Uitvoeringsregels ondersteuning mantelzorgers gemeente Schouwen-Duiveland 2017-2020

Geldend van 30-09-2017 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsregels ondersteuning mantelzorgers gemeente Schouwen-Duiveland 2017-2020

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland;

overwegende dat:

als gevolg van nieuw beleid Mantelzorgondersteuning alsmede voortdurende ontwikkelingen in het Sociaal Domein, het wenselijk is om nadere uitvoeringsregels op te stellen ten aanzien van de uitvoering van de mantelzorgondersteuning als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

gelet op:

- dat in de Wmo 2015, artikelen 2.1.2, 2.2.2, 2.2.3, 2.3.1 en 2.3.2, is vastgelegd dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de ondersteuning van mantelzorgers bij hun mantelzorgtaken aan zorgvragers, door het inzetten van algemene voorzieningen dan wel maatwerkvoorzieningen;

- dat mantelzorg vrijwillig, niet afdwingbaar is, maar wel wenselijk in het kader van het zo lang mogelijk zelfstandig kunnen meedoen in de samenleving en dat hulp van naasten (mantelzorg) daar als vanzelfsprekend uit voortvloeit (wederkerigheid);

- dat door de decentralisaties op mantelzorgers en op hun netwerk een groter beroep wordt gedaan;

- het belang van een evenwichtige benadering van mantelzorgondersteuning, waarbij de aandacht

- voor de draagkracht en draaglast van mantelzorgers vanzelfsprekend is;

- dat vroegsignalering en preventie belangrijk is voor het welbevinden van de mantelzorger, waardoor zorgvrager en mantelzorger al dan niet met informele of formele hulp zoveel mogelijk zelfredzaam zijn en kunnen participeren in de samenleving;

- het feit dat mantelzorg divers is en de ondersteuningsbehoeften van mantelzorgers net zo divers zijn;

- het belang van integrale netwerkbenadering en ketensamenwerking ter ondersteuning van mantelzorgers door (zorg)professionals, intermediairs en maatschappelijke partijen;

- dat de gemeente Schouwen-Duiveland, als mantelzorgvriendelijke gemeente, ook aandacht heeft voor mantelzorgers in de eigen ambtelijke organisatie en hen ondersteuning biedt bij het verlichten van de mantelzorgtaken;

besluit vast te stellen:

Uitvoeringsregels ondersteuning mantelzorgers gemeente Schouwen-Duiveland 2017-2020

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Alle begrippen in deze uitvoeringsregels, die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wmo 2015, de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015, het beleidsplan WMO, Jeugdwet en Participatiewet, bijhorende beleidsregels Maatschappelijke Ondersteuning Schouwen-Duiveland 2017 en beleidsplan Mantelzorgondersteuning 2017-2020.

In deze uitvoeringsregels wordt verstaan onder:

a. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland.

b. Mantelzorg: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep. Mantelzorg overstijgt in tijd en/of intensiteit het niveau van gebruikelijke hulp aan een persoon waarmee een sociale relatie bestaat.  

c. Zorgvrager: een natuurlijk persoon die onbetaald zorg krijgt van een mantelzorger.

d. Mantelzorger: een natuurlijk persoon die langdurig, intensief, op vrijwillige basis, onbetaald en niet in organisatieverband mantelzorg verleent aan een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende persoon uit hun omgeving. Dit kan een partner, ouder of kind zijn, maar ook een ander familielid, buur, vriend of kennis.

e. Jonge-/ jongvolwassen mantelzorgers: kinderen en jongeren tot 24 jaar die opgroeien met een langdurig en chronisch ziek gezinslid. Dit kan een ouder, broer of zus zijn. Er kan sprake zijn van een lichamelijke ziekte of beperking, een psychische/psychiatrische aandoening, verslavingsproblematiek, of van een verstandelijke beperking. Meestal gaat het om thuiswonende kinderen/jongeren die samenwonen met het zieke gezinslid, waarbij de daadwerkelijke zorgtaken, bijvoorbeeld het verrichten van zwaar huishoudelijk hulp en/of persoonlijke verzorging en –begeleiding, en de daarbij horende verantwoordelijkheden, de gebruikelijke bijdrage conform de ontwikkelingsfase van kinderen/jongeren in het gezin overstijgen (definitie Mezzo en Expertisecentrum Mantelzorg ).

f. Verschillende typen mantelzorgers: Er zijn verschillende typen mantelzorgers, die te maken hebben met specifieke situaties en problemen. Ze zijn te onderscheiden op basis van kenmerken van mantelzorgers zelf en op basis van kenmerken van de naasten die ze verzorgen.

g. Algemene voorziening: aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is en dat is gericht op het versterken van zelfredzaamheid en participatie, of op opvang.

h. Maatwerkvoorzieningen: op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen:

- ten behoeve van zelfredzaamheid, daaronder begrepen kortdurend verblijf in een instelling ter ontlasting van de mantelzorger, het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen;

- ten behoeve van participatie, daaronder begrepen het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen en andere maatregelen.

i. Respijtzorg/vervangende zorg: tijdelijke overname van zorgtaken van een mantelzorger door bijvoorbeeld een professional, (zorg)vrijwilliger of VPTZ-Thuis bij terminale zorgvragers.

j. Informele zorg: zorg en/of hulp die onbetaald en niet beroepshalve wordt verleend door een naaste (mantelzorger) en/of (zorg) vrijwilliger.

k. Formele zorg: zorg en/of hulp die door professionals beroepsmatig wordt verleend aan zorgvragers/cliënten.

Hoofdstuk 2 Mantelzorgondersteuning: 4 V’s

Artikel 2 Vinden: het bereiken van mantelzorgers

1. Bij het informeren, betrekken of ondersteunen van mantelzorgers, is het vinden en bereiken van mantelzorgers, die voor een naaste zorgen, een voorwaarde om hen te kunnen versterken, verlichten en verbinden.

2. Mantelzorgers zien zichzelf niet als mantelzorgers. Mantelzorgers worden daarom actief benaderd. Dit gebeurt in samenwerking met lokale partners op het gebied van wonen, zorg, onderwijs en welzijn.

3. Hierbij is afstemming, samenwerking, kennis- en informatieoverdracht bij het vinden, bereiken en herkennen van mantelzorgers en het eventueel inzetten van mantelzorgondersteuning op maat door netwerkpartners nodig.

4. Steunpunt Mantelzorg faciliteert netwerkpartners, zodat mantelzorgondersteuning dichtbij huis, de zorg, het onderwijs en het dagelijks leven plaats vind: langs het zorg- en leefpad van zorgvragers en mantelzorgers, passend bij de behoeften en mogelijkheden van de verschillende mantelzorgers.

5. Professionals en intermediairs die mantelzorgers op hun zorgpad tegenkomen herkennen deze als zijnde mantelzorgers en weten deze mantelzorgers indien nodig ‘warm’ door te verwijzen naar de gewenste organisatie. Ook als het gaat om mantelzorgers, wiens zorgvrager geen cliëntrelatie met de eigen organisatie heeft.

6. Jonge mantelzorgers hebben (h)erkenning en ondersteuning nodig om gezond op te groeien. Jonge mantelzorgers worden ondersteund, zodat zij gezond en veilig kunnen opgroeien, hun talenten kunnen ontwikkelen, waardoor zij minder kans hebben op het ontwikkelen van opgroei- en opvoedproblemen, en in de toekomst minder kans op het ontwikkelen van psychosociale problemen.

7. Door ook het sociale netwerk te betrekken bij het zorgproces, ontstaat er bij de jonge mantelzorger meer veerkracht en wordt mogelijke overbelasting voorkomen. Het sociale netwerk, zoals familie en vrienden, weten hoe zij jonge mantelzorgers kunnen ondersteunen en zijn zich bewust dat zij hier een rol in kunnen spelen.

8. Het college stimuleert daarom het onderwijs, zorgcoördinatoren, intern begeleiders van scholen, zorg- en welzijnsinstellingen jeugdgezondheidzorg ( GGD, Jeugdarts en het CJG ) en organisaties voor mantelzorgondersteuning om samen te werken rond jonge mantelzorgers, zodat er een optimaal ondersteuningsstructuur met professionals ontstaat rondom jonge mantelzorgers in combinatie met zijn/haar sociale netwerk.

Artikel 3 Versterken: het versterken van de rechts- en regiepositie van mantelzorgers

1. De eigen regie, positie en keuzevrijheid van mantelzorgers zijn opgenomen in het beleid Mantelzorgondersteuning, in de vastgestelde beleidsregels Maatschappelijke Ondersteuning Schouwen-Duiveland 2017 en in het gemeentelijk subsidiebeleid.

2. Mantelzorgers en lokale (belangen)organisaties voor mantelzorgers hebben inspraak in het gemeentelijk beleid Mantelzorgondersteuning en worden in een vroegtijdig stadium bij de ontwikkeling en uitvoering van Wmo-beleid betrokken.

3. Mantelzorgers kunnen worden aangemeld en/of zichzelf aanmelden voor de jaarlijkse gemeentelijke mantelzorgwaardering.

4. Mantelzorger(s) en hun zorgvragers kunnen gebruik maken van onafhankelijke Cliëntondersteuning van SMWO.

5. Het college werkt er naar toe dat in het jaarlijkse Wmo cliëntervaringsonderzoek ook standaard vragen worden opgenomen naar de behoefte en aanbod van mantelzorgondersteuning.

Artikel 4 Verlichten: het organiseren van mantelzorgondersteuning, zodat mantelzorgers de mantelzorgtaken kunnen (blijven) uitvoeren

1. Aanvraag van mantelzorgondersteuning kan via verschillende (gemeentelijke) loketten, dan wel van zorgvrager/mantelzorger zelf en/of netwerkpartners bij de gemeente binnenkomen.

2. De consulent brengt bij een ondersteuningsvraag van een zorgvrager of mantelzorger, in een (keukentafel)gesprek met de zorgvrager én mantelzorger(s) de huidige situatie, de mogelijkheden en het sociale netwerk van de zorgvrager in beeld. De consulent maakt bij het onderzoek gebruik van het drie kolommenmodel. Naast het toetsen van draagkracht en draaglast van mantelzorgers, vraagt de consulent ook, indien kinderen/jongeren aanwezig, naar de belasting van kinderen/jongeren in het gezin.

3. Tijdens één of meerdere gesprekken kijkt de consulent samen met de zorgvrager en mantelzorger(s) welke hulp uit het sociale netwerk voorhanden is om te komen tot mogelijke verbetering van zelfredzaamheid en/of participatie, dan wel het tijdelijk ontlasten van (jonge) mantelzorger (s).

4. De consulent stelt tijdens het gesprek expliciet het welbevinden van de mantelzorger(s) aan de orde. In het gesprek wordt niet alleen besproken wat de mantelzorger kan bijdragen aan de zorg, maar worden ook de mogelijkheden en grenzen aan de belastbaarheid van mantelzorger(s) als ook de ondersteuningsbehoefte en hun sociale netwerk meegenomen. Ondersteuning op maat is hierbij leidend. Indien wenselijk kan de consulent een aparte afspraak maken met de mantelzorger(s) zonder de zorgvrager.

5. De consulent zet in overleg met mantelzorger (s), mantelzorgondersteuning adequaat, vroegtijdig en op maat in ter preventie van mogelijke overbelasting van de mantelzorger(s).

6. De consulent sluit bij het gesprek aan bij de belevingswereld van zowel de zorgvrager als mantelzorger(s) en houdt rekening met de verschillende rollen van mantelzorgers.

7. De consulent heeft oog voor diversiteit onder mantelzorgers: iedereen is anders en heeft andere behoefte aan mantelzorgondersteuning.

8. De consulent onderzoekt, indien hulp uit het sociale netwerk minimaal is, naar inzet van mantelzorgondersteuning vanuit de voorliggende voorzieningen. Indien de voorliggende voorzieningen onvoldoende en/of niet past bij de behoefte van mantelzorgers, dan kan er maatwerkvoorziening ingezet worden.

9. De consulent stimuleert mantelzorgers na te denken wanneer bijvoorbeeld (zorg)vrijwilligers en/of anderen vanuit het netwerk in te zetten zijn en wanneer professionals nodig zijn.

10. De consulent weet welke mantelzorgondersteuning op maat en naar behoefte mogelijk is voor mantelzorgers in de gemeente Schouwen-Duiveland.

11. Steunpunt Mantelzorg Schouwen-Duiveland biedt ondersteuning aan mantelzorgers in de vorm van informatie, advies, doorverwijzing, coördinatie en organisatie van activiteiten en trainingen, passend bij de vraag en op maat bij het versterken van de competenties van de mantelzorger op het gebied van kennis, houding en (communicatie) vaardigheden, zodat mantelzorgers weten om te gaan met de zorgsituatie.

Artikel 5 Verbinden: het verbinden van informele en formele zorg in het samenwerken met en tussen de diverse partijen

1. Steunpunt Mantelzorg is expertisecentrum, informatiepunt en vraagbaak voor zowel mantelzorgers als voor vrijwillige- en professionele organisaties en beroepskrachten.

2. Zowel consulenten als Steunpunt Mantelzorg Schouwen-Duiveland werken netwerkgericht bij formele en informele zorgaanbod samen met netwerkpartners, waarbij kennis- en informatieoverdracht tussen samenwerkende partners essentieel is bij het aanbieden van mantelzorgondersteuning. Consulenten maken hierbij gebruik van de sociale kaart van Schouwen-Duiveland.

3. Steunpunt Mantelzorg werkt structureel samen met partners in het maatschappelijk middenveld, vrijwilligersorganisaties en professionele instellingen gericht op het versterken van informele en formele zorg. Hiaten, belemmeringen en problemen in het ondersteuningsstructuur worden gesignaleerd en aangepakt en waar het meerwaarde heeft, wordt samenwerking opgestart.

4. Bij eventueel nieuwe aanbestedingen, inkoop, subsidies van zorg en ondersteuning wordt de positie, relatie, betrokkenheid en samenwerking met mantelzorgers meegewogen in het inkoop-/subsidieproces.

5. Het college werkt toe naar een integrale loket toegang voor zorg, welzijn en participatie, zodat inwoners voor al haar ondersteuningsvragen bij één loket terecht kunnen. De gemeentelijke front- en backoffice werkprocessen over verschillende domeinen heen zijn op elkaar afgestemd.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 6 Bijzondere voorwaarden

1. Uitkeringsgerechtigden, die tevens mantelzorgers zijn, kunnen tijdelijk worden ontheven van de sollicitatieplicht op basis van de mantelzorgtaken. Het college verleent een ontheffing van de arbeidsplicht en de verplichting tot het verrichten van onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden aan een uitkeringsgerechtigde die noodzakelijke mantelzorg verricht voor een zorgbehoevend gezinslid met een indicatie van tien uur of meer per week, zo lang hierin niet op andere wijze kan worden voorzien. De ontheffing geldt voor de duur dat de mantelzorg noodzakelijk is.

2. De gemeente Schouwen-Duiveland biedt haar medewerkers de mogelijkheid om mantelzorg te verlenen door (onder andere) het toekennen van buitengewoon verlof.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 7 Inwerkingtreding en intrekken oude verordening

Deze uitvoeringsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Uitvoeringsregels ondersteuning mantelzorgers gemeente Schouwen-Duiveland 2017-2020’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland in de collegevergadering van 9 mei 2017

G.C.G.M. Rabelink, M.K. van den Heuvel

Burgemeester, Gemeentesecretaris

Nota van toelichting

Deze regels gaan over de wijze van uitvoering van Mantelzorgondersteuning in de gemeente

Schouwen-Duiveland. Deze uitvoeringsregels zijn een uitwerking van het beleidsplan en actieprogramma Mantelzorgondersteuning 2017-2020 en Beleidsregels Maatschappelijke Ondersteuning Schouwen-Duiveland 2017. Deze uitvoeringsregels zijn van toepassing op de vier V’s en zijn nader uitgewerkt in onderstaande artikelen.

Met het vaststellen van deze uitvoeringsregels werkt het college in samenwerking met netwerkpartners toe naar een mantelzorgvriendelijke gemeente, waar zowel zorgvrager als mantelzorger in staat zijn voldoende zelfredzaam te zijn, zodat zij mee kunnen blijven doen in de Zeeuwse samenleving.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 2

Het netwerkgericht werken bij het vinden, bereiken, verlichten en verbinden van mantelzorgers is een opgave, wat het college in samenwerking met netwerkpartners, organisaties, professionals, zorgvragers en mantelzorgers, zowel dus het formele als informele zorg, in samenhang vorm wil geven.

Hierbij zijn, zonder enige limitering, organisaties/professionals, zoals het primair- en voortgezet onderwijs, MBO/HBO onderwijs, (school) maatschappelijk werk, zorgcoördinatoren in het onderwijs, intern begeleiders van scholen, leerplichtambtenaren, GGZ, wijkverpleegkundigen, Centrum voor Jeugd en Gezin, Jeugdarts, GGD, zorg- en welzijnsinstellingen voor ouderen, organisaties voor mensen met een verstandelijke en/of psychische beperking, maatschappelijke organisaties, Wmo-adviesraad, dorpsraden, woningbouwvereniging, politie/wijkagent, jongerenwerkers, kerken, overige geloofsgemeenschappen, huisartsen en praktijkondersteuners, Wmo-loket, klantmanagers, professionals in de wijk, intermediairs, sportverenigingen, vraaggerichte teams en werkgevers nodig bij het uitvoeren van mantelzorgondersteuning en bij het bewustwordingsproces.

Professionals en gemeentelijke consulenten kijken bij de aanvraag voor mantelzorgondersteuning, die meestal door een volwassen mantelzorger wordt gedaan, ook of er binnen het gezin jonge en/of jongvolwassen mantelzorgers betrokken zijn. Medewerkers die de aanvraag voor mantelzorgondersteuning in behandeling nemen zijn toegerust om de gezinssituatie in kaart te brengen.

Artikel 3

De doelgroep mantelzorgers is veel breder. Zoals: oudere mantelzorgers, mantelzorgers van mensen met dementie, werkende mantelzorgers, ouders van kinderen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, mantelzorgers van mensen met psychiatrische problematiek, mantelzorgers van verslaafden, allochtone mantelzorgers, jonge/jongvolwassen mantelzorgers, mantelzorgers van terminale zorgvragers.

Artikel 4

Mantelzorgers kunnen verschillende rollen vervullen: die van collega, cliënt, naaste en expert. Van zowel consulenten, netwerkpartners als Steunpunt Mantelzorg vraagt dit een andere benaderingswijze.

Organiseren mantelzorgondersteuning en verlichten van mantelzorgers kan bijvoorbeeld door:

- het in kaart brengen van het netwerk van zorgvrager en mantelzorger: wie zijn er belangrijk in hun leven

- overzicht van het netwerk tastbaar en zichtbaar houden voor de zorgvrager en mantelzorger

- het uitbreiden van het netwerk of het verbeteren van de kwaliteit van de contacten: wie willen zij (meer) betrekken

- het betrekken van mogelijk naast familie, ook buren, buurtbewoners, zo nodig kerk, en/of andere mensen met vergelijkbare interesses en levensstijl van de zorgvrager en mantelzorger

- emotionele ondersteuning: persoonlijke gesprekken en dergelijke

- praktische ondersteuning: hulp bij regelzaken

- informatievoorziening: bijvoorbeeld over mantelzorg, ziektebeelden, vrijwilligerszorg

- voorlichting: bijvoorbeeld lezingen over het herkennen en erkennen van (jonge) mantelzorgers op bijvoorbeeld scholen

- groepsbijeenkomsten: organiseren van bijvoorbeeld lotgenotencontact en/of zelfhulpgroep

- vraag gestuurd aanbod, zoals: digitaal trainingsaanbod, e-learning, voor drukbezette mantelzorgers en/of jonge-/ jongvolwassen mantelzorgers

Ondersteuningsmogelijkheden kunnen zijn:

- respijtzorg, ook ten behoeve van palliatieve zorg ter ontlasting van mantelzorger(s).

- mogelijkheid tijdelijke ontheffing van de sollicitatieplicht bij mantelzorgtaken, zie artikel 6 ‘bijzondere bepalingen’.

- het inzetten van hulp bij het huishouden.

- dagbesteding.

- kortdurend verblijf.

- het inzetten van (zorg)vrijwilliger.

- het inzetten van Vrijwilligers Palliatief Terminale Zorg-Thuis (VPTZ-Thuis).

- het tegemoet komen in de legeskosten bij het vergunningsplichtig uitvoeren van mantelzorgwoningen.

- sommige zorgverzekeraars bieden ook mantelzorgondersteuning aan hun verzekerden aan

- de regels voor vervangende respijtzorg in de Zorgverzekeringswet kunnen verschillen per zorgverzekeraar. De regels zijn te vinden in de polisvoorwaarden.

Artikel 5

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 6

Conform artikel 8 Participatiewet: Ontheffing vanwege dringende redenen vanwege werkzaamheden als mantelzorger.

Artikel 7

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 8

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.