Verordening Declaratiefonds gemeente Schouwen-Duiveland 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening Declaratiefonds gemeente Schouwen-Duiveland 2020

De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland van 15 oktober 2019;

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet

b e s l u i t :

vast te stellen de “Verordening Declaratiefonds Schouwen-Duiveland 2020”

Doel

Artikel 1

Het doel van het declaratiefonds is:

1. voorkomen dat inwoners van Schouwen-Duiveland met een laag inkomen in een sociaal-maatschappelijk isolement raken als gevolg van het om financiële redenen niet kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer en

2. het bevorderen van de maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen uit de doelgroep.

Doelgroep

Artikel 2

1. Onder inwoners wordt in dit kader verstaan degenen die in de Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente Schouwen-Duiveland staan ingeschreven en in die gemeente feitelijk woonachtig zijn of verblijven.

2. De bijdrage wordt slechts verstrekt aan degene die op 1 januari van het aanvraagjaar een gezinsinkomen had van maximaal 120% van de voor hem of haar geldende bijstandsnorm. Daarnaast mag het vermogen op 1 januari van het aanvraagjaar niet meer bedragen dan het vrij te laten vermogen in het kader van de Participatiewet.

3. De bijdrage geldt voor ieder gezinslid afzonderlijk.

4. Van een bijdrage zijn de volgende categorieën inwoners uitgesloten:

a. studenten die een studie volgen waarvoor studiefinanciering op basis van de Wet Studiefinanciering mogelijk is;

b. vreemdelingen zonder rechtsgeldige verblijfstitel.

Vergoedbare kosten

Artikel 3

1. Uit het declaratiefonds kunnen bijdragen worden verstrekt in de kosten van reguliere sociale, culturele, sportieve en educatieve activiteiten.

2. Schoolgaande kinderen, behorende tot de doelgroep, in de leeftijd van 5 jaar tot 18 jaar kunnen uit het declaratiefonds naast bovengenoemde vergoeding, ook nog een bijdrage ontvangen ter vergoeding van zwemlessen met als doel het behalen van het zwem-ABC.

3. Kinderen tot 18 jaar uit het voorgezet onderwijs kunnen per schooljaar een bijdrage ontvangen in de reiskosten naar school indien de enkele reisafstand woon-school meer dan 10 kilometer bedraagt.

Voorliggende voorziening

Artikel 4

Er is geen recht op een vergoeding reiskosten kinderen in het voortgezet onderwijs indien reeds een reiskostenvergoeding wordt verstrekt uit hoofde van:

1. Leerlingenvervoer;

2. Internationale Schakelklas.

Hoogte vergoeding

Artikel 5

1. De vergoeding voor de in artikel 3 lid 1 vermelde kosten bedraagt 100% van de kosten met een maximum van € 150,00 per persoon per kalenderjaar.

2. De vergoeding voor de in artikel 3 lid 2 vermelde kosten bedraagt 100% van de kosten met een maximum van € 800,00 per kind.

3. De vergoeding voor de in artikel 3 lid 3 vermelde kosten bedraagt € 300,00 per kind per schooljaar.

4. De bedragen genoemd in lid 1, 2 en 3 worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd overeenkomstig de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. De bedragen worden naar boven afgerond op hele euro’s.

Aanvraag

Artikel 6

1. Burgemeester en wethouders stellen binnen acht weken na ontvangst van de schriftelijke aanvraag vast of recht op een bijdrage bestaat.

2. De termijn voor het nemen van een besluit wordt opgeschort met ingang van de dag waarop burgemeester en wethouders de aanvrager uitnodigen de aanvraag aan te vullen tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.

3. Burgemeester en wethouders doen mededeling van de opschorting aan de aanvrager en nodigen hem uit binnen een door hen te stellen termijn het verzuim te herstellen.

4. Indien de aanvrager de aanvraag niet binnen de gestelde termijn aanvult, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de aanvraag niet te behandelen.

Procedure

Artikel 7

1. De aanvraag voor een vergoeding volgens artikel 3 lid 1 kan tot uiterlijk 15 januari worden ingediend, van het jaar dat volgt op het declaratiejaar.

2. Aanvragen voor een vergoeding volgens artikel 3 lid 2 kunnen gedurende een periode van drie aaneengesloten kalenderjaren worden ingediend tot het maximum bedrag van € 800,00 per kind is bereikt.

3. De aanvraag voor een vergoeding volgens artikel 3 lid 3 kan tot uiterlijk 1 maand voor het einde van een lopend schooljaar worden ingediend.

4. Bij de aanvraag zoals bedoeld in artikel 7 lid 1, 2 en 3 dienen bewijsstukken te worden ingediend die op naam van de aanvrager of diens gezinsleden zijn gesteld.

5. Inkomens- en vermogensgegevens moeten alleen overlegd worden, als de gemeente Schouwen-Duiveland hierover niet zelf informatie kan inwinnen.

Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 8

1. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Declaratiefonds Schouwen-Duiveland 2020”.

2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2020.

3. Op het in het tweede lid vermelde tijdstip vervalt de Verordening Declaratiefonds 2013.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland in zijn openbare vergadering van 7 november 2019.

De voorzitter, De griffier,

G.C.G.M. Rabelink, T. van Oostenbrugge