Regeling vervallen per 01-02-2021

Nadere regels maatschappelijke ondersteuninggemeente Schouwen-Duiveland 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-01-2021

Intitulé

Nadere regels maatschappelijke ondersteuninggemeente Schouwen-Duiveland 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland;

gelet op de artikelen 11, 12, 13, 14, 16, 17 en 21 van de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

besluit vast te stellen de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Schouwen-Duiveland 2015.

Hoofdstuk 1 Prijspeil en eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen of pgb

Artikel 1. Prijspeil maatwerkvoorzieningen en pgb

  • 1. Het prijspeil wordt enerzijds bepaald door gemeentelijke afspraken over de toe te passen indexering, bijvoorbeeld voor de vergoedingen voor vervoer en de verhuiskostenvergoeding. Anderzijds zijn afspraken in de contracten met de leveranciers leidend zoals bij de hulp bij het huishouden en begeleiding. De genoemde bedragen kunnen dan ook jaarlijks worden aangepast.

  • 2. De tarieven voor voorzieningen in het kader van de tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen worden jaarlijks geïndexeerd op basis van het prijsindexcijfer van het CBS.

Artikel 2. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb’s

De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.8 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.

Hoofdstuk 2 Persoonsgebonden budget (pgb)

Artikel 3. Hoogte pgb

De hoogte van het pgb kan jaarlijks worden aangepast.

Artikel 4. Hoogte pgb voor maatwerkvoorziening

  • 1. De hoogte van het pgb wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de maatwerkvoorziening die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de maatwerkvoorziening in natura zou zijn verstrekt.

  • 2. De kosten voor een pgb mogen maximaal 75% bedragen van de kosten van de voorziening in natura omdat er geen overheadkosten zijn van een aanbieder.

  • 3. Wanneer het maximumbedrag niet toereikend is voor de in te kopen ondersteuning en deze ondersteuning niet inzetbaar is vanuit een voorziening in natura, kan het college afwijken van de in de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Schouwen-Duiveland 2015 vastgelegde maximumtarieven.

  • 4. Begeleiding en hulp bij het huishouden in natura worden verstrekt op basis van een resultaatvolgend budget. De maximumtarieven zijn hier dan ook op gebaseerd.

  • 5. De hoogte van een pgb voor dienstverlening is opgebouwd uit verschillende kostencomponenten, zoals salaris, vervanging tijdens vakantie, verzekeringen en reiskosten. Het bedrag is toereikend om het beoogd resultaat te bereiken.

  • 6. Indien van toepassing dient het pgb te worden aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering. Deze aanvullende vergoeding kan niet hoger zijn dan wat onderhoud en verzekering zouden kosten indien de maatwerkoplossing/voorziening in natura zou zijn geleverd.

  • 7. Als er meerkosten zijn, kunnen cliënten zelf bijbetalen wanneer het tarief van de door hen gewenste aanbieder duurder is dan het bepaalde maximumbedrag. Het college zal het pgb weigeren voor dat gedeelte dat de hoogte van het maximumbedrag te boven gaat.

  • 8. De gemeente keert een “bruto” pgb uit aan het SVB, hierop is geen eigen bijdrage in mindering gebracht. De klant ontvangt een factuur van de eigen bijdrage van het CAK.

  • 9. Indien de maatwerkoplossing een tweedehands voorziening betreft wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Indien de kosten van de activiteiten om het resultaat te behalen minder is dan de gemiddelde maatwerkvoorziening in natura wordt de werkelijke kostprijs als pgb vastgesteld.

Artikel 5. Maximum tarieven Pgb per 01-01-2015

Soort Pgb

Op basis van ZIN per zorgperiode

Per zorgperiode

Per jaar

Tarieven

100%

75%

HH-pgb (Huishoudelijke Hulp pgb)

€ 142,93

€ 107,20

€ 1.393,60

HZ-pgb (Huishoudelijke Zorg pgb)

€ 414,39

€ 310,79

€ 4.040,27

BT-pgb (Begeleiding thuis pgb)

€ 591,83

€ 443,88

€ 5.770,44

BT-speciaal-pgb (Begeleiding thuis speciaal)

€ 610,35

€ 457,76

€ 5.950,88

BG-pgb (Begeleiding gericht op participatie/dagbesteding)

€ 555,41

€ 416,56

€ 5.415,28

BG-speciaal-pgb (Begeleidig gericht op gespecialiseerde dagbesteding)

€ 1.004,28

€ 753,21

€ 9.791,73

Kort durend verblijf

n.n.t.b.

Vervoer

€ 71,93

€ 53,95

Vervoer 2 (rolstoel)

€ 166

€ 124,50

Hulpmiddelen nieuw

Max. 100% ZIN

Hulpmiddelen gebruikt

Afhankelijk van de waarde van de voorziening op dat moment, afschrijftermijn hierop toepassen zoals bij natura.

Hoofdstuk 3 Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen

Artikel 6. Woningaanpassingen

  • 1. Het persoonsgebonden budget voor woningaanpassingen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte.

  • 2. Bij verkoop van een woning die op grond van de Wmo is aangepast dient de cliënt de aangetoonde meerwaarde van de verbouwing terug te betalen. De meerwaarde wordt bepaald door een taxatie van de woning uit te voeren voor en na verbouwing. Deze taxatie wordt uitgevoerd door een door het Zorgloket aangewezen makelaar. Bij terugbetaling wordt de volgende afschrijvingstermijn gehanteerd:

    • a.

      Bij verkoop van de woning binnen een jaar na verbouwing moet 100% van de meerwaarde worden terug betaald;

    • b.

      Bij verkoop van de woning tussen het tweede en twintigste jaar na verbouwing: voor elk jaar 5% van de meerwaarde;

    • c.

      In alle gevallen minus het bedrag dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gekomen.

  • 3. Terugvordering van een persoonsgebonden budget voor een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening vindt slechts plaats indien de kosten van de woningaanpassing ten minste € 12.000 heeft bedragen.

Artikel 7. Verhuiskosten en herinrichtingskosten

  • 1. Verhuiskosten en herinrichtingskosten worden uitsluitend in de vorm van een persoonsgebonden budget verstrekt.

  • 2. Het persoonsgebonden budget voor verhuiskosten en herinrichtingskosten bedraagt maximaal € 2.763,75.

Artikel 8. Bezoekbaar maken

Het maximumbedrag dat wordt verstrekt bij het bezoekbaar maken van een woning voor een cliënt die in een instelling verblijft en die de indicatie voor langdurig verblijf heeft verzilverd bedraagt maximaal

€ 2.763,75.

Artikel 9. Bedragen vervoersvoorzieningen

  • 1. Auto aanpassingen worden uitsluitend in de vorm van een persoonsgebonden budget verstrekt. De kosten komen alleen in aanmerking voor vergoeding indien de aanpassing c.q. reparatie van de aanpassing, gelet op de nog te verwachten levensduur van de auto, verantwoord is.

  • 2. Overige vervoersvoorzieningen worden in de vorm van zorg in natura verstrekt. Indien maatwerk niet mogelijk is op basis van zorg in natura, dan wordt een persoonsgebonden budget verstrekt. De bedragen voor een vervoersvoorziening zijn:

    • a.

      Autokostenvergoeding bedraagt jaarlijks maximaal € 1.158,14

    • b.

      Taxikostenvergoeding bedraagt jaarlijks maximaal € 1.158,14

    • c.

      Rolstoeltaxikostenvergoeding bedraagt jaarlijks maximaal € 1.737,21

  • 3. Voor de collectieve vervoersvoorziening is bepaald dat:

    • a.

      de ondersteuningsvrager een betaling verschuldigd is voor het vervoer met het collectief vervoer, waarbij het tarief gebaseerd is op het reizigerstarief van het openbaar vervoer.

    • b.

      de betaling van de ondersteuningsaanvrager door de vervoerder in ontvangst wordt genomen, in naam en voor rekening van de gemeente die het vervoer aanbiedt.

    • c.

      kinderen tot vier jaar mogen gratis mee;

    • d.

      er mag een reiziger voor begeleiding van de aanvrager meereizen tegen dezelfde tarief als van toepassing is voor de aanvrager;

    • e.

      indien sprake is van het meereizen van een medische begeleider, op grond van een daartoe verstrekte indicatie, wordt geen tarief aan de begeleider in rekening gebracht.

    • f.

      Het reizen met de collectieve vervoersvoorziening voor het gereduceerd tarief is beperkt tot 2.000 kilometer per jaar.

    • g.

      Als de kilometergrens is overschreden kan de belanghebbende tegen het kostendekkend tarief gebruik blijven maken van het collectief vervoerssysteem.

  • 4. Voor vervoer naar de dagbesteding geldt geen maximale vergoeding. Deze kosten worden na aftrek van een eigen bijdrage van maximaal € 70,- per maand tot de werkelijk gemaakte kosten vergoed. Dit geldt zowel bij een voorziening op basis van een persoonsgebonden budget als bij een collectieve vervoersvoorziening.

Artikel 10. Sportvoorzieningen

  • 1. Sportvoorzieningen worden uitsluitend in de vorm van een persoonsgebonden budget verstrekt.

  • 2. De hoogte van een persoonsgebonden budget voor een sportvoorziening bedraagt maximaal € 2842,71, welke is bedoeld als tegemoetkoming in aanschaf, onderhoud en reparatie voor een periode van drie jaar.

Hoofdstuk 4 Overige bepalingen

Artikel 11. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning

1.De gemeente gaat alleen overeenkomsten aan met dienstverleners die kunnen voldoen aan de vastgestelde kwaliteits- en vakbekwaamheidseisen.

2.De gemeente voorziet in een procedure en werkwijze op basis waarvan een kwaliteitstoetsing kan plaats vinden.

Artikel 12. Meldingsregeling calamiteiten en geweld

Voor de gemeente is een protocol ‘agressie en geweld’ van kracht. Dit protocol is onderdeel van het beleid agressie en geweld voor medewerkers met publiekscontacten. Incidenten met agressie en geweld gericht tegen medewerkers van de gemeente worden bij de leidinggevende gemeld. De leidinggevende van de medewerker bewaakt de naleving van het protocol en draagt zorg voor de nodige veiligheidsmaatregelen en preventie om agressie en geweld tegen medewerkers te voorkomen.

Artikel 13. Waardering mantelzorgers

(Gereserveerd)

Artikel 14. Inspraak en medezeggenschap

  • 1. De gemeente betrekt cliënten- en patiëntenorganisaties bij de uitvoering van het beleid maatschappelijke ondersteuning. Deze organisaties zijn representatief voor wat betreft de doelgroepen voor mensen van alle leeftijden met alle ziektebeelden en alle chronische aandoeningen of beperkingen.

  • 2. Voor de verschillende aspecten vanuit maatschappelijke ondersteuning betrekt de gemeente ook andere organisaties zoals dorpsraden, kerkgemeenschappen, jeugd- en jongerenwerk en (sport)verenigingen.

  • 3. In de Wmo-adviesraad is een representatieve verdeling van de verschillende aandachtsgebieden vanuit maatschappelijke ondersteuning aanwezig.

Artikel 15. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen van deze nadere regels maatschappelijke ondersteuning. Dit afwijken kan alleen meer ten gunste en nooit ten nadele van de cliënt. Het gebruik maken van de hardheidsclausule moet nadrukkelijk worden beschouwd als een uitzondering. Bij de beoordeling van de aanvraag zou het college zelf aanleiding kunnen zien om de hardheidsclausule toe te passen. In het algemeen geldt dat de cliënt gemotiveerd moet aangeven dat zijn situatie bijzonder is en dat voor het overige ook nader moeten onderbouwen.

Artikel 16. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015 onder gelijktijdige intrekking van het Besluit Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Schouwen-Duiveland 2013.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Schouwen-Duiveland 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland in de vergadering van 9 december 2014
de burgemeester, de secretaris,
G.C.G.M. Rabelink M.K. van den Heuvel