Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2012

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2. Als houder wordt aangemerkt degene die, onder welke titel dan ook, een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

  • 4. Als houder wordt tevens aangemerkt hij, voor wiens rekening een hond wordt verzorgd in een inrichting waarin bedrijfsmatig dieren worden verzorgd.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1. De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

  • 2. De belasting bedraagt per belastingjaar per hond € 114,36.

  • 3. In afwijking van de voorgaande leden bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op Kynologisch gebied in Nederland, € 457,44 per kennel.

Artikel 4 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Aangifte

De belastingplichtige is gehouden de uitnodiging tot het doen van aangifte binnen twee weken na dagtekening te retourneren.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen omtrent aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het belastingjaar

  • 1. De belasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, wordt op schriftelijke aanvraag ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Voor een hond, gehouden ter vervanging van een andere hond, waarvoor over hetzelfde belastingjaar een aanslag is opgelegd, is over hetzelfde belastingjaar geen belasting verschuldigd, tenzij voor laatstbedoelde hond ontheffing conform lid 3 is verleend.

Artikel 8 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor honden:

  • a.

    die jonger zijn dan zes maanden, voor zover zij gelijktijdig met de moederhond door dezelfde persoon worden gehouden;

  • b.

    die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;

  • c.

    die gehouden worden door de gemeente ten behoeve van haar diensten en bedrijven;

  • d.

    waarvan de houder in het bezit is van een geldig diploma der Koninklijke Nederlandse Politiehonden Vereniging en die op aanvraag ter beschikking van de politie worden gesteld;

  • e.

    waarvan de houder minder dan vier weken per kalenderjaar in de gemeente verblijf houdt;

  • f.

    die, behoudens het bepaalde in artikel 2, lid 4, verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1. onder c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • g.

    die door de "Stichting Hulphond Nederland" als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk drie maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,00 en minder is dan € 2.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen betaald moeten worden in maximaal acht gelijke termijnen ingaande twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet waarbij de laatste termijn vervalt in de negende maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening Hondenbelasting 2011" vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft ten aanzien van de periode waarvoor zij heeft gegolden.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de hondenbelasting in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Hondenbelasting 2012".

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam in zijn openbare vergadering van 10 november 2011

de griffier, J. Gordijn

de voorzitter, Ir. J.M. Leemhuis-Stout