Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Scherpenzeel houdende regels omtrent de heffing en invordering van afvalstoffenheffing Verordening afvalstoffenheffing 2019

Geldend van 28-03-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Scherpenzeel houdende regels omtrent de heffing en invordering van afvalstoffenheffing Verordening afvalstoffenheffing 2019

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in 1.1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De belasting bedoeld in 1.2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting bedoeld in 1.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht, voor de belasting als bedoeld in 1.1 van de tarieventabel, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht, voor de belasting als bedoeld in 1.1 van de tarieventabel, in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

  • 5. Terugbetalingen onder de € 4,50 worden niet terugbetaald.

  • 6. Voor toepassing van het bepaalde in het vijfde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslag afvalstoffenheffing of andere heffing aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. De op grond van artikel 6, eerste lid, verschuldigde belasting moet worden betaald uiterlijk vier maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De op grond van artikel 6, tweede lid, verschuldigde belasting moet worden betaald op het tijdstip van uitreiking van de gedagtekende kennisgeving.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de afvalstoffenheffing kan kwijtschelding worden verleend. Kwijtschelding is alleen mogelijk voor het tarief zoals bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel.

Kwijtschelding van belastingen van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent, wordt uitsluitend verleend indien dit geschiedt in het kader van een akkoord met alle schuldeisers en er geen redelijke mogelijkheid aanwezig is om een derde aansprakelijk te stellen.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening afvalstoffenheffing 2017" van 21 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing 2019".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 1 november 2018.

B.S. van Ginkel-Schuur

Griffier

C.A.A. van Rhee – Oud Ammerveld

voorzitter

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de "Verordening afvalstoffenheffing 2019".

Hoofdstuk 1Maatstaf en tarief afvalstoffenheffing

  • 1.1

    De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar: € 165,00

  • 1.1.1

    Eén extra container voor rest: € 110,00

  • 1.1.2

    Iedere extra container voor GFT- afval: € 55,00

  • 1.2

    onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1, 1.1.1 en 1.1.2 bedraagt de belasting per aanbieding van een minicontainer:

  • 1.2.1

    bestemd voor aanbieding van een 240 liter restafval container: € 5,00

  • 1.2.2

    bestemd voor aanbieding van een 140 liter restafval container: € 3,00

  • 1.3

    onverminderd het bepaalde in hoofdstuk1.1, 1.1.1 en 1.1.2 bedraagt de belasting voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen in een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde ondergrondse container:

  • 1.3.1

    per aanbieding in plasticzak: € 0,85

  • 1.4

    onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1, 1.1.1 en 1.1.2 bedraagt de belasting:

  • 1.4.1

    voor het op aanvraag verwijderen van grove huishoudelijke afvalstoffen, per kubieke meter of gedeelten daarvan: € 16,00

  • 1.5

    kosten omwisselen per container € 45,00

  • 1.6

    indien een nieuw ingezetene van de gemeente als belastingplichtige wordt aangemerkt kan hij gedurende een periode van twee maanden nadat de belastingplicht is ontstaan kosteloos éénmaal van containervolume wisselen. Nadien is het tarief onder 1.5 van toepassing.

  • 1.7

    In het eerste halfjaar na invoering van Diftar kan een ingezetene eenmaal gratis van containervolume wisselen.