Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Schiedam houdende regels omtrent participatieraad sociaal domein (Verordening Participatieraad Sociaal Domein gemeente Schiedam 2019)

Geldend van 11-07-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Schiedam houdende regels omtrent participatieraad sociaal domein (Verordening Participatieraad Sociaal Domein gemeente Schiedam 2019)

De raad van de gemeente Schiedam;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 april 2019 met nummer 19VR034;

gelet op artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.1.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 1.10 van de Jeugdwet;

gezien het advies van de raadscommissie;

overwegende dat bewoners, waaronder cliënten, hun vertegenwoordigers en maatschappelijke organisaties worden betrokken bij de beleidsvorming en -uitvoering van de Participatiewet, de Wmo 2015 en de Jeugdwet opdat zij het college gevraagd en ongevraagd advies kunnen geven over vraagstukken in het sociaal domein

besluit

vast te stellen de Verordening Participatieraad Sociaal Domein gemeente Schiedam 2019.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

  • 1. Participatieraad Sociaal Domein: het orgaan dat het gemeentebestuur gevraagd en ongevraagd adviseert over vraagstukken die spelen binnen het sociaal domein door actief verbinding te zoeken met bewoners, cliënten en maatschappelijke organisaties.

  • 2. Vraagstukken in het sociaal domein: beleidsvoornemens, verordeningen, regelingen en de uitvoering en –evaluatie daarvan, met betrekking tot de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015, de Jeugdwet, de Participatiewet, het Passend Onderwijs en hiermee samenhangende onderwerpen.

Artikel 2 Doel

Doelstelling van de Participatieraad Sociaal Domein is het stimuleren van brede en vroegtijdige betrokkenheid van bewoners, waaronder cliënten, hun vertegenwoordigers en maatschappelijke organisaties bij vraagstukken in het sociaal domein.

Artikel 3 Participatieraad Sociaal Domein

  • 1. Er is een Participatieraad Sociaal Domein die, voor zover redelijkerwijs mogelijk, is samengesteld uit twaalf leden, waarvan:

    • a.

      twee personen (hierna te noemen: cliënten) of hun vertegenwoordigers, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet;

    • b.

      twee cliënten of hun vertegenwoordigers als bedoeld in artikel 2.1.3 derde lid 2.10 van de Jeugdwet;

    • c.

      twee cliënten of hun vertegenwoordigers als bedoeld in artikel 2.1.3 derde lid van de Wmo 2015; en

    • d.

      zes bewoners van gemeente Schiedam met kennis van en/of affiniteit met vraagstukken in het sociaal domein.

  • 2. De Participatieraad Sociaal Domein wordt voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter. De Participatieraad Sociaal Domein wijst uit zijn midden één of meerdere vervangend voorzitters aan.

  • 3. De leden en de voorzitter van de Participatieraad Sociaal Domein zijn geen lid van de gemeenteraad, zijn niet in loondienst werkzaam bij de gemeente, bij een door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieder of door de gemeente gesubsidieerde maatschappelijke organisatie, en zijn niet werkzaam als adviseur van de gemeente op de betreffende beleidsterreinen.

  • 4. De Participatieraad Sociaal Domein heeft twee rollen: integrale advisering en cliëntenparticipatie. De eerste rol betreft integrale advisering vanuit een brede maatschappelijke vertegenwoordiging van de Schiedamse samenleving. Het gaat hier om het aan de voorkant beïnvloeden van het besluitvormingsproces. Bij de tweede rol, cliëntenparticipatie, gaat het om het beïnvloeden vanaf zowel de beginfase van beleid en verordeningen, als het geven van feedback op de uitvoering van het beleid en de impact ervan op de gebruikers.

  • 5. De leden en de voorzitter van de Participatieraad Sociaal Domein beschikken over de competenties die nodig zijn om actief verbinding te zoeken met cliënten, betrokken Schiedammers en maatschappelijke organisaties om zo te komen tot een integraal advies, en het voortouw te nemen in de samenwerking met gemeente, bewoners en maatschappelijke organisaties. Het college stelt profielen vast voor de leden en voor de voorzitter.

Artikel 4 Benoeming en ontslag

  • 1. De leden en de voorzitter van de Participatieraad Sociaal Domein worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

  • 2. De leden en de voorzitter worden benoemd voor een termijn van twee jaar. Zij kunnen eenmaal worden herbenoemd voor eenzelfde periode. Alleen bij de eerste benoeming, bij aanvang van de Participatieraad, wordt de helft van de leden benoemd voor een periode van drie jaar, met de mogelijkheid van herbenoeming voor twee jaar.

  • 3. Het college kan een lid of de voorzitter ontslaan indien er verschil van inzicht ontstaat over de taakopvatting, bij het niet langer voldoen aan de gevraagde competenties of het ernstig tekortschieten hierin.

  • 4. Een lid of de voorzitter van de Participatieraad Sociaal Domein kan op ieder gewenst moment ontslag nemen. Leden dienen hun ontslag schriftelijk in bij de voorzitter van de Participatieraad Sociaal Domein, die het college hierover informeert. De voorzitter dient zijn ontslag, eveneens schriftelijk, rechtstreeks in bij het college.

  • 5. Zodra een vacature ontstaat, stelt de voorzitter van de Participatieraad Sociaal Domein het college hiervan in kennis en stelt een commissie in, bestaande uit leden van de Participatieraad Sociaal Domein en een of meer gemeenteambtenaren om zo spoedig mogelijk tot een voordracht voor benoeming te komen.

Artikel 5 Facilitering

  • 1. Het college stelt middelen beschikbaar ter ondersteuning van de Participatieraad Sociaal Domein. Hiertoe:

    • a.

      stelt het college een uitvoeringsbudget beschikbaar voor onder meer deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging en organisatiekosten;

    • b.

      zorgt het college voor een ambtelijk contactpersoon voor de Participatieraad Sociaal Domein, die tevens functioneert als ambtelijk secretaris;

    • c.

      stelt het college gemeenteambtenaren in de gelegenheid om (tijdig) informatie te delen met de Participatieraad Sociaal Domein, overleggen te organiseren en/of bij te wonen en toelichting of uitleg te geven als daar door de Participatieraad Sociaal Domein om wordt verzocht;

    • d.

      voorziet het college de Participatieraad Sociaal Domein van informatie om naar behoren te kunnen functioneren. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen op het gebied van het sociaal domein.

  • 2. De leden van de Participatieraad Sociaal Domein ontvangen per maand een bedrag van 75 euro als onkostenvergoeding. De voorzitter ontvangt een maandelijks onkostenvergoeding van 140 euro.

  • 3. Jaarlijks voor 1 april brengt de Participatieraad Sociaal Domein aan het college verslag uit van de activiteiten en bevindingen van het voorgaande jaar. Daarbij wordt tevens verantwoording afgelegd over de besteding van het beschikbaar gestelde uitvoeringsbudget.

Hoofdstuk 2. Taken en bevoegdheden van het gemeentebestuur en de Participatieraad

Artikel 6. Taken van gemeentebestuur

  • 1. Het college vraagt over vraagstukken in het sociaal domein advies aan de Participatieraad Sociaal Domein op een dusdanig tijdstip dat dit advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

  • 2. Het college organiseert een periodiek overleg, met een minimum van tweemaal per jaar, met de Participatieraad Sociaal Domein. De betrokken wethouder neemt namens het college deel aan de overleggen.

  • 3. De agenda voor dit overleg wordt door het college voorbereid in afstemming met de Participatieraad Sociaal Domein.

Artikel 7. Taken en bevoegdheden van de Participatieraad

  • 1. De Participatieraad Sociaal Domein brengt gevraagd en ongevraagd advies uit over vraagstukken in het sociaal domein en brengt maatschappelijke vraagstukken onder de aandacht van het college.

  • 2. De Participatieraad Sociaal Domein ontwikkelt samen met de ambtelijke organisatie thematische netwerken en participatievormen om eerdergenoemde doelgroepen te betrekken bij hun advisering.

  • 3. De Participatieraad Sociaal Domein beschikt over netwerken van bewoners, waaronder cliënten, hun vertegenwoordigers, maatschappelijke organisaties.

  • 4. In voorkomende gevallen zoekt de Participatieraad Sociaal Domein actief de verbinding met de adviesraden sociaal domein van de gemeenten Vlaardingen en Maassluis, de cliëntenraden van Stroomopwaarts MVS, ROGplus en jeugdzorgaanbieders, en Samenwerkingsverband Schiedam Vlaardingen Maassluis ‘Onderwijs dat past’ om tot een gezamenlijk advies te komen.

  • 5. De Participatieraad Sociaal Domein richt zich niet op individuele klachten, bezwaarschriften, en andere zaken met betrekking tot een individuele persoon.

  • 6. De Participatieraad Sociaal Domein onderschrijft en ondersteunt de visie van de gemeente op het sociaal domein.

Artikel 8 Huishoudelijk reglement

De Participatieraad Sociaal Domein regelt binnen de kaders van deze verordening zijn eigen werkwijze en kan daartoe een huishoudelijk reglement vaststellen. De Participatieraad Sociaal Domein stuurt dit reglement ter kennisneming aan het college.

Artikel 9 Samenwerkingsreglement

Het college stelt in overleg met de Participatieraad Sociaal Domein een samenwerkingsreglement vast, waar in ieder geval een geschillenregeling deel van uitmaakt.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 10 Evaluatie

Jaarlijks evalueren de voorzitter van de Participatieraad Sociaal Domein en het college of de gekozen opzet van de (cliënten)participatie voldoet. De Participatieraad Sociaal Domein brengt verslag uit van deze evaluatie aan het college. Het college informeert de gemeenteraad hierover.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening Cliëntenraad Participatiewet Schiedam 2009 en de Verordening Wet sociale werkvoorziening cliëntenraad Schiedam worden ingetrokken.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2019.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Participatieraad Sociaal Domein gemeente Schiedam 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 mei 2019.

De griffier,

J.W. Scherpenzeel

De voorzitter,

C.H.J. Lamers

Toelichting

Algemeen

Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.1.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 1.10 van de Jeugdwet.

De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de betreffende wetten te maken krijgen. De wetgever draagt daarom de gemeenteraad op om bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Om een goede werking van de cliëntenraad te waarborgen worden de leden van de cliëntenraad ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente.

De betreffende wetsartikelen benoemen een aantal onderwerpen dat in ieder geval in deze verordening(en) moeten zijn geregeld, te weten de wijze waarop deze personen:

  • a.

    vroegtijdig in staat worden gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen;

  • b.

    worden voorzien van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen;

  • c.

    deel kunnen nemen aan periodiek overleg;

  • d.

    onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • e.

    worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

Met deze verordening wordt één Participatieraad Sociaal Domein Schiedam ingesteld voor het hele sociale domein, waaronder ook het Passend Onderwijs.

Sinds de decentralisaties in 2015 is gestart met een integrale benadering van het sociaal domein. In het kader van de transformatie van het sociaal domein, wordt in 2019 één gemeentelijke verordening ontwikkeld voor de Wmo, Jeugdwet en Participatiewet. Hiermee wordt een integrale aanpak, meer samenhang en meer maatwerk beoogd. Aan deze verordening wordt vanaf 2019 gewerkt. Hieraan voorafgaand wordt de (cliënten)participatie voor het sociaal domein gebundeld in één Participatieraad, waarin zowel ingezetenen als cliënten deelnemen.

Artikelsgewijze toelichting

Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier besproken.

Artikel 1 Definities

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 2 Doel

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 3 Participatieraad Sociaal Domein

Dit artikel bepaalt hoe de Participatieraad Sociaal Domein concreet wordt vorm gegeven.

Eerste lid

Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een adviesorgaan samen te stellen dat bestaat uit vertegenwoordigers van de doelgroepen.

Om de actieve betrokkenheid van alle personen goed tot zijn recht te kunnen laten komen, is het van belang dat de Participatieraad Sociaal Domein een afspiegeling is van alle genoemde doelgroepen. Dit voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is. Dit uitgangspunt is in overeenstemming met het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. De doelstelling van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van het volledige genot door alle personen met een handicap van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid en het bevorderen van de eerbiediging van hun inherente waardigheid (zie het Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 2007, nummer 169). Met 2 cliënten (of hun vertegenwoordigers) per wet en 6 bewoners is een evenwichtige samenstelling beoogd.

Tweede lid

Naast de 12 leden wordt een onafhankelijke voorzitter benoemd.

Vijfde lid

Zowel de leden als de voorzitter beschikken over de competenties die nodig zijn om hun vertegenwoordigende rol goed te kunnen vervullen. Er worden door het college profielen vastgesteld voor de leden en de voorzitter. Deze profielen zijn leidend voor de werving en gedurende het functioneren van de leden en de voorzitter.

Artikel 4 Benoeming en ontslag

Bij aanvang van de Participatieraad wordt de helft van de leden voor een periode van drie jaar benoemd om te borgen dat de vervanging van de leden geleidelijk verloopt en kennis en ervaring op de nieuwe leden kan worden overgedragen.

Artikel 5 Facilitering

Om zijn taken effectief te kunnen vervullen is het van belang dat de Participatieraad Sociaal Domein wordt gefaciliteerd. Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de Participatieraad Sociaal Domein, onder andere door een budget ter beschikking te stellen. Het budget is ter vrije besteding; hieruit kunnen onder meer kosten worden betaald die verband houden met deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging en organisatiekosten.

Artikel 6. Taken van gemeentebestuur

In dit artikel is de basis gelegd voor het betrekken van de Participatieraad Sociaal Domein bij vraagstukken in het sociaal domein.

Artikel 7. Taken en bevoegdheden van de Participatieraad

Van de Participatieraad Sociaal Domein wordt een pro-actieve houding verwacht. Onder meer door actief contact te zoeken en te onderhouden met het netwerk van doelgroepen en betrokken maatschappelijke organisaties. Dit om tot representatieve, gedragen adviezen te komen, gevraagd en ongevraagd. Daarbij neemt de Participatieraad Sociaal Domein een constructieve houding aan naar het gemeentebestuur.

Artikel 8 Huishoudelijk reglement

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 9 Samenwerkingsreglement

Het college wordt opgedragen om een reglement vast te stellen in overleg met de Participatieraad Sociaal Domein, waarin de dagelijkse gang van zaken met betrekking tot de samenwerking tussen het college en de Participatieraad worden vastgelegd. Hierin wordt in ieder geval een geschillenregeling opgenomen.

Artikel 10 Evaluatie

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.