Regeling vervallen per 31-08-2011

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m 30-08-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2011

Begripsomschrijvingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    opschrift: een openbare aankondiging in letter(s) of symbolen, voor zover niet door middel van tijdschriften of nieuwsbladen gedaan;

  • b.

    reclameobject: een openbare aankondiging zichtbaar vanaf de openbare weg als bedoeld in artikel 227 van de Gemeentewet;

  • c.

    openbare aankondiging: alle tot het publiek gerichte mededelingen welke er op gericht zijn de belangstelling van het publiek te trekken voor hetgeen wordt aangekondigd;

  • d.

    onroerende zaak: een onroerende zaak zoals afgebakend overeenkomstig artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken. Indien verschillende gebruikers gebruikmaken van een onroerende zaak die is afgebakend conform artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken en deze ieder hun eigen openbare aankondigingen voeren, wordt de onroerende zaak opgesplitst in evenzoveel deelobjecten als er verschillende gebruikers zijn en wordt de belasting van elk van deze gebruikers geheven;

  • e.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

  • f.

    tussenpersoon: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en het sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat;

  • g.

    exploitant: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten.

Belastbaar feit

Artikel 2

Onder de naam 'reclamebelasting' wordt een directe belasting geheven ter zake van een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.

Gebiedsomschrijving

Artikel 3

De Verordening Reclamebelasting is van toepassing binnen het gebied van de gemeente Schiedam dat begrensd wordt door de volgende straten:

Appelmarkt, Boterstraat, Broersveld, Broersvest, Dam, Korte Dam, Gerrit Verboonstraat, Oranjestraat, Grote Markt, Hoogstraat, Koemarkt, Korte Haven, Lange Haven, Korte Singelstraat, Land van Belofte, Lange Kerkstraat, Korte Kerkstraat, Stadserf, Rotterdamsedijk huisnummers 397 t/m 447 en 234 t/m 272.

Belastingplicht

Artikel 4

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie de openbare aankondiging wordt aangetroffen.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van een openbare aankondiging, die met vermelding van de naam van een tussenpersoon is gedaan in verband met de verhuur of de verkoop van roerende en onroerende zaken, geheven van die tussenpersoon.

  • 3. In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt de reclamebelasting ter zake van een openbare aankondiging die is aangebracht, in stand gehouden of verwijderd door tussenkomst van een exploitant, zoals bedoeld in artikel 1 van deze verordening, geheven van die exploitant.

Maatstaf van heffing en belastingtarief

Artikel 5

De reclamebelasting wordt geheven naar een vast bedrag van € 360,- voor één of meer openbare aankondigingen die worden aangetroffen per roerende of onroerende zaak of deelobject daarvan, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Belastingjaar

Artikel 6

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Het ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang

Artikel 7

  • 1. De reclamebelasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor de reclamebelasting in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor de reclamebelasting in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen het gebied dat aan de reclamebelasting onderhevig is, verhuist en aldaar een ander eigendom in gebruik neemt.

Wijze van heffing

Artikel 8

De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Vrijstellingen

Artikel 9

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:

  • a.

    waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden onderscheidenlijk een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;

  • b.

    die als algemene bewegwijzering, waarmee een algemeen belang wordt gediend, kunnen worden aangemerkt;

  • c.

    die dienen als naambord en waarvan de afmeting kleiner is dan 21 x 42 cm;

  • d.

    die door de gemeente of in opdracht van de gemeente zijn geplaatst, aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van een publiekrechtelijke taak;

  • e.

    die door (semi)overheden of culturele, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht en betrekking hebben op activiteiten die een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;

  • f.

    op zuilen, borden, muren of andere constructies, aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan;

  • g.

    aangebracht op een voertuig, tenzij die kennelijk is bestemd voor het voeren van reclame;

  • h.

    voorzien van opschriften aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

  • i.

    bij onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningsbijeenkomsten van levensbeschouwelijke aard;

  • j.

    bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of te verhuren zaak.

Betalingstermijn

Artikel 10

  • 1. De aanslag dient te worden betaald in één termijn, welke vervalt drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Kwijtschelding

Artikel 11

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Artikel 12

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.

Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 13

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2011.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening reclamebelasting 2011”.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam in zijn openbare vergadering van 4 november 2010

de griffier,

J.Gordijn

de voorzitter,

W.M. Verver-Aartsen