Regeling vervallen per 29-06-2012

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiele organisatie van de gemeente Schouwen-Duiveland

Geldend van 01-01-2007 t/m 28-06-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2007

Intitulé

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiele organisatie van de gemeente Schouwen-Duiveland

De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 december 2006;

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;

besluit :

vast te stellen de verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Schouwen-Duiveland (Financiële verordening gemeente Schouwen-Duiveland 2007).

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie voor het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Schouwen-Duiveland voor de verantwoording die daarover wordt afgelegd;

  • b.

    administratieve organisatie: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging voor de verantwoordelijke leiding;

  • c.

    financieel beheer: het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van de rechten van de gemeente;

  • d.

    rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten voorzover deze collegebesluiten betrekking hebben op een noodzakelijke uitwerking van Europese-, rijks-, provinciale of door de gemeenteraad vastgestelde regelgeving;

  • e.

    doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen;

  • f.

    doeltreffendheid: de mate waarin de gewenste prestaties en de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald;

  • g.

    weerstandsvermogen: het vermogen van de gemeente om financiële risico’s op te kunnen vangen;

  • h.

    weerstandscapaciteit: de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote lasten te dekken.

Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

Artikel 2. Programma-indeling, inrichting begroting en jaarstukken

  • 1. De raad stelt een programma-indeling vast en onderhoudt deze indeling.

  • 2. De raad stelt op voorstel van het college per programma waar mogelijk relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de beoogde maatschappelijke effecten, de uitvoering van het gemeentelijk beleid en de gemeentelijke productie van goederen en diensten.

  • 3. Bij iedere begroting en jaarstukken wordt inzicht gegeven in de toedeling van producten aan de programma’s.

Artikel 3. Kaders begroting en jaarstukken

  • 1. Het college stelt de uitgangspunten van bestaand beleid uiterlijk 15 april van het lopende jaar vast voor het volgende begrotingsjaar en de drie daarop volgende jaren.

  • 2. Deze uitgangspunten worden door het college ter kennisneming aan de raad aangeboden.

  • 3. Het college biedt voor 1 juni van het lopende jaar een kadernota ter vaststelling aan de raad aan. Deze kadernota gaat in op speerpunten in de programma’s en algemene dekkingsmiddelen, en op de financiële kaders van de ontwerp-begroting, voor het volgende begrotingsjaar en de drie daaropvolgende jaren.

  • 4. De raad stelt de kadernota uiterlijk 1 juli van het lopende jaar vast.

  • 5. In de jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van de programma’s. Hierbij wordt ook informatie verstrekt over de realisatie van investeringen en de besteding van daarvoor beschikbaar gestelde kredieten.

Artikel 4. Autorisatie begroting en begrotingswijzigingen

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de programmabegroting de totale lasten en baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen voor het volgende begrotingsjaar en de daarop volgende drie jaren, inclusief de in het investeringsprogramma opgenomen investeringskredieten.

  • 2. Voor lasten, baten en investeringskredieten die niet in de programma’s of bij de algemene dekkingsmiddelen zijn opgenomen, legt het college een afzonderlijk voorstel ter autorisatie aan de raad voor.

  • 3. In afwijking van lid 2 geldt dat autorisatie door de raad plaatsvindt via het raadsvoorstel begrotingswijziging voor:

    • a.

      investeringskredieten tot € 50.000;

    • b.

      eenmalige lasten en baten tot € 25.000;

    • c.

      structurele lasten en baten, niet zijnde kapitaallasten, tot € 10.000 per jaar.

  • 4. In afwijking van lid 3 geldt voor mutaties voor de post onvoorzien dat het college bevoegd is besluiten te nemen over begrotingswijzigingen voor eenmalige mutaties tot € 10.000. De raad autoriseert deze achteraf via het raadsvoorstel begrotingswijziging.

Artikel 5. Tussentijdse programmarapportage

  • 1. Het college informeert de raad via minimaal één tussentijdse programmarapportage in het lopende jaar over de afwijkingen in de realisatie van de begroting.

  • 2. De inrichting van de programmarapportage sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 3. De programmarapportage gaat per programma in op afwijkingen van het voorgenomen beleid.

  • 4. De programmarapportage wordt uiterlijk 1 juni van het lopende jaar aan de raad ter vaststelling aangeboden.

  • 5. De raad stelt de programmarapportage uiterlijk 1 juli van het lopende jaar vast.

Hoofdstuk 3. Financieel beleid

Artikel 6. Waardering & afschrijving vaste activa

Uitvoering van beleid voor activering, waardering en afschrijving van activa gebeurt conform de criteria en richtlijnen zoals genoemd in de nota afschrijvings- en waarderingsbeleid.

Artikel 7. Reserves en voorzieningen

  • 1. Het college biedt jaarlijks gelijktijdig met de jaarrekening een actueel overzicht van reserves en voorzieningen aan.

  • 2. Dit overzicht is onderdeel van de programmarekening en behandelt per reserve en voorziening het doel en de vorming, de besteding en de mate van toereikendheid.

  • 3. Uitvoering van beleid voor reserves en voorzieningen gebeurt conform de criteria en richtlijnen zoals opgenomen in de nota reserves en voorzieningen.

Artikel 8. Lokale heffingen en kostprijsberekening

  • 1. Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor aanpassing van de tarieven voor gemeentelijke belastingen en heffingen.

  • 2. Voor het bepalen van de kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 3. Bij de directe en indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 4. Het college zorgt voor kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten.

Artikel 9. Financieringsfunctie

  • 1. Het college zorgt bij het uitoefenen van de financieringsfunctie voor:

    • a.

      het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;

    • b.

      het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kedietrisico’s;

    • c.

      het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op uitzettingen;

    • d.

      het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 2. Verstrekken van leningen en garanties en het aangaan van financiële participaties anders dan genoemd in het tweede lid worden uitsluitend gedaan uit hoofde van de publieke taak. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.

  • 3. Het college stelt regels op ter uitvoering van het gestelde onder het eerste tot en met derde lid en legt deze regels en de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening vast in een treasurystatuut. Het college zendt het treasurystatuut ter kennisgeving aan de raad.

Hoofdstuk 4. Financieel beheer en interne controle

Artikel 10. Administratie

De opzet en inrichting van de administratie is zodanig dat zij dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van onder andere activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, en schulden;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren voor de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 11. Interne controle

Het college zorgt voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de financiële beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 12. Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college draagt zorg voor en legt de regels vast voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Hoofdstuk 5. Financiële organisatie

Artikel 13. Financiële organisatie

Het college zorgt voor en legt vast:

    • a.

      een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

    • b.

      een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

    • c.

      de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

    • d.

      de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie.

Artikel 14. Aanbesteding en inkoop

Het college draagt zorg voor en legt de interne regels vast voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten.

Artikel 15. Subsidieverstrekking en steunverlening

Het college draagt zorg voor en legt de interne regels vast voor de toekenning van steunverlening aan ondernemingen en subsidies.

Artikel 16. Hardheidsclausule

  • 1. De raad kan geconstateerde onrechtmatige uitvoeringsaspecten bij financiële beheershandelingen uit de eigen verordeningen en beleidsregels die geen directe of indirecte gevolgen hebben voor wetgeving van hogerhand, na afloop van het begrotingsjaar alsnog rechtmatig vaststellen.

  • 2. De raad verklaart deze financiële beheershandelingen rechtmatig uiterlijk in de raadsvergadering waarin de jaarrekening over het desbetreffende jaar wordt vastgesteld.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 17. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2007 in werking onder gelijktijdige intrekking van de ‘Financiële verordening gemeente Schouwen-Duiveland’, vastgesteld op 27 november 2003, laatst gewijzigd op 26 januari 2006.

  • 2. Deze verordening is van toepassing op het begrotingsjaar 2007 en latere begrotingsjaren.

Artikel 18. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald onder de naam ‘Financiële verordening gemeente Schouwen-Duiveland 2007’.

Ondertekening

Vastgesteld door de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland in zijn openbare vergadering van 25 januari 2007.
de griffier, de voorzitter,
Deze verordening wordt uiterlijk op 2 februari 2007 toegezonden aan het college van gedeputeerde staten van de provincie Zeeland ter voldoening aan artikel 214 van de Gemeentewet.