Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden en wethouders gemeente Schiedam

Geldend van 10-02-2015 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden en wethouders gemeente Schiedam

De raad van de gemeente Schiedam;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 januari 2015, 14INT00520;

gelet op de Gemeentewet, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit wethouders en de Regeling rechtspositie wethouders;

besluit vast te stellen de

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden en wethouders gemeente Schiedam

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

  • -

    commissielid: lid van een commissie, als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens lid van de raad is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

Artikel 2 Reis- en verblijfskosten raads- en commissieleden

Reis- en verblijfskosten, voor zover de gemeente die, al dan niet als (mede)organisator, voor haar rekening neemt, kunnen in voorkomende gevallen zo nodig op basis van een besluit van het presidium worden vergoed.

Artikel 3 Scholing

  • 1. De kosten voor niet-partijpolitiek georiënteerde scholing, in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielid, komen ten laste van de gemeente.

  • 2. Het presidium kan over de in het eerste lid bedoelde scholing nadere regels stellen en maximale vergoedingen vaststellen.

  • 3. Raadsleden die aan scholing als bedoeld in het eerste lid willen deelnemen, die niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 4. De aanvraag bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 5. Aanvragen die niet overeenkomstig de bepalingen in deze verordening worden ingediend komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 6. In voorkomende gevallen beslist het presidium.

Artikel 4 Computer, internet en dergelijke communicatiemiddelen

Voor aanvang of aan het begin van een nieuwe raadsperiode neemt het college op voorstel van het presidium een besluit over het beschikbaar stellen van een computer, dan wel communicatiemiddel, en internetverbinding, dan wel een vervangende vergoeding.

Artikel 5 Buitenlandse dienstreis

  • 1. Als de wethouders in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maken worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 2. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 6 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van de wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij de gemeentesecretaris. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.

Artikel 7 Computer, internetverbinding en communicatiemiddelen

  • 1. De wethouder wordt ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het ambt een computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking gesteld.

  • 2. Een wethouder wordt bij de uitoefening van zijn ambt communicatiemiddelen (smartphone en tablet) in bruikleen ter beschikking gesteld die mede gebruikt mogen worden voor privédoeleinden.

  • 3. De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 8 Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis tenzij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit wethouders of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 9 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1. Raads- en commissieleden en wethouders dragen ten behoeve van het vergoeden van kosten zorg voor rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

  • 2. Verantwoording van de vergoeding door het raadslid, het commissielid respectievelijk de wethouder vindt plaats door een door het college vastgesteld formulier volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3. Facturen komen alleen voor vergoeding in aanmerking als voldaan wordt aan de bepalingen in deze verordening.

  • 4. Het formulier wordt ter goedkeuring ingediend bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris, of een daartoe aangewezen ambtenaar.

Artikel 10 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1. De declaratie van de kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald en de vergoeding van reiskosten met de eigen auto vindt plaats door gebruikmaking van een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. Het formulier wordt binnen twee maanden na de betaling cq de datum van de gemaakte rit volledig ingevuld en ondertekend door het raads- of het commissielid respectievelijk de wethouder en ter goedkeuring ingediend bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris, of een daartoe aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de bewijsstukken.

Artikel 11 Werkkostenregeling

Gezien de Wet op de loonbelasting 1964 wijst de gemeente als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van die wet aan de vergoedingen en verstrekkingen als bedoeld artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders en artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 12 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders gemeente Schiedam en de Verordening rechtspositie raadsleden gemeente Schiedam worden ingetrokken.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van heden en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Artikel Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden en wethouders gemeente Schiedam.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam in zijn openbare vergadering van 27 januari 2015.
de griffier, de voorzitter,
J. Gordijn, C.H.J. Lamers

Toelichting

De rechtspositiebesluiten voor raads- en commissieleden en wethouders zijn per 1 juli 2014 ingrijpend gewijzigd. Een aantal kan-bepalingen is omgezet in bepalingen die voor alle gemeenten gelden. Dit betekent onder andere dat:

  • de gemeenteraad niet meer kan afwijken van de algemene regels:

    • -

      met de hoogte van de raadsvergoeding of de onkostenvergoedingkan niet meer worde gevarieerd;

    • -

      voorheen had de raad de bevoegdheid om commissieleden presentiegeld te geven, daarvoor is in Schiedam niet gekozen. Nu heeft de wetgever bepaald dat commissieleden presentiegeld krijgen. Dat betekent dat voor commissieleden/niet raadsleden presentielijsten moeten worden bijgehouden;

    • -

      de wetgever heeft nu bepaald dat een raadslid zijn contributie voor de beroepsvereniging Raadslid.NU kan declareren;

    • -

      een ander discussiepunt uit het verleden is nu ook beslecht: de wetgever heeft bepaald dat leden van de vertrouwenscommissie, raadsleden die lid zijn van de rekenkamercommissie of van een enquêtecommissie, een toeslag krijgen;

    • -

      de wetgever heeft bepaald dat raadsleden een tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering krijgen;

  • de gemeenteraad iets niet meer lokaal hoeft te regelen (bijvoorbeeld het opvangen van de samenloop van de raadsvergoeding met sociale zekerheidsuitkeringen);

  • de gemeenteraad niet langer bevoegd is (bijvoorbeeld de uitwerking van de nadere regels voor de scholing voor de wethouders).

In het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is het niet meer mogelijk te bepalen dat niet de volledige door de minister bepaalde raadsledenvergoeding wordt uitgekeerd, maar bijvoorbeeld wordt gesteld op 90%. Wel is het mogelijk in een verordening te bepalen dat een deel van de raadsledenvergoeding (ten hoogste 20%) wordt uitbetaald bij wijze van presentiegeld. Daarvoor wordt in deze verordening niet gekozen.

Omdat op de meeste terreinen de landelijke rechtspositieregelingen bepalen wat de rechtspositie is van raads- en commissieleden en wethouders, is er voor gekozen de verordening te beperken tot datgene waar nog een keuzemogelijkheid bestaat, dan wel uitvoering wordt gegeven aan landelijke regels. Alle regels die landelijk gelden worden in een bijlage bij deze toelichting toegevoegd: het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit wethouders en de Regeling rechtspositie wethouders. De meest relevante bepalingen zijn vet gedrukt. De bijlage kan zo nodig jaarlijks worden aangepast aan wijzigingen in de landelijke regelgeving, onder andere de van toepassing zijnde bedragen. De verordening kan dan ongewijzigd blijven.

Voor de raadsleden is nog slechts opgenomen:

  • een bepaling met betrekking tot reis- en verblijfskosten; hiervoor kan in uitzonderingsgevallen door het presidium een besluit worden genomen;

  • scholing; op grond van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden hebben raadsleden recht op een vergoeding van kosten voor scholing. Het presidium wordt met deze bepaling bevoegd verklaard daarvoor nadere regels vast te stellen. Te denken valt aan maximale vergoeding, of een scholingsbudget per persoon;

  • computer, tablet, internet; hier wordt de huidige praktijk vastgelegd. Het presidium stelt aan het begin van de raadsperiode aan het college voor om te kiezen voor bepaalde middelen. Er wordt niet aan het raadslid over gelaten zelf een keuze te maken voor een bepaald middel. Dit heeft te maken met de ondersteuning vanuit ICT.

Voor de wethouders zijn nog slechts opgenomen de huidige bepalingen met betrekking tot buitenlandse dienstreizen, cursussen enz. en communicatiemiddelen.

De verordening treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015. Dit heeft te maken met de invoering van de werkkostenregeling. Het gewijzigde Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is per juli 2014 in werking getreden. Dat betekent dat commissieleden vanaf die datum (1 juli 2014) recht hebben op de vaste vergoeding per bijgewoonde commissievergadering, dat raadsleden een tegemoetkoming krijgen in de kosten van een ziektekostenverzekering en bijvoorbeeld raadsleden de kosten voor het lidmaatschap van Raadslid.NU kunnen declareren. De rechten die raads- en commissieleden rechtstreeks kunnen ontlenen aan het gewijzigde rechtspositiebesluit, worden uiteraard gehonoreerd. Daarover wordt apart gecommuniceerd.