Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2018

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017;

gelet op het bepaalde in artikel 224 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2018.

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoelt in artikel 1.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf van:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting wordt berekend over de omzet die door de belastingplichtige wordt verkregen uit de vergoeding die ter zake van het verblijf met overnachten in rekening wordt gebracht, de toeristenbelasting daaronder niet begrepen.

  • 2.

    Indien de belastingplichtige ondernemer is in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 wordt als omzet aangemerkt het bedrag dat wegens logies aan de heffing van omzetbelasting onderworpen is.

Artikel 5 Tarief

Het tarief bedraagt 3,0% van de in artikel 4 genoemde maatstaf

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belastingen worden bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.
    • a.

      Bij niet-automatische incasso:in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn één maand later;

    • b.

      Bij automatische incasso:in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste 4 en maximaal 10 bedraagt.

  • 2.

    ln afwijking van het bepaalde in het eerste lid onder b geldt dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op het aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,-. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 9 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 12 Overgangsbepaling

De “Verordening toeristenbelasting gemeente Schinnen 2017” van 19 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening toeristenbelasting gemeente Schinnen 2018”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2017.

de Griffier

W.A.J.M. Huisinga

de Voorzitter

L.J.P.M. Frissen