Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen Schouwen-Duiveland 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen Schouwen-Duiveland 2019

De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2018;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet;

gelet op de Parkeerverordening gemeente Schouwen-Duiveland 2010;

gelet op de Regels voor het aanvragen en verlenen van een parkeervergunning Zierikzee 2010;

gelet op de Regels voor het aanvragen en verlenen van een parkeervergunning Westhoek 2010;

gezien het aanwijzingsbesluit plaatsen en tijdstippen vergunninghoudersparkeren en betaald parkeren Zierikzee 2019;

gezien het aanwijzingsbesluit plaatsen en tijdstippen vergunninghoudersparkeren en betaald parkeren Westhoek 2019;

gezien het Parkeerbeleid 2017-2020

besluit :

Vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen

Schouwen-Duiveland 2019

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

b. motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder 1ia van het RVV 1990.

c. houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

d. parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, voor het betalen van de parkeerbelasting ingerichte mobiele telefoons, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

e. centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of RFID-kaart (kaart met technologie op gebied van Radio Frequency Indentification)

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam `parkeerbelastingen’ worden de volgende belastingen geheven:

a. een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

b. een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3. Belastingplicht

1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

a. degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat

1e indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

2e indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4. Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5. Wijze van heffing

1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 6. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of ander (communicatie)middel zoals een RFID-kaart inloggen op de centrale computer.

2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

3. Indien de belastingplicht als bedoeld in artikel 2, onderdeel b van de verordening in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de parkeerbelasting op verzoek verminderd voor zoveel volle kalendermaanden als er in dat jaar, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 7. Termijnen van betaling

1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of RFID-kaart inloggen op de centrale computer;

3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

4. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8. Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9. Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2 onderdeel a, bedragen € 62,70.

Artikel 10. Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelastingen.

Artikel 12. Vrijstelling

1. De belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, voor het parkeren van een voertuig op een parkeerapparatuurplaats, wordt niet geheven van een houder van een geldige gehandicaptenparkeerkaart.

2. De vrijstelling is uitsluitend van toepassing indien de gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in het eerste lid met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk zichtbare en leesbare plaats direct achter de voorruit van het voertuig is geplaatst.

Artikel 13. Overgangsbepaling

De “Verordening parkeerbelasting gemeente Schouwen-Duiveland 2018” van 21 december 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14. Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening parkeerbelastingen Schouwen-

Duiveland 2019”.

T. van Oostenbrugge

G.C.G.M. Rabelink

griffier

voorzitter

Tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2019

Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt (tenzij

anders aangegeven):

1.

op parkeerterreinen en weggedeelten voorzien van een parkeerautomaat,

zoals hieronder aangegeven:

Tarief: € 1,00 per uur voor:

Zierikzee

vervallen

vervallen

a3.

Lange Nobelstraat

parkeertijd maximaal 2 uren

a4.

Balie

parkeertijd maximaal 4 uren

a5.

Gasthuisboomgaard (Baden Powellweg)

geen maximum parkeertijd

a6.

Kerkhof (zuidzijde)

parkeertijd maximaal 4 uren

a7.

Nieuwe Bogerdstraat

parkeertijd maximaal 4 uren

vervallen

a9.

Mosselboomgaard

geen maximum parkeertijd

a10.

Hoek Baden Powellweg/Hoge Molenstraat

geen maximum parkeertijd

a11.

Parkeerterrein Raamstraat

parkeertijd maximaal 4 uren

Tarief: € 1,50 per uur voor:

Burgh-Haamstede

b1.

Zuidstraat

parkeertijd maximaal 1 uur

b2.

Ring

parkeertijd maximaal 1 uur

b3.

Noordstraat

parkeertijd maximaal 1 uur

b4

Weststraat

parkeertijd maximaal 1 uur

Renesse

c1.

Hogezoom

parkeertijd maximaal 1 uur

c2.

Zeeanemoonweg

parkeertijd maximaal 1 uur

c3.

Emmaweg

parkeertijd maximaal 1 uur

c4.

Mauritsweg

parkeertijd maximaal 1 uur

c5.

Lange Reke

parkeertijd maximaal 1 uur

c6.

Korte Reke

parkeertijd maximaal 1 uur

c7.

Kromme Reke

parkeertijd maximaal 1 uur

c8.

Oude Moolweg

geen maximum parkeertijd

Westenschouwen

d1.

Steenweg

parkeertijd maximaal 2 uren

d2.

Westenschouwenseweg

parkeertijd maximaal 2 uren

d3.

Lageweg

parkeertijd maximaal 2 uren

d4.

Westerseweg

parkeertijd maximaal 2 uren

Overige tarieven:

Westenschouwen

d1.

Adriaan v. d. Weijdeweg

€ 1,20

per uur met een maximum van € 8,00 per dag

d2.

De Punt/Kampweg

€ 0,80

per uur met een maximum van € 5,00 per dag

d3.

Rotonde/Kraaijensteinweg

€ 0,80

per uur met een maximum van € 5,00 per dag

Nieuw-Haamstede

e1.

Strandweg

€ 1,20

per uur met een maximum van € 8,00 per dag

e2.

Torenweg

€ 1,20

per uur met een maximum van € 8,00 per dag

Renesse

f1.

Jan van Renesseweg

€ 1,20

per uur met een maximum van € 8,00 per dag

f2.

Scholderlaan

€ 1,20

per uur met een maximum van € 8,00 per dag

f3.

Rampweg

€ 1,20

per uur met een maximum van € 8,00 per dag

f4.

Rampweg/Nieuwe weg

€ 0,80

per uur met een maximum van € 5,00 per dag

f5.

Laône/Rampweg

€ 1,20

per uur met een maximum van € 8,00 per dag

f6.

Rampweg/'t Klokje

€ 1,20

per uur met een maximum van € 10,00 per dag

Scharendijke

g1.

Haven Kloosternol

€ 0,20

per 15 min. met een max. van € 5,00 per dag

g2.

Kabbelaarsbank/Middelplaathaven

€ 0,10

per 10 minuten voor het eerste uur

voor elk volgend uur

€ 1,20

met een maximum van € 4,00 per dag

Voor een vergunning geldend gedurende de periode 1 april

tot 1 november van een kalenderjaar voor één kenteken bedraagt het maximum tarief

€ 40,05

Bruinisse

h1.

Strand Grevelingendam

€ 0,10

per 10 minuten voor het eerste uur

voor elk volgend uur

€ 1,20

met een maximum van € 4,00 per dag

Voor een vergunning geldend gedurende

de periode 1 april tot 1 november van een

kalenderjaar voor één kenteken bedraagt het maximum tarief

€ 40,05

2.

Vast te stellen de tijdvakken waarbinnen het betaald parkeren verplicht is te weten:

a.

Renesse, Burgh-Haamstede en Westenschouwen (kernen) van 1 april t/m 31 oktober:

maandag t/m zaterdag

van 10.00 tot 18.00 uur

zondag

van 12.00 tot 18.00 uur(Haamstede en Renesse)

zondag

van 10.00 tot 18.00 uur(Westenschouwen)

b.

Buitengebieden (stranden) Renesse, Burgh-Haamstede, Westenschouwen, Noordwelle en Scharendijke van 1 april t/m 31 oktober:

maandag t/m zondag

van 10.00 tot 18.00 uur

c.

Zierikzee voor het gehele jaar:

maandag t/m zaterdag

van 10.00 uur tot 17.30 uur

d.

Kabbelaarsbank/Middelplaathaven/Strand Grevelingengendam van 1 april t/m 31 oktober

maandag t/m zondag

van 08.00 t/m 18.00 uur

e.

Scharendijke, Haven Kloosternol van 1 april tot en met 31 oktober

maandag t/m zondag

van 10.00 tot 18.00 uur

3.

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:

in de kernen van Burgh-Haamstede, Renesse, Westenschouwen & Nieuw-Haamstede.

(jaarbasis)

a.

Voor een vergunning in een gebied waar belanghebbenden parkeren geldt voor de eerste vergunning:

per huishouding

€ 28,80

per 12 maanden;

b.

Voor een vergunning in een gebied waar belanghebbenden parkeren geldt voor de tweede of volgende vergunning:

per huishouding

€ 100,80

per 12 maanden;

c.

Voor een vergunning in een gebied waar belanghebbenden parkeren geldt voor de eerste vergunning:

per ondernemer

€ 172,20

per 12 maanden

d.

Voor een vergunning in een gebied waar belanghebbenden parkeren geldt voor de tweede of volgende vergunning:

per ondernemer

€ 258,60

per 12 maanden

e.

Voor een vergunning in een gebied waar betaald parkeren geldt,

per ondernemer

€ 204,00

per 12 maanden;

f.

Voor bewoners binnen het belanghebbendengebied voor hun bezoekers

bedraagt het tarief per eenheid

€ 0,70

Per huishouding worden maximaal 50 dagdeel(kras)kaarten per jaar verstrekt

4.

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:

in de kernen van Burgh-Haamstede, Renesse, Nieuw-Haamstede & Westenschouwen en voor de als zodanig

aangewezen gebieden in Zierikzee.

a.

Het tarief voor een parkeerontheffing als bedoeld in artikel 8, lid 4,

van de "Parkeerverordening gemeente Schouwen-Duiveland 2010"

bedraagt

€ 7,15

per dag.

b.

Het tarief voor een parkeerontheffing als bedoeld in artikel 9, lid 2,

van de "Parkeerverordening gemeente Schouwen-Duiveland 2010"

bedraagt

€ 7,15

per dag.

c.

Voor een tijdelijke dagvergunning op een belanghebbende plaats

bedraagt het tarief

€ 7,15

per dag

d.

Wanneer op een locatie binnen het belanghebbendengebied van Zierikzee een huwelijk of

partnerschapsregistratie wordt voltrokken, kan aan het bruidspaar dat aan kan tonen op de

betreffende dag te trouwen op die locatie een gratis ontheffing, als bedoeld in artikel 9, lid 2, van

de Parkeerverordening Schouwen-Duiveland en in artikel 8 van de Regels voor het aanvragen

en verlenen van een parkeervergunning Zierikzee, worden verleend voor maximaal 15 motorvoertuigen.

e.

Wanneer op een locatie binnen het belanghebbendengebied van Zierikzee een uitvaart wordt

verzorgd door een uitvaartonderneming, kan aan de uitvaartonderneming die aan kon tonen op de

betreffende dag een uitvaart te verzorgen op die locatie een gratis ontheffing, als bedoeld in artikel 9,

lid 2, van de Parkeerverordening Schouwen-Duiveland en in artikel 8 van de Regels voor het aanvragen en

verlenen van een parkeervergunning Zierikzee, worden verleend voor maximaal 15 motorvoertuigen.

5.

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:

uitsluitend voor de als zodanig aangewezen gebieden in Zierikzee

a.

Voor een vergunning in een gebied waar belanghebbenden parkeren geldt voor de eerste vergunning:

per huishouding

€ 28,80

per 12 maanden

b.

Voor een vergunning in een gebied waar belanghebbenden parkeren geldt voor de tweede vergunning:

per huishouding

€ 100,80

per 12 maanden

c.

Voor een vergunning in een gebied waar belanghebbenden parkeren geldt voor de eerste vergunning:

per ondernemer

€ 172,20

per 12 maanden

d.

Voor een vergunning in een gebied waar belanghebbenden parkeren geldt voor de tweede vergunning:

per ondernemer

€ 258,60

per 12 maanden

e.

Voor bewoners binnen het belanghebbendengebied voor hun bezoekers

bedraagt het tarief

€ 0,70

per dagdeel(kras)kaart

Per huishouding worden maximaal 100 dagdeel(kras)kaarten per jaar verstrekt.

f.

Voor een vergunning in een gebied waar belanghebbenden parkeren geldt bedraagt voor personen

die zich bezig houden met eerstelijns hulpverlening, meerdere korte bezoeken per dag afleggen

en/of oproepbaar zijn in spoedeisende situaties het tarief

€ 117,00

per 12 maanden

Behorend bij het raadsbesluit van 20 december 2018

de griffier,

 T. van Oostenbrugge

Ondertekening

Vastgesteld door de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland in zijn openbare vergadering van 20 december 2018.