Regeling vervallen per 28-12-2013

Verordening Platform Wmo Schagen 2008

Geldend van 01-10-2008 t/m 27-12-2013

Intitulé

Verordening Platform Wmo Schagen 2008

De raad van de gemeente Schagen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 november 2008;

gezien het advies van de commissie Samenleveningszaken d.d. 1 december 2008;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 12 van de Wet Maatschappelijke ondersteuning (Wmo);

Besluit:

1. vast te stellen de Verordening Platform Wmo Schagen 2008.

Verder te noemen: Verordening Platform Wmo Schagen

Artikel 1 Begripsbepaling

  • 1. Zorgvrager: de natuurlijke persoon die zorg ontvangt.

  • 2. Belangenorganisatie: de rechtspersoon die als doel heeft het behartigen van belangen van zorgvragers.

  • 3. Zorgaanbieder: zorginstelling of beroepsoefenaar die als hoofddoel heeft het verlenen van zorg en/of ondersteuning

  • 4. Platform: het platform Wmo Schagen

  • 5. College: college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Schagen

Artikel 2 Taken

  • 1. Het Platform adviseert - gevraagd en ongevraagd - het college van burgemeester en wethouders over het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub g Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • 2. Adviesaanvragen aan het Platform worden zo tijdig mogelijk bij de secretaris van het Platform ingediend, maar uiterlijk tien werkdagen voor de eerstvolgende vergadering volgens het jaarrooster van het Platform. In spoedeisende gevallen kan hiervan worden afgeweken.

  • 3. In het geval het college van burgemeester en wethouders in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van het platform, wordt tevens aangegeven op welke gronden van het advies van het Platform is afgeweken.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. Het Platform bestaat in ieder geval uit negen (9) sectoren te weten:

    • a.

      vrijwilligers en mantelzorgers;

    • b.

      lichamelijk gehandicapten;

    • c.

      psychisch gehandicapten;

    • d.

      buurthuizen en wijkcentra;

    • e.

      de kerken;

    • f.

      ouderen;

    • g.

      chronisch zieken;

    • h.

      verstandelijk gehandicapten;

    • i.

      cliëntenraden van zorginstellingen

  • 2. De negen (9) sectoren zijn een afspiegeling van de lokale situatie en corresponderen met de inhoud van de negen (9) presentatievelden als genoemd in artikel 1 lid 1 sub g Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • 3. Elk sector levert één (1) vertegenwoordiger.

  • 4. Daarnaast bestaat het Platform uit minimaal drie (3) en maximaal acht (8) onafhankelijke zorgvragers en burgers waarbij het de voorkeur verdient dat er minimaal één (1) affiniteit heeft met het jeugd- en jongerenwerk en minimaal één (1) met de belangen van homoseksuelen.

Artikel 4 Aanwijzing

  • 1. Leden van het Platform en de vervangers van de leden worden door het college van burgemeester en wethouders voor een periode vier (4) jaar aangewezen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde periode kan met maximaal één (1) periode van vier (4) jaar worden verlengd.

  • 3. Indien een burger of onafhankelijke zorgvrager die zitting heeft in het Platform zich na afloop van de zittingsperiode van vier (4) jaar niet opnieuw beschikbaar stelt of tussentijds aftreedt, dient het platform zorg te dragen voor de werving en selectie van de nieuwe kandidaat en deze vervolgens ter aanwijzing voor te dragen aan het college van burgemeester en wethouders. Bij tussentijdse vacatures geschiedt de aanwijzing voor de duur van de resterende zittingsperiode.

  • 4. Indien een vertegenwoordiger van een sector na de zittingsperiode van vier (4) jaar dan wel tussentijds uit het Platform treedt, dan dragen de met deze sector verbonden belangenorganisaties zorg voor een opvolger. Ingeval tussen de belangenorganisaties geen overeenstemming wordt bereikt over de opvolging, dan zal de voorzitter hierin bemiddelen. De door de belangenorganisaties naar voren gebrachte kandidaat dient vervolgens door het Platform ter aanwijzing te worden voorgedragen aan het college van burgemeester en wethouders. Bij tussentijdse vacatures geschiedt de aanwijzing voor de duur van de resterende zittingsperiode.

Artikel 5 Lidmaatschap

  • 1. De functie van lid van het Platform is onverenigbaar met een (bestuurlijke) functie bij een zorgaanbieder, het raadslidmaatschap, voor vaste leden van de raadscommissies of een functie binnen het gemeentelijk apparaat. Het aanvaarden van een van deze functies beëindigt het lidmaatschap van het Platform met onmiddellijke ingang. Plaatsvervangende leden van de raadscommissies mogen wel lid zijn van het Platform WMO. Voor deze leden geldt dat zij in een raadscommissie niet het woord mogen voeren over onderwerpen die verband houden met de WMO.

  • 2. Het lidmaatschap eindigt:

    • a.

      op verzoek van het betreffende lid;

    • b.

      door overlijden van het lid;

    • c.

      indien een vertegenwoordiger van een sector die zitting heeft in het Platform niet langer lid dan wel werkzaam is voor de betreffende sector.

  • 3. Het lidmaatschap wordt ingetrokken:

    • a.

      indien het lid in strijd met deze verordening handelt;

    • b.

      wanneer een lid herhaaldelijk verzuimt aan vergaderingen deel te nemen;

    • c.

      als het lid spreekt namens het Platform zonder machtiging daartoe;

    • d.

      bij het schenden van een expliciet afgesproken geheimhouding, zoals bedoeld in artikel 10 lid 3 van deze verordening;

    • e.

      bij herhaaldelijke verstoring van de vergaderorde.

  • 4. Een intrekking vindt plaats:

    • a.

      nadat het betreffende lid in de gelegenheid is gesteld zich door het Platform te laten horen;

    • b.

      op voorstel van het Platform en met redenen omkleed door het college.

Artikel 6 Informatieverschaffing

Het Platform ontvangt van gemeentewege alle informatie die nodig is voor zijn taakvervulling op een zodanig tijdstip dat er daadwerkelijk invloed mogelijk is op de beleidsvorming.

Artikel 7 Overleg

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders streeft ernaar dat tenminste twee keer per jaar (een lid van) het college van Burgemeester en Wethouders een vergadering van het Platform bijwoont om te overleggen over lopende zaken en over de samenwerking tussen het Platform en het college. Het initiatief hiervoor kan zowel door het platform als door (een lid van) het college worden genomen.

  • 2. Het college van Burgemeester en Wethouders bevestigt het Platform binnen redelijke termijn schriftelijk de tijdens dit overleg gemaakte afspraken.

Artikel 8 De voorzitter

  • 1. Het college benoemt, op basis van een door het Platform opgestelde profielschets, een onafhankelijk voorzitter voor de periode van vier (4) jaar.

  • 2. Deze periode van vier (4) jaar kan met een periode van maximaal vier (4) jaar worden verlengd.

  • 3. De voorzitter is belast met werkzaamheden die uit de taak van het Platform voortvloeien. Tot deze taken behoren in ieder geval: het voorbereiden van de agenda in overleg met de secretaris, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de vergaderorde en de vergadertijd, het toezien op het reglementaire verloop van de stemmingen, het vertegenwoordigen van het Platform naar buiten in de breedste zin van het woord, het fiatteren van reiskostendeclaraties van de leden van het Platform en andere uitgaven waartoe het Platform heeft besloten en het bewaken van het budget van het Platform.

  • 4. De voorzitter heeft geen stemrecht, behoudens in aangelegenheden die de orde van de vergaderingen betreffen.

  • 5. Het Platform kiest uit zijn midden een plaatsvervangend voorzitter. Bij ontstentenis van de voorzitter vervult de plaatsvervangend voorzitter de taken van de voorzitter.

Artikel 9 De secretaris

  • 1. Als secretaris van het Platform treedt op een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2. Het college wijst een plaatsvervangend secretaris aan. Bij ontstentenis van de secretaris vervult de plaatsvervangend secretaris de taken van de secretaris.

  • 3. De secretaris heeft geen stemrecht.

  • 4. De secretaris is belast met de dagelijkse werkzaamheden die uit de taak van het Platform voortvloeien. Tot deze taken behoren in ieder geval: het in overleg met de voorzitter voorbereiden van de agenda, het versturen van de stukken, het bijhouden van de actielijst, het beantwoorden van vragen van de leden van het Platform en het Platform rapporteren over lopende zaken, het informeren van de leden over bijeenkomsten en vergaderingen die voor hen van belang zijn, het opmaken van het jaarverslag inclusief een overzicht van het budget en het redigeren van de adviezen aan het college. De secretaris heeft een ondersteunde rol.

  • 5. Ondertekening van adviezen aan het college geschiedt door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 10 Vergaderingen

  • 1. Het Platform komt minimaal viermaal (4) en maximaal tienmaal (10) per jaar bijeen. De voorzitter is bevoegd het Platform in vergadering bijeen te roepen. Op voorstel van ten minste (5) leden of van het college van burgemeester en wethouders wordt een extra vergadering van het Platform uitgeschreven.

  • 2. De vergaderingen worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste tien (10) werkdagen van te voren aan de leden per uitnodiging bekendgemaakt.

  • 3. De uitnodiging bevat de agenda, alsmede de datum, het tijdstip en de locatie van de vergadering.

Artikel 11 Openbaarheid

  • 1. De vergaderingen van het Platform zijn openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten wanneer ten minste drie (3) van de aanwezige leden het vorderen of de voorzitter c.q. de secretaris het nodig acht.

  • 3. De voorzitter kan ten aanzien van de inhoud van stukken leden tijdelijke geheimhouding opleggen.

  • 4. Het voornemen tot geheimhouding moet van tevoren bekend zijn gemaakt en zo exact mogelijk zijn aangegeven.

  • 5. Locatie, datum en tijdstip van de vergadering wordt door middel van publicatie in het Schager Weekblad bekend gemaakt.

Artikel 12 Besluitvorming

  • 1. De besluiten van het Platform worden bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen. Daarbij worden meerderheids- en minderheidsstandpunten vermeld met aantallen.

  • 2. De leden van het Platform hebben stemrecht, ieder één stem.

  • 3. Over alle zaken wordt mondeling bij hoofdelijke oproeping of door middel van handopsteking gestemd.

  • 4. Bij staken van stemmen wordt tijdens de eerstvolgende vergadering opnieuw gestemd. Staken de stemmen weer dan is het besluit niet aangenomen.

  • 5. Leden onthouden zich van stemming inzake aangelegenheden die hen naar het oordeel van de voorzitter persoonlijk aangaan.

Artikel 13 Procedure bij stemmingen

  • 1. De voorzitter vraagt of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen.

  • 2. Stemmingen welke gaan over de wijziging van het huishoudelijk reglement worden met een gekwalificeerde meerderheid genomen. Zulk een stemming is alleen geldig als tenminste tweederde van de leden, of eventueel de plaatsvervangers aanwezig zijn.

  • 3. In de vergadering aanwezige leden kunnen vragen dat in de notulen wordt opgenomen dat zij hebben tegengestemd of zich van stemming hebben onthouden.

  • 4. Indien door een of meer leden stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan mededeling en wordt gestemd door middel van handopsteken.

  • 5. Indien hoofdelijke stemming wordt gevraagd roept de voorzitter de leden van het Platform bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming geschiedt bij de oproeping naar de volgorde van de presentielijst.

  • 6. Zowel bij hoofdelijke stemming als stemming door middel van handopsteken, is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden verplicht zijn stem uit te brengen.

  • 7. De leden brengen hun stem uit door het woord 'voor', 'tegen'of 'blanco'uit te spreken, zonder enige toevoeging.

  • 8. Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.

  • 9. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 14 Faciliteiten

  • 1. Van gemeentewege wordt zorggedragen voor het aan het Platform beschikbaar stellen van een passende vergaderaccommodatie die toegankelijk is voor mensen met een functiebeperking ten behoeve van de algemene vergadering van het Platform. Het college is, mede gelet op de beschikbare vergadercapaciteit, in beginsel niet verplicht om zorg te dragen voor een passende vergaderaccommodatie voor commissies en werkgroepen. Dit laat onverlet dat er in voorkomende gevallen naar een billijke oplossing dient te worden gezocht.

  • 2. Van gemeentewege wordt ambtelijk capaciteit beschikbaar gesteld voor de secretaris.

  • 3. Het Platform ontvangt jaarlijks een budget dat kan worden aangewend voor het inhuren van deskundigen, de vorming en scholing van de leden van het Platform en het informeren van de achterban.

  • 4. Het Platform dient binnen vier (4) maanden na afloop van het kalenderjaar een jaarverslag in te dienen bij het college van burgemeester en wethouders, waarin in ieder geval rekening en verantwoording wordt afgelegd over de besteding van het budget.

Artikel 15 Huishoudelijk reglement

Het Platform Wmo kan een huishoudelijk reglement vaststellen voor zover er geen strijd bestaat met deze verordening.

Artikel 16 Beklag

Het Platform kan bij de gemeenteraad van Schagen zijn beklag doen over de uitvoering van de Verordening Platform Wmo Schagen door het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 17 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening Platform Wmo Schagen. Deze verordening treedt inwerking met ingang van 1 oktober 2008.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 16 december 2008
De raad voornoemd,
, voorzitter
, griffier

Toelichting

Algemene toelichting

Op 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) inwerking getreden. De Wmo omvat de Wet voorziening gehandicapten (Wvg) en de Welzijnswet. Daarnaast is de functie huishoudelijke verzorging (HV) uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) overgeheveld naar de Wmo. Ten slotte wordt een aantal subsidieregelingen uit de AWBZ overgeheveld naar de Wmo.

De staatssecretaris heeft aangegeven dat zij met de Wmo geen verticale verantwoordingsrelatie tussen gemeente en rijk voorstaat. Binnen de Wmo Moet de lokale democratie haar werk gaan doen.

In de Wmo is de positie van de burgers dan ook stevig neergezet ( artikel 11 en 12 Wmo).

Artikel 11 Wet maatschappelijke ondersteuning

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders betrekt de ingezetenen van de gemeente en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, op de wijze voorzien in de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet vastgestelde verordening.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt ingezetenen van de gemeente en in de gemeente belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen vroegtijdig in de gelegenheid zelfstandig voostellen voor het beleid inzake maatschappelijke ondersteuning te doen.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders verschaft informatie die nodig is ter uitvoering van het bepaalde in het eerste en tweede lid.

  • 4.

    Onverminderd het eerste lid vergewist het college van burgemeester en wethouders zich bij de voorbereiding van het beleid tevens van de belangen en behoeften van ingezetenen die hun belangen en behoeften niet goed kenbaar kunnen maken.

Artikel 12 Wet maatschappelijke ondersteuning

  • 1.

    Alvorens een voordracht tot vaststelling door de gemeenteraad te doen, vraagt het college van burgemeester en wethouders over het ontwerpplan advies aan de gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders voegt bij de voordracht tot vaststelling door de gemeenteraad tevens een motivering hoe het belangen van personen als bedoeld in artikel 11, tweede lid heeft gewogen.

In het Plan van Aanpak (lees: Kadernota) dat op 29 augustus 2006 door de raad is vastgesteld, is met betrekking tot burger participatie het volgende bepaald: "Gelet op de voor- en nadelen van de verschillende vormen van burgerparticipatie en de opgedane ervaringen met het Gehandicaptenplatform Schagen en het Platform Sociale Zekerheid Schagen, dient een overkoepelend Wmo-Platform te worden opgericht. In voormeld Platform dienen in ieder geval te participeren het Gehandicaptenplatform Schagen, de ouderenbonden en cliënten. Er dient naar te worden gestreefd dat 25 % van de leden van het Platform bestaat uit onafhankelijke cliënten. Voorts dient een verordening te worden vastgesteld, waarin ten minste wordt geregeld de wijze waarop:

  • -

    periodiek overleg wordt gevoerd met deze personen of hun vertegenwoordigers;

  • -

    deze personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • -

    zij worden voorzien van de voor adequate deelname aan het overleg benodigde informatie;

  • -

    zij door het gemeentebestuur worden gefaciliteerd."

Op 28 november 2006 heeft de raad de notitie, genaamd de notitie inzake de samenstelling van het Platform Wmo, vastgesteld. In deze notitie werd de raad een drietal vragen voorgelegd, te weten:

  • 1.

    welke natuurlijke personen en rechtspersonen moeten participeren in het Platform Wmo Schagen (samenstelling Platform)?

  • 2.

    op welke wijze dient het Platform Wmo Schagen te worden geleid?

  • 3.

    op welke wijze dient het Platform Wmo Schagen te worden ondersteund?

Met betrekking tot de samenstelling van het Platform zijn de raad vijf modellen voorgelegd, namelijk:

  • 1.

    het Platform Wmo Schagen bestaat uit alleen zorgaanbieders;

  • 2.

    het Platform Wmo Schagen bestaat uit alleen zorgvragers;

  • 3.

    het Platform Wmo Schagen bestaat uit alleen uit zorgvragers, verder kunnen de zorgaanbieders om raad worden gevraagd, zij hebben geen inspraak;

  • 4.

    het Platform Wmo Schagen bestaat uit zowel zorgaanbieder als zorgvragers;

  • 5.

    er worden twee Platforms Wmo opgericht één voor zorgaanbieders en één voor zorgvragers.

De raad heeft gekozen voor model 3.

Wat betreft de tweede vraag het volgende. Het voorzitterschap kan op twee wijzen worden ingevuld:

  • -

    een onafhankelijke voorzitter

  • -

    een voorzitter gekozen uit het midden van de leden van het Platform

De raad heeft gekozen voor een onafhankelijk voorzitter. Tevens heeft de raad besloten om na een jaar het onafhankelijk voorzitterschap te evalueren. Dit betekent dat de voorzitter in eerste instantie voor een jaar zal worden benoemd.

Ten aanzien van de ondersteuning heeft de raad besloten om de secretaris van het Wmo- Platform te rekruteren uit de ambtelijke organisatie.

In de verordening word onder meer geregeld de wijze waarop:

  • -

    periodiek overleg wordt gevoerd met de leden van het platform;

  • -

    de leden van het Platform onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • -

    zij worden voorzien van de voor adequate deelname aan het overleg benodigde informatie;

  • -

    zij door het gemeentebestuur worden gefaciliteerd;

  • -

    de besluitvorming plaatsvindt;

  • -

    wordt gestemd;

  • -

    Het platform wordt gefaciliteerd.

Artikelsgewijs toelichting bij de verordening Platform Wmo Schagen

Artikel 1 begripsbepaling

In deze bepaling wordt een omschrijving gegeven van de volgende begrippen te weten: zorgvrager, zorgaanbieder, Platform, College en belangenorganisatie.

Artikel 2 Taken

Het Platform adviseert het college over het beleid betreffende de maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel g, van de Wmo. Het Platform adviseert derhalve niet over de uitvoering van het beleid. Daarnaast is van belang dat het Platform ook bevoegd is ongevraagd advies uit te brengen over het beleid betreffende de Wmo.

Artikel 3 Samenstelling

In de raadsvergadering van 28 november 2006 heeft de raad besloten dat het Platform alleen uit zorgvragers zal gaan bestaan. In dit verband dient onder zorgvragers te worden verstaan de natuurlijke personen die zorg ontvangen en die geen binding hebben met een belangenorganisatie (onafhankelijke zorgvragers) alsmede de vertegenwoordigers van belangenorganisaties. Daarnaast bestaat het Platform uit burgers, niet zijnde onafhankelijke zorgvragers, die affiniteit hebben met de Wmo. Deze burgers mogen geen functie hebben bij een belangenorganisatie. Het Platform bestaat uit minimaal drie (3) en maximaal acht (8) burgers en onafhankelijke zorgvragers. De zorgaanbieders maken derhalve geen deel uit van het Platform. Het college kan desgewenst zorgaanbieders, bijvoorbeeld door middel van het organiseren van een expertmeeting, om advies vragen.

Naast de burgers en onafhankelijke zorgvragers nemen -zoals reeds vermeld- ook vertegenwoordigers van belangenorganisaties zitting in het platform. Het werd niet wenselijk geacht om alle belangenorganisaties (ongeveer 45 in totaal) te laten participeren in het Platform. Een te groot platform zou te weinig slagvaardig kunnen opereren. Primo heeft de gemeente geadviseerd om het Platform te verdelen in 9 sectoren die - zoveel mogelijk- corresponderen met de negen presentatievelden van de Wmo. De zinsnede "in ieder geval "geeft aan dat de opsomming van de sectoren niet limitatief is. Er kunnen gaandeweg nieuwe sectoren ontstaan. Vervolgens is aan de belangenorganisaties de vraag voorgelegd met welke sectoren zij zich het meest verbonden voelen. De met de desbetreffende sector verbonden organisaties hebben vervolgens in samenspraak met een door de gemeente aangestelde formateur een kandidaat voorgedragen die de desbetreffende sector in het platform gaat vertegenwoordigen.

Artikel 4 Aanwijziging

Leden van het Platform worden door het college voor een periode van 4 jaar aangewezen. Deze periode kan maximaal met één periode van vier jaar worden verlengd. De leden van het Platform worden door college niet benoemd, omdat het Platform niet ingebed is in de gemeentelijke structuur. Het staat los van de gemeentelijk organisatie. Er dient naar te worden gestreefd dat het aanwijzen van leden van het Platform niet samenvalt met de gemeenteraadsverkiezingen. Bij het bepalen van de zittingsduur is aansluiting gezocht bij de verplichting van de gemeenteraad om telkens voor een periode van ten hoogste vier jaar een beleidsplan vast te stellen. Teneinde het Platform te laten fungeren als een vruchtbare voedingsbodem voor nieuwe inzichten en ideeën aangaande het beleid betreffende de Wet maatschappelijke ondersteuning,

Als een vertegenwoordiger van een sector hetzij na een periode van 4 jaar, hetzij tussentijds aftreedt, dan dienen de met deze sector verbonden belangenorganisaties zorg te dragen voor een opvolger. Ingeval tussen de belangenorganisaties geen overeenstemming wordt bereikt over de opvolging, dan dient de voorzitter van het Platform hierin te interveniëren.

Artikel 5 Lidmaatschap

Om de afhankelijkheid van het Platform te waarborgen mogen de leden geen functie vervullen bij een gemeente of een zorgaanbieder. Op deze wijze wordt belangenverstrengeling of de schijn ervan voorkomen. In het tweede lid wordt aangegeven wanneer het lidmaatschap eindigt. In derde lid wordt aangegeven wanneer het lidmaatschap wordt ingetrokken. Het betreft zowel in het tweede als in derde lid een limitatieve opsomming. Het besluit tot intrekking van het lidmaatschap wordt niet genomen door het college, dan nadat tot intrekking van het lidmaatschap dient uiteraard te berusten op een deugdelijke motivering at het Platform hiertoe een voorstel heeft gedaan. Het beslui (artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht).

Artikel 6 Informatieverschaffing

In dit artikel gaat het om de tijdige informatieverschaffing door de gemeente. Dit is min of meer een open norm die nadere invulling behoeft. De invulling hiervan zal in overleg met het Platform moeten worden vastgesteld. Voor het afgeven van een weloverwogen advies is het van belang dat het Platform beschikt over goede en adequate informatie. Daarnaast is het van belang dat door het bestuur de essentiële informatie tijdig wordt verstrekt. Het advies dient immers op een zodanig tijdstip te worden gevraagd dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Voorkomen moet worden dat het Platform in een zogenaamde 'vijf voor twaalf' situatie terecht komt: de situatie dat te elfder ure door het Platform advies moet worden uitgebracht. Het Platform dient derhalve in een vroeg stadium bij de besluitvorming te worden betrokken. Op deze wijze kan het Platform een grotere invloed uitoefenen op de besluitvorming en wordt hiermee veel meer een participant in het beleid van de gemeente. Bovendien beïnvloedt een vroegtijdige inschakeling van het Platform op positieve wijze het draagvlak van het voorgenomen besluit. Het mes snijdt derhalve aan twee kanten. Een reactieve houding, in die zin dat de overlegpartners als het ware op elkaar zitten te wachten moet koste wat het kost worden vermeden. Van zowel de gemeente als het Platform wordt derhalve een proactieve attitude verwacht.

Artikel 8 De voorzitter

De raad heeft besloten in de raadvergadering van 28 november 2006 dat er een onafhankelijk voorzitter zal worden benoemd. De voordelen zijn:

  • +

    de voorzitter weet hoe hij een vergadering moet leiden, hij zal cliënten niet onder laten sneeuwen en iedereen aan het woord laten;

  • +

    de voorzitter is objectief, hij heeft geen stemrecht en er kan dus geenszins sprake zijn van belangenverstrengeling.

De nadelen zijn:

  • -

    leden van het Platform kunnen het idee hebben dat zij gepasseerd worden door de gemeente;

  • -

    leden kunnen het idee krijgen dat er sprake is van belangenverstrengeling vanuit de gemeente;

Gelet op deze nadelen is besloten in de verordening de bepaling op te nemen dat het college een voorzitter benoemt op basis van een door het Platform opgestelde profielschets.

Artikel 9 De secretaris

Aangezien de meeste stukken zullen worden aangeleverd vanuit de gemeente, verdient het uit oogpunt van efficiency aanbeveling om de secretaris van het Wmo- Platform te rekruteren uit de ambtelijke organisatie. Een ambtelijk secretaris heeft immers makkelijker toegang tot de stukken. Een secretaris die voortkomt uit de ambtelijke organisatie zou bovendien de communicatie tussen gemeente en Platform in positieve zin kunnen beïnvloeden. De secretaris vormt als het ware de schakel tussen gemeente en Platform. De secretaris heeft evenals de voorzitter geen stemrecht.

Artikel 10 Vergaderingen

Het eerste lid regelt de vergaderfrequentie. In het tweede lid wordt bepaald dat de 10 werkdagen van tevoren aan de leden per uitnodiging moet zijn bekendgemaakt. Ingevolge het derde lid bevat deze uitnodiging de agenda, alsmede de datum, het tijdstip en de locatie van de vergadering.

Artikel 11 Openbaarheid

De vergaderingen zijn in beginsel openbaar. De vergadering vindt achter gesloten deuren plaats, indien ten minste drie van de aanwezige leden dit vorderen dan wel de voorzitter c.q. secretaris dit nodig acht. Lid 3 en 4 regelen de geheimhouding van de stukken. Het voornemen tot geheimhouding moet van tevoren bekend zijn gemaakt. Dit betekent dat de voorzitter niet eerst tijdens de vergadering de leden geheimhouding mag opleggen.

Artikel 12 Besluitvorming

Bij staking van stemmen wordt het voorstel geacht niet te zijn aangenomen. Niet vereist is dat de vergadering voltallig is.

Artikel 13 Procedure stemmingen

Indien een lid te kennen geeft een hoofdelijke stemming te wensen, moet de stemming plaatsvinden. Het Platform heeft niet de bevoegdheid van de bepaling af te wijken. Vraagt niemand stemming, dan wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen. De regeling in het tweede lid kan toepassing krijgen, indien de uitkomst van de stemming tevoren duidelijk is en slechts enkele leden zouden tegenstemmen.

Artikel 14 Faciliteiten en vergoedingen

Onder de algemene vergaderingen van het Platform worden verstaan de vergaderingen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van deze verordening. Hierin ligt besloten dat de verplichting van de gemeente om zorg te dragen voor passende vergaderaccommodatie uitsluitend betrekking heeft op de vergaderingen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van deze verordening. Mutatis mutandis geldt dit voor de verplichting van de gemeente om ambtelijke capaciteit beschikbaar te stellen voor de secretaris. Het Platform ontvangt jaarlijks een budget dat kan worden aangewend voor het inhuren van deskundigen, de vorming en scholing van de leden van het Platform en het informeren van de achterban. Het betreft overigens geen limitatieve opsomming. Wel dienen de kosten binnen het beschikbaar gestelde budget te blijven. Dit noopt het Platform tot het maken van keuzes. Binnen vier maanden na afloop van het kalenderjaar dient het Platform bij het college een jaarverslag in te dienen. In dit jaarverslag dient in ieder geval rekening en verantwoording te worden afgelegd over de besteding van het door de gemeente beschikbaar gestelde budget.

Artikel 14 Citeertitel en inwerkingtreding.

Dit artikel spreekt voor zichzelf en behoeft geen nadere toelichting.