Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Scherpenzeel houdende regels omtrent de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning (Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Scherpenzeel 2020)

Geldend van 01-01-2021 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Scherpenzeel houdende regels omtrent de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning (Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Scherpenzeel 2020)

De raad van de gemeente Scherpenzeel,

gelet op artikel 33, derde lid van de Gemeentewet;

met in achtneming van het advies van presidium.

besluit

  • 1.

    Vast te stellen de Verordening Ambtelijke bijstand en fractieondersteuning gemeente Scherpenzeel 2020 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2017.

PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    ambtelijke bijstand: bijstand, verleend door onder het gezag van het college werkzame ambtenaren;

  • -

    bijstand: ondersteuning bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere ondersteuning niet zijnde een verzoek om informatie;

  • -

    fractiemedewerker: persoon die werkzaamheden verricht voor één van de fracties uit de raad en door de betreffende fractie bij de griffier formeel is aangemeld als medewerker.

PARAGRAAF 2 VERZOEKEN OM INFORMATIE OF BIJSTAND

Artikel 2 Verzoek om informatie

  • 1. Een raadslid kan de griffier verzoeken om feitelijke informatie van geringe omvang of om inzage in of afschrift van bij de raad, burgemeester en wethouders of de burgemeester berustende schriftelijke stukken en ander materiaal dat gegevens bevat.

  • 2. De griffier verstrekt zo spoedig mogelijk de verzochte informatie, voor zover deze daarover kan beschikken. Voor zover daarmee niet aan het verzoek voldaan is, verzoekt de griffier de secretaris één of meer ambtenaren aan te wijzen die voor zover mogelijk de resterende informatie zo spoedig mogelijk verstrekken.

Artikel 3 Verzoek om bijstand

  • 1. Een raadslid kan de griffier verzoeken om bijstand.

  • 2. De verzochte bijstand wordt zo spoedig mogelijk verleend, voor zover dit naar het oordeel van de griffier in redelijkheid kan worden gevergd. Als de griffier de verzochte bijstand niet kan verlenen, verzoekt hij de secretaris om een of meer ambtenaren aan te wijzen die ambtelijke bijstand verlenen.

  • 3. De secretaris weigert het verzoek om ambtelijke bijstand als:

    • a.

      naar zijn oordeel niet aannemelijk is gemaakt dat de ambtelijke bijstand betrekking heeft op raadswerkzaamheden;

    • b.

      dit naar zijn oordeel het belang van de gemeente kan schaden.

    • c.

      het verlenen van de verzochte ambtelijke bijstand naar zijn oordeel in redelijkheid niet kan worden gevergd.

  • 4. Als de secretaris het verzoek om ambtelijke bijstand weigert, deelt hij dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid door [of namens] wie het verzoek is ingediend. De griffier of het raadslid kan de burgemeester verzoeken met de griffier en de secretaris en zo nodig het raadslid in overleg te treden over het alsnog laten verlenen van de ambtelijke bijstand. De burgemeester geeft zo spoedig mogelijk gehoor aan dit verzoek.

Artikel 4 Geschil over verleende ambtelijke bijstand

  • 1. Een raadslid dat niet tevreden is over de aan hem verleende ambtelijke bijstand, kan de griffier verzoeken hierover in overleg te treden met de secretaris.

  • 2. Als overleg met de secretaris niet leidt tot een ook voor het raadslid bevredigende oplossing, kan deze de burgemeester verzoeken met de griffier en de secretaris en zo nodig het raadslid in overleg te treden over de aan hem verleende ambtelijke bijstand. De burgemeester geeft zo spoedig mogelijk gehoor aan dit verzoek.

Artikel 5 Verstrekking informatie over verzoeken om ambtelijke bijstand

Als het college of een of meer leden van het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of over de inhoud van verleende ambtelijke bijstand, wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

PARAGRAAF 3 FRACTIEONDERSTEUNING

Artikel 6 Recht op financiële bijdrage

  • 1. De raad verstrekt een in de raad vertegenwoordigde fractie voor de duur van de zittingsperiode een financiële bijdrage ter ondersteuning van het functioneren van de fractie.

  • 2. De financiële bijdrage bestaat uit een basisbedrag van € 700,00 per fractie en een variabel deel van € 120,00 per raadszetel van de fractie.

Artikel 7 Besteding financiële bijdrage

  • 1. De financiële bijdrage wordt besteed aan ondersteuning die ertoe strekt de volksvertegenwoordigende, kaderstellende of controlerende rol van de fractie te versterken.

  • 2. De financiële bijdrage wordt in ieder geval niet gebruikt ter bekostiging van:

    • a.

      betalingen, inclusief die ter voldoening van contributie, aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van diensten of goederen geleverd ten behoeve van de versterking van de ondersteuning van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie of arbeidsovereenkomst;

    • b.

      giften , leningen , beleggingen en voorschotten;

    • c.

      uitgaven die op grond van enige andere wettelijke regeling in aanmerking komen voor vergoeding van overheidswege, inclusief uitgaven in verband met verkiezingsactiviteiten;

    • d.

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • e.

      algemene opleidingen voor raads- en commissieleden tenzij deze inhoudelijk gerelateerd zijn aan de politieke uitgangspunten van de deelnemers.

Artikel 8 Financiële bijdrage

  • 1. De bijdrage voor fractieondersteuning wordt vòòr 31 januari van het betreffende kalenderjaar op dat kalenderjaar verstrekt.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 wordt in een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden het bedrag vóór 31 januari verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

Artikel 9 Gevolgen splitsen en einde bestaan fractie

  • 1. Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of zich aansluiten bij een andere fractie, wordt het voor elk van deze zetels beschikbaar gestelde variabele deel van de financiële bijdrage ter ondersteuning van de fractie waar zij uittreden, toebedeeld aan de nieuw gevormde fractie of aan de fractie waarbij aangesloten wordt.

  • 2. Als zich een situatie als bedoeld in het eerste lid voordoet, worden de verleende voorschotten naar evenredigheid van het nog resterende aantal maanden van het jaar waarvoor het voorschot is verleend onverwijld bijgesteld overeenkomstig de uit het eerste lid voortvloeiende verdeling.

  • 3. Als een fractie tijdens een zittingsperiode ophoudt te bestaan, vervalt de aanspraak op de financiële bijdrage ter ondersteuning van die fractie met ingang van de maand volgend op de maand waarin hiervan kennisgeving is gedaan aan de raad.

Paragraaf 4 Slotbepalingen

Artikel 10 Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1. De Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning vastgesteld bij besluit van 28-09-2017 wordt ingetrokken.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2021.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Scherpenzeel 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 17 december 2020.

B.S. van Ginkel-Schuur

Griffier

M.J. Zwankhuizen

voorzitter (wnd.)