met andere mensen of instanties (sociale problemen): men heeft bijvoorbeeld moeilijkheden met zijn partner, kinderen, familie of buren, met collega’s of zijn baas, met de Belastingdienst, de woningbouwvereniging of de gemeente.

Een voorbeeld van een psychosociaal probleem: iemand voelt zich angstig of somber omdat zijn partner zich nooit aan afspraken houdt. Omdat het niet lukt het probleem zelf op te lossen, gaan die gevoelens zijn leven beheersen. Hij voelt zich gespannen en machteloos. Daardoor gaat het op zijn werk ook slechter. Hij krijgt zijn werk niet af en krijgt ruzie met zijn baas. Zo raken er meer mensen bij betrokken en worden de problemen steeds groter.

Het kan ook zijn dat het sociaal isolement zijn oorzaak vindt in werkloosheid of een taalprobleem. In dat geval is het sociaal isolement het gevolg van een sociaal probleem. Bij diegene speelt (nog) geen psychische problematiek.

Deze regeling kent een inkomenstoets. In dit artikel is geregeld dat de aanvrager geen recht kan doen gelden op het Geluksbudget, indien deze ten tijde van indiening van de aanvraag een inkomen heeft dat hoger is dan 130% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Het peilmoment is dus de maand waarop de aanvraag is ingediend. Dit betekent dat het college slechts hoeft te onderzoeken of het inkomen in de maand waarop de aanvraag is ingediend niet hoger is dan 130% van de geldende bijstandsnorm. Ter verduidelijking het volgende voorbeeld. Als de aanvraag wordt ingediend in de maand februari 2018, dan is de hoogte van het inkomen over die maand bepalend. In het vorenstaande ligt besloten dat de aanvrager slechts een bewijs hoeft te overleggen van zijn inkomen over de maand waarop hij de aanvraag heeft ingediend. In dit voorbeeld is dat februari 2018. Deze bepaling sluit aan op het streven om het Geluksbudget regelarm in te voeren en zonder een al te ingewikkelde aanvraagprocedure uit te voeren.

Artikel 4 Activiteiten

De activiteiten ter financiering waarvan het Geluksbudget wordt aangevraagd, dienen  bij te dragen aan de realisering van de in artikel 2 omschreven doelstelling: het bevorderen van duurzaam geluk door het bevorderen van de eigen kracht en de deelname aan het maatschappelijk leven.

Artikel 5 De aanvraag

Uit het eerste lid volgt dat belanghebbende zich rechtstreeks tot het college kan wenden voor het aanvragen van het Geluksbudget, maar dat een aanvraag ook via een intermediaire organisatie bij het college kan worden ingediend.

Ingevolge het tweede lid dient de aanvrager in de aanvraag de activiteiten waarvoor het Geluksbudget wordt aangevraagd te omschrijven en de kosten verband houdende met die activiteiten nader te specificeren. De activiteiten dienen -zoals reeds vermeld- bij te dragen aan de realisatie van de doelstelling van het Geluksbudget.

Een aanvrager kan ingevolge het derde lid slechts een maal per kalenderjaar voor het Geluksbudget in aanmerking komen.

Artikel 6 Beslistermijn

Het college geeft de beschikking tot verlening van het Geluksbudget binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag. Voor het geven van beschikkingen worden in beginsel door de bijzondere wetgever in de wet beslistermijnen opgenomen. Voor die gevallen waarin geen beslistermijn bij wettelijk voorschrift is voorgeschreven, regelt de Awb in artikel 4:13 dat dan binnen een redelijke termijn moet worden beslist. Onder ‘redelijke termijn’ wordt in ieder geval een termijn van acht weken na ontvangst van de aanvraag verstaan. In deze verordening, die aangemerkt kan worden als een wettelijk voorschrift in de zin van artikel 4:13 Awb, is een beslistermijn opgenomen van zes weken. Dit past  in het streven om het Geluksbudget regelarm in te voeren en zonder een al te ingewikkelde aanvraagprocedure uit te voeren.  

Artikel 7 Uitbetalen Geluksbudget

Het Geluksbudget wordt ingevolge het eerste lid binnen vier weken na het geven van de beschikking tot verlening van het Geluksbudget uitbetaald. Dit in afwijking van artikel 4:87 lid 1 Awb, waarin is bepaald dat betaling dient te geschieden binnen 6 weken na de bekendmaking van de beschikking. Dit past eveneens in het streven het Geluksbudget regelarm te implementeren en zonder ingewikkelde aanvraagprocedures uit te voeren.

 

Het Geluksbudget wordt ingevolge het tweede lid uitbetaald aan de aanvrager, tenzij het college een gegrond vermoeden heeft dat belanghebbende niet met geld kan omgaan. In dat geval wordt genoemd budget uitbetaald aan de instantie die de activiteit ten behoeve van de aanvrager organiseert.

Artikel 8 Evaluatie Geluksbudget

Binnen 9 maanden na het geven van de beschikking tot verlening van het Geluksbudget vindt in het kader van evaluatie een persoonlijk gesprek met de belanghebbende plaats. De volgende vragen kunnen tijdens zo’n gesprek aan de orde komen: ‘Bent u de activiteit begonnen?’ ‘Hoe bevalt het?’ ´Welke cijfers geeft u aan uw eigen welbevinden, gezondheid en plezier en hoe ziet de dag- en weekindeling er nu uit?’ En ten slotte worden de mogelijkheden bekeken om de activiteiten zoveel mogelijk op eigen kracht voort te zetten.

Artikel 9 Maximale bedrag Geluksbudget

In dit artikel wordt bepaald dat het college de hoogte van het Geluksbudget vaststelt  op basis van de werkelijke kosten van de activiteit, met dien verstande dat het bedrag per aanvrager maximaal € 500,- bedraagt. Ter verduidelijking het volgende voorbeeld. Als een belanghebbende in het kader van deze regeling een schildercursus gaat volgen waarvan de kosten € 350,00 bedragen, dan wordt het Geluksbudget  vastgesteld op een bedrag van € 350,00. Als deze cursus € 600,00 kost, dan wordt het Geluksbudget vastgesteld op € 500,00. Voornoemd budget mag immers het bedrag van € 500,00 niet overstijgen.

Artikel 10 Vaststelling van het  inkomen en de van toepassing zijnde bijstandsnorm

Eerste lid

Om te beoordelen of een persoon een inkomen heeft dat niet hoger is dan 130% van de geldende bijstandsnorm, dient het college de hoogte van het inkomen en de van toepassing zijnde bijstandsnorm te bepalen.

De bepalingen van de Participatiewet voor de vaststelling van het inkomen zijn onverkort van toepassing. Echter, in dit lid is aan het begrip ‘redelijkerwijs kunnen beschikken over het inkomen´, zoals bedoeld in artikel 31 van de Participatiewet, een ruimere invulling gegeven. Hiervoor is gekozen om personen die in een wettelijk schuldsaneringstraject of in minnelijk schuldsaneringstraject zitten, het recht op een geluksbudget niet te onthouden. Bij personen die in een schuldsaneringsregeling zitten op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP), wordt het inkomen als volgt vastgesteld. Tijdens schuldsaneringsregeling mag het deel van het inkomen dat naar de boedel gaat en waarover niet beschikt kan worden, niet tot het inkomen gerekend worden. Het vrij te laten bedrag (VTLB) is doorgaans niet hoger dan 130% van de bijstandsnorm. Dit betekent dat personen die in een wettelijk schuldsaneringstraject zitten, ondanks het feit dat hun inkomen hoger kan zijn dan 130% van de geldende bijstandsnorm, toch in aanmerking kunnen komen voor het Geluksbudget. Hetzelfde geldt voor personen die op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in een stabilisatietraject dan wel in een minnelijk schuldsaneringstraject (schuldbemiddeling of 100% betalingsregeling) zitten. Ook deze personen hebben gedurende de looptijd van dat traject als beschikbaar inkomen het VTLB dat zoals vermeld vrijwel nooit hoger is dan 130% van de geldende bijstandsnorm. Bij personen bij wie op het inkomen executoriaal beslag is gelegd, wordt het deel van inkomen waarover dit beslag zich uitstrekt niet tot het inkomen gerekend, omdat er niet over beschikt kan worden.

Tweede lid

Bij het bepalen van de van toepassing zijnde bijstandsnorm wordt geen rekening gehouden met de kostendelersnorm. De reden hiervoor is dat de verstrekking van het Geluksbudget een individueel karakter heeft. De kostendelersnorm (artikel 22a jo.19a van de Participatiewet) houdt rekening met de mogelijkheid om schaalvoordelen te realiseren inzake de algemene noodzakelijke bestaanskosten. Het Geluksbudget valt hier niet onder.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het opnemen van een hardheidsclausule in een regeling opent de mogelijkheid voor een bestuursorgaan om, in gevallen waarin toepassing van de regeling - gegeven de doelstelling en de strekking van die regeling - een onbillijkheid van overwegende aard zou opleveren, een onderdeel van die regeling buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken. In het algemeen zal de toepassing van een hardheidsclausule beperkt blijven tot individuele gevallen. Onder omstandigheden kan een hardheidsclausule evenwel ook op een concreet te traceren groep van gevallen worden toegepast. Dan zal er overigens al gauw sprake zijn van bestendig beleid dat uiteindelijk in een algemeen verbindend voorschrift (lees: deze verordening) moet worden neergelegd. Wordt de hardheidsclausule vaker voor één onderwerp gebruikt dan kan men zich afvragen of het beleid ter zake niet aangepast zou moeten worden.

De beoordeling of er sprake is van een onbillijkheid van overwegende aard, wordt gemaakt met inachtneming van de omstandigheden van het geval. Hierbij worden in ieder geval betrokken:

a. de omvang van het nadeel dat de betrokkene door de onbillijkheid zou leiden, waarbij mede in aanmerking wordt genomen of daartegenover ook een voordeel voor de betrokkene staat;

b. de inkomenspositie van de betrokkene;

c. in hoeverre de betrokkene de omvang van het nadeel redelijkerwijs alsnog kan, of had kunnen, beperken.

Artikel 12 Citeertitel en artikel 13 Inwerkingtreding

Deze artikelen spreken voor zich.