Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling Studiefaciliteiten

Geldend van 16-10-2018 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-12-2017

Intitulé

Regeling Studiefaciliteiten

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland,

gezien het voorstel van afdeling Bedrijfsvoering 1, cluster P&O d.d. 3 november 2017, zaaknummer 22761, en gezien de verkregen instemming van de OR d.d. 3 augustus 2016;

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet en artikel 125 van de Ambtenarenwet en artikel 15:1:26 en 15:1:27 en hoofdstuk 17 (Opleiding en ontwikkeling) van de CAR-UWO;

overwegende dat:

de constatering dat de Regeling Studiefaciliteiten gemeente Schouwen – Duiveland januari 2009 op onderdelen niet langer actueel is;

besluit vast te stellen de:

Regeling studiefaciliteiten

Artikel 1 Inleidende bepaling

Deze regeling is aanvullend op artikel 15:1:26 en 15:1:27 en hoofdstuk 17 (Opleiding en ontwikkeling) van de Collectieve Arbeidsovereenkomst en Uitwerkingsovereenkomst(Car/ UWO) waarin faciliteiten worden toegekend bij het volgen van een studie.

Artikel 2 Studiefaciliteiten

In deze regeling worden omschreven de mogelijkheden tot vergoeding van kosten, tijd en/of andere faciliteiten met betrekking tot het volgen van een studie.

Artikel 3 Begripsomschrijving

  • a.

    Studie:

seminar, congres, workshop, symposium, cursus training of opleiding;

  • b.

    Opleidingsnoodzaak:

verplichte cursus/ dienstopdracht conform artikel 15:1:26 van de CAR/UWO beroep op bijzondere vakkennis of vaardigheden gericht op de huidige functie ( huidige taken en taken op kort termijn, veranderende wetgeving), gericht op geschikt blijven voor de functie.

Zie Bijlage Opleidingscategorieën onder A.

  • c.

    Opleiding in kader van het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) conform artikel 17:4 van de CAR/UWO:

opleiding die als wederzijdse afspraak voortkomt uit een (ontwikkelings)gesprek tussen leidinggevende en medewerker, gericht op zowel het organisatiebelang ( inzetbaarheid van de medewerker) als het belang van de medewerker (loopbaanontwikkeling)

Zie Bijlage opleidingscategorieën onder B.

  • d.

    Opleidingsbehoefte:

studie op initiatief van de medewerker voortkomend uit de persoonlijke behoefte van de medewerker om zijn kennis en vaardigheden verder te ontwikkelen.

Zie Bijlage Opleidingscategorieën onder C.

  • e.

    Studiekosten:

cursus- en lesgelden, waaronder examen- en diplomagelden en studiemateriaal;

  • f.

    Studiemateriaal:

door het opleidingsinstituut verplicht voorgeschreven boeken en syllabi;

  • g.

    Vervallen.

  • h.

    Leidinggevende:

een afdelingshoofd, tevens lid van het managementteam (MT) of een districtshoofd van de afdeling Openbare Werken.

Artikel 4 Bevoegdheid leidinggevende

De leidinggevende besluit of een studie valt onder opleidingsnoodzaak, het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) of opleidingsbehoefte.

Artikel 5 Vergoeding studiekosten

De aan de studie verbonden kosten worden als volgt vergoed:

  • 1.

    Opleidingsnoodzaak: voor zover het een studie betreft die valt onder deze begripsomschrijving komen de daaraan verbonden studiekosten volledig ten laste van de gemeente, zulks overeenkomstig het bepaalde in artikel 15:1:26 van de CAR/UWO

  • 2.

    Opleiding in het kader van het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) : voorzover het een studie betreft die valt onder deze begripsomschrijving worden de daaraan verbonden studiekosten volledig vergoed, zulks overeenkomstig het bepaalde in artikel 17:4 van de CAR/UWO.

  • 3.

    Opleidingsbehoefte: voorzover het een studie betreft die valt onder deze begripsomschrijving kunnen de daaraan verbonden studiekosten voor 50 % in aanmerking komen ter bepaling aan de leidinggevende.

Artikel 6 Studieverlof

Voor het volgen van de studie wordt het volgende verlof genoten:

  • 1.

    Opleidingsnoodzaak: voorzover het een studie betreft die valt onder deze begripsomschrijving:

  • a.

    er wordt verlof verleend voor de werkelijke cursustijd + reistijd ( minus reistijd woon-werk)

  • b.

    wanneer voorbereiding op deelname studie of examen noodzakelijk is biedt de leidinggevende de mogelijkheid hiertoe tijdens werktijd.

  • 2.

    Opleiding in het kader van het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP): voorzover het een studie betreft die valt onder deze begripsomschrijving.:

  • a.

    Verlof voor het volgen van de studie wordt verleend voorzover noodzakelijk;

  • b.

    Leidinggevende en medewerker maken maatwerkafspraken over het noodzakelijk verlof, daarbij het belang van de organisatie en het belang van de medewerker tegen elkaar afwegend. (Op de medewerker mag een beroep worden gedaan eigen tijd te investeren in de ontwikkeling van zijn loopbaan, andersom is het redelijk rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden en zwaarte van de studie.)

  • 3.

    Opleidingsbehoefte: voorzover het een studie betreft die valt onder deze begripsomschrijving:

  • a.

    er wordt geen studieverlof verstrekt

Artikel 7 Vergoeding reis- en verblijfskosten

Voor de studie die op basis van deze regeling gevolgd wordt, geldt de volgende vergoeding voor reis- en verblijfskosten:

  • a.

    voor reis- en verblijfkosten die ten behoeve van een studie vallende onder de begripsomschrijving “opleidingsnoodzaak” worden gemaakt, gelden de uitgangspunten en de vergoeding voor dienstreizen als bedoeld in de regeling “Reis- en verblijfskosten Schouwen-Duiveland”;

  • b.

    voor reis- en verblijfkosten die ten behoeve van een studie vallende onder de begripsomschrijvingen “POP” en “opleidingsbehoefte” worden gemaakt, gelden de uitgangspunten voor dienstreizen als bedoeld in de regeling “Reis- en verblijfskosten Schouwen-Duiveland” met uitzondering van de kilometervergoeding indien van een eigen voertuig gebruik wordt gemaakt. Deze kilometervergoeding voor reiskosten ten behoeve van deze studies is namelijk afgeleid van de fiscaal vrijgestelde kilometervergoeding.

Artikel 8 Termijn studiefaciliteiten

Lid 1

De in deze regeling vernoemde opleidingsfaciliteiten worden in beginsel verleend voor een termijn die is afgestemd op de door het betreffende opleidingsinstituut aangegeven studieduur.

Lid 2

Wanneer de medewerker niet binnen de vooraf gestelde termijn de studie afrondt bepaalt de leidinggevende:

  • a.

    of de studieduur wordt verlengd en zo ja voor welke termijn;

  • b.

    of het recht op studieverlof al dan niet blijft gehandhaafd;

Lid 3

Voor de toepassing van het gestelde in lid 2 neemt de leidinggevende in ogenschouw of de studie niet binnen de gestelde termijn kan worden afgerond als gevolg van aantoonbare nalatigheid van de medewerker zelf.

Artikel 9 Terugbetalingsregeling

Lid 1

Een terugbetaling van de kosten zoals genoemd in de artikelen 5 en 7 geldt voor:

• Opleidingsnoodzaak: voor zover het een studie betreft die valt onder deze begripsomschrijving: hiervoor geldt geen terugbetalingsverplichting;

• Opleiding in het kader van het persoonlijk ontwikkelingsplan(POP): voor zover het een studie betreft die valt onder deze begripsomschrijving en waarvan de kosten van de totale studie als bedoeld in de artikel 5 en 7 meer dan € 7.000 bedragen;

• Opleidingsbehoefte: voor zover het een studie betreft die valt onder deze begripsomschrijving en waarvan de kostenvergoeding van de totale studie als bedoeld in de artikelen 5 en 7 € 2.500 of meer bedragen;

Indien:

  • a.

    de studie waarvoor de vergoeding is verleend, wordt beëindigd voordat de studieduur is verstreken zonder dat de studie tot het behalen van een voor deze studie geldend diploma/ certificaat heeft geleid;

  • b.

    de medewerker op eigen verzoek of ten gevolge van de aan hem zelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen voor het einde van de studie waarvoor vergoeding is toegekend of binnen een periode van twee jaren na het behalen van het voor deze studie geldende diploma/ certificaat;

  • c.

    Op eigen verzoek of ten gevolge van de aan de medewerker zelf te wijten omstandigheden wordt ontslagen binnen twee jaren na het beëindigen van de studie zonder dat het door hem afgelegde examen tot het behalen van het voor deze studie geldende diploma/ certificaat heeft geleid;

Lid 2

Een terugbetaling van de kosten zoals genoemd in de artikelen 5 en 7 geldt - ongeacht aard (noodzaak, POP, behoefte) van de studie of hoogte van de kosten - in alle gevallen waarbij de medewerker door aantoonbare nalatigheid zijn studie niet heeft afgesloten met een voor die studie geldend diploma/ certificaat.

Lid 3

De hoogte van de terugbetaling van de vergoeding zoals bedoeld in de artikelen 5 en 7 bedraagt:

  • a.

    volledige terugbetaling wanneer zich situaties voordien zoals genoemd in lid 1 sub a en lid 1 sub c en lid 2;

  • b.

    volledige terugbetaling wanneer zich een situatie voordoet zoals genoemd in lid 1 sub b bij ontslag voor het einde van de studie en bij ontslag direct aansluitend aan het behalen van het voor de studie geldend diploma/certificaat.

  • c.

    gedeeltelijk terugbetaling wanneer zich een situatie voordoet zoals genoemd in lid 1 sub b waarbij het voor de studie geldende diploma/certificaat is behaald. Per maand wordt binnen de genoemde twee jaar 1/24 van de terugbetalingskosten afgebouwd vanaf datum diplomering/certificering tot aan de datum van ontslag.

Lid 4

Kosten als bedoeld in de artikelen 5 en 7 kunnen pas dan voor vergoeding in aanmerking komen als een door de medewerker ondertekende verklaring tot terugbetaling - zoals aangegeven in het eerste lid en overeenkomstig het bepaalde in het derde lid- aanwezig is. In deze verklaring wordt tevens opgenomen de bepaling dat de medewerker op de hoogte is gesteld van de inhoud van deze regeling.

Artikel 10 Bevoegdheid gemeentesecretaris

In die gevallen waarin de regeling niet danwel niet naar redelijkheid voorziet, kan de gemeentesecretaris op voorstel van de leidinggevende een zelfstandig besluit nemen. Tevens kan de gemeentesecretaris, als bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, in overleg met de leidinggevende van het gestelde in deze regeling afwijken.

Artikel 11 Citeertitel en inwerkingtreding

Lid 1

Deze regeling kan aangehaald worden als “Regeling Studiefaciliteiten gemeente Schouwen-Duiveland”. Op dat moment is de regeling Studiefaciliteiten gemeente Schouwen – Duiveland uit 2009 ingetrokken.

Lid 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 01 december 2017.

Ondertekening

Toelichting Opleidingscategorieën

A. Noodzaak (geen POP)

Opleidingen op voor het ontwikkelen van vakkennis of vaardigheden gericht op huidige functie. De huidige taken en taken op korte termijn bijvoorbeeld als gevolg van veranderende wetgeving. Het gaat hierbij om geschikt blijven.

Deze opleiding hebben het karakter van een dienstopdracht, verplichte cursus

B. Inzetbaarheid of individuele ambitie / loopbaanwens = POP

B1. Aansluitingsproblemen, in belang van de organisatie --> meer faciliteiten

• Acties gericht op employability. Inzetbaar houden van medewerkers en het ontwikkelen van medewerkers om in de toekomst op andere functies inzetbaar te zijn.

• Acties gericht op een functie buiten de organisatie als iemand vastloopt

B2. Persoonlijke ontwikkeling/loopbaanontwikkeling binnen de organisatie --> minder faciliteiten

• Medewerker wil iets anders, andere functie binnen gemeente.

Bij een POP wordt een match gezocht tussen de belangen van de medewerker en de organisatie. Het initiatief kan zowel van de leidinggevende als de medewerker komen. Hierbij kunnen naast coachen en training ook opleidingen ingezet worden.

C. Individuele opleidingsbehoefte (een opleidingswens op initiatief van de medewerker).

Een individuele opleidingsbehoefte, geen POP/loopbaan.

Opleidingen, op verzoek van de medewerker, gericht op:

• een andere functie binnen de overheid;

• de behoefte van een medewerker om zich te ontwikkelen in bepaalde richting, bijvoorbeeld makelaardij, of

• voor een beroep buiten de overheid, buiten deze organisatie.