Beleidsregels gemeentegarantie Schiedam 2009

Geldend van 08-10-2009 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels gemeentegarantie Schiedam 2009

Paragraaf 1, Algemene bepalingen

Artikel 1, Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder: gemeentegarantie: een besluit van het college om een borgstelling als bedoeld in artikel 7:850 e.v. van het Burgerlijk Wetboek te verstrekken door de gemeente ten behoeve van een door de aanvrager bij een financiële instelling aan te trekken lening en de daaruit voortvloeiende verplichtingen;

  • 1.

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • 2.

    aanvraag: een verzoek aan het college om garantie van de gemeente Schiedam;

  • 3.

    aanvrager: de rechtspersoon die een aanvraag om garantie heeft ingediend;

  • 4.

    financiële instelling: de al dan niet commerciële instelling, zoals een bank, een leverancier, een leasemaatschappij of een waarborgfonds, die bijvoorbeeld hypothecaire leningen, (consumenten)kredieten, garanties/borgstellingen of Financial lease kunnen verstrekken;

  • 5.

    voorziening: de bouw, aanleg, renovatie of aankoop van een onroerende zaak, waarvan de aanvrager de eigendom heeft of verkrijgt en hiervan gebruik kan maken en waarvoor ter realisering als aanvulling op eigen middelen een geldlening wordt aangetrokken waarvoor gemeentegarantie wordt gevraagd; onder eigen middelen wordt in ieder geval begrepen eigen inkomsten, vermogen, reserves, subsidies van de gemeente of derden en sponsorgelden.

Paragraaf 2, De aanvraag tot garantieverlening

Artikel 2, Doel

Private instellingen kunnen een aanvraag om gemeentegarantie doen voor een aan te trekken geldlening om voorzieningen tot stand te brengen die een publieke taak dienen en die passen binnen het gemeentelijk beleid.

Artikel 3, Eisen aan de aanvraag

  • 1. Een aanvraag om gemeentegarantie wordt schriftelijk ingediend, voordat de aanvrager verplichtingen aangaat in verband met de af te sluiten geldlening.

    • 2.

      De aanvraag gaat vergezeld van:

      a. een exemplaar van de statuten van de aanvrager;

      • b.

        een opgave van de bestuurssamenstelling;

      • c.

        afschriften van de jaarrekeningen van de laatste drie boekjaren van de aanvrager en/of diens rechtsvoorganger, of, in het geval het naar verhouding een nieuwe organisatie betreft, zoveel afschriften van jaarrekeningen als redelijkerwijs beschikbaar kunnen zijn;

      • d.

        bouwtechnische tekeningen en omschrijvingen van de aan te kopen, te bouwen of te verbouwen zaak of zaken;

      • e.

        een document waaruit blijkt dat het onderpand vrij is van pand of hypotheek;

      • f.

        een taxatierapport van het onderpand (onroerende zaak) dat niet ouder is dan een jaar na datum aanvraag.

      • g.

        De laatste taxatiewaarde van het onderpand voor de onroerend zaakbelasting (WOZ) in het geval het gaat om een bestaande onroerende zaak;

      • h.

        een exploitatiebegroting en een balans waarin rente en aflossing van de af te sluiten geldlening zijn verwerkt;

      • i.

        een (meerjaren)begroting;

      • j.

        een gespecificeerde opstelling van de wijze van financiering van de voorgenomen investering;

      • k.

        de concept geldleningovereenkomst dan wel een offerte van de beoogde financiële instelling waarin in ieder geval zijn opgenomen de leenvoorwaarden.

    • 3.

      Indien de aanvrager bij zijn aanvraag en ook binnen een eventueel aan hem geboden hersteltermijn niet aan de vereisten voor het indienen van een aanvraag heeft voldaan, kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen.

Paragraaf 3. Beoordelingscriteria

Artikel 4, Kring van rechthebbenden

Voor verstrekking van een gemeentegarantie komen uitsluitend in aanmerking organisaties met een sociaal, cultureel, maatschappelijk of medisch karakter, die:

  • 1.

    beschikken over rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht;

  • 2.

    geen commerciële activiteiten of nevenactiviteiten ontplooien en geen winstoogmerk hebben;

  • 3.

    geen besloten karakter hebben;

  • 4.

    niet uitsluitend zijn gericht op het uitdragen van overtuigingen en denkbeelden van religieuze, levensbeschouwelijke of politieke aard.

Artikel 5, Weigeringsgronden

  • 1. Het college wijst de aanvraag om verstrekking van gemeentegarantie in ieder geval af indien:

    • a.

      de aanvrager niet behoort tot de kring van rechthebbenden;

    • b.

      de aanvrager voorafgaand aan het indienen van de aanvraag verplichtingen is aangegaan in verband met de geldlening, ten behoeve waarvan de gemeentegarantie wordt aangevraagd;

    • c.

      de aanvrager niet kan of naar redelijke verwachting niet zal voldoen aan de aan garantieverlening te verbinden verplichtingen;

    • d.

      de aanvrager naar het oordeel van het college in staat moet worden geacht door middel van een voorliggende voorziening op andere wijze dan met gemeentegarantie de te realiseren zaak of zaken te kunnen financieren, waarbij een eventueel rentevoordeel dat met de verlening van gemeentegarantie kan worden behaald op zichzelf niet als grond voor het verlenen van gemeentegarantie kan gelden;

    • e.

      de aanvrager op grond van zijn financiële positie en de prognoses omtrent zijn vermogensontwikkeling redelijkerwijs niet in staat kan worden geacht de rente en aflossing van de te sluiten lening op te kunnen brengen;

    • f.

      de waarde van de te realiseren zaak of zaken de gemeente onvoldoende zekerheid biedt voor verhaal van rente en aflossing van de geldlening, ter verkrijging waarvan gemeentegarantie is gevraagd;

    • g.

      de aanvrager bij zijn aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • h.

      de garantieverstrekking zou leiden tot overschrijding van het door de raad vastgesteld weerstandsvermogen van de gemeente;

    • i.

      de raad na over de voorgenomen verlening gehoord te zijn zwaarwegende wensen en bedenkingen heeft geuit;

    • j.

      de aanvrager onvoldoende zekerheid kan geven dat de investeringen in verband waarmee een geldlening wordt afgesloten zullen plaatsvinden.

  • 2. Onverminderd het eerste lid wijst het college de aanvraag af, indien:

    • a.

      de geldlening ter verkrijging waarvan een gemeentegarantie wordt gevraagd dient of mede dient ter financiering van andere dan onroerende zaken;

    • b.

      de te financieren zaak of zaken elders is of zijn gelegen dan in de gemeente Schiedam;

    • c.

      het college de te realiseren zaak of zaken op grond van zijn verantwoordelijkheid voor de uitoefening van de publieke taak niet als noodzakelijk beoordeelt voor het mogelijk maken van nieuwe of het blijven functioneren van bestaande, voor de gemeente relevante en gewenste activiteiten;

    • d.

      de activiteiten, met het oog waarop de zaak of zaken worden gerealiseerd, naar het oordeel van het college niet in overwegende mate zijn gericht op de gemeente Schiedam en haar ingezetenen;

    • e.

      de activiteiten naar het oordeel van het college concurrerend zijn met reeds aanwezige voorzieningen waar gelijke of gelijksoortige activiteiten worden verricht.

  • 3. Het college betrekt bij de vorming van zijn oordeel over de relevantie en de wenselijkheid van de activiteiten in verband waarmee gemeentegarantie wordt gevraagd, het collegewerkprogramma, de gemeentebegroting en de wijzigingen daarvan, de lokale (financiële) verordeningen en eventuele beleidsnota’s, voor zover de daarin opgenomen beleidsmatige en financiële kaders van toepassing zijn op de gevraagde gemeentegarantie.

  • 4. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, aanhef en onder d, wordt een aanvraag om gemeentegarantie afgewezen indien een voorliggende voorziening bestaat in de vorm van een al dan niet nationaal waarborgfonds, zoals de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw, het Waarborgfonds voor de Zorgsector, de Stichting Waarborgfonds Sport en het Waarborgfonds Kinderopvang. Is de voorziening passend en is de aanvraag toch door het waarborgfonds afgewezen, dan komt de aanvrager niet in aanmerking voor gemeentegarantie.

  • 5. Specifiek voor sport geldt dat er kan worden samengewerkt met de Stichting Waarborgfonds Sport (SWS). De SWS biedt slechts een garantie van maximaal 50%. Zonder medewerking van de SWS wordt in beginsel geen garantie verstrekt door de gemeente. Door de gemeente wordt, naast de eigen garantievoorwaarden, aansluiting gezocht bij de garantievoorwaarden van de SWS.

Paragraaf 4, Besluit, borgstelling en verplichtingen

Artikel 6, Het besluit van het college en de borgstelling en de verplichtingen voor de aanvrager

  • 1. Het college maakt het besluit om al dan niet garantie te verstrekken door middel van een brief bekend aan de aanvrager. De voorwaarden waaronder gemeentegarantie zal worden verstrekt worden hierin vermeld. Ter uitvoering van een besluit om garantie te verstrekken wordt een garantieovereenkomst opgesteld tussen de gemeente en de aanvrager.

  • 2. In de brief van het college over het verstrekken van gemeentegarantie alsmede (door verwijzing naar die brief) in de garantieovereenkomst worden in ieder geval voorwaarden opgenomen met betrekking tot:

  • a. maximale hoogte, maximale looptijd en wijze van aflossing van de door een financiële instelling te verstrekken geldlening waarvoor de gemeentegarantie wordt verstrekt;

  • b. onderhoud en verzekering van de onroerende zaak of zaken waarop de garantie betrekking heeft;

  • c. de verkrijging van gemeentelijke toestemming inzake beheers- en beschikkingshandelingen ten aanzien van de zaak of zaken waarop de gemeentegarantie betrekking heeft;

  • d. jaarlijkse verantwoording over het achterliggende exploitatiejaar en overige financiële informatie die het college nodig acht;

  • e. de verplichting van de aanvrager om ten aanzien van de als zekerheid gestelde onroerende zaak of zaken indien mogelijk een recht van hypotheek, of, indien roerende zaken als zekerheid zijn gesteld, een recht van pand te verlenen; de aanvrager draagt de kosten van de vestiging van deze rechten;

  • f. de met de garantieverlening gemoeide kosten, waarbij als uitgangspunt geldt dat alle kosten van derden voor rekening komen van de aanvrager;

  • g. de terugbetaling aan de gemeente, in het geval dat de gemeentegarantie is aangesproken en daartoe betalingen door de gemeente zijn verricht.

  • 3. De gemeentegarantie wordt pas geacht verleend te zijn, indien de aanvrager door ondertekening uitdrukkelijk en zonder voorbehoud met de overeenkomst en de daarin vastgelegde garantieverplichtingen heeft ingestemd. Daarna zal een borgtochtverklaring aan de financiële instelling worden afgegeven waarin deze tevens verplicht wordt om aan de gemeente jaarlijks opgave te doen van het schuldrestant per ultimo van het jaar.

Paragraaf 5, Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 7, Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

Artikel 8, Toepasselijk recht.

Op deze beleidsregels is het Nederlandse recht van toepassing.

Artikel 9, Datum inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na de bekendmaking van het besluit tot vaststelling daarvan in een of meer huis-aan-huisbladen.

Artikel 10, Overgangsrecht

Deze beleidsregels zijn niet van toepassing op gemeentegaranties die zijn verleend en bij borgstelling zijn bekrachtigd voor de datum van de inwerkingtreding van deze beleidsregels.

Artikel 11, Garanties bij participatie van de gemeente

Deze beleidsregels zijn niet van toepassing op gemeentegaranties die zijn of worden verleend voor

geldleningen aan rechtspersonen waarin de gemeente Schiedam participeert.

Artikel 12, Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: ‘Beleidsregels gemeentegarantie Schiedam 2009