Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling Servicepunt71 houdende regels omtrent het persoonlijk gezondheidsbudget

Geldend van 25-04-2019 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Besluit van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling Servicepunt71 houdende regels omtrent het persoonlijk gezondheidsbudget

Gelet op artikel 15:1:25 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR/UWO).

De regeling persoonlijk gezondheidsbudget (PGB) heeft een looptijd die eindigt op 31 december 2019. De reden voor deze vervaldatum is dat de regeling PGB betrokken wordt bij de uitwerking in co-creatie van het onderwerp vitaliteit.

Met het oog op het bevorderen van de vitaliteit van zo veel mogelijk medewerkers is het aantal bestedingsdoelen uitgebreid van 7 naar 13 ten opzichte van de regeling in 2018. Voor het overige blijft de regeling ongewijzigd.

Het Georganiseerd Overleg heeft op 28 maart 2019 ingestemd met de regeling PGB 2019.

Door middel van het persoonlijk gezondheidsbudget biedt de werkgever de werknemer op jaarbasis de mogelijkheid om vrijelijk activiteiten te ondernemen voor het verbeteren van de vitaliteit en de gezondheid.

Besluit

Het bestuur besluit:

  • 1.

    vast te stellen de navolgende

Regeling persoonlijk gezondheidsbudget 2019

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a. ambtenaar:

    • a.

      de ambtenaar als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de CAR/UWO;

    • b.

      de werknemer op grond van artikel 2:5:1 van de CAR/UWO

Artikel 2 Algemene bepalingen bij gebruikmaking van de regeling

  • 1. Het Persoonlijk gezondheidsbudget bedraagt € 250,00 per kalenderjaar.

  • 2. De ambtenaar moet een aanstelling hebben van ten minste een jaar.

  • 3. Bij instroom na de maand januari wordt het bedrag van het Persoonlijk gezondheidsbudget naar rato verrekend.

  • 4. De bestedingsmogelijkheden zijn afgestemd op de belastingtechnische mogelijkheden en wijzigen als de belastingwetgeving aan de werkgever andere voorwaarden stelt.

  • 5. Indien de ambtenaar het volledige bedrag niet in een jaar benut, wordt het resterende bedrag niet uitbetaald.

  • 6. Deelname aan de activiteit vindt plaats in eigen tijd.

  • 7. Het Persoonlijk gezondheidsbudget is persoonlijk en kan niet worden gebruikt voor anderen.

  • 8. De reis- en verblijfskosten en kosten van consumpties vallen niet onder de bestedingsmogelijkheden van het Persoonlijk gezondheidsbudget.

Artikel 3 Bestedingsdoeleinden

  • 1. Het Persoonlijk gezondheidsbudget kan worden aangewend voor hieronder vermelde bestedingsmogelijkheden:

    • a.

      Cursus ‘stoppen met roken’;

    • b.

      voedingsadvies;

    • c.

      sportschool;

    • d.

      ontspanningstherapie/yoga;

    • e.

      sportvereniging;

    • f.

      wellnessabonnement;

    • g.

      cursus gezond koken;

    • h.

      cursus mindfulness;

    • i.

      kosten fysiotherapie;

    • j.

      jaarlijkse gezondheidscheck;

    • k.

      abonnement dansschool;

    • l.

      aanschaf van een fiets;

    • m.

      kosten stoelmassage.

  • 2. Het persoonlijk gezondheidsbudget geldt alleen voor de aangewezen bestedingsdoeleinden.

Artikel 4 Onvoorziene gevallen

Voor de gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treft het bevoegd gezag een bijzondere regeling.

Artikel 5 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

  • 2. Deze regeling eindigt op 1 januari 2020.

  • 3. Wijzigingen in de CAR/UWO of belastingwetgeving die van invloed zijn op deze regeling zullen zo spoedig mogelijk na lokale bekrachtiging van de CAR/UWO zijn verwerkt in deze regeling.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het bestuur van Servicepunt71 d.d. 11 april 2019

De voorzitter

E.G.E.M. Bloemen

De secretaris

E. Zandstra