Regeling vervallen per 01-01-2019

Besluit van het bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Servicepunt 71 houdende regels omtrent Regeling persoonlijk gezondheidsbudget 2018

Geldend van 08-03-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Besluit van het bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Servicepunt 71 houdende regels omtrent Regeling persoonlijk gezondheidsbudget 2018

Het bestuur besluit:

De regeling persoonlijk gezondheidsbudget 2018, zoals hier ingevoegd, vast te stellen;

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a. ambtenaar : a. de ambtenaar als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de CAR/UWO

    b. de werknemer op grond van artikel 2:5:1 van de CAR/UWO

Artikel 2 Algemene bepalingen bij gebruikmaking van de regeling

  • 1. Het Persoonlijk gezondheid budget bedraagt € 250,00 per kalenderjaar.

  • 2. De ambtenaar moet een aanstelling hebben van ten minste een jaar.

  • 3. Bij instroom na de maand januari wordt het bedrag van het Persoonlijk gezondheid budget naar rato verrekend.

  • 4. De bestedingsmogelijkheden zijn afgestemd op de belastingtechnische mogelijkheden en wijzigen als de belastingwetgeving aan de werkgever andere voorwaarden stelt.

  • 5. Indien de ambtenaar het volledige bedrag niet in een jaar benut, wordt het resterende bedrag niet uitbetaald.

  • 6. Deelname aan de activiteit vindt plaats in eigen tijd.

  • 7. Het Persoonlijk gezondheidsbudget is persoonlijk en kan niet worden gebruikt voor anderen.

  • 8. De reis- en verblijfskosten en kosten van consumpties vallen niet onder de bestedingsmogelijkheden van het Persoonlijk gezondheidsbudget

Artikel 3 Bestedingsdoeleinden

  • 1. Het Persoonlijk gezondheidbudget kan worden aangewend voor hieronder vermelde bestedingsmogelijkheden:

    • a.

      Cursus ‘stoppen met roken’;

    • b.

      Voedingsadvies;

    • c.

      Sportschool

    • d.

      Ontspanningstherapie/yoga;

    • e.

      Sportvereniging;

    • f.

      Wellnessabonnement;

    • g.

      Cursus gezond koken.

  • 2. Het persoonlijk gezondheidbudget geldt alleen voor de aangewezen bestedingsdoeleinden.

Artikel 4 Onvoorziene gevallen

Voor de gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treft het bevoegd gezag een bijzondere regeling.

Artikel 5 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling kent een looptijd van 1 januari 2018 tot 1 januari 2019

  • 2. Wijzigingen in de CAR/UWO of belastingwetgeving die van invloed zijn op deze regeling zullen zo spoedig mogelijk na lokale bekrachtiging van de CAR/UWO zijn verwerkt in deze regeling.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het bestuur van Servicepunt71 op 7 december 2017

De voorzitter

M.M. Damen

De secretaris

E. Zandstra