Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam houdende regels omtrent mandaat veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Mandaatbesluit Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 2018

• I.

  Vast te stellen het “Mandaatbesluit Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 2018”;

Algemene voorschriften bij gebruik van mandaten

Artikel 1

De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de mandaten die in hoofdstuk 2 worden verleend.

Artikel 2

• 1.

  Onder het mandaat valt het beslissings-, uitvoerings- en ondertekeningsmandaat, tenzij anders is aangegeven.

• 2.

  Voor zover het mandaat ziet op het nemen van beslissingen, heeft het mandaat ook betrekking op de voorbereidingsprocedures en administratieve afhandeling daarvan.

Artikel 3

Een mandataris is tevens bevoegd tot het afdoen, voeren en ondertekenen van algemene correspondentie ter voorbereiding en afwikkeling van gemandateerde bevoegdheden en ter verkrijging dan wel ter uitwisseling van feitelijke routinematige informatie.

Artikel 4

De mandaten mogen slechts worden uitgeoefend voor zover ter zake doende, blijkens de door de raad vastgestelde begroting, voldoende financiële middelen beschikbaar zijn gesteld en deze niet zijn uitgeput.

Artikel 6

Evenals een algemeen mandaat kan een mandaat voor een bepaald geval slechts schriftelijk worden gegeven.

Artikel 7

Een namens het college van burgemeester en wethouders te nemen besluit wordt ter nadere besluitvorming aan het college voorgelegd:

• a.

  indien het voornemen bestaat tot aanvulling of afwijking van het tot dan toe gevoerde beleid;

• b.

  indien er, behoudens zaken met een routinematig karakter, rekening mee moet worden gehouden dat het college van burgemeester en wethouders op zijn verantwoordelijkheid voor het te nemen besluit zal worden aangesproken;

• c.

  indien uit het te nemen besluit financiële gevolgen kunnen voortvloeien die leiden tot overschrijding van de budgettaire kaders;

• d.

  indien de betrokken portefeuillehouder of de burgemeester (in de hoedanigheid van bestuurlijk coördinator) zulks kenbaar heeft gemaakt.

Artikel 8

Behoudens in zaken met een routinematig karakter, waaronder mede wordt verstaan het verstrekken van niet beleidsmatige informatie, geldt het mandaat in beginsel niet ten aanzien van stukken gericht aan:

• -

  een Minister,

• -

  een Staatssecretaris,

• -

  een Commissaris van de Koning,

• -

  Provinciale- en Gedeputeerde Staten, de gemeenteraad van Schiedam,

• -

  overige bestuursorganen,

• -

  gemeentelijke overheden,

• -

  gemeenschappelijke regelingen,

• -

  regio's,

• -

  de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

• -

  de gemeentelijke ombudsman, voor zover het correspondentie betreft inzake formele klachten.

Artikel 10

Een ter uitvoering van het mandaat opgemaakt stuk wordt als volgt ondertekend:

Burgemeester en wethouders van Schiedam

Namens dezen:

(functie)

(handtekening)

(naam)

Artikel 11

Dit besluit kan worden aangehaald als Mandaatbesluit Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 2018.

Aan de algemeen directeur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond mandaat te verlenen tot uitoefening van de volgende bevoegdheden:

2.1 Bouwbesluit 2012

• 2.1.1.

  het beoordelen of een situatieschets en plattegrondtekeningen noodzakelijk zijn om aannemelijk te maken dat het gebruik voldoet aan de bij of krachtens de wet gegeven voorschriften, bedoeld in artikel 1.19, zesde lid, van het Bouwbesluit 2012;

• 2.1.2.

  het toezenden of uitreiken van een bewijs van ontvangst van een gebruiksmelding als bedoeld in artikel 1.20 van het Bouwbesluit 2012;

• 2.1.3.

  het toezenden of uitreiken van de brief voor kennisgeving dat een ingediende melding wel of niet voldoet aan de indieningsvereisten;

• 2.4.4.

  advisering omtrent het opleggen van nadere voorwaarden na een gebruiksmelding als bedoeld in artikel 1.21 van het Bouwbesluit 2012;

• 2.1.5.

  advisering omtrent het wijzigen van nadere voorwaarden, bedoeld in artikel 1.21 op grond van artikel 1.22 van het Bouwbesluit 2012;

Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen

• 2.2.1.

  het toezenden of uitreiken van een bewijs van ontvangst van een gebruiksmelding als bedoeld in artikel 2.4 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen;

• 2.2.2.

  het toezenden of uitreiken van de brief voor kennisgeving dat de ingediende melding wel of niet voldoet aan de indieningsvereisten;

• 2.2.3.

  het opleggen van nadere voorwaarden na een gebruiksmelding als bedoeld in artikel 2.4, derde lid, van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen;

• 2.2.4.

  het wijzigen van nadere voorwaarden, bedoeld in artikel 2.5 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen;

• II.

  Aan de algemeen directeur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond mandaat te verlenen om op grond van artikel 5.10, derde lid Wabo en artikel 61, derde lid Wet veiligheidsregio’s, toezichthouders aan te wijzen als bedoeld in artikel 5.11 Algemene wet bestuursrecht die zullen zijn belast met het toezicht op de naleving van:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens de Wabo en het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, hoofdstukken I tot en met III Woningwet, waaronder het Bouwbesluit 2012;

  • b.

    het bepaalde bij of krachtens artikel 3, derde lid van de Wet veiligheidsregio’s;

    een en ander voor zover het ‘brandveilig gebruik’ betreft.

• III.

  In te trekken het “Mandaatbesluit Veiligheidsregio Rotterdam- Rijnmond 2014” van 28 januari 2014, kenmerk 14UIT01907;

• IV.

  Dat dit besluit in werking treedt op de dag na publicatie.