Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Schiedam houdende regels omtrent de heffing en invordering van (Legesverordening 2015)

Geldend van 26-11-2019 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Schiedam houdende regels omtrent de heffing en invordering van (Legesverordening 2015)

De raad van de gemeente Schiedam,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014 (kenmerk: BVBEL nr. 14INT00395) ;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

gelezen het advies van de raadscommissie van 4 november 2014;

besluit vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van leges 2015

Begripsomschrijvingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand met dien verstande dat als de nᵉ dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)ᵉ dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Belastbaar feit

Artikel 2

Onder de naam “leges” worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Belastingplicht

Artikel 3

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Vrijstellingen

Artikel 4

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    stukken of inlichtingen uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens ten behoeve van onvermogenden in hun persoonlijk belang, indien dat onvermogen wordt bewezen door een verklaring, afgegeven door de burgemeester hunner woon- of verblijfplaats;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kostenloos moeten worden verleend;

  • c.

    [vervallen]

  • d.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging daarvan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • e.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikking of afschriften daarvan, houdende beslissing op een aanvraag om subsidie uit de gemeentekas;

  • f.

    het afgeven van beschikkingen ter zake van de plaatselijke belastingen;

  • g.

    het afgeven van een collectevergunning;

  • h.

    het afgeven van een beschikking op een aanvraag ter zake van bijstand ingevolge de Wet Werk en Bijstand en andere uitkeringen in het persoonlijk belang van de uitkeringsgerechtigden;

  • i.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • j.

    [vervallen]

  • k.

    het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in onderdeel 3.2.1.1, 3.2.1.2 en 3.2.1.3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard, waarbij activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.

Maatstaven van heffing en tarieven

Artikel 5

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 4. Abonnementen, genoemd in de tarieventabel, worden verleend onder voorwaarde:

    • a.

      dat de geldigheidsduur, die aanvangt op de dag waarop de verschuldigde leges zijn voldaan, een jaar bedraagt;

    • b.

      dat het abonnement niet overdraagbaar is.

Wijze van heffing

Artikel 6

De leges worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een gedagtekende stempelafdruk op af te geven stukken, nota, zegel of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Termijnen van betaling

Artikel 7

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen een maand na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Kwijtschelding

Artikel 8

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Ontheffing, vermindering of teruggaaf

Artikel 9

  • 1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2. Indien de heffing van leges geschiedt bij wijze van abonnement, wordt bij tussentijdse beëindiging van een abonnement, indien deze plaatsvindt voordat een half jaar van de geldigheidsduur daarvan is verstreken en het abonnement ten hoogste voor de helft van het aantal inlichtingen c.q. exemplaren van bescheiden, waarop het recht geeft, is verbruikt, op aanvraag van de houder, ontheffing verleend van de betaling van de leges tot een bedrag gelijkstaande met de helft van het verschuldigde voor het abonnement.

  • 3. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde regelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.7 (leges akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.8 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 6.

      onderdeel 1.7.3 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 6.

      hoofdstuk 13 (kansspelen);

      een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Artikel 11

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Overgangsrecht

Artikel 12

De ‘Legesverordening 2014’ van 14 november 2013, gewijzigd bij raadsbesluiten van 19 december 2013, 6 maart 2013 en 30 september 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten

  • a.

    die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • b.

    waarop de Wet ruimtelijke ordening of de Woningwet zoals deze luidden voor inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nog moeten worden toegepast met dien verstande dat de van toepassing zijnde tarieven worden verhoogd met 0,5%, waarbij de uitkomst rekenkundig wordt afgerond op twee decimalen.

Inwerkingtreding

Artikel 13

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De bekendmaking van het in onderdeel 2.1.1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel 2016 genoemde normblad geschiedt door terinzagelegging.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

Citeertitel

Artikel 14

Deze verordening kan worden aangehaald als de "Legesverordening 2015".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam in zijn openbare vergadering van 13 november 2014
de griffier, de voorzitter,
J.Gordijn C.H.J. Lamers