Beleidsregels voor ontheffingen van de geslotenverklaring voor motorvoertuigen en bromfietsen op Schiermonnikoog

Geldend van 04-02-2004 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels voor ontheffingen van de geslotenverklaring voor motorvoertuigen en bromfietsen op Schiermonnikoog

Beleidsregels voor ontheffingen van de geslotenverklaring voor motorvoertuigen en bromfietsen op Schiermonnikoog

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Schiermonnikoog,

Overwegende dat,

  • 1.

    Op grond van artikel 149 WVW en van artikel 87 van het RVV 1990 ontheffing kan worden verleend van het verbod de wegen op Schiermonnikoog te berijden met motorvoertuigen en bromfietsen (besluit van burgemeester en wethouders van Schiermonnikoog d.d. 19 augustus 1992).

  • 2.

    op grond van het besluit ‘delegatie bestuursbevoegdheden medebewindwetgeving’ d.d. 29 april 2003 de burgemeester en wethouders de bevoegdheid hebben om ontheffingen van de geslotenverklaring voor motorvoertuigen te verlenen en dat burgemeester en wethouders daarbij beleidsregels kunnen vaststellen;

  • 3.

    Op grond van artikel 4.3.1.5 van de Algemene Plaatselijke Verordening burgemeester en wethouders de bevoegdheid hebben ontheffingen te verlenen voor het verbod om zich met een voertuig buiten de verharde wegen te bevinden;

  • 4.

    het college alleen een ontheffing van het rijverbod verleent, wanneer het voertuig in redelijkheid onmisbaar is voor het vervoer, dat met behulp van dat voertuig uitgevoerd wordt.

Besluiten vast te stellen de navolgende:

Beleidsregels voor ontheffingen van de geslotenverklaring voor motorvoertuigen en bromfietsen op Schiermonnikoog

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Een eilander ontheffing rijverbod is een ontheffing van de geslotenverklaring voor motorvoertuigen van inwoners en bedrijven die zijn gevestigd in de gemeente Schiermonnikoog;

  • 2. Een tijdelijke ontheffing rijverbod is een ontheffing van de geslotenverklaring voor motorvoertuigen voor personen en bedrijven die jaarlijks minder dan 10 dagen een motorvoertuig op het eiland nodig hebben.

  • 3. Een jaar ontheffing rijverbod is een ontheffing van de geslotenverklaring voor motorvoertuigen van bedrijven die niet in de gemeente Schiermonnikoog zijn gevestigd en die meer dan 10 afzonderlijke dagen een auto op het eiland nodig hebben.

  • 4. Een bijzondere, tijdelijke ontheffing rijverbod is een ontheffing van de geslotenverklaring voor mensen vanwege hun handicap afhankelijk zijn van een motorvoertuig

  • 5. Een strandvergunning is een ontheffing van het verbod om zich met een voertuig buiten de verharde paden te bevinden;

Artikel 2 Algemene ontheffing geslotenverklaring

Motorvoertuigen die herkenbaar zijn als politievoertuig, brandweervoertuig, ambulancevoertuig of lijkauto hebben ontheffing van de geslotenverklaring voor motorvoertuigen.

Artikel 3 het verlenen van een eilanderontheffing rijverbod

  • 1. Inwoners van Schiermonnikoog hebben voor brommers recht op een eilanderontheffing rijverbod

  • 2. Inwoners van Schiermonnikoog hebben per adres voor maximaal één motorvoertuig recht op een eilanderontheffing rijverbod.

  • 3. Het adres moet door aanvrager en zijn / haar gezinsleden permanent bewoond worden, blijkend uit de registratie in de gemeentelijke basisadministratie.

  • 4. Aanvrager is in het bezit van een voor het voertuig geldig rijbewijs.

  • 5. Bedrijven, gevestigd op Schiermonnikoog, hebben voor bedrijfsvoertuigen recht op een ontheffing van de geslotenverklaring voor motorvoertuigen.

  • 6. Bij het afhalen van een eilanderontheffing wordt een eventueel eerder afgegeven eilanderontheffing ingeleverd.

Artikel 4 het gebruik van een eilanderontheffing rijverbod

  • 1. Alleen ontheffinghouder en zijn / haar gezinsleden die staan ingeschreven op hetzelfde adres mogen op het eiland Schiermonnikoog het motorvoertuig besturen, waarvoor de eilanderontheffing is afgegeven;

  • 2. Een bedrijfsvoertuig mag naast de ontheffinghouder ook bestuurd worden door werknemers van het bedrijf;

  • 3. Een bedrijfsvoertuig mag alleen worden gebruikt, wanneer dit nodig is voor werkzaamheden, die het betreffende bedrijf op Schiermonnikoog moet verrichten.

Artikel 5 het verlenen van een tijdelijke ontheffing rijverbod

  • 1. Tijdelijke ontheffing wordt verleend, indien dit strekt tot behartiging van redelijke belangen op Schiermonnikoog, waarbij het motorvoertuig onmisbaar is.

  • 2. Tijdelijke ontheffing wordt onder andere verleend als het gaat om de volgende genoemde zaken;

    • a.

      ingerichte servicewagens, noodzakelijk voor werkzaamheden op het eiland;

    • b.

      vrachtauto’s voor (bouw)materialen, die moeten worden afgeleverd op het eiland;

    • c.

      vracht- of bestelauto’s ten behoeve van verhuizingen;

    • d.

      noodzakelijk vertegenwoordigersbezoek, mits er grote hoeveelheden goederen moeten worden vervoerd.

    • e.

      motorvoertuigen noodzakelijk voor radio-, t.v.- en filmopnamen;

    • f.

      motorvoertuigen van inwoners van de gemeente Schiermonnikoog;

    • g.

      motorvoertuigen noodzakelijk voor het vervoer van paardentrailers naar de commerciële manege;

    • h.

      auto’s noodzakelijk voor het vervoer van paarden die het eigendom zijn van inwoners van Schiermonnikoog;

  • 3. Tijdelijke ontheffingen rijverbod worden niet verleend voor auto’s, alleen te gebruiken voor het vervoer van aanhangwagens

Artikel 6 Het gebruik van een tijdelijke ontheffing rijverbod

  • 1. de tijdelijke ontheffing rijverbod is alleen geldig voor de route die is aangegeven op de tijdelijke ontheffing;

  • 2. Een tijdelijke ontheffing is alleen geldig voor de dagen die op de ontheffing zijn aangegeven;

  • 3. Een tijdelijke ontheffing is alleen geldig voor de tijdstippen die op de ontheffing zijn aangegeven.

Artikel 7 Het verlenen van een jaarontheffing rijverbod

  • 1. Een jaarontheffing rijverbod wordt afgegeven als ontheffing voor meer dan 10 afzonderlijke dagen wordt aangevraagd.

  • 2. Voor het afgeven van een jaarontheffing zijn de beleidsregels in artikel 5 van toepassing.

  • 3. Een jaarontheffing is geldig met ingang van 1 december voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de ontheffing betrekking heeft.

  • 4. Een jaarontheffing eindigt op 1 februari volgend op het kalenderjaar waarop de ontheffing betrekking heeft.

Artikel 8 Het gebruik van een jaarontheffing rijverbod

Voor het gebruik van een jaarontheffing zijn de beleidsregels in artikel 6 van toepassing.

Artikel 9 Het verlenen van een bijzondere, tijdelijke ontheffing rijverbod

  • 1. een bijzondere, tijdelijke ontheffing rijverbod wordt verleend, als bij de aanvraag een (kopie van) een gehandicaptenparkeerkaart of een verklaring van een arts overlegt;

  • 2. Een bijzondere, tijdelijke ontheffing rijverbod wordt voor maximaal 30 dagen afgegeven.

Artikel 10 Het gebruik van een bijzondere, tijdelijke ontheffing rijverbod

  • 1. het motorvoertuig, waarvoor een bijzondere, tijdelijke ontheffing rijverbod is afgegeven, mag alleen op Schiermonnikoog worden gebruikt wanneer de betreffende gehandicapte persoon in het voertuig aanwezig is.

  • 2. De bijzondere, tijdelijke ontheffing is geen parkeerontheffing.

Artikel 11 Het verlenen van een strandvergunning

  • 1. een strandvergunning wordt verleend, als ontheffinghouders van een eilander ontheffing rijverbod deze aanvragen.

  • 2. Een strandvergunning is geldig met ingang van 1 december voorafgaand aan het jaar waarop de ontheffing betrekking heeft.

  • 3. Een strandvergunning eindigt op 1 februari volgend op het jaar waarop de ontheffing betrekking heeft.

Artikel 12 Het gebruik van een strandvergunning

  • 1. Een strandvergunning is geldig voor het Noordzeestrand tussen paal 1 en de oostpunt van het eiland;

  • 2. In de periode van 1 mei tot 15 september wordt slechts op het strand gereden tussen 20.00 uur en 07.00 uur.

  • 3. In de periode van 15 april tot 15 september mag op het hele strand gereden worden over een strook vanaf de waterlijn tot 100 meter richting duinen.

  • 4. In de periode van 15 september tot 1 mei mag op het hele strand gereden worden tot aan de duinvoet, de voet van de stuifdijk en tot aan de denkbeeldige lijn in het verlengde van de stuifdijk tot aan de Balg. Deze lijn mag niet richting wad en kwelder worden overschreden.

  • 5. Voor het bereiken van het strand wordt alleen gebruik gemaakt van de duinovergangen aan het eind van de Badweg en het eind van de Prins Bernhardweg.

  • 6. Er wordt niet gereden op met vegetatie begroeide gedeelten van het strand.

  • 7. Door het rijden worden de zich op het strand bevindende personen en dieren niet in gevaar gebracht, opgeschrikt of gehinderd. Er wordt voldaan aan de bepalingen van of krachtens de Wegenverkeerswetgeving.

  • 8. Het rijden op het strand draagt niet het karakter van racen of crossen, waaronder in dit verband wordt verstaan het wedijveren in snelheid en/of behendigheid.

Artikel 13 het aanvragen van ontheffingen

  • 1. Een aanvraag voor een ontheffing wordt minimaal 5 werkdagen voorafgaand aan de dag waarop de ontheffing ingaat ingediend.

  • 2. Indien een aanvraag voor een ontheffing wordt ingediend minder dan 5 werkdagen voor het tijdstip waarop de aanvrager de ontheffing nodig heeft, kunnen burgemeester en wethouders de aanvraag buiten behandeling laten, indien zij van mening zijn dat de aard van de gevraagde ontheffing zodanig is dat voor een verantwoorde beoordeling van de aanvraag onvoldoende tijd aanwezig is.

  • 3. Voor de aanvraag van een ontheffing worden de in bijlage 2 vastgestelde modellen gebruikt.

Artikel 14 maximale gewichten en maten voor motorvoertuigen

Ontheffing wordt alleen verleend als voertuigen voldoen aan de volgende afmetingen en gewichten.

  • 1.

    de wieldruk van een voertuig is maximaal 5.000 kg;

  • 2.

    de asdruk van een voertuig is maximaal 10.000 kg;

  • 3.

    het totaal gewicht van een voertuig is maximaal 25.000 kg;

  • 4.

    binnen de bebouwde kom heeft een voertuig een maximale lengte van 12 meter;

  • 5.

    binnen de bebouwde kom heeft een samenstel van voertuigen een maximale lengte van 16 meter;

  • 6.

    binnen de bebouwde kom zijn geen vrachtwagentrekkers met opleggers toegestaan.

  • 7.

    lid 5 en lid 6 zijn niet van toepassing als een ondeelbare lading moet worden vervoerd;

  • 8.

    lid 3 en lid 6 zijn niet van toepassing voor voertuigen voor melktransport en voertuigen voor betontransport. Voor deze voertuigen geldt een maximum gewicht van 35.000 kg indien deze voertuigen maximaal 1 onbestuurbare as hebben.

  • 9.

    Jaarlijks krijgen maximaal 30 voertuigen voor betontransport boven de 25.000 kg ontheffing.

Artikel 15 Algemene bepalingen

  • 1. de ontheffing is voertuiggebonden;

  • 2. ontheffing moet zichtbaar aanwezig zijn achter de voorruit van het voertuig. Indien dit niet mogelijk is, draagt de bestuurder de ontheffing bij zich.

Artikel 16 Leges

voor het afgeven van een ontheffingen zijn leges verschuldigd. De leges worden jaarlijks vastgesteld en opgenomen in de bij de Legesverordening behorende tarieventabel van de gemeente Schiermonnikoog.

Artikel 17 Intrekking of wijziging van de ontheffing rijverbod

De ontheffing rijverbod wordt ingetrokken of gewijzigd:

  • 1.

    Indien een ontheffinghouder dit verzoekt;

  • 2.

    Als ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvoldoende gegevens zijn ingediend;

  • 3.

    Wanneer er zich een wijziging voordoet in één van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de ontheffing;

  • 4.

    wanneer de ontheffinghouder handelt in strijd met de aan de ontheffing verbonden voorschriften;

  • 5.

    om redenen van openbaar belang.

Artikel 18 Afwijkingsbevoegdheid

Conform artikel 4:84 van de Awb handelen burgemeester en weghouders overeenkomstig deze beleidsregels, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

Artikel 19 Citeertitel

Deze regels worden aangehaald als: "Beleidsregels voor ontheffingen van de geslotenverklaring voor motorvoertuigen en bromfietsen op Schiermonnikoog”.

Artikel 20 Overgangsbepaling en inwerkingtreding

  • 1.

    Eerder afgegeven ontheffingen vervallen drie maanden na inwerkingtreding van deze beleidsregels.

  • 2.

    Als ontheffingen geldig zijn op de dag dat deze beleidsregels in werking treden, zullen nieuwe ontheffingen voor dezelfde periode kosteloos worden verstrekt.

  • 3.

    Conform artikel 3:42 van de Awb wordt de zakelijke inhoud van deze beleidsregels gepubliceerd in de Nieuwe Dockumer Courant.

  • 4.

    De “Beleidsregels voor ontheffingen van de geslotenverklaring voor motorvoertuigen en bromfietsen op Schiermonnikoog" treden in werking op de dag na publicatie in de Nieuwe Dockumer Courant.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders op 27 januari 2004.
burgemeester en wethouders van Schiermonnikoog voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,
S.Dijs mr H. Sybesma

Bijlage 1 MODELLEN ONTHEFFINGEN

x

Bijlage 2 AANVRAAGFORMULIER ONTHEFFINGEN RIJVERBOD

x

Bijlage 3 ADMINISTRATIEVE PROCEDURE ONTHEFFINGEN RIJVERBOD

Verzoek om informatie / aanvraagformulier

stel vast om welk van de vijf soorten ontheffingen het gaat

voer een eerste controle uit ten aanzien van de noodzakelijkheid van de ontheffing (elke aanvraag die voorkomen kan worden scheelt tijd).

verstrek het correcte aanvraagformulier

Beoordeling ingekomen aanvraagformulier.

Is alle noodzakelijke informatie om de aanvraag te beoordelen aanwezig

Toets de aanvraag aan de criteria in de beleidsregels voor ontheffing van de geslotenverklaring voor motorvoertuigen en bromfietsen op Schiermonnikoog.

Bij twijfel de beleidsmedewerker verkeer en vervoer second opinion laten uitvoeren

Bestaat dan nog twijfel, dan de portefeuillehouder verkeer en vervoer third opinion laten uitvoeren

Ontheffing afwijzen

De aanvrager krijgt schriftelijk een met redenen omklede brief. Brief afsluiten met standaardbepalingen beroep en bezwaar / voorlopige voorziening.

Ontheffing toekennen

Bij het toekennen van een ontheffing is de procedure afhankelijk van het soort ontheffing. Alle toegekende ontheffingen worden vastgelegd in het registratiesysteem ontheffingen.

Eilander ontheffing

Bij een eilander ontheffing wordt de ontheffingsbrief met de acceptgiro verzonden. In de brief wordt aangegeven:

  • 1.

    dat het bij de brief horende ontheffingspasje afgehaald dient te worden bij het gemeentehuis en zichtbaar achter de voorruit moet worden geplakt (behalve als het om een motor of een brommer gaat). Op het pasje wordt met zwarte, watervaste marker het laatste cijfer van het jaartal, gevolgd door een schuine streep, gevolgd door het volgnummer van de ontheffing genoteerd (J/XXXX). Bovendien wordt het kenteken op het ontheffingspasje genoteerd. Het ontheffingspasje wordt met het stempel van de burgemeester gewaarmerkt.

  • 2.

    dat eventuele eerder verstrekte ontheffingen ingeleverd moeten worden.

 

Tijdelijke ontheffing

Bij een tijdelijke ontheffing behoort geen pasje. Op de ontheffingsbrief wordt aangegeven dat het gaat om een tijdelijke ontheffing. Het nummer van de ontheffing wordt aangegeven. Eventuele beperkende voorwaarden (route, tijdstippen, data) worden in de ontheffingsbrief aangegeven. In de brief wordt ook aangegeven dat (een kopie van) de ontheffing zo mogelijk zichtbaar in het voertuig aanwezig dienen te zijn.

 

Jaarontheffing

Op de ontheffingsbrief wordt aangegeven dat het gaat om een jaarontheffing. Eventuele beperkende voorwaarden (route, tijdstippen, data) worden in de ontheffingsbrief aangegeven.

Bij een jaar ontheffing behoort een pasje. Het pasje wordt meegestuurd met de brief. Ontheffinghouders hoeven het pasje dus niet af te halen bij het gemeentehuis. Op het pasje wordt het kenteken genoteerd met zwarte, watervaste marker. Bovendien wordt het laatste cijfer van het jaartal genoteerd, waarvoor de ontheffing geldig is, gevolgd door een schuine streep en het volgnummer van de ontheffing (J/XXXX). Het ontheffingspasje wordt met het stempel van de burgemeester gewaarmerkt.

 

Tijdelijke bijzondere ontheffing

In de ontheffingsbrief wordt aangegeven dat het gaat om een tijdelijke bijzondere ontheffing. Bovendien wordt aangegeven voor welke periode de ontheffing geldig is.Bij de bijzondere ontheffing behoort een pasje. Het pasje wordt meegestuurd met de brief. Ontheffingshouders hoeven het pasje dus niet af te halen bij het gemeentehuis. Op het pasje wordt het kenteken genoteerd met zwarte, watervaste marker. Bovendien wordt de periode waarvoor de bijzondere ontheffing geldig is op het pasje genoteerd. Het ontheffingspasje wordt met het stempel van de burgemeester gewaarmerkt.

 

Strandvergunning

Een strandvergunning wordt door middel van een standaardbrief, waarin alle voorwaarden zijn opgenomen verstrekt. Bij een strand hoort een pasje. Op het pasje worden het kenteken genoteerd met zwarte watervaste marker. Bovendien wordt het laatste cijfer van het jaartal genoteerd, waarvoor de vergunning geldig is, gevolgd door een schuine streep en het volgnummer van de vergunning (J/XXXX). In de brief wordt aangegeven dat de strandvergunning vóór de eilander ontheffing kan worden geschoven in het daarvoor bestemde hoesje achter de voorruit. Het ontheffingspasje wordt met het stempel van de burgemeester gewaarmerkt.

 

Registratiesysteem ontheffingen

Alle ontheffingen en de strandvergunningen worden vastgelegd in het registratiesysteem ontheffingen. Met dit systeem kan de controle van de ontheffingen door gemeente en politie worden uitgevoerd. Bovendien kan met dit systeem het aantal ontheffingen naar periode en soort worden uitgedraaid, om meer inzicht te krijgen in de mobiliteit op het eiland.

 

Informatievoorziening aan de politie ten behoeve van handhaving

Met de politie is de afspraak gemaakt dat elke werkdag een uitdraai van de tot en met de volgende werkdag geldige tijdelijke ontheffingen wordt gemaakt. Voor het weekeind betekent deze regel dus dat voor drie dagen een uitdraai wordt gemaakt. Deze lijst is gesorteerd op volgnummer van afgifte, zodat de politie meteen kan zien welke nieuwe ontheffingen voor die dat zijn ingegaan.

 Behandelingstermijn ontheffingen geslotenverklaring

Het uitgangspunt is dat de aanvrager (een kopie van) de ontheffing bij zich moet hebben als hij of zij met het motorvoertuig of de brommer op het eiland komt. Er zijn dan een aantal scenario’s:

  • 1.

    Als de aanvrager minimaal 5 werkdagen van te voren aanvraagt, weet hij of zij zeker dat de beslissing op die aanvraag op tijd per post aankomt.

  • 2.

    Als een aanvrager minder dan 5 werkdagen een aanvraag doet, maakt de behandelende ambtenaar een inschatting of de ontheffing tijdig kan worden verleend.

  • 3.

    Als tijdige afgifte geen probleem is, omdat de aanvrager bijvoorbeeld heeft aangeboden om de ontheffing af te halen, of omdat er gefaxt kan worden, wordt de ontheffing afgegeven. Indien noodzakelijk wordt hierover nog met de aanvrager overlegd. Bij de verstrekking van de ontheffing wordt de aanvrager gevraagd om zoveel mogelijk rekening te houden met de termijn van 5 dagen. Dit wordt in de begeleidende tekst van de ontheffing gezet.

  • 4.

    Als de behandelend ambtenaar twijfelt of de ontheffing tijdig in het bezit van de aanvrager is, wordt het probleem aan de aanvrager voorgelegd. Er wordt dan gekeken naar mogelijke oplossingen, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan het uitgangspunt. Duidelijk is dat dan vooral de aanvrager aan zet is om oplossingen te verzinnen voor zijn of haar probleem. Maar duidelijk is ook dat wij –vooral als de aanvraag het gevolg is van een onvoorziene gebeurtenis– constructief meedenken over mogelijke oplossingen.

 Ontheffingen voor vrachtwagens

Bij aanvragen voor vrachtwagens langer dan 12 meter, of zwaarder dan 25.000 kg wordt de beleidsmedewerker verkeer en vervoer of de portefeuillehouder verkeer en vervoer altijd geconsulteerd.

 Ontheffingen buiten de kantooruren van het gemeentehuis

De medewerkers van de politie hebben beschikking over een aantal ondertekende ontheffingen. Deze ontheffingen kunnen in spoedgevallen worden verleend. Een kopie van deze ontheffing wordt naar de gemeente verzonden. De gemeente verwerkt deze ontheffingen verder in het systeem.

  

TOELICHTING OP DE BELEIDSREGELS VOOR ONTHEFFINGEN VAN DE GESLOTENVERKLARING VOOR MOTORVOERTUIGEN EN BROMFIETSEN OP SCHIERMONNIKOOG

1. Inleiding

Sinds de in gebruikname van de veersteiger in 1968 is het verboden om met motorvoertuigen het eiland te berijden. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van dit verbod. Op 28 april 1983 zijn door burgemeester en wethouders voor het eerst richtlijnen autoontheffingenbeleid vastgesteld. In de loop van de jaren zijn deze richtlijnen op onderdelen gewijzigd.

In 2001 is een totaaloverzicht gegeven van het vigerende ontheffingsbeleid in de notitie Beleid ontheffingen rijverbod. Deze notitie is op 15 mei 2001 door de gemeenteraad vastgesteld.

In de ‘Beleidsregels voor ontheffingen van het rijverbod voor motorvoertuigen op Schiermonnikoog” wordt het beleid zoals dat is weergegeven in de notitie “Beleids ontheffingen rijverbod” vertaald in duidelijke richtlijnen.

Nieuw element in de voorliggende beleidsregels is de verplichting om de ontheffingen aan te plakken achter de voorruit van de motorvoertuigen. Hiertoe zijn vier categorieën van ontheffingen benoemd: eilanderontheffingen, tijdelijke ontheffingen, jaarontheffingen en tijdelijke bijzondere ontheffingen. Hierdoor wordt het eenvoudiger om de beleidsregels ook daadwerkelijk te handhaven.

Naast de ontheffingen op grond van de Wegenverkeerswet worden in deze beleidsregels ook de zogenaamde strandvergunningen geregeld. (artikel 4.3.1 APV).

2. Inspraakprocedure

De beleidsregels zijn tot stand gekomen in overleg met de politie. Bij de totstandkoming van de beleidsregels is een inspraakprocedure gevolgd, waarbij ook de commissie Verkeer en Vervoer en de gemeenteraad zijn geconsulteerd. Alleen de commissie Verkeer en Vervoer en de gemeenteraad hebben een zienswijze ingediend.

Zienswijze commissie Verkeer en Vervoer

De commissie constateert dat een tiental eilanders naast een auto ook een motor op het eiland hebben. Ook heeft een aantal eilanders een kampeerauto, of een klassieke auto. Voor deze voertuigen kan in het huidige beleid geen ontheffing worden gegeven, tenzij de ontheffing van de auto wordt ingetrokken. De commissie adviseert burgemeester en wethouders om het beleid zodanig te versoepelen dat naast de eilander ontheffing voor motoren, kampeerauto’s en klassieke auto’s een ontheffing kan worden afgegeven, voor het vervoer van de stalling op het eiland naar de boot.

Zienswijze gemeenteraad Schiermonnikoog

De gemeenteraad van Schiermonnikoog heeft het advies van de commissie Verkeer en Vervoer onderschreven. De gemeenteraad heeft burgemeester en wethouders daarom gevraagd om ontheffingen voor kampeerauto’s e.d. mogelijk te maken.

Burgemeester en wethouders hebben het advies om een (beperkte) ontheffing voor kampeerauto’s e.d. mogelijk te maken over genomen. Het beleid is zodanig verruimd dat inwoners van Schiermonnikoog in aanvulling op hun eilanderontheffing rijverbod een tijdelijke ontheffing rijverbod kunnen krijgen voor een ander motorvoertuig (artikel 5, lid 2f). In het verleden was dit niet mogelijk

3. Juridisch kader

De geslotenverklaring op Schiermonnikoog is gebaseerd op Artikel 2, lid 2b van de Wegenverkeerswet. In dit artikel is aangegeven dat krachtens de Wegenverkeerswet vastgestelde regels kunnen strekken tot het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden. In artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 is geregeld dat de gemeenteraad verkeersbesluiten kan nemen. De gemeenteraad heeft het nemen van verkeersbesluiten d.d. 29 april 2003 gedelegeerd aan burgemeester en wethouders.

Op 12 augustus 1992 hebben burgemeester en wethouders de wegen, voor zover in beheer bij de gemeente, gesloten verklaard voor alle motorvoertuigen en bromfietsen met uitzondering van invalidenvoertuigen met in werking zijnde motor. Tegen dit besluit is beroep aangetekend bij de Kroon. Dit beroep is op 12 oktober 1996 ongegrond verklaard.

Op grond van artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 87 van het reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 kan de gemeenteraad ontheffing verlenen van de geslotenverklaring voor motorvoertuigen en bromfietsen. Het verlenen van ontheffingen ex artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994 is bij besluit van de gemeenteraad d.d. 29 april 2003 gedelegeerd aan burgemeester en wethouders. Conform artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kunnen burgemeester en wethouders daarbij beleidsregels vaststellen.

De beleidsregels voor het afgeven van ontheffingen van het rijverbod zijn daarmee het sluitstuk van het juridische kader rond de geslotenverklaring voor motorvoertuigen en bromfietsen.

4. Handhaving

Met het toezicht en opsporing is de politie belast (artikel 159 Wegenverkeerswet 1994, artikel 141, 142 van het Wetboek Strafvordering).

5. Artikelgewijze toelichting

Artikel 1

In artikel 1 worden de vier verschillende vormen van ontheffing en de strandvergunning benoemd.

Artikel 2

In artikel 2 wordt geregeld dat voertuigen van politie, brandweer, ambulancediensten en lijkauto’s geen ontheffing nodig hebben.

Artikel 3

In artikel 3 is aangegeven dat maximaal één eilander ontheffing per adres verstrekt wordt. De voorwaarde om een kenteken op naam te tonen is vervallen. Niet in alle gevallen staat een auto namelijk op naam van de gebruiker / houder van de auto. Dat is bijvoorbeeld het geval bij lease-auto’s, huurauto’s en vervangende auto’s.

Voor zover inwoners een ontheffing voor een auto hebben, wordt deze ontheffing door burgemeester en wethouders eerst ingetrokken, alvorens een ontheffing voor een andere auto kan worden verstrekt.

Er is geen beperking verbonden aan het aantal ontheffingen voor bromfietsen.

Een eilander ontheffing dient persoonlijk door de aanvrager afgehaald te worden van het gemeentehuis. Daarbij dienen eerder afgegeven eilander ontheffingen te worden ingeleverd en een rijbewijs getoond te kunnen worden.

Artikel 4

Strekking van dit artikel is dat de auto alleen door huisgenoten / gezinsleden gebruikt mag worden die ingeschreven staan op hetzelfde adres. Bedrijfsmotorvoertuigen mogen alleen gebruikt worden door werknemers van het bedrijf.

Artikel 5

Hoofdregel bij het beoordelen van de aanvraag is dat er sprake moet zijn van redelijke belangen. Bij die beoordeling wordt gekeken of geschikte alternatieven beschikbaar zijn, zoals openbaar vervoer, taxibedrijven en vervoersbedrijven.

Voor een aantal categorieën voertuigen wordt standaard ontheffing verleend, als aannemelijk is gemaakt dat het voertuig noodzakelijk is op het eiland. Deze voertuigen zijn in lid 2 genoemd.

Algemene regel is dat voor auto’s die alleen gebruikt worden voor het vervoer van aanhangers geen ontheffing verleend wordt. Op het eiland is een alternatief in de aanwezige taxibedrijven, die de aanhangers kunnen vervoeren naar de plaats van bestemming. Een uitzondering zijn de paardentrailers. Reden voor deze uitzondering is dat Wagenborg als eis stelt dat deze trailers op de veerboot aan een motorvoertuig gekoppeld moeten zijn.

Artikel 6

In artikel 6 is aangegeven dat voorschriften aan de tijdelijke ontheffing gekoppeld kunnen zijn. De ontheffinghouder dient deze voorschriften op te volgen.

Artikel 7

Een aantal bedrijven aan de ‘vaste wal’ heeft een regelmatige dienst op Schiermonnikoog. Te denken valt bijvoorbeeld aan transportbedrijven. Voor zover deze bedrijven vaker dan 10 werkdagen op het eiland komen, kunnen deze bedrijven een jaarontheffing aanvragen. Een jaarontheffing is geldig voor een kalenderjaar met een marge van twee maanden om een nieuwe ontheffing aan te vragen.

Artikel 8

Aan een jaarontheffing kunnen evenals aan een tijdelijke ontheffing voorwaarden worden gekoppeld.

Artikel 10

Met het oog op de invoering van een parkeerverbod op Schiermonnikoog is in dit artikel geregeld dat de bijzondere tijdelijke ontheffing rijverbod niet als parkeerontheffing geldt. Hiervoor kan de gehandicapte de Gehandicaptenparkeerkaart gebruiken.

Artikel 11

Strandvergunningen worden alleen verleend aan inwoners van Schiermonnikoog. Deze inwoners moeten dan logischerwijs in het bezit zijn van een eilander ontheffing rijverbod. Een strandontheffing is evenals een jaarontheffing geldig voor een kalenderjaar.

Artikel 13

Normale procedure is dat de aanvraag moet zijn ingediend 5 werkdagen voordat de ontheffing ingaat. Het komt regelmatig voor dat een aanvraag later wordt ingediend. Hiervoor zijn een aantal redenen

1. er is sprake van een onvoorziene gebeurtenis, zoals een storing;

2. aanvrager is niet op de hoogte van de voorwaarde om een aanvraag minimaal 5 werkdagen van tevoren in te dienen;

3. aanvrager heeft er niet aan gedacht om tijdig een aanvraag in te dienen.

Het is mogelijk om een aanvraag sneller te behandelen dan de standaard termijn van 5 dagen, vooral als het gaat om onvoorziene gebeurtenissen. Bij de aanvraag wordt meteen aangegeven door burgemeester en wethouders of snellere behandeling mogelijk is.

Artikel 14

De maximale gewichten en maten van vrachtwagens waren geregeld in “de verordening op de afgifte van ontheffingen van het rijverbod op Schiermonnikoog”, laatstelijk gewijzigd op 19 december 1995. Deze verordening regelt in hoofdzaak de delegatie van de bevoegdheid om ontheffingen te verlenen. In deze verordening delegeert de gemeenteraad deze bevoegdheid aan het college. In het kader van de dualisering is op 29 april 2003 een nieuw delegatiebesluit genomen (met dezelfde strekking), waarmee het eerder genomen delegatiebesluit in de genoemde verordening ongeldig is geworden.

Aangezien de gewichten en maten meer het karakter hebben van beleidsregels, is er voor gekozen om dit aspect vanaf nu in deze beleidsregels vast te leggen. Daarmee is “de verordening op de afgifte van ontheffingen van het rijverbod op Schiermonnikoog” geheel overbodig geworden.

Artikel 15

In artikel 15 is aangegeven dat een ontheffing niet uitwisselbaar is. Voor elk kenteken moet een aparte ontheffing worden afgegeven, waarvoor opnieuw leges verschuldigd zijn.

Bovendien is in artikel 15 geregeld dat een ontheffing zichtbaar moet worden aangebracht achter de voorruit van het motorvoertuig. De eilanderontheffing, de jaarontheffing, de bijzondere tijdelijke ontheffing en de strandvergunning dienen in een daartoe bestemd hoesje van de voorruit te worden geplakt (alleen in de rechterbovenhoek, de rechterbenedenhoek of middenboven). De tijdelijke ontheffing dient zichtbaar op het dashboard achter de voorruit te worden gelegd. De strandvergunning kan in het hoesje vóór de eilanderontheffing te worden geschoven.