Besluit mandaat, volmacht en machtiging havenmeester gemeente Schiedam 2020

Geldend van 13-10-2023 t/m heden

Intitulé

Besluit mandaat, volmacht en machtiging havenmeester gemeente Schiedam 2020

Het college van Burgemeester en Wethouders,

De burgemeester,

ieder voor zover het aan hen toekomende bevoegdheden betreft;

  • -

    gelet op afd. 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 171 tweede lid van de Gemeentewet en de Havenverordening Schiedam 2020;

b e s l u i t :

het Besluit mandaat, volmacht en machtiging havenmeester 2020 vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    mandaat: mandaat voor uitoefening van bestuursrechtelijke bevoegdheden en waar van toepassing daarmee verband houdend.

  • b.

    volmacht: volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen respectievelijk machtiging het verrichten van feitelijke handelingen;

  • c.

    havenmeester: de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij het Havenbedrijf Rotterdam N.V.;

  • d.

    beheersgebied: het gebied van de Voorhaven, Wilhelminahaven en Wiltonhaven in de gemeente Schiedam, een en ander zoals is aangegeven op de bij het Samenwerkingsconvenant nautisch beheer zeehavens Schiedam d.d. 20 december 1999 behorende tekening met kenmerk E.Z. HV-258 d.d. 26 november 1999, alsmede de ligplaatsen in de gemeente Schiedam langs de Nieuwe Maas tussen oeverfrontnummers 400 en 587, en de Rijksvaarwegen.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Dit besluit is van toepassing in het beheersgebied.

Artikel 3 Bevoegdheden havenbeheer

Aan de havenmeester, en bij diens afwezigheid aan zijn plaatsvervanger, wordt mandaat verleend tot:

  • a.

    het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 1.9, 3.1, 3.2, 3.3, 3.5, 3.7, 3.10, 3.11, 3.12, 4.2, 4.3, 4.5, 4.6, 4.7, 4.8, 4.9, 4.10, 4.11, 4.13, 5.1, 8.1, 8.2, 8.3, 8.4, 8.5, 8.6, 8.7, 8.8, 8.9, 11.1.3, 11.2.1, 11.2.3, 11.3.1 en 11.4.2 van Havenverordening Schiedam 2020;

  • b.

    het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5, eerste lid, 6, eerste lid, 7, eerste lid, en 8 van de Scheepvaartverkeerswet;

  • c.

    het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 6, zesde, zevende en negende lid, 6a, eerste lid, tweede lid, eerste volzin, derde, vierde en vijfde lid, en 12a, vijfde lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen;

  • d.

    het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 1, eerste lid, 2, eerste en tweede lid, 3, eerste lid, 4 en 6 van de Wrakkenwet.

Artikel 4 Mandaten gerelateerd aan de uitoefening van de bevoegdheden havenbeheer

Aan de havenmeester, en bij diens afwezigheid aan zijn plaatsvervanger, wordt mandaat verleend tot het uitoefenen van de volgende bevoegdheden voor zover deze verband houden met de in artikel 3 gemandateerde bevoegdheden:

  • a.

    het vaststellen van beleidsregels omtrent de aan hem gemandateerde bevoegdheden, welke bevoegdheid niet kan worden ondergemandateerd;

  • b.

    het schriftelijk ondermandateren, ondervolmachtigen en ondermachtigen van de aan hem gemandateerde, gevolmachtigde en gemachtigde bevoegdheden aan ondergeschikten of aan medewerkers van zijn organisatie, tenzij anders aangegeven;

  • c.

    het indienen van bedenkingen en het naar voren brengen van een zienswijze, welke bevoegdheid niet kan worden ondergemandateerd;

  • d.

    de actieve en passieve openbaarmaking van documenten, bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur, voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot zijn werkterrein;

  • e.

    het uitoefenen van de bevoegdheden en verplichtingen die voortvloeien uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), waar onder die in hoofdstuk III Rechten van betrokkenen;

  • f.

    het uitoefenen van de bevoegdheden inzake de dwangsomregeling, bedoeld in de artikelen 4:17, 4:18 en 4:20 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • g.

    het behandelen van klachten, bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op het uitoefenen van de aan hem gemandateerde bevoegdheden;

  • h.

    het opleggen van een last onder bestuursdwang, bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet of het opleggen van een last onder dwangsom, bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet juncto artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van de handhaving van de aan hem gemandateerde bevoegdheden.

Artikel 5 Overgangs- en slotbepalingen

  • 1. Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging havenmeester 2012 wordt ingetrokken.

  • 2. Dit besluit treedt in werking tegelijk met de Havenverordening Schiedam 2020.

  • 3. Dit Mandaatbesluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging havenmeester gemeente Schiedam 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 5 november 2019.

Het college van burgemeester en wethouders van Schiedam,

burgemeester en wethouders van Schiedam,

de secretaris,

drs. M. A. van den Hende, wnd

de burgemeester,

C.H.J. Lamers

de burgemeester van Schiedam,

C.H.J. Lamers