Instellingsbesluit van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam houdende regels omtrent de Gemeenschappelijke regeling MVS Stroomopwaarts

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Instellingsbesluit van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam houdende regels omtrent de Gemeenschappelijke regeling MVS Stroomopwaarts

De colleges van burgemeesters en wethouders van de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft,

Overwegende dat de gemeenteraden en colleges van de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam  de intentie hebben uitgesproken op onderdelen van het gebied van het sociaal domein met ingang van 1 januari 2015 te gaan samenwerken in één organisatie;

Overwegende dat de gemeenteraden van de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam toestemming hebben verleend om deze gemeenschappelijke regeling te treffen;

Gelet op:

  • -

    de kaders die zijn vastgesteld in de visienota “Toegang Sociaal Domein en invoering Participatiewet” van juni 2013 en de nota “Stroomopwaarts het regionale participatiebedrijf Maassluis, Vlaardingen, Schiedam” van 27 november 2013;

  • -

    de Kadernota “Regionaal participatiebedrijf Stroomopwaarts” van 6 september 2014;

  • -

    de Wet gemeenschappelijke regelingen; 

  • -

    de Gemeentewet

Besluiten:

De gemeenschappelijke regeling Stroomopwaarts MVS te treffen en daarbij het openbaar lichaam Stroomopwaarts MVS in te stellen.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de deelnemer: het aan deze regeling deelnemende bestuursorgaan;

  • b.

    regeling: gemeenschappelijke regeling Stroomopwaarts MVS;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeente;

  • d.

    de Wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 2 Algemene bepalingen

  • 1. Er is een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam genaamd Stroomopwaarts MVS.

  • 2. Stroomopwaarts MVS is gevestigd in Schiedam.

Hoofdstuk II Doelstelling en bevoegdheden/taken

Artikel 3 Te behartigen belang

De gemeenschappelijke regeling is getroffen ter behartiging van het belang van een kwalitatief hoogwaardige en een doelmatige uitvoering van de taken en bevoegdheden van de deelnemers op het gebied van het sociaal domein.

Artikel 4 Bevoegdheden/taken

  • 1. Aan het bestuur van het openbaar lichaam worden de bevoegdheden die de deelnemers hebben op grond van de hierna genoemde wetten dan wel wetsartikelen gedelegeerd:

    • a.

      Participatiewet;

    • b.

      Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • c.

      Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • d.

      Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en artikel 1:432a BW;

    • e.

      Artikel 1.13 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

    • f.

      [vervallen]

    • g.

      [vervallen]

    • h.

      Verordening Maatschappelijke Participatie Kinderen MVS 2015;

    • i.

      [vervallen]

    • j.

      [vervallen]

    • k.

      [vervallen]

    • l.

      Wet Inburgering 2021;

    • m.

      Wet sociale werkvoorziening.

  • 2. De deelnemer kan bij afzonderlijk besluit, en met inachtneming van artikel 3 van deze regeling, afzonderlijk bevoegdheden aan het bestuur van het openbaar lichaam gemandateerd.

  • 3. Aan het afzonderlijke mandaat moet vooraf toestemming door het dagelijks bestuur worden verleend.

  • 4. De niet mandaterende deelnemer wordt over het afzonderlijke mandaat geïnformeerd.

  • 5. [vervallen]

  • 6. [vervallen]

  • 7. Het bestuur van het openbaar lichaam is eveneens gemachtigd de krachtens voornoemde wetten vastgestelde verordeningen en regels uit te voeren.

  • 8. Alle opvolgende en in de plaats tredende wet- en regelgeving waarbij de inhoud van de in dit artikel genoemde bevoegdheden niet wijzigt, is van overeenkomstige toepassing.

  • 9. Besluiten van het bestuur van het openbaar lichaam zijn niet vatbaar voor het geven van zienswijzen door de raden van de deelnemende gemeenten, met uitzondering van besluiten tot het vaststellen of wijzigen van de begroting als bedoeld in artikel 35 Wet gemeenschappelijke regelingen en besluiten als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 4a Participatie

De door Stroomopwaarts ingestelde Adviesgroep brengt gevraagd en ongevraagd advies uit over nieuw beleid en de uitvoering van het beleid.

Hoofdstuk III Het algemeen bestuur

Artikel 5 Samenstelling

  • 1. Het algemeen bestuur bestaat uit zes leden.

  • 2. De colleges wijzen elk twee leden uit hun midden aan als lid van het algemeen bestuur;

  • 3. Het algemeen bestuur wijst uit zijn midden het dagelijks bestuur aan.

Artikel 6 Bevoegdheden

  • 1. De machtiging tot uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 4 berust bij het dagelijks bestuur.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan op zijn beurt de directeur machtigen de bevoegdheden uit te voeren.

  • 3. Het algemeen bestuur kan besluiten tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen indien dit in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang.

Artikel 7 Werkwijze

  • 1. Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks tenminste tweemaal en voorts indien de voorzitter dit nodig oordeelt of indien een vijfde deel van het algemeen bestuur daarom, onder opgave van de te behandelen onderwerpen, schriftelijk aan de voorzitter verzoekt. De vergadering vindt plaats binnen twee weken na de ontvangst van het verzoek.

  • 2. In het algemeen bestuur heeft ieder lid één stem. Bij het nemen van besluiten door het algemeen bestuur wordt gestreefd naar consensus.

  • 3. Het algemeen bestuur vergadert in het openbaar. De deuren worden gesloten wanneer een vijfde deel van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren wordt vergaderd.

  • 4. In een besloten vergadering wordt niet beraadslaagd of besloten over:

    • a.

      de vaststelling en wijziging van de begroting;

    • b.

      de vaststelling van de jaarrekening;

    • c.

      het toetreden tot, het uittreden uit of het wijzigen of opheffen van de regeling;

    • d.

      het oprichten van of deelnemen in stichtingen, maatschappen, vennootschappen en coöperatieve en andere verenigingen dan wel het ontbinden daarvan of het beëindigen van de deelname daaraan;

    • e.

      de organisatie-inrichting.

  • 5. In een besloten vergadering van het algemeen bestuur kan geen besluit worden genomen over het doen van een uitgave voordat de begroting of begrotingswijziging, waarbij deze uitgave is geraamd, is vastgesteld.

  • 6. De leden van het algemeen bestuur ontvangen voor hun werkzaamheden geen vergoeding in welke vorm dan ook.

Artikel 8

Het algemeen bestuur stelt voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden een reglement van orde vast.

Artikel 9 Inlichtingen

  • 1. Een lid van het algemeen bestuur geeft aan het college dat hem heeft aangewezen op de in die gemeente gebruikelijke wijze alle inlichtingen die door (één of meer leden van) het college wordt verlangd.

  • 2. Een lid van het algemeen bestuur geeft aan de raad uit de gemeente waarvan het lid afkomstig is alle inlichtingen die door de (één of meer leden van de) raad worden verlangd.

Artikel 9a Actieve informatieplicht algemeen bestuur

Het algemeen bestuur legt in het reglement van orde vast op welke wijze het algemeen bestuur en de voorzitter inlichtingen verstrekken aan de deelnemende raden.

Artikel 10 Verantwoording

  • 1. Het algemeen bestuur geeft aan de colleges en de raden van de deelnemende gemeenten ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig is.

  • 2. Het algemeen bestuur verstrekt aan de colleges en de raden van de deelnemende gemeenten alle inlichtingen die door één of meer leden van die colleges dan wel raden worden verlangd.

  • 3. Het reglement van orde van het algemeen bestuur regelt de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het in de twee vorige leden bepaalde.

Hoofdstuk IV Het dagelijks bestuur

Artikel 11 Samenstelling

  • 1. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter van het algemeen bestuur en twee leden door en uit het algemeen bestuur aangewezen. In het dagelijks bestuur zijn de drie deelnemers vertegenwoordigd.

  • 2. De leden van het dagelijks bestuur worden aangewezen in de eerste vergadering van het algemeen bestuur in nieuwe samenstelling.

  • 3. Het aanwijzen van leden van het dagelijks bestuur ter vervulling van plaatsen, die door ontslag, overlijden of anderszins openvallen, vindt plaats uiterlijk één maand na dat openvallen.

  • 4. De leden van het dagelijks bestuur treden af zodra het algemeen bestuur in nieuwe samenstelling een nieuw dagelijks bestuur heeft aangewezen.

  • 5. [vervallen]

Artikel 12 Werkwijze

  • 1. Het dagelijks bestuur vergadert ten minste vier maal per jaar en voorts indien de voorzitter dit nodig oordeelt of indien tenminste één lid van het dagelijks bestuur hierom, onder opgave van de te behandelen onderwerpen, schriftelijk aan de voorzitter verzoekt. In het laatste geval vindt de vergadering binnen twee weken na de ontvangst van het verzoek plaats.

  • 2. De vergaderingen van het dagelijks bestuur worden met gesloten deuren gehouden, voor zover het dagelijks bestuur niet anders heeft bepaald.

  • 3. In het dagelijks bestuur heeft ieder lid één stem. Bij het nemen van besluiten door het dagelijks bestuur wordt te allen tijde gestreefd naar consensus.

  • 4. In de vergadering van het dagelijks bestuur kan slechts worden beraadslaagd of besloten, indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden vertegenwoordigd is.

  • 5. Indien het vereiste aantal leden niet aanwezig is, belegt de voorzitter opnieuw een vergadering.

  • 6. Op de vergadering, bedoeld in het vijfde lid, is het vierde lid niet van toepassing. Het dagelijks bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de eerdere vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

  • 7. Het dagelijks bestuur stelt voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden een reglement van orde vast. Dit reglement en een wijziging daarvan wordt aan het algemeen bestuur ter kennisgeving overgelegd.

  • 8. Het dagelijks bestuur laat zich in voorkomende gevallen bijstaan door leden uit het algemeen bestuur.

Artikel 13 Bevoegdheden

  • 1. Het dagelijks bestuur is in ieder geval bevoegd:

    • a.

      het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam te voeren, voor zover niet bij of krachtens de wet of de regeling het algemeen bestuur hiermee is belast;

    • b.

      beslissingen van het algemeen bestuur voor te bereiden en uit te voeren;

    • c.

      regels vast te stellen over de ambtelijke organisatie van het openbaar lichaam;

    • d.

      tot privaatrechtelijke rechtshandelingen, waaronder arbeids overeenkomsten, van het openbaar lichaam te besluiten;

    • e.

      te besluiten namens het openbaar lichaam, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist;

  • 2. Het dagelijks bestuur neemt, ook alvorens is besloten tot het voeren van een rechtsgeding, alle conservatoire maatregelen en doet wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit.

Artikel 14 Inlichtingen en verantwoording

  • 1. Het dagelijks bestuur en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan het algemeen bestuur verantwoording schuldig over het door het dagelijks bestuur gevoerde bestuur.

  • 2. Het dagelijks bestuur geeft het algemeen bestuur alle inlichtingen die het algemeen bestuur voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.

  • 3. Het reglement van orde voor het algemeen bestuur regelt de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het in de vorige leden bepaalde.

Artikel 14a Actieve informatieplicht dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur legt in het reglement van orde vast op welke wijze het dagelijks bestuur en de voorzitter inlichtingen verstrekken aan de deelnemende raden.

Hoofdstuk V De voorzitter

Artikel 15 De voorzitter

  • 1. Door en uit het algemeen bestuur wordt een voorzitter aangewezen.

  • 2. De voorzitter van het algemeen bestuur is tevens voorzitter van het dagelijks bestuur.

  • 3. Jaarlijks rouleert de functie van voorzitter onder de leden, waarbij iedere deelnemer gelijk aan bod komt.

  • 4. De voorzitter kan bij verhindering worden vervangen door één van de andere leden van het algemeen bestuur.

  • 5. Het algemeen bestuur beslist omtrent schorsing en ontslag van de voorzitter.

Artikel 16

  • 1. De voorzitter vertegenwoordigt het openbaar lichaam in en buiten rechte.

  • 2. De voorzitter kan de in het eerste lid bedoelde vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon.

  • 3. Indien de voorzitter behoort tot het bestuur van een deelnemer die partij is in een rechtsgeding waarbij het lichaam is betrokken, wordt het lichaam door een ander, door het dagelijks bestuur aan te wijzen lid van dit bestuur, vertegenwoordigd.

Hoofdstuk VI

[vervallen]

Hoofdstuk VII Directeur en overig personeel

Artikel 18

  • 1. De directeur is belast met de dagelijkse leiding van de organisatie.

  • 2. De directeur is secretaris van het algemeen- en dagelijks bestuur.

  • 3. Het dagelijks bestuur stelt een statuut voor de directeur vast.

Artikel 19

[vervallen]

Hoofdstuk VIII Commissies

Artikel 20

  • 1. Het algemeen bestuur kan bestuurscommissies instellen ten behoeve van de in artikel 4 genoemde taken.

  • 2. Het algemeen bestuur gaat niet over tot het instellen van een commissie als bedoeld in het eerste lid dan nadat de raden van de deelnemende gemeenten van dit voornemen op de hoogte zijn gesteld en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen.

  • 3. Een lid van het dagelijks bestuur fungeert als voorzitter van de commissie.

  • 4. de leden van commissies die geen burgemeester of wethouder zijn, kunnen een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie ontvangen.

Hoofdstuk IX Financiële bepalingen

Artikel 21 Financiële administratie en controle

  • 1. Op het financieel beleid, het financieel beheer, de inrichting van de financiële organisatie en de controle daarop zijn de artikelen 212 en 213 Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Het algemeen bestuur stelt in dat kader de vereiste financiële regelingen en nadere regels vast, waarbij rekening gehouden wordt met de taakstelling en taakgebieden en de wijze van uitvoering daarvan zoals bepaald in de artikelen 3 en 4 van deze regeling.

  • 3. Het algemeen bestuur zendt de vastgestelde financiële regelingen en nadere regels aan de raden van de deelnemers.

Artikel 22 Boekjaar

Het boekjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 23 Begroting openbaar lichaam

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt elk jaar, met in achtneming van de voorschriften genoemd in de financiële regelingen van het openbaar lichaam, een ontwerpbegroting van inkomsten en uitgaven op voor het komend dienstjaar van het openbaar lichaam, voorzien van de nodige toelichting en specificaties. Tevens stelt hij elk jaar een meerjarenbegroting op.

  • 2. Voor begrotingswijzigingen die geen wijziging van de deelnemersbijdragen tot gevolg hebben wordt geen zienswijzenprocedure gevolgd.

  • 3. Begrotingswijzigingen die een wijziging van de deelnemersbijdragen tot gevolg hebben worden door het dagelijks bestuur beoordeeld. Als de wijziging niet door de deelnemers of het bestuur te beïnvloeden is, wordt geen zienswijzenprocedure gevolgd.

  • 4. Over de begrotingswijzigingen als bedoeld in het tweede en derde lid worden de deelnemers via de jaarrekening van het openbaar lichaam geïnformeerd.

Artikel 24 Jaarrekening

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt elk jaar de rekening van baten en lasten van het voorgaande jaar op met in achtneming van de voorschriften genoemd in de financiële regelingen en nadere regels van het openbaar lichaam. Het dagelijks bestuur zendt de rekening ter controle naar de accountant, met het verzoek zo spoedig mogelijk het controlerapport uit te brengen.

  • 2. Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening met het controlerapport en accountantsverklaring van het openbaar lichaam, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 3. Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening van het openbaar lichaam vast conform de procedure en termijnen genoemd in de financiële regelingen van het openbaar lichaam.

  • 4. Het besluit van het algemeen bestuur, houdende vaststelling van de rekening, strekt voor zover het daarin opgenomen ontvangsten en uitgaven betreft het dagelijks bestuur tot décharge, behoudens later in recht gebleken onregelmatigheden.

Artikel 25 Reserves

Het algemeen bestuur is bevoegd (egalisatie)reserves voor de bedrijfsvoering in te stellen . In de nadere regels als bedoeld in artikel 21 tweede lid worden het instellen van reserves en de omvang daarvan vastgelegd.

Artikel 26 Financiële verplichtingen

  • 1. De deelnemers zullen zorg dragen dat het openbaar lichaam te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.

  • 2. Indien aan het algemeen bestuur blijkt dat een deelnemer weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, doet het algemeen bestuur onverwijld aan Gedeputeerde Staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk X Geschillen

Artikel 27 Geschillen

In geval van geschillen als bedoeld in artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen zullen partijen deze in eerste instantie proberen op te lossen met behulp van mediation door een MfN-register mediator.

Hoofdstuk XI Klachtbehandeling

Artikel 28 Klachtbehandeling

De nationale ombudsman is bevoegd tot de behandeling van de verzoekschriften tot het instellen van onderzoeken naar de wijze waarop een bestuursorgaan van het openbaar lichaam zich in een bepaalde aangelegenheid jegens verzoeker of een ander heeft gedragen.

Hoofdstuk XII Archief

Artikel 29a Archiefzorg

Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam.

Artikel 29b Archiefbeheer

  • 1. De directeur is belast met het beheer van de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam, voorzover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

  • 2. Het dagelijks bestuur stelt voorschriften vast voor het beheer van de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam, die nog niet naar de archiefbewaarplaats zijn overgebracht.

Artikel 29c Archiefbewaarplaats

Voor de bewaring van de over te brengen archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam wordt aangewezen de archiefbewaarplaats van de gemeente Schiedam.

Artikel 29d Toezicht

Met het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam, voorzover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats, is belast de archivaris van de gemeente Schiedam.

Artikel 29e Verantwoording

  • 1. De archivaris van de gemeente Schiedam brengt tweejaarlijks aan het dagelijks bestuur verslag uit over het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam die nog niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

  • 2. Het dagelijks bestuur brengt tweejaarlijks verslag uit aan het algemeen bestuur over de uitoefening van de aan hem opgedragen zorg voor de archiefbescheiden en de uitvoering van het archiefbeheer van de organen van het openbaar lichaam.

Artikel 29f Ter beschikkingstelling

  • 1. De deelnemers stellen tijdig aan het dagelijks bestuur de archiefbescheiden beschikbaar die nodig zijn voor de uitvoering van de opgedragen taken.

  • 2. In een verklaring van ter beschikkingstelling worden de periode van ter beschikkingstelling en het toezicht op het beheer van d eter beschikking gestelde archiefbescheiden vastgelegd.

  • 3. In de verklaring kunnen nadere voorwaarden worden gesteld aan de ter beschikkingstelling.

Hoofdstuk XIII Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing

Artikel 30 Toetreding

  • 1. Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van toetreding.

  • 2. Het algemeen bestuur kan voorwaarden verbinden aan toetreding.

  • 3. Toetreding gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de dag waarop alle colleges van de gemeenten hebben ingestemd met het besluit tot toetreding, tenzij het algemeen bestuur met instemming van de deelnemers anders bepaalt.

Artikel 31 Uittreding

  • 1. Een college kan, na vooraf verkregen toestemming van de raad van die gemeente, besluiten dat de deelneming aan deze regeling wordt opgezegd. De raden van de overige gemeenten worden over het besluit geïnformeerd. Een dergelijk besluit kan niet eerder worden genomen dan zes jaar na inwerkingtreding van deze regeling, tenzij een verplichting daartoe voortvloeit uit de wet.

  • 2. Het besluit als bedoeld in eerste lid wordt terstond ter kennis gebracht van het algemeen bestuur.

  • 3. De datum van uittreding is twee kalenderjaren na het verstrijken van het jaar waarin het besluit tot opzegging is genomen, tenzij partijen anders overeenkomen.

  • 4. Alvorens een college een opzeggingsbesluit neemt, wordt over het voornemen daartoe overleg met de overige colleges gevoerd.

  • 5. In het voornemen als bedoeld in het vierde lid worden de motieven gegeven op grond waarvan de deelnemende gemeente wenst uit te treden.

  • 6. De financiële schade die door de uittreding aan het openbaar lichaam is toegebracht wordt, inclusief de hierdoor ontstane bovenwettelijke uitkering, aan de uittredende gemeente in rekening gebracht. In het kader van de afwikkeling van de financiële gevolgen van de uittreding zal een toewijzing van personeel aan de uittredende deelnemer plaatsvinden en er zal een compensatie verschuldigd zijn voor de overige rechten, verplichtingen en vermogen, tenzij partijen anders overeenkomen.

  • 7. De hoeveelheid toe te wijzen personeel wordt bepaald op basis van de begroting van het openbaar lichaam over het jaar dat het besluit als bedoeld in het eerste lid is genomen en betreft zowel het directe als het indirecte personeel.

  • 8. De hoeveelheid toe te wijzen indirect personeel en de overige rechten, verplichtingen en vermogen worden bepaald op basis van de kostenverdelingen, welke zijn opgenomen in de begroting over het jaar dat het besluit als bedoeld in het eerste lid is genomen.

  • 9. De verrekening van het vermogen wordt verrekend met de bijdrage als bedoeld in het zesde lid.

  • 10. Voor de vaststelling van de financiële schade als bedoeld in het zesde lid wordt door het algemeen bestuur en de uittredende gemeente, gezamenlijk, advies gevraagd aan een onafhankelijke externe deskundige. Het advies van de deskundige in de vorige zin genoemd zal door partijen als bindend worden ervaren tenzij binnen vier weken na het uitbrengen van het advies een geschil over de financiële schade aan een MfN-register mediator dan wel, indien mediation niet mogelijk is, gedeputeerde staten wordt voorgelegd.

Artikel 32 Wijziging en opheffing

  • 1. De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

  • 2. Indien het algemeen bestuur wijziging van de regeling wenselijk acht, doet het dagelijks bestuur het daartoe strekkend voorstel aan de deelnemers.

  • 3. In geval van opheffing van de regeling stelt het algemeen bestuur een liquiditeitsplan op dat voorziet in de verplichting van de deelnemers alle rechten, verplichtingen en vermogen van het openbaar lichaam over de deelnemers te verdelen op een in dit plan te bepalen wijze. Dit plan wordt vastgesteld door de deelnemers.

  • 4. Het dagelijks bestuur is belast met de uitvoering van de liquidatie.

  • 5. Zo nodig blijft het algemeen bestuur functioneren tot de liquidatie voltooid is.

  • 6. Indien de regeling wordt opgeheven treedt het personeel dat in dienst is van het openbaar lichaam in dienst van de deelnemers

  • 7. Bij opheffing van de gemeenschappelijke regeling wordt ten aanzien van de archiefbescheiden een voorziening getroffen conform artikel 4 lid 1 van de Archiefwet 1995.

XIV Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 33 Inwerkingtreding

Deze regeling wordt getroffen voor onbepaalde tijd en treedt in werking op 1 februari 2015.

Artikel 34 Registers en bekendmaking

  • 1. [vervallen]

  • 2. Het bestuur van de gemeente Schiedam maakt de regeling tijdig in alle deelnemende gemeenten bekend op de in de Wet voorgeschreven wijze.

Artikel 34a Evaluatie

  • 1. Voor het begin van een nieuwe raadsperiode wordt deze gemeenschappelijke regeling geëvalueerd

  • 2. De evaluatie is een gemeenschappelijke taak van het algemeen bestuur en de colleges.

  • 3. De evaluatie ziet in ieder geval toe op:

    • a.

      de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de regeling;

    • b.

      de samenwerking tussen het algemeen en het dagelijks bestuur;

    • c.

      de samenwerking binnen het algemeen bestuur en die binnen het dagelijks bestuur;

    • d.

      de samenwerking tussen het bestuur van het openbaar lichaam en de colleges;

    • e.

      de wijze waarop het bestuur van het openbaar lichaam verantwoording aflegt aan en inlichtingen verstrekt aan de colleges en de raden en de waardering daarvan van de colleges en raden;

  • 4. De uitkomsten van de evaluatie worden neergelegd in een evaluatierapport dat wordt besproken met de colleges en de raden.

Artikel 35

Deze regeling wordt aangehaald als Gemeenschappelijke regeling Stroomopwaarts MVS.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door
burgemeester en wethouders van Maassluis in de vergadering d.d. 27 januari 2015
de secretaris, de burgemeester,
mr. A.J.T. Korthout, drs. J.A. Karssen
burgemeester en wethouders van Vlaardingen in de vergadering d.d. 27 januari 2015
de secretaris, de burgemeester,
mw. mr. A.G. Knol-van Leeuwen, A.B. Blase
burgemeester en wethouders van Schiedam in de vergadering d.d. 27 januari 2015
de secretaris, de burgemeester,
ir. J.C. van Ginkel, MCM C.H.J. Lamers

Toelichting GR Stroomopwaarts MVS

[vervallen]